HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

Heemkundekring 'Op de Beek' Beeldbank Bibliotheek Zoekresultaat

Aantal gevonden publicaties : 20   (uit: 667)


Uitgebreid zoeken
Gesorteerd op:  Boeknummer

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

1. Boeknummer: 00013  
Het Brabant van toen. Herinneringen van Westbrabantse mensen
Historie -- Brabant, algemeen           (1980)    [Toon Kloet]
Het Brabant van toen. Herinneringen van Westbrabantse mensen

INHOUDSOPGAVE
1. Zo wordt geschiedenis gemaakt ..................... 3
2. JAN DE WILD over OUDENBOSCH .......... 5
3. KEES VAN UNEN over HOEVEN .............. 8
4. CIE WAGEMANS over ULVENHOUT........... 11
5. PEERKE LAUWEN over RUCPHEN............. 14
6. ADR. VAN MEER over ZEVENBERGSCHEN HOEK ... 18
7. LEEN KEIJZERS (f) over RAAMSDONKSVEER ..... 21
8. JAN RAMS (f) over OOSTEIND ........... 24
9. GRÉ KONINGS over RAAMSDONK .......... 27
10. REIN BEERENDONK over FIJNAART............ 30
11. COR VAN LEEST over MOERDIJK .......... 33
12. KO GOBBENS (t) over ETTEN-LEUR.......... 37
13. BART WATZEELS over PRINSENBEEK......... 40
14. MERIJNTJE ROOZEBOOM over NIEUW-VOSSEMEER..... 43
15. JAN NOOREN over PRINCENHAGE......... 46
16. JAN VERSWIJVER over HOOGERHEIDE ........ 49
17. JANTJE LUUKX over ST.-WILLEBRORD...... 52
18. NOL HEIJMANS over DUSSEN.............. 56
19. TOON JOOSEN over WAGENBERG ...........' 59
20. ADR. V.D. RIJKEN over WASPIK.............. 62
21. PIET JANSEN over MADE ............... 65
22. WOUT BOELAARS over BREDA............... 68
23. TOOS BAARS-RENNIERS over GEERTRUIDENBERG...... 73
24. KAREL VERHAGEN over WILLEMSTAD.......... 76
25. MARTIEN TROMMELEN over OOSTERHOUT.......... 80
26. DRIK DE BRUIN over RIJSBERGEN.......... 83
27. ARIE GIELES over BERGEN OP ZOOM...... 86
28. ARIE DE GAST over ZEVENBERGEN......... 89
29. THÉ DIEPSTRATEN over BAVEL .............. 92
30. KEES ELST over ROOSENDAAL ......... 95
31. CATO FIRING-VAN DEN BROEK over BREDA............. 98

Zo wordt geschiedenis gemaakt
„Herinneringen van Westbrabantse mensen” is steeds de ondertitel geweest van interviews, dertig in getal, die
onder de naam „Het Brabant van toen” tussen september 1979 en mei 1980 in „De Stem” zijn gepubliceerd. De geïn-
terviewden zijn mensen die rond de eeuwwisseling of in de eerste decennia van deze eeuw zijn geboren. Hun herin-
neringen bleken een beeld te geven van het leven in West-Brabant dat vergeten dreigt te raken. Het gaat dan natuur-
lijk niet om de „echte” geschiedenis. Die ligt vast in officiële documenten van allerlei aard. Veel meer komt uit de
interviews naar voren, hoe mannen en vrouwen in die tijd de „echte” geschiedenis hebben beleefd en in een aantal
gevallen - zeker als het om sociale geschiedenis gaat - er hun aandeel in hebben geleverd. Een vergelijking tussen
het begin van deze eeuw en de tachtiger jaren biedt - hoe zou het anders kunnen - een beeld van scherpe tegenstel-
lingen. Een van de duidelijkste tegenstellingen is ongetwijfeld die tussen armoede toen en welvaart nu. Een an-
dere is de gewijzigde onderlinge verhouding tussen mensen: ruim een halve eeuw geleden was het standenverschil
van nature gegeven. Zo leek het althans. Maar uit deze herinneringen van Westbrabantse mensen wordt duide-
lijk, dat zij, ondanks soms vertederende woorden over „Het Brabant van toen,” op hun eigen, bescheiden plaats
vaak strijd hebben geleverd tegen wat in hun ogen onrechtvaardig was. Zo wordt geschiedenis gemaakt.

Uitg. Mij De Stem Breda;  
 

2. Boeknummer: 00022  
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel
Historie -- Etten-Leur           (ca. 2017)    [Nuyts Pieter Piersz, bewerkt door Aertssens C.J.W.]
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel
Pieter Piersz. Nuyts Schout van 1673 tot 1709

Voorwoord
Beste lezer(s),
Sedert een geruime tijd is er een plan geweest om te komen tot een stuk geschiedschrijving van ons mooie dorp. En waar moet je dan beginnen? Rond
het jaar 1200? Of iets later, zo rond 1400?
We weten wel dat er in die tijd het een en ander gebeurde met betrekking tot de turfwinning. Als we het boek: Ontdekkingstochten in West-Brabant
lezen dan is er in 1332 de eerste vermelding van de Leurse turfvaart. Maar wat doe je als je aan het neuzen bent in oude documenten, als je ‘alles’
wilt weten over je dorp, en je komt als het ware een kompleet boek tegen? Een schriftelijk verslag, geschreven door een tijdgenoot.
Een beschrijving van Etten en Leur en Sprundel uit het einde van de 17e eeuw door Pieter Nuyts, schout van Etten etc. Ook schreef hij op wat hij
wist of had gehoord uit de overlevering. De bewerker van dit boek heeft zijn hart kunnen ophalen. Oude (topografische) namen of benamingen die we
nog steeds gebruiken, zoals Den Hil, of ’t Wipend, of Attelaken, letterlijk en woordelijk beschreven alsof je er zelf bij bent. Geen wonder dat de
bewerker vond dat veel meer mensen hier kennis van moesten kunnen nemen. Als je ook maar iets voelt voor je eigen geschiedenis, of van die van de
plaats of dorp waar je geboren bent, of waar je (nu) woont, of vandaan komt, dan is dit boek een ‘must’. Wat een werk en tijd hij had verzet om tot
alle feiten te komen om deze zo waarheidsgetrouw mogelijk aan het papier toe te vertrouwen.
Ik heb alle bewondering voor de volhardendheid waarmee hij te werk is gegaan.
Ik beveel dit boek dan ook van harte aan en wens u veel leesplezier.
Namens de Stichting Adriaan van Bergen
Jan van Harssel

Heemkundekring Jan Uten Houte en Stichting Adriaan van Bergen;  
 

3. Boeknummer: 00089  
Oorlogsherinneringen en verhalen uit Etten-Leur
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (2019)    [Jos Martens, Jos Buijs]
Oorlogsherinneringen en verhalen uit Etten-Leur
Voorwoord
Bestuur Heemkundekring
De huidige bestuursleden van Heemkundekring Jan uten Houte zijn allen van na 1945. En zelfs als ze wat jonger zouden zijn, dan nog is het maar de vraag of ze
bewust de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Toch kan die oorlog in hun leven een rol hebben gespeeld, zoals in het leven van de schrijver dezes.
Zolang als ik me kan herinneren vertelde mijn vader over zijn belevenissen tijdens de Duitse bezetting. Hij was van 1922 en heeft de oorlog dus heel bewust meege-
maakt. Bovendien had hij de leeftijd om niet zomaar te accepteren wat hem óverkwam. Verhalen uit het verzet, waar hij aan deelnam, verhalen over droppings van
wapens, verhalen over vluchten over schuttingen en door tuinen. Verhalen over arbeidskampen in de polder. In al die verhalen kwamen een paar zaken naar voren.
Allereerst het onrecht dat in zijn ogen de Nederlanders werd aangedaan. Een Duitser was daarom geen Duitser, maar een Mof. En het gevoel van onvrijheid dat
je in die tijd steeds achtervolgde. Sper-tijd ( van 20:00 - 04:00 uur) was er één van, maar ook dat je een Ausweis moest hebben en dat voedsel op de bon was, om
maar eens wat te noemen. Voor de na-oorlogse generatie allemaal dingen die we niet uit eigen ervaring kennen.
Belangrijk is ook te vermelden dat, ondanks de slechte ervaringen met Duitsers in de oorlogstijd, het voor hem niet heeft geleid tot haat tegen Duitsers in
het algemeen. Over het zogenoemde Wirtschaftswunder dat in het na-oorlogse West-Duitsland plaatsvond kon hij euforisch zijn. En ook de Duitse toeristen die
met bloemenkransen op hun auto’s naar de Heimat reden na hun bezoek aan de bollenvelden, konden op zijn sympathie (en lichte afgunst) rekenen.
Gelukkig kunnen we al sinds 1944 (in de rest van Nederland 1945) in vrede leven in Nederland. Door de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te
houden en ervan te leren dat haat en strijd niet de oplossing zijn om conflicten te beslechten, bestaat de kans dat we de vrede kunnen bewaren. Als we dan ook nog
onrecht uitbannen en de vrijheid voor en van iedereen liefhebben vanuit de gedachte dat vrijheid daar ophoudt waar je de vrijheid van een ander beperkt, dan is
er hoop voor de toekomst.
Nu we in Etten-Leur herdenken dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn, is het goed dat we weten wat in ons dorp gebeurde in die oorlog. En dat we vooral niet ver-
geten dat we bevrijd zijn ten koste van veel offers. In dit boek wordt daarover uitvoerig verteld. Over de enge dingen, over de slechte dingen, over geweld, over
heldendom, over verwoesting en over leed. Maar natuurlijk is ook in al die verhalen aanwezig: wij kunnen het navertellen! Nu de generatie die de oorlog heeft
meegemaakt langzaam maar zeker steeds kleiner wordt, zijn deze herinneringen des te waardevoller. We hopen dat u geniet waar dat kan, mee-huivert waar dat
nodig is en op de hoogte komt van dit belangwekkend stuk historie.
Namens Heemkundekring Jan uten Houte
Jan Zengerink, secretaris

Heemkundekring Jan uten Houte;  
 

4. Boeknummer: 00107  
Tuinbouwvereniging St. Isidorus te Prinsenbeek. Van oprichting tot opheffing 1917-1997
Belangenverenigingen -- Tuinbouwvereniging St. Isidorus           (1997)    [Herman Dirven]
Tuinbouwvereniging St. Isidorus te Prinsenbeek. Van oprichting tot opheffing 1917-1997

VOORWOORD
Toen ik op 15 gebruari 1962 gekozen werd tot bestuurslid kon ik mij niet indenken dat het ruim 35 jaar later nodig zou zijn dit voorwoord te schrijven in ons boekje uitgegeven bij
de opheffing.
Vooral de ontwikkelingen van de laatste tien tot vijftien jaar, welke in een sneltreinvaart over ons heen kwamen, noodzaakten tot een rigoreuze aanpassing om de afzet van de geteelde
producten in de toekomst goed georganiseerd te houden.
Toen de R.B.T. om deze doelstelling mede te bewerkstelligen, op 25 oktober 1996 ophield te bestaan, betekende dat automatisch dat wij geen leden meer konden hebben als
tuinbouwafdeling van die R.B.T.
In ons laatste jaarvergadering op 17 maart 1997 werd dan ook besloten:
a. Onze Tuinbouwvereniging Sint Isidorus op te heffen.
b. De nog aanwezige gelden te benutten voor het uitgeven van dit boekwerkje waarin de geschiedenis 'VAN OPRICHTING TOT OPHEFFING' zo goedmogelijk zou worden vastgelegd.

Om dat te kunnen realiseren was de erg gewaardeerde medewerking nodig van een aantal oudleden, bestuursleden alsmede van o.a.
1. Herman Dirven, voortreffelijk geschikt om als schrijver diep in de historie te graven en daardoor onze opdracht bijzonder goed te kunnen uitvoeren.
2. De Rabobank Prinsenbeek en haar directeur Ton Borremans vanwege een garantie verstrekking omdat onze aanwezige gelden mogelijk niet volledig toereikend zouden zijn.
3. Wout Timmers, die als voorzitter van de pas opgerichte Heemkunde kring Op de Beek bijdroeg in het bijeenbrengen van oude emballage en vervoersmiddelen.

Ik hoop dal wij er met dit boekwerkje in geslaagd zijn de opdracht uit de laatste jaarvergadering zo goed mogelijk inhoud te geven en wens U allen veel leesplezier toe.
Waar de toekomst in de nieuwe organisatie-structuur ons brengt durf ik niet te voorspellen, wel weet ik dat een wijziging noodzakelijk was.
Moge de genomen beslissing, ondanks onze 'OPHEFFING' in het belang van de tuinders en hun gezinnen een juiste zijn geweest.
CJ. Roeien, oud-voorzitter.

INLEIDING
Uit het goed bewaarde en geordende archief van de Tuinbouwvereniging te Prinsenbeek is werkelijk nog zeer veel wetenswaardigs uit te diepen over de gehele ontwikkeling van
bijna een eeuw tuinbouw. En overduidelijk zal blijken, dat die niet alleen zeer verrassend is, maar tegelijkertijd ook bijzonder spectaculair.
Zo is de gemiddelde jaaromzet per actieve tuinder in ruim driekwart eeuw ongeveer duizendmaal zo groot geworden. Vanzelfsprekend had en heeft dat alles geweldige consequenties voor de
teelt, afzet, techniek en dus de gehele organisatie. En zeker niet op de laatste plaats vooral ook voor de Beekse tuinders en hun gezinnen.
Een onderlinge vergelijking tussen de tuinbouwgebieden in West Brabant is niet eenvoudig te maken. In het begin van de twintigste eeuw, toen het veilingwezen pas op gang kwam, werd nog
zeer veel particulier en rechtstreeks aan kooplieden of tussenhandelaren voor de industrie verkocht. Tot 1978 was het werkgebied van de BRT opgesplitst in een dertigtal afdelingen.
De onbetwistbare grootste is altijd Princenhage geweest. Daarna kwamen de afdelingen Prinsenbeek, Etten, Zundert en Rijsbergen. Zeven afdelingen konden gerekend worden tot de middengroep,
de rest was klein.
Na 1978 begonnen de fusies, zoals met Oudenbosch, Bergen op Zoom, Drunen en andere. In 1995 waren al veel vroegere afdelingen samengevoegd tot grotere werkgebieden en samen met de
werkgebieden van vroegere zelfstandige veilingen waren dat nog 12 afdelingen. De grootste was en is nog steeds Princenhage met een omzet van 50 miljoen. Daarop volgden Etten-Leur
(38 milj.), Drunen (32 milj.) en Baronie-Zuidoost (30 milj.).
Prinsenbeek zat met ong. 25 miljoen in dezelfde groep als Bergen op Zoom, Oudenbosch en Baronie-Oost. Toch nog altijd een hele sprong in tachtig jaar. Van een gezamenlijke omzet
in 1920 van 250 duizend gulden naar 25 miljoen gulden in 1995. Dat is honderd maal zoveel!
Hoe dal alles is verlopen hopen we kort en zakelijk uit de doeken te doen in dit boekje 'Van Oprichting tot Opheffing van de Tuinbouwvereniging in Prinsenbeek', waarbij het
uitgebreide archief als leidraad geldt. Het verhaal hebben we getracht goed en duidelijk te ondersteunen met illustraties uit elk tijdperk.
Aandacht en visie op de toekomst zijn verwoord door de jonge tuinders: John Klep. Jack van Aert, Kees van Bavel, Ad Roeien en Arie Goos.

Stichting Basis Publika i.o.v. Tuinbouwvereniging Pbeek;  
 

5. Boeknummer: 00135  
Boeren, Burgers en Buitenlui. Verhalen over en rondom de historie van de Etten-Leurse vee- en warenmarkten.
Ondernemingen -- Algemeen           (2013)    [Ad van der Logt, Jos Martens, Frans Passier]
Boeren, Burgers en Buitenlui.

Voorwoord van de wethouder
Als sluitstuk van het jaar waarin de woensdagmarkt van Etten-Leur-centrum tot Beste Markt van Nederland 2011-2012 werd uitverkozen, presenteert de Heemkundekring “Jan uten Houte”
dit bijzonder fraaie naslagwerk over de vee- en warenmarkt van Etten-Leur.
Het boek laat een mooie doorkijk zien van de ontwikkelingen van deze vorm van ambulante handel door de jaren heen en de betekenis ervan voor de Etten-Leurse gemeenschap en de regio.
De woensdagmarkt in Etten-Leur-Centrum en de wijkmarkt op vrijdagochtend in Etten-Leur-Noord leveren een belangrijke bijdrage aan de koopkrachtverwerving voor de detailhandel
en horeca door het synergie-effect en dragen bij aan de culturele integratie en de toegang tot de arbeidsmarkt.
De markten vervullen bovendien in belangrijke male een sociaal-recreatieve functie.
Sprake is van een aantoonbare meerwaarde voor de Etten-Leurse gemeenschap en de regionale aantrekkingskracht.
De marktstandplaatshouders met een diversiteit aan branches en producten in hun kwalitatief hoogstaande verkoopwagens en kramen hebben oog voor kwaliteit en service aan de consumenten.
Daar bovenop wordt door enthousiaste vrijwilligers zorg gedragen voor verhoging van de sfeer en gezelligheid door promotionele activiteiten, die het imago en de
professionaliteit van de markt op een hoger niveau tillen. Ik spreek hierbij de wens uit dat de toekomst van de warenmarkt haalbaar blijft en mogelijkheden
biedt voor dynamiek en innovatie.
Dank aan allen die aan de totstandkoming van dit boek een bijdrage hebben geleverd.
Ik wens een ieder veel leesplezier. En spreek daarbij de wens uit dat het een uitdaging vormt voor iedereen om eens een bezoek te brengen aan de warenmarkten van Etten-Leur en mogelijk
een initiatief op te pakken tot het promoten en uitdragen van de slogan “de markt van alle markten thuis!”.
Jean-Pierre Schouw,
Wethouder Economische Zaken Gemeente Etten-Leur.

Woordje van de marktmeester
Het is voor mij een eer om dit boek bij u aan te bevelen. Als marktmeester van de huidige markten in Etten-Leur heb ik mogen bijdragen aan de verkiezing van onze woensdagmarkt tot
“de beste markt van Nederland”. Dat heb ik natuurlijk niet alleen gedaan, in dit boek kunt u onder meer lezen wat daar allemaal bij komt kijken en wat hiervoor werd en wordt gepresteerd.
Al ruim 400 jaar zijn allerlei mensen en organisaties bezig geweest om de Etten-Leurse markten te maken tot wat ze nu zijn.
U kunt lezen dat dit soms met horten en stoten gepaard ging, maar altijd was het doel de verdere ontwikkeling en professionalisering van de markt. De markt is, naast een plaats waar
koper en verkoper elkaar kunnen ontmoeten, ook een sociaal gebeuren dat bijdraagt aan een grotere bloei van onze gemeente. Daarom is het goed dat iedereen, via dit boek, kennis kan nemen van haar
geschiedenis. Door de mooie historische platen en foto’s wordt dit ook nog eens visueel gemaakt.
Ik wens u veel lees- en kijkplezier toe en hoop u te ontmoeten op een van onze mooie en gezellige markten!
Henk Neven
Marktmeester van de Gemeente Etten-Leur.

Heemkundekring Jan Utenhoute Etten-Leur;  
 

6. Boeknummer: 00142  
Vijftig jaar vergaard en bewaard. Het ontstaan en geschiedenis Streekmuseum Jan uten Houte
Historie -- Etten-Leur           (2014)    [Rene Konings]
Vijftig jaar vergaard en bewaard.

Voorwoord
Geen heden zonder een verleden.
Je kunt pas vooruitkijken als je ook kunt terugkijken.
Een vijftig jarig jubileum is een moment van even stil staan bij hoe het begonnen is en dan de reis vervolgen naar de toekomst: 2064, het honderd jarig bestaan.
In dit boek wordt u een terugblik gegund vanaf 1964 en zelfs nog enkele jaren daarvoor.
Het is goed te lezen hoe het allemaal begonnen is.
U kunt in een chronologische volgorde lezen wat er als hoogtepunten de afgelopen vijftig jaar is gepasseerd. Dan blijkt dat er altijd veel beweging is geweest.
Een jubileum van een vijftig jarig bestaan maakt enthousiast. Je weet wat er allemaal gedaan is en dat spoort aan om aan een nieuwe periode van vijftig jaar te beginnen.
Deze eerste vijftig jaar zijn belangrijk geweest om de volgende vijftig aan te kunnen.
Dit boek kan dienen om terug te kijken naar dat geen dat geweest is, maar het zet ook aan om verder te gaan en in beweging te blijven.
Veel plezier met dit waardevolle boek ter ere van het vijftig jarig jubileum van het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte.
Karst Vaartjes,
voorzitter Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte

Inleiding
In dit boek wordt ingegaan op de vraag wat heemkunde is en hoe de belangstelling voor heemkunde in Brabant ontstond. Er wordt ruim aandacht besteed aan de personen die in
Etten-Leur aan de wieg stonden van de oprichting van een heemkundige werkgroep. Uit deze werkgroep zijn later de Heemkundekring Jan uten Houte en het Heemkundig
Streekmuseum Jan uten Houte ontstaan. Er wordt ook aandacht besteed aan de naamgever van het museum en de kring. De geschiedenis van het Sint Paulushofje waar het museum
is gevestigd komt ook uitvoerig aan de orde. In 2014 bestaat het heemkundig streekmuseum vijftig jaar. In deze uitgave wordt een chronologisch overzicht gegeven van de
belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van het museum. Het boek bevat foto’s van wisseltentoonstellingen die met grote regelmaat in het museum werden gehouden
en van de vele andere activiteiten die in het museum plaatsvonden.
Ik wens u veel leesplezier,
René Konings

Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  
 

7. Boeknummer: 00143  
De eerste steen komt boven. Gevelstenen en geveltekens in Etten Leur
Historie -- Etten-Leur           (2009)    [Rene Konings]
De eerste steen komt boven

Voorwoord
Al sinds geruime tijd ben ik geïnteresseerd in monumentale en andere historische gebouwen. Vooral gevelstenen, geveltekens en bouwkundige versierin-
gen hebben mijn interesse. Na hier enkele boeken over gelezen te hebben besloot ik om mijn opgedane kennis te delen met anderen door er een samen-
vatting van te schrijven. Ook heb ik met het fototoestel in de aanslag een rondwandeling door de oude kernen van Etten-Leur gemaakt. Zo veel als
mogelijk heb ik ook met de eigenaren van de gevelstenen gesproken om meer te weten te komen over de achtergronden van een steen. Je krijgt dan een
goed beeld wat er allemaal nog in Etten-Leur te zien is. Heel veel bijzondere gevelstenen tref je hierbij niet aan omdat Etten-Leur nooit een bijzonder wel-
varende gemeente is geweest. Vooral in de oude handelssteden tref je veel en hele mooie gevelstenen aan. Het boek is een goede gids om wandelend langs
de gevels de gevelstenen te bekijken. Maar ook van uit de luie stoel hoop ik dat het een lezenswaardig geheel is geworden. Het boek heeft niet de preten-
tie om volledig te zijn, maar is vooral een oproep om eens met andere ogen een gevel te bekijken en je niet alleen te beperken tot al het moois dat in de
etalages ten toon is gesteld. Ook als je naar boven kijkt is er vaak veel moois te zien en nog gratis ook. Ik wens u veel lees-, kijk- en speurplezier toe.
René Konings

Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  
 

8. Boeknummer: 00144  
Etten Leur maakt muziek. Deel II Apollo Vlijt en Volharding
Historie -- Etten-Leur           (2019)    [Jac van der Velden, Frans Passier]
Etten Leur maakt muziek

Voorwoord
Hier is hij dan, de tweede uitgave van 'Etten-Leur maakt muziek' .
Als schrijversgroep van Heemkundekring Jan uten Houte hebben we er voor gekozen de bijdragen van verschillende schrijvers te bundelen en in meerdere boeken met dit
onderwerp uit te geven.
In deze uitgave beschrijft Jac van der Velden de Kroniek van de Roomsch-Katholieke Koninklijk Erkende Harmonie 'Apollo' Etten 1871 - 1970 en is “Harmonie Vlijt en
Volharding” Etten 1903 - 1919 uitgewerkt door Frans Passier.
Jac van der Velden heeft met ontzettend veel doorzettingsvermogen en vele fietstochten naar het Regionaal Archief in Oudenbosch, de archieven van Apollo achterhaald
en uitgeplozen. Het verenigingsarchief van Apollo was maar beperkt in het Regionaal Archief aanwezig. Het archief van wijlen Apollo bestuurslid Toine Roels lag gelukkig
nog op zijn zolder en heeft nadrukkelijk bijgedragen aan de inhoud van dit boek. Bij het schrijven van het boekdeel over de harmonie Apollo vond de schrijver Jac van der
Velden in het archief van genoemde harmonie, een schrift met jaarverslagen over de beginjaren van de harmonie “Vlijt en Volharding” te Etten. Alles bij elkaar heeft dit
geresulteerd in historische kronieken van het wel en wee van deze harmonieën.
De drumband en Jeugddrumband Apollo, drumfanfare Again alsmede Bugle en Drumselection Etten-Leur volgen in volgende uitgaven.
In 2017 hebben we deel één van 'Etten-Leur maakt muziek' over Harmonie 'Constantia' en Seniorenorkest 'Pro Musica' uitgegeven.
Een thema wat zeker nog vervolg kan krijgen. Hierdoor kunnen zo de andere muzikale activiteiten die veel betekenen en hebben betekend voor Etten-Leur in de toekomst
aan de orde komen.
Jos Buijs
Voorzitter Schrijverswerkgroep Heemkundekring Jan uten Houte

Inleiding
Muziek
Muziek is zo oud als de mensheid! Al in de vroegste geschiedenis maakten de mensen muziek, vaak op eenvoudige wijze door het trommelen op boomstam-
men, maar later ook door het gebruik van instrumenten. Uit de Middeleeuwen kennen we allemaal de minstreel en de troubadour. Rondtrekkende muzikanten
die tijdens feesten de mensen met hun muziek vermaakten.
Muziek is van alle jaren! Mensen hebben altijd al muziek gemaakt. Bij bepaalde mensen is muziek een onderdeel van de taal. Via muziek kan men communice-
ren. Muziek maakt onderdeel uit van het leven. Het gaat samen met de menselijke emotie en de gemoedstoestand van mensen. Bij hoogtepunten en dieptepun-
ten wordt muziek gemaakt. We denken hierbij aan een trouwerij, een uitvaart, een film of sporten. Daarbij komt nog, dat iedere periode zijn eigen muziekstijl heeft
en dat muziek een taal is zonder grenzen. Muziek kan naast gevoelens ook herinneringen oproepen zoals bij liedjes uit de oude doos. Zeker als er Nederlandstalige
liedjes worden gespeeld en er volop kan worden meegezongen. Dan betekent muziek voor velen ontspanning en een fijne bezigheid, waardoor ze niet gaan kniezen
en beter in hun vel zitten. Muziek stelt mensen in staat om de zorgen van alledag even te doen vergeten en om ontspannen te genieten. Leeftijd speelt dan geen rol.

Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  
 

9. Boeknummer: 00171  
Kapellen in de Baronie van Breda II
Historie -- Breda, algemeen           (1983)    [Dr F.A. Brekelmans, drs C.Th. Lohmann, Hans Luyten]
Beschrijving van de kapellen van Gageldonk, Breda en Molenschot

INLEIDING:
In de Middeleeuwen, toen de parochies uitgestrekt waren en meestal een gehele burgerlijke gemeente omvatten, werden in sommige wijken van de stad en in gehuchten op het platteland
kapellen gesticht, die als religieus centrum voor de omgeving konden functioneren. Door schenkingen van vrome weldoeners werd doorgaans een fonds gevormd, waaruit het gebouw onder-
houden en een dienstdoende priester kon worden gehonoreerd. Volgens het kerkelijk recht werd in de kapel een beneficie gevestigd, dat wil zeggen een blijvend recht op een inkomen
bij het verrichten van bepaalde diensten.
De gelovigen konden in de kapel één of meermalen in de week de mis bijwonen, te biechten gaan, de communie ontvangen of samenkomen voor gebed. Voor sommige verplichtingen zoals
dopen, trouwen, paasbiecht en paascommunie bleven zij echter aan hun parochiekerk gebonden.
Ook in de Baronie van Breda hebben verscheidene kapellen bestaan. De meeste zijn helaas verdwenen, maar enkele hebben de tand des tijds doorstaan.

In Baarle-Nassau stond op het gehucht Nijhoven de kapel van St. Salvator, die voor het eerst in 1400 wordt vermeld. Zij werd helaas in 1926 afgebroken.
De stad Breda bezat vroeger vier kapellen, waarvan er thans nog twee over zijn. Het waren de kapel van de Ridders van St. Jan in de Halstraat (die in 1766 tot Hoofdwacht werd verbouwd),
de St. Antoniuskapel op de Fellenoord, die volgens de geschiedschrijver Th.E. van Goor in 1382 gesticht zou zijn, en de kapellen van St. Wendelinus en St. Joost. De laatste wordt in
dit tweede deel besproken. De Wendelinuskapel vraagt wegens haar omvang, haar geheel eigen historie en de relatie tot het Begijnhof om een aparte studie.
Ook op het grondgebied van de gemeente Etten-Leur hebben zeker vier kapellen gestaan. Het dorp Leur bezat een kapel van de H. Maagd en het H. Kruis, die omstreeks 1450 door de inwoners
gesticht moet zijn. Zij werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1584 door brand vernield. Op dezelfde plaats werd in 1614 door de hervormde gemeente een kerk gebouwd. Deze is sinds 1971
bij de burgerlijke gemeente als trouwzaal in gebruik. Volgens de schout Pieter Nuyts, die tussen 1675 en 1700 een historische beschrijving van Etten vervaardigde, moet zowel op het gehucht
Attelaken als op de Donk langs de weg naar Hoeven een St. Antoniuskapel hebben gestaan. Ook de wijk Bremberg had weleer haar eigen kapel, waarin zich een Mariabeeld bevond.
De herinnering daaraan leefde in de tijd van Nuyts nog voort.
Over de drie nog altijd bestaande kapellen in het oude Ginneken werd in deel I (1980) gepubliceerd. De kapel van de H. Anna te Molenschot (gemeente Gilze en Rijen) volgt in dit tweede
deel. Onder de gemeente Oosterhout had men vroeger op het gehucht Den Hout een kapel die tegelijk met een gasthuis in 1336 werd gesticht. Zij was toegewijd aan St. Antonius en werd in de
Tachtigjarige Oorlog verwoest. Van de kapel in Dorst onder dezelfde gemeente is geen patrocinium bekend, maar zij bezat een beneficie ter ere van de H. Drievuldigheid en de H. Maagd.
Later heeft in Dorst vooral de devotie tot de H. Marcoen ingang gevonden. De kapel werd afgebroken, toen op dezelfde plaats in 1834 een kerk in Waterstaatsstijl werd gebouwd.

In Prinsenbeek (vroeger Beek) stond op de hoek van de Kapelstraat en de Beeksestraat de St. Gertrudiskapel. Zij wordt in 1485 voor het eerst vermeld. Nadat in 1648 het gebruik voor de
Katholieke eredienst was verboden, werd zij tot school ingericht. In 1832 werd zij gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe gemeenteschool. De kapel van de H. Maagd op Gageldonk
(vroeger ook onder Prinsenbeek) wordt in dit tweede deel besproken.
Onder Roosendaal stond eveneens een Maria-kapel en wel op het gehucht Kalfsdonk. Zij wordt in 1495 voor het eerst genoemd en heeft de Tachtigjare Oorlog evenmin overleefd.

Zo blijkt dat van de kapellen die vóór 1600 werden opgericht, er nog zeven in goede staat zijn bewaard gebleven. De overige kapellen werden verwoest dan wel afgebroken of gingen in een
heel ander gebouw op.
Met het verschijnen van dit deeltje zijn dus, afgezien van de Wendelinuskapel, alle kapellen in de Baronie van Breda uit de genoemde periode behandeld. Wij hopen hiermede een bijdrage te
hebben geleverd tot de kunstgeschiedenis en tot de kennis van de volksdevotie en de stoffering van stad en landschap in dit gebied.
Pasen 1983.
De samenstellers.

1) Voor ter plaatse niet bekende lezers is het wellicht nuttig het gebruik van de namen Princenhage, Beek en Prinsenbeek toe te lichten. Tot 1 januari 1942 was Beek een (kerk)
dorp in de gemeente Princenhage. Op genoemde datum werd deze gemeente opgeheven. Het zuidelijk gedeelte werd met Breda verenigd, het grondgebied ten noorden van de
spoorweg Breda - Roosendaal werd een zelfstandige gemeente met de naam Beek N.B. Op 1 januari 1951 werd deze naam veranderd in Prinsenbeek. Op 1 juli 1976 werd
het grondgebied van Prinsenbeek ten oosten van de spoorweg Breda - Lage Zwaluwe bij de gemeente Breda gevoegd.

Uitgeverij Luyten Amstelveen;  
 

10. Boeknummer: 00175  
Ballonhaven Etten Leur. D'Huskes 31
Historie -- Etten-Leur           (2003)    [Bruin Arie de]
Ballonhaven Etten Leur. D'Huskes 31
De redding van de ballonvaart in Nederland en Groot-Britaanië?!

Voorwoord
Het was een geweldig fijne tijd
Ballonhavenmeester G.A.M.B. Metsers; 1969
Een toevallig ontdekt poststuk was de aanleiding. Uitleg van diverse mensen
- met Piet Coppens als eerste — zorgde voor het vervolg. Het boeiende
verhaal over de ballonhaven die in de zestiger jaren van de vorige eeuw
prominent aanwezig was in Etten-Leur, is nu op papier beschikbaar. Deze
korte, maar zeer levendige episode in de Nederlandse luchtvaarthistorie leek
voor de geschiedenisboekjes verloren te zijn gegaan, maar is gered.
Onderzoek in allerlei archieven en gesprekken met betrokkenen leidden tot
een schat aan gegevens. De daarin terug te vinden sfeer van die jaren, de bijna
nog merkbare gaslucht en de niet tastbare stilte van het luchtruim werkten
inspirerend. De feitelijke oorsprong, “het blinken en zinken” en het belang
voor de ballonvaart worden weergegeven aan de hand van interviews,
authentieke correspondentie, krantenverslagen en andere bewaard gebleven
informatie. Uitgelegd wordt waarom de ballonhaven in Etten-Leur kwam en
waarom hij verdween. Het grote belang ervan komt vooral tot uiting in het
verhaal over de Engelse leerling Anthony Smith. Al snel na zijn opleiding -
bestaande uit vaarlessen vanaf de ballonhaven - werd hij wereldwijd beroemd
door zijn ballonavonturen in Afrika en het boek dat hij daarover schreef.
Door zijn enthousiasme en inzet werd in Groot-Brittannië het varen met de
gasbollen nieuw leven ingeblazen.
Veel dank is de schrijver verschuldigd aan hen die goedgekoesterde
herinneringen vertelden of geholpen hebben bij het vinden en beschikbaar
krijgen van bronmateriaal en illustraties. In dit verband moeten zeker
genoemd worden: Sjoukje Atema, Nini Boesman, Willy Coppens-Buijs,
Arjen Klep, G. Lazarom, Ria van den Maagdenberg, Jos Martens, Ria
Metsers, Jacques Nagelkerke, Ries Rommens, Anthony Smith, J. Suykerbuyk
(Jantje Gas), H.P. Verseveldt, Mare Verwiel, Rieni Voermans en Wim van
Westerop.
Het boekje kan helpen heerlijke herinneringen aan die befaamde periode -
die vele lezers en lezeressen bewust hebben meegemaakt — terug te halen. Het
is echter vooral ook geschreven om 'jong en oud' te laten zien, dat achteraf
kan blijken, dat ogenschijnlijk nietige aspecten in onze omgeving toch
belangrijk kunnen zijn. Veel leesplezier.

Heemkundekring Uten Houte;  
 

11. Boeknummer: 00198  
Etten-Leur
Historie -- Brabant, algemeen           (1991)    [Herman Dirven]
Etten-Leur

pag. 5 Etten-Leur, één gemeente, één gemeenschap.
pag. 11 Van de Moederlinde op de Markt naar de Nobelaer.
pag. 29 Met de Turfschipper naar de Leurse Haven.
pag. 43 Het Oude hof en Winkelcentrum en de Bisschop-molenaar
pag. 51 Het Buitengebied van Etten-Leur ’n bonte verscheidenheid.
pag. 65 Werken in Zwartenberg en op de Vosdonk.
pag. 75 Gezellig winkelen en uitgaan in Etten-Leur.
pag. 77 Kunst en Kultuur in Etten-Leur.
pag. 79 Feiten, cijfers en litteratuur van en over Etten-Leur.

Stichting Basis Publika;  
 

12. Boeknummer: 00232  
Moord op de Kadijk
Historie -- Brabant, algemeen           (2013)    [K. Goverde en T.van den Wjngaart]
Moord op de Kadijk

Voorwoord
Geachte Lezers,
mijn naam is Francisca Uijtdewilgen, kleindochter van wijlen Johannes Marinus Uijtdewilgen en Francisca Maria Alberta Jacobs.
De personen in dit bijna 100 jarig goed bewaarde familie drama!

In de jaren '70 was ik op visite bij mijn tante Irma, en in de loop van de avond liet zij zich ontvallen , jaja Suske (zo noemde zij mij) ik ben de
dochter van een 'moordenaar'. Daar nooit iemand iets had verteld, kan je nagaan hoe ik mij op die moment voelde! Die woorden ben ik
nooit meer vergeten , maar toch heb ik er nooit meer kunnen over beginnen omdat er zoals men in de volksmond zegt 'er nooit meer een
goed moment was om er nog eens op in te gaan' wat ik nu héél spijtig vind natuurlijk. Tot ik op een avond in 2011 op de computer bezig was
en bij mezelf dacht, ik ga mijn naam eens intikken op Google, en zien wat dat geeft, en wat kreeg ik daar te zien, juist ja, Moord op de Kadijk
in Etten Leur! Ik ben dat artikel beginnen lezen en groot was men verbazing toen ik de naam van het slachtoffer en zijn vrouw las, dat
waren mijn grootouders! Ik heb dat artikel meteen doorgestuurd aan mijn nicht Anita en neef Peter, en heb natuurlijk ook gereageerd op
het artikel, en zo zijn wij eigenlijk in kontakt gekomen met Kees Goverde. Het toeval wil dat Kees al jaren bezig was met de stamboom
van zijn grootmoeder (een zus van mijn grootmoeder) en er was zelfs nog een derde zus iets wat wij ook nooit hebben geweten! En dan is er
ook nog de heer Ton van den Wijngaart, de gedreven gids , welke ook een hele reeks van opzoekingen gedaan heeft! In juli van 2011 zijn
Anita, Peter en ik dan samen naar Etten Leur gereden en hebben daar Kees en Ton ontmoet, en wat een hoop aan informatie die voor ons
hadden! Maar de belangrijkste vraag is nu, wie is de vader van het vierde kind van Francisca? Tot op heden is daar nog géén antwoord op.
Wie weet in de toekomst? Kan je nagaan beste lezer in wat een verhaal wij zijn terecht gekomen, en de zovele vragen waarop wij
waarschijnlijk nooit een antwoord zullen krijgen, hou ik toch altijd in gedachten dat mijn grootmoeder ondanks alles wat in het verleden is
gebeurd, een goede moeder was voor haar kinderen!
Zelf heb ik mijn grootmoeder nooit gekend, ik was 3 maanden toen zij stierf, maar uit de verhalen van mijn ouders, tantes, nonkels en
schoonkinderen was zij een brave, fiere, vrouw met véél zin voor humor, dat weet ik van de verhalen die mijn vader vroeger vertelde
over zijn moeder!
Zo beste lezer, nu weten jullie hoe een goed bewaard familie geheim, of drama, met één klik op Google dan toch nog ontdekt is, of toch voor
een deel, en of we ooit de hele waarheid zullen ontdekken is maar de vraag want nu, na 95 jaar mag voor sommige mensen nog altijd het
dekseltje niet van het potje gelicht worden! Zo zie je maar hé, is er dan nog een geheim? Dan wens ik jullie nu heel véél leesplezier!!!
Francisca Uijtdewilgen


Inleiding
Hoe toevalligheden en volharding samen kunnen komen is vaak een raadselachtig fenomeen wat kan leiden tot de ontdekking van iets wat
ooit waar gebeurt is. Het zijn wetenswaardigheden die op het pad van iemand komen zonder in eerste instantie te beseffen wat je er mee
kunt en of wilt. Het weten van dergelijke zaken geeft wel een bepaalde drang er 'iets' mee te willen en moeten.
Zo ook bij Kees Goverde, een verwoed hobby genealoog, die al vele jaren bezig was met zijn familiestamboom. Ruim 20 jaar geleden was
hij bezig in een archief in Tilburg en kwam daar per toeval aan de praat met een op dat moment voor hem onbekend persoon. Gebruikelijk is
dan vaak dat je elkaar verteld waar je mee bezig bent. Gaande het gesprek ontdekte Kees dat er kruisverbanden waren waarna beide op
zoek waren. Op enig moment zegt de nog steeds onbekende voor Kees 'jou oma heeft vroege veel meegemaakt en een zware last met zich
moeten dragen'. Een dergelijke opmerking prikkelt natuurlijk de nieuwsgierigheid en vraagt om nadere toelichting. Aan de orde kwam
toen dat een zwager van zijn oma (gehuwd met een zus van haar) ooit vermoord is.
Uiteraard krijgt het familieonderzoek dan een extra dimensie erbij. In de loop van de jaren komt er veel informatie boven water en blijkt de
opmerking van de onbekende in het Tilburgs archief op waarheid te berusten. Ondanks het vele zoekwerk blijven er toch nog veel open
vragen staan en losse eindjes over.
Dan is er een zeker Cor Kerstens. Iemand die erg druk is met diverse zaken die te maken hebben met Heemkunde van Etten-Leur. Hij heeft
op enig moment een oud volksliedje ontdekt wat als titel had 'Moord op de Kadijk'. Deze Kadijk is een voormalige straatnaam in het
noordelijk buitengebied van Etten-Leur. Hij heeft verder onderzocht wat er gebeurt is voorafgaand aan het uitkomen van dat volkslied en
zijn bevindingen gepubliceerd op de website van het Brabant Historisch Informatie Centrum (BHIC).
Tot op dat moment hebben beide zaken (het onderzoek van Kees en de bevindingen van Cor) ogenschijnlijk nog niets met elkaar te maken
terwijl na later zal blijken het toch over hetzelfde gaat.
Dan wil vervolgens begin 2011 het toeval dat een zeker Suzy Uitdewilgen, een in België woonachtige mevrouw, uit nieuwsgierigheid
haar familienaam aan het Goochelen is en op het verhaaltje van Cor stuit. Omdat de combinatie eigen achternaam en moord natuurlijk
belangstelling wekt leest ze het verhaal en ontdekt dat het om haar reeds lang overleden voorouders gaat. Zij was totaal onbekend met
wat haar grootouders overkomen was en reageert op de website op betreffend stuk. Via wat omwegen komt zij hierdoor in contact met
Kees en ontstaat de behoefte om eens af te reizen naar Etten-Leur.
Omdat Etten-Leur bezoeken nog niets zegt over de plaats van de moord bedenkt Kees dat het misschien treffender is om richting de
plaats van het delict te gaan en zoekt hij contact met Ton van den Wijngaart die ooit een boek geschreven heeft over het gebied waar de
vermoorde geboren is en waar de Kadijk in de buurt ligt.
Ook Ton is erg belangstellend en begint al verder te onderzoeken en kan de Belgische nazaten en Kees ontvangen en reeds een en ander tonen.
Verder onderzoek van Kees en Ton levert een schat aan informatie op en zo ontstaat het idee om over het gebeuren een boek(je) te schrijven.
Schrijven over een moord die waar gebeurd is vraagt per definitie uiteraard om zorgvuldigheid. Als het dan ook nog een moord betreft,
gepleegd in 1918, waarvan de kleinkinderen pas in maart 2011 per toeval iets vernamen, dan moet zeker subtiel met informatie omgegaan worden.
Tegelijkertijd bied dit de schrijvers, omdat het gebeuren zolang een familiegeheim geweest is, althans in de tak van directe nazaten, weer
wel de nodige vrijheid omdat vrijwel alleen uit openbaar toegankelijke bronnen geput kan en moet worden. In overleg met de kleinkinderen is
er dan ook voor gekozen om de exacte namen, feiten, gebeurtenissen, etc. te beschrijven.
Veronderstellingen, interpretaties en of eigen conclusies van de schrijvers is zoveel als mogelijk achterwege gelaten. Het heeft dus
meer weg van een reconstructie van het gebeuren.
Om het boek duidelijker, levendiger te maken en tevens als eerbetoon aan de vermoorde is er voor gekozen om originele documenten en foto's op te nemen.
Uiteraard blijven er (helaas) onbeantwoorde vragen over, zelfs na deze reconstructie, die mogelijk nooit te achterhalen zullen zijn.

Eigen uitg. T.v.d.Wijngaart;  
 

13. Boeknummer: 00245  
Hage, Werkgroep Haagse Beemden
Historie -- Haagse Beemden, werkgroep           (1971)    [Dirven, Herman; Leenders, Karel (eindredaktie)]
Hage, Werkgroep Haagse Beemden nr 2. oktober 1971
Geschiedenis van Princenhage en Prinsenbeek

Ter inleiding
Het is met bijzonder veel plezier dat wij U thans het tweede nummer van het boekje-tijdschrift Hage kunnen aanbieden. De vele goede op-en aanmerkingen, en vooral de geweldige
toevloed van intekenaren op Hage, maken het ons volkomen duidelijk dat we in een bepaalde behoefte kunnen voorzien. Wij zijner werkelijk blij om, dat we zovele mensen dit plezier kunnen
doen, en willen hierbij aanstippen, dat het nog steeds mogelijk is om alle delen van het tijdschrift Hage te bestellen.
Als U de eerste nummers in Uw bezit hebt, en U wilt zich verder abonneren, wilt U dan zo vriendelijk zijn het verschuldigde bedrag t.n. v. onze penningmeester over te maken en daarbij
te vermelden welke nummers U nog wenst te ontvangen. De abonnementsprijs is f.7,50 per drie boekjes.
Wij schreven in ons eerste nummer al 'Voor reacties Uwerzijds houden wij ons steeds aanbevolen'. Datzelfde geldt als U nog oude gegevens of oude papieren, foto's of voorwerpen
hebt of weet te liggen, die betrekking hebben op het oude Hage, Het best kunt U in de avonduren dan even telefoneren met Karel Leenders (01600-47868), die er dan op zijn beurt verder
zorg voor zal dragen, dat een en ander geregeld wordt.
Wij hopen dat U van ons tweede nummer weer evenveel, of nog meer, genoegen zult beleven als van het eerste nummer.
WERKGROEP 'HAAGSE BEEMDEN'

Voor een goed begrip
Voor een goed begrip heeft het wellicht zin er nog eens op te wijzen, dat met De Hage altijd het gehele gebied van de oude heerlijkheid De Hage wordt bedoeld. Dat wil dus zeggen het
gehele gebied ten westen van Breda (oude stad), begrensd in het oosten en noorden door de Mark, in het westen door de gemeente Etten-Leur en in het zuiden door Rijsbergen en de
vroegere gemeente Ginneken. De naam Princenhage werd pas vanaf ongeveer 1780 steeds frekwenter gebruikt en werd in 1817 de officiële naam voor de gehele gemeente. In 1927 werd een
gedeelte van deze gemeente Princenhage (vanaf de Mark net iets boven de nu bekende Backer en Ruebbrug over globaal genomen 1 km. breedte tot de Aa of Weerijs en verder langs deze rivier
tot ongeveer het Mastbos) geannexeerd. In 1942 volgde geheel Zuid-Princenhage met de oude dorpskom tot de spoorlijn. Het noordelijk gebied werd toen de nieuwe gemeente Beek, welke
in 1950 haar naam wijzigde in Prinsenbeek. En thans staat de volgende annexatie voor de deur, waarbij het oostelijk gedeelte van Prinsenbeek bij Breda gevoegd zal worden. Prinsenbeek
zal dus in de toekomst met zijn dan ongeveer 1700 ha. (nu nog bijna 3400) nog ongeveer een vierde zijn van de vroegere gemeente Hage, waarvan de rest dus bij Breda is gevoegd.

Wijngaard Ed van den (Breda);  
 

14. Boeknummer: 00314  
De geschiedenis van kasteel 'Hof van den Houte' en zijn bewoners
Monumenten -- Kasteel Hof van den Houte Etten           (2021)    [Drs M.J. Bicknese]
Geschiedenis van het Ettense kasteel Hof van den Houte en zijn bewoners. 500 jaar geschiedenis met veel illustraties


INHOUDSOPGAVE
0.1 Voorwoord 7
0.2 Voorwoord auteur 9
0.3 Ten geleide (Leeswijzer 1) 11
0.4 Het Leenstelsel (Leeswijzer 2) 13
Deel 1. Het hof van den Houte in de Middeleeuwen
1.1 Hoe kwam Etten aan zijn kasteel, aan Hof van den Houte? 15
1.2 De heren van Ten Houte en Etten 19
1.3 De omvang en inkomsten van het hof te Etten in de 14de eeuw 23
1.4 De vererving van het goed ten Houte door de familie Uten Houte zelf 24
1.5 Oom Arnt sterft. Wie volgt? 29
1.6 Verdere opdeling van de eigendommen; de verdelingsakte van 1448 33
1.7 Flendrik Steenwech komt op het toneel; Etten raakt los van de familie Van den Houte 35
1.8 De bezittingen Van den Houten vallen uiteen; Jan Pot bezit het kasteel 38
1.9 Een eerste indruk van het kasteel, het gebouwhuis zelf in de 15de eeuw 43

Deel 2. Het hof van den Houte in de 16de en 17de eeuw
2.1 Twee generaties Van Aerschot-Schoonhoven 45
2.1.1 Hendrik van Schoonhoven 46
2.1.2 Jan van Schoonhoven 49
2.2 Van der Straten; bijna 80 jaar bezitter van kasteel van den Houte 55
2.3 17de eeuw: Hinckaert en d’ Assignies sterven kinderloos 64
2.4 De strijd breekt los 71
2.4.1 Intro 71
2.4.2 De rol van Savernel en van der Schueren 74
2.4.3 De rol van Gageldonk 76
2.4.4 Verloop van de twist 77
2.4.5 Duidelijkheid 85
2.5 Hoe zag het kasteel van den Houte er uit in de 16de en 17de eeuw? 89
2.5.1 Beschrijvingen 89
2.5.2 Reparaties aan brug en Hof van den Houte 1671-1675 92
2.5.3 Afbeeldingen van het kasteel 96
2.6 De laatste adel in Etten: Van den Tympel en de Rubempré 108

Deel 3. Hof van den Houte, de laatste honderd jaar (1717-1816)
3.1 Intro 111
3.2 Adriaen Cornkoper 113
3.3 Cornelis Cornkoper 115
3.4 Cornkoper vindt een vrouw: Frantjoise Tilly 119
3.5 Intermezzo: De familie Tilly 123
3.6 Cornkoper eigenaar van het Hof van den Houte 125
3.7 Cornkopers jaren als getrouwde schout (1717-1732) 127
3.8 Intermezzo: korte genealogie van der Mee en Snels 131
3.9 Wie is de biologische vader van Govert van der Mee? 133
3.10 Hoe verliep het de schout in zijn laatste vijftien jaar? 137
3.11 De laatste jaren van Cornelis Cornkoper 139
3.12 Elisabeth Snels erft Hof van den Houte en trouwt 142
3.13 Govert van der Mee laatste kasteelheer 148
3.14 De sloop 154
3.15 De nalatenschap van Govert van der Mee 160
3.16 Hoe zag het kasteel er op het laatst uit? 163

Deel 4 Afsluiting
4.1 Wat is er over van het kasteel? 177
4.2 Archeologisch onderzoek 179
4.3 Samenvatting 184
Nawoord 188
Bijlagen 189
Belangrijkste literatuur 215
Afkortingen 216

Voorwoord
Op 11 mei 1947 werd de Heemkundige Werkkring Jan uten Houte opgericht. De eerste initiatieven daartoe werden al in het begin van 1941 ondernomen maar door de bezetting werd in
september van dat jaar de in het najaar van 1940 opgerichte Bond van Heemkundige Studiekringen verboden. Daardoor konden de Etten-Leurse activiteiten niet openlijk beoefend worden.
Jan uten Houte was in 1947 de vijfde heemkundekring in de provincie en de eerste in West-Brabant.
In 2022 wordt dus het 75-jarig bestaan van de inmiddels vereniging ‘Heemkundekring Jan uten Houte’ bereikt, een albast jubileum, soms ook kroonjuweel genoemd. Welgemeende felicitaties
zijn dus zeker op zijn plaats.
Rond een jubileum worden allerlei festiviteiten georganiseerd, maar de sinds maart 2020 heersende coronapandemie maakte het voor de vereniging onmogelijk activiteiten voor te bereiden
omdat lang (en nu nog) onduidelijk is of deze rond de jubileumdatum doorgang kunnen vinden.
Om in aanloop naar het jubileum de leden van vereniging toch enigszins bij deze heuglijke gebeurtenis te betrekken heeft het bestuur in de loop van 2020 besloten een nieuwe loot aan de
boom van de serie Bijdragen tot de geschiedenis van Etten-Leur toe te voegen.

Sinds een aantal jaren doet Maarten Bicknese onderzoek naar het kasteel te Etten, ook wel aangeduid met Hof van den Houte of kasteel Uten Houte, en haar eigenaren en bewoners. Het doel
was om, zoals hij in 2019 in kwartaalblad Heem-EL schreef, te komen tot een boek met alle bijzondere details. In het verleden zijn over het kasteel, de eigenaren en bewoners al enkele kleinere
publicaties verschenen, maar zijn onderzoek had zoveel nieuwe en onbekende informatie opgeleverd dat een nieuwe publicatie over het onderwerp gerechtvaardigd was. In de eerste jaargang
van het kwartaalblad lichtte Bicknese door middel van korte stukjes alvast wat tipjes op over het toen nog erg schemerige verhaal over het kasteel.
Het resultaat van het onderzoek ligt nu voor u: De geschiedenis van kasteel “Hof van den Houte” en zijn bewoners. Een kloek (naslag)werk van bijna 200 pagina's tekst en vele afbeeldingen en
kaders, aangevuld met dertig pagina's bijlagen waarin de belangrijkste documenten zijn weergegeven.
Een uitgebreid notenapparaat verantwoordt de inhoud en geeft een duidelijke indruk van de weg door archieven en publicaties die Maarten Bicknese heeft afgelegd om tot dit resultaat te komen.
In drie chronologisch geplaatste hoofdstukken en een Afsluiting neemt de auteur de lezer mee op een tocht gedurende meer dan 500 jaar wel en als kantelen en een overkapping van de oor-
spronkelijk hoofdingang die de indruk van een ophaalbrug moet wekken. Terecht vraagt Maarten Bicknese zich af of daardoor bij bezoekers de gedachte zal opkomen dat hier ooit een kasteel
gestaan heeft. Enkel straatnamen als Hof van den Houte, maar ook Bijvang, Bogaard, Burchtplein, Ridderstraat, Slotlaan en Voorvang moeten de gedachte aan wat hier ooit was levend houden.
Een bijzonder stukje Etten(-Leur) wordt in dit boek gepresenteerd. Met het resultaat wil ik zowel de auteur als de heemkundekring van harte feliciteren en u, lezer, wens ik veel plezier bij het
lezen of bladeren door dit boek. Wellicht dat u bij een volgend bezoek aan het winkelcentrum nog eens terugdenkt aan het gebouw en de bewoners van het Hof van den Houte.
Juni 2021
M.A.M. Voermans
oud-medewerker West-Brabants Archief

Voorwoord auteur
Sinds ik in Etten-Leur woon, en dat is nu al weer 45 jaar, ben ik in de historie, het landschap, de dorpsontwikkeling en de inwoners van mijn woonplaats geïnteresseerd. Als leraar probeerde
ik namen van mijn leerlingen mede te onthouden door de familierelaties of hun woonomgeving in te prenten. Na verloop van tijd werden namen als de Hilsebaan, Attelaken, Luijkx, Coremans,
Heeren en andere vertrouwd voor mij. Door mijn stamboomhobby ontdekte ik bovendien dat ik ook in Etten voorouders heb. Ik begon me er al gauw thuis te voelen.
Maar ook viel het me na een aantal jaren op dat, als ik iets over de oude Etten-Leurse historie las, dat dit steeds dezelfde verhalen waren. Ik miste nieuwe aanvulling. Soms werd dit gepresenteerd
als een eigen verhaal, terwijl het dus al keer op keer was verteld. Nou geeft dat op zich niets, ware het niet dat er ook wel eens fouten in stonden, die dan argeloos (begrijpelijk) of klakkeloos
(minder begrijpelijk) werden overgenomen. Ik wil al deze publicaties absoluut niet negatief beoordelen, integendeel ze zijn voor mij een enorme stimulans geweest en het fundament voor mijn onderzoek.

Op de plaats van het huidige winkelhart van Etten-Leur stond het Hof van den Houte en dit kasteel vormt de rode draad door dit boek. Het zojuist geschetste probleem geldt namelijk zeker
ook voor dit kasteel.
Het kasteel zal er vanaf de 14de eeuw tot begin 19de eeuw, dus zo'n 500 jaar hebben gestaan. Er is echter maar heel, heel weinig concreets over bekend.
Het enige verschenen boekje van de Heemkundekring door Toon Buckens over dit kasteel geeft een aardig goed beeld van de historie van het kasteel, maar er zijn toch wel aanvullingen en nieuwe
inzichten bij te geven.
Het zojuist genoemde boekje en Het Centrumplan van Etten-Leur waren een voorbeeld en belangrijke leidraad voor mijn onderzoek.
Ik richtte me bij het onderzoek behalve op het kasteel zelf ook op familie- en andere relaties tussen de personen en kwam daarbij tot soms verrassende ontdekkingen.
Mijn overweging daarbij was dat het vreemd zou zijn als wel de utenHoutes vanaf 1300 tot 1450 uitvoerig besproken zouden worden als stichters van het kasteel, en dat vervolgens vier eeuwen
kasteelbezit door andere families in een paar bladzijden zouden worden afgehandeld. Wie waren die opvolgende bezitters en bewoners? En welke rol speelden zij in Etten? Welk belang hadden
zij bij het bezit?

Gevolg is wel dat ik af en toe flinke uitstappen moest maken, die op zich weinig met het gebouw Hof van den Houte te maken hebben, maar dus wel met zijn bewoners of met de plaats waar
het beschrevene zich afspeelde. Zeer uitvoerig weid ik uit over Cornelis Cornkoper, die 40 jaar eigenaar en bewoner was. Wat was hij voor een persoon, in de publicaties vaak afgeschilderd als
een autoritair en “grimmig” man. Klopt dat beeld wel? Hij was de eerste niet-adellijke eigenaar, en het verhaal wordt nog merkwaardiger als we zien hoe het kasteel na hem overgaat in de handen van
de dienstmeid die als weesmeisje op het kasteel kwam werken.
Ik ben me ervan bewust dat deze hoofdstukken feitelijk niet over het kasteel gaan. Maar door deze families in het kasteelonderzoek te betrekken ontstaat er ook een beschrijving van het
tijdsbeeld van de Vrijheid Etten, Leur en Sprundel gedurende de 18de eeuw en begin 19de eeuw, de laatste 100 jaar van het kasteelbestaan.
Eindelijk ligt dan nu het resultaat van de verwerking van alle verzamelde gegevens voor me, voor u, lezer, en ik hoop dat u er veel plezier van gaat beleven. Maar ook gemak, want zoals gezegd,
veel lees je over de historie in kortere of langere artikelen en dit boek probeert een leesbare verzameling en samenvatting over het kasteel te zijn, zodat er naar ik hoop voor veel geïnteresseerden
een naslagwerk ligt over het kasteel en zijn bewoners.
Met dit boek heb ik dan ook een tweede doel. Ik hoop hiermee nog meer mensen geïnteresseerd te krijgen voor de historie die verder terug gaat dan grootmoeders tijd.
En een derde doel is om de onderzoekende lezers zover te krijgen dat zij dit boek gaan aanvullen en corrigeren. Want ongetwijfeld heb ook ik fouten gemaakt met lezen van het soms lastige oude
schrift, of met de uitleg van een akte. En eerlijk is eerlijk, ook ik heb wel heel veel, maar niet alle bronnen nagetrokken. Niet alle zegels van uten Houte heb ik gecontroleerd evenmin als élke bron
in de gepubliceerde teksten van gerenommeerde onderzoekers zoals Boeren. Ook tikfouten door mij kunnen heel storend zijn vooral bij namen of jaartallen.
En er blijven bovendien genoeg vragen over. Lang niet alle mogelijke bronnen zijn nagelezen, zodat er zeker nog het een en ander te ontdekken blijft.
Ik heb dan ook regelmatig een stukje discussie uitgeschreven, en vraagtekens gezet. Het scheppen van een beeld van hoe het kasteel eruitzag en waar precies het lag vond ik het moeilijkste van
dit onderzoek. Ik verwacht dan ook juist hierop veel reacties, wat hopelijk dit troebele beeld zal verhelderen. Ik zou iedereen willen aanmoedigen om in de oude documenten te duiken en de moei-
te te nemen om het oude schrift onder de knie te krijgen, dat is met wat oefening echt wel te doen.
Er gaat een wereld voor je open. En dan valt er nog heel veel te ontdekken over onze geschiedenis.
Ik houd me zeer aanbevolen voor elke opmerking aanvulling of verbetering en ik hoop dan ook dat er een tweede druk gaat komen.
Maar op de eerste plaats hoop ik u met dit boek een naslagwerk en vooral ook leesplezier te geven.
Het is ondoenlijk om iedereen te noemen die me geholpen en gestimuleerd heeft om door te gaan.
Maar wel wil ik absoluut Cor Aertssens noemen die me heeft uitgedaagd om dit onderzoek en het boek te starten. Hij gaf me al zijn aantekeningen als startpunt en heeft me kritisch leren kijken
naar teksten over historie.
Mensen uit de heemkundekring, archiefmedewerkers, vrienden en bekenden gaven me feedback of zelfs concrete gegevens die ze welwillend met me deelden. En ook mijn lieve Dieneke heeft
menig onderdeel van dit boek kritisch gelezen en met me besproken. Zonder al die hulp was dit boek niet verschenen. Dank jullie wel allemaal.
Tenslotte ben ik ook erg blij, trots en dankbaar met het feit dat het bestuur van de Heemkundekring Jan utenHoute mijn boek als jubileumuitgave wil laten verschijnen, zodat het wijd verspreid
wordt. Ik wens de vereniging nog vele jaren toe in onze boeiende gemeente.
Maarten Bicknese
mjbicknese26@gmail.com


Heemkundekring Jan uten Houte te Etten Leur;  
 

15. Boeknummer: 00340  
Zei-spreuken. Deel 4
Historie -- Etten-Leur           (1980)    [D. de Beul]
Verzameling van 'Zei-spreuken'. Met pentekeningen van Gilberte Braet

VOORWOORD
Dit vierde boek met opnieuw +- duizend zei-spreuken is eigenlijk de verzameling van mensen die naar de vele kunst en hobbytentoonstellingen kwamen, waar ik de drie reeds ver-
schenen boekjes voorstelde. Spontaan vertelde de mensen mij zei-spreuken of visten ze deze gewoon op uit hun geheugen.De belangstelling was en is nog zeer groot te noemen voorde spreuk
en in het bijzonder dan de zei-spreuk. Waarschijnlijk omdat deze speciale spreuk van het volk zelf komt in een spontane opwelling. Wie zei daar ook weer dat:

'DE TAAL IS EEN PORTRET VAN HET VOLK'
of
'DE TAAL IS EEN AFDRUK VAN EEN VOLK ZIJN HART EN ZIJN GEEST'

Reeds meer dan twintig jaar verzamel ik spreuken, weer spreuken-levenswijsheid bevattende en uiteraard mijn specialiteit de zei-spreuk.
Het doet mij vanzelfsprekend genoegen dat ik niet alleen sta in deze strijd tegen de zei-spreuk, want je kunt het werkelijk een strijd noemen. Ze duiken op vanuit een hoek waar je ze niet
verwacht. Je moet voortdurend op je hoede zijn.
Het is één strijd waarvan ik weet dat hij nooit zal gewonnen worden, omdat er duizenden in omloop zijn en er iedere dag weer opnieuw geboren worden.
Deze vezammeling is reeds uitgegroeid tot ver over de 4000 ex.en dit alleen voor de zei-spreuken. Ook mijn echtgenote Gilberte Braet, die de pentekeningen maakte, heeft ook een levendige
belangstelling. Het is trouwens goed te zien in haar prachtige illustratie’s waar spot en humor de bovenhand krijgen zoals in een zei-spreuk. In deze inleiding wil ik het ook heb-
ben, zoals in de vorige boeken, over de geboorte van een zei-spreuk .
In mijn geboortestad Gent waar ik mijn boekjes voorstelde op de jaarlijkse hobbytentoonstelling in de Donkersteeg (een van de gezelligste straatjes van Gent) en dit tijdens de
Gentse fiesten ( Er wordt 10 dagen gefeest) is er een spreuk onstaan met betrekking op deze festiviteiten. De laatste dag wordt namelijk de dag van de lege portemonees genoemd en toen
er een man aan mijn stand een boek wilde kopen en zijn laatste geld eraan hing, was het maar een klein kunstje om deze spreuk uit de mouw geschud te krijgen .-Luister maar:

'T EN STEEKT VANDOGE TOCH OP GIENE FRANK ZULLE MENNE JONGEN, ZEI DE STROP, WANT T'ES MORGEN TOCH DEN DAG VAN DE LEGE PORTEMONEES'.

Het mocht dus op zondag allemaal opgedaan worden, want op maandag was het toch de dag vande lege portemonees.
Er werden uiteraard ook veel zei-spreuken uit Nederland opgenomen, waar ik het kon heb ik ze in het dialekt gezet en er is een reeks voor zien voor de Provincie Limburg (Nederland) en
twee Belgische provincies namelijk uit Gent Oost Vlaanderen en West Vlaanderen. U vindt ze achteraan in dit boek. Ook in Engeland bestaan zei-spreuken onder de
benaming van Wellerismen naar Sam Weller uit de pickwick reeks . In Duitsland is het Appologische spruchworten. Deze benaming zou in Duitsland voor het eerst gebruikt zijn door J.F.
Schutse in 1800 in een artikel.
F. Seiler noemt ze sagwort en in Zweden is het Ordstav; In Zwitserland: Erzahlende spruchworten of vertellende spreekwoorden, wat zeker een goede benaming is.
Anna Follie, (Nederland) noemt ze gewoon rariteiten en dit reeds in 1706.
Guido Gezelle noemt ze: luimige gezegden uit het volk ontsproten. Terwijl Jacob Cats de grote Nederlandse hekeldichter ze een invallende gedachte op een voorvallende gelegenheid noemde.
Zoals je ziet zijn er vele benamingen, maar ik hou het liever bij de zei-spreuk, omdat deze benaming het best overkomt hier in Vlaanderen en Nederland.
Soms bestaat een zei-spreuk wel eens uit twee delen in plaats van de traditionele drie delen en een voorbeeld zal dit duidelijk maken:

'T IS GENEPEN, ZEI DE BAAS MET STREKEN, EN HIJ WAS OP DE FLES GEGAAN, (drie delen) (De Beul D.)

SPREEK JE NIET, ZO HEB JE NIET, ZEI DE BEDIENDE.

(Twee delen. Deze voorbeelden komen uit mijn nieuw 'boek over bazen en knechten). Deze tweedelige zei-spreuken zijn echter zeer zeldzaam. Hier verder op ingaan zou mij echter in
herhaling doen vallen omdat het reeds werd uitgelegd in de drie reeds verschenen boekjes. Verder veel lach, lees en denkgenot en tot het volgende boekje.

De de Beul; in eigen beheer;  
 

16. Boeknummer: 00414  
De Noord-Brabantse geschiedenis in meer dan 100 verhalen
Historie -- Brabant, algemeen           (2006)    [J. Baartmans, J. van Oudheusden, R. Wols]
De Noord-Brabantse geschiedenis in meer dan 100 verhalen

Inhoud
Dankwoord 13
Inleiding 14
1. Schotse prinses ontvlucht haar vader en vestigt zich in Texandrië
Het leven van Sint Oda (ca. 700) 19

2. De kracht van relieken
De H. Landericus stelt zijn eigendommen zeker in Velp (1014-1071) 20

3. Een vlakte vol met roversholen
Een beschrijving van de Kempen (ca. 1050) 22

4. De overtuigingskracht van zilver
Getouwtrek om de kerk van Aalburg (1108) 23

5. Hoogmoedig edelman gaat kalveren hoeden
De stichting van een klooster bij Heusden (1134) 24

6. Een waar paradijs
Het bos van de hertog (1183) 27

7. Wraak van afgunstige buren
Heusdenaren verwoesten de nieuwe stad ’s-Hertogenbosch (ca. 1193) 29

8. Edele Brabant, were di!
Hertog Jan I van Brabant zegeviert in de slag bij Woeringen (1288) 30

9. Verlost van een groot waaien in mijn hoofd
Een wonderbaarlijke genezing op voorspraak van Maria (1382) 34

10. Laveren tussen winst en verlies
Piraterij bedreigt de Bergse handel overzee (1484) 36

11. Alles voor mijn arme ziel
Het testament van Maria van Loon (1497) 38

12. Jezus van Nazareth, ik wil geen man!
Keizer Maximiliaan ontmoet zijn bastaarddochter in ’s Hertogenbosch (1505) 41

13. Hij is een van ons
Toekomstig kardinaal behartigt familie- en geldzaken vanuit Rome (1313-1319) 43

14- Met een molenkar als sleutel
Woedende menigte plundert Bossche kloosters (1525) 48

15- Ik word ’s nachts zo deerlijk gepijnigd
Mystica uit Oisterwijk voelt Christus’ wonden aan den lijve (1531-1547) 50

16. Ruiters hebben hun tenten al opgeslagen in Vierlingsbeek
Oorlog dreigt in het Land van Cuijk (1542)

17. Genegenheid en een krachtig kanonsalvo
De steden van Brabant huldigen Filips II in als hun toekomstige hertog (1549) 54

18. Ik ben misleid!
Een wederdoopster keert terug van haar dwalingen (1563) 58

19. Zoals de wolf waakt over de schapen
Een kloosterzuster beleeft de Beeldenstorm (1566) 60

20. Appels halen bij de fraters!
Onderzoekscommissie buigt zich over Beeldenstorm (1567) 64

21. Een zaterdag laat kwam de vijand aan
Lied op de belegering van Eindhoven (1583) 66

22. Ik sta niet bekend als een lafaard
De slag van Lekkerbeetje (1600) 70

23. De nood is hoog en de tijd dringt
Het beleg van Breda (1625) 73

24. Een van de grootste werken in dienst van de Staten
Engelse soldaten graven zich een weg naar Breda (1637) 76

25. Geuzenhond! Weerwolf!
Dorpelingen van Eersel molesteren de gereformeerde schoolmeester (1649) 79

26. De graaf heeft ons heerlijk verwend!
Kerkelijke bedelaars genieten in Geertruidenberg (1657)

27. De vader verscheen op zijn paard voor het raam
Doop met hindernissen in Den Hill (1682) 8 3

28. Niets dan narigheid en verdriet
Dijkdoorbraak in het Land van Heusden (1741) 86

29. Verregaande brutaliteiten van het pausdom
Protestantse bekeerling door zijn vader mishandeld (1743) 89

30. Lieve God, wat zijn wij diep gezonken!
Groeiende vertwijfeling in het belegerde Bergen op Zoom (1747) 93

31. Om mijn broer van de Turk te bevrijden
Een Italiaanse bedrieger betrapt in Boxtel (1749) 97

32. Een uitblinker op Romeinse wijze gehuldigd
De Latijnse School in 's-Hertogenbosch (ca. 1760) 101

33- Stukken ijs van een, twee vuist groot
Tiendcommissie uit Den Haag beleeft storm in Rosmalen (1767) 104

34. Gedreven door haat en nijd
Vervolging van joden in Grave en Boxmeer (1774) l08

35. De maag steeds een duimbreed onder geestrijk vocht
Stadsdokter beschrijft de Bosschenaren (1783) 10g

36. ‘Je vous corrige’
Op de Franse kostschool in Boxmeer (1785) 112

37. Naar de bliksem met de Kezen!
Oranjegeweld van Pruisen en boeren tegen de patriotten in Heusden (1787) 115

38. U bent een vijand van waarheid en godsvrucht!
Een kerkelijke ruzie in Fijnaart (1792) 119

39. Ik ben op een vreselijke manier om de tuin geleid
Franse generaal razend op Bataven van Breda en Geertruidenberg (1793) 122

40. Zeven kleine stappen groot
Het hoofdkwartier van generaal Daendels in Sint-Oedenrode (1795) 124

41. Aan de vooravond van de Vrijheid
Pieter Vreede spreekt de representanten van Bataafs Brabant toe (1795) 127

42. Hier hebben de geesten en spoken vrij spel
Tegen achterlijkheid en bijgeloof in de Meierij (1798-1799) 129

43- De wet wordt hier gewoon uitgevoerd
Oproer over de loting voor de burgerbewapening (1799) 131

44- Als jij bliksemt, dan bliksem ik terug
In het verbeterhuis te ’s Hertogenbosch (1800) x33

45- Mevrouw, ik kom u veel last bezorgen
Koning Lodewijk Napoleon logeert op het kasteel van Croy (1809) 139

46. Trouw aan Rome duur betaald
Bossche kapelaan gevangen gezet in Parijs (1810-1811) 141

47- Trommelwater overspoelde haar dierbare hart
De dood van een kraamvrouw (1812) 143

48. Polen is een aardig land
Vanuit Sint-Hubert met Napoleon op weg naar Moskou (1812) 145

49- Paarden in kamers en keukens
Kozakken in Tilburg (1813) 148

50. Bijna verstikt door enthousiaste menigte
Prins Willem maakt Oss alsnog Oranjegezind (1814) 150

51. Een order om gepaste vreugde te bevorderen
Het vertrek van de Franse troepen uit Grave (1814) 152

5 2. Oordeel zelf wie hier kwaadgezind is
Katholieken voelen zich achtergesteld in het openbaar bestuur (1819) 155

53. Leve de koning! Leve de prins! Voorwaarts!
Voorbereidingen voor de Tiendaagse Veldtocht (1831) 157

54. Onze grootmajoor is een koekenbakker
Een Amsterdammer als soldaat in Brabant (1832) 161

55. Onder de wilden te leven en te sterven
Een Tilburgse missionaris in Amerika (1839) 163

56. Het vloeibaar afval stroomt de koestal en de woning uit
Een boerenwoning in de Kempen (1840) 166

57. Wij behoren tot de oude slaapmutsen
Bestuurlijke angst voor het revolutiespook (1848-1849) 168

58. De marechaussees durfden zich niet te vertonen
Oproer onder de wevers in Gemert (1849) 172

59. Wij schoten dat het een plezier was om te zien
Oudenbossche zouaaf vecht bij Monterotondo (1867) 175

60. Wat een architect al niet moet doen om bij zijn werk te komen
Pierre Cuypers op weg naar Veghel (1869) 178

61. Ik zou niet willen dat iedereen ’t zomaar mooi vond
Vincent van Gogh over het maken van De aardappeleters (1885) 179

62. Ik ben blij dat ik de vraag gesteld heb
Arbeidsomstandigheden in de Tilburgse textielindustrie (1887) 183

63. Verliefd op de stilte, en nu dat walgelijke, misselijke gedreun
Kermis in ’s-Hertogenbosch (1888) 186

64- Nog geen kop koffie met een broodje
De Commissaris op werkbezoek in Gilze-Rijen en Eindhoven (1896-1900) 189

65. Er was veel onbegrijpelijks
Jeugdherinneringen aan Nieuw-Vossemeer (1900) 194

66- Maar gevlogen heeft-ie!
Het eerste echte vliegtuig in Nederland stijgt op in Etten-Leur (1909) 196

67- De heiligheid van een vroom priesterschap
Een dorpspastoor uit de Kempen (ca. 1910) 201

68. Ik ben zo triest van de gazet
Belgische vluchtelingen in Bergen op Zoom (1914) 204

69- Maar jongen, wat is dat nu!
Brieven van een vader aan zijn zoon in het klooster (1914-1925) 207

70. Hebt u daar een NOT-verklaring van?
Smokkel in Helmond tijdens de Eerste Wereldoorlog (1917) 212

71- Als u fraters te veel hebt, stuurt u ze maar naar Suriname
Ruzies met pastoors over school en melkfabriek (ca. 1920) 216

72- Geheimzinnige muziek als een stijgende zingende leeuwerik
Zigeuners in Oosterhout (ca. 1920) 220

73- Onze lampen branden, maar de levensduur is bedroevend
Philips ontwikkelt de natriumlamp (1931) 222

74- Een ellenlange verlovingstijd in Bergen op Zoom
(Niet) trouwen in de crisisjaren (1933-1934) 225
75- Zoa’n schoan valparta emme-kiek in lange nie gezien!
De Ronde van Roosendaal (1935) 229

76. We komen er net neven
Hoogwater op de Maas bij Grave (1937) 232

77- Zie datje ze te pakken krijgt. Dóód ze!
Strijdlust in de Peel tijdens Duitse inval (1940) 235

78- Niet te genieten en zelfs schadelijk voor de gezondheid
Sigaren voor de bezetter (1941) 237

79- Ik kan hier niet aan meewerken
Beel biedt NSB-burgemeester in Eindhoven ontslag aan (1942) 238

8o. Er is niemand die je zeggen kan hoe je de proef doorstaan zal
Executie van gijzelaars in Haaren (1942) 239

81. Wat hier op ’t ogenblik gebeurt is niet te beschrijven
Het kindertransport uit Vught (1943) 242

82. Een fataal Wilhelmus
Tragiek bij de bevrijding van Steenbergen (1944) 245

83. We hadden ons de eerste Tommies anders verwacht
Oorlogsgeweld bij de bevrijding van Drunen (1944) 248

84. Het moeilijkst is als de celdeur voor het eerst achter je dichtslaat
Verzet, gevangenschap en bevrijding (1942-1945) 251

85. Ze worden opgepakt, mijn goede Brabanders
Machtsstrijd na de bevrijding van het Zuiden (i944) 253

86. Hier worden anarchisten en communisten gekweekt
Mensonwaardige toestanden in het Land van Heusden en Altena (1946)

87. Ik kan er nog steeds gruwelijk kwaad over worden!
Een Vughtenaar vecht in Nederlands-Indië (1947-1948) 260

88. Hoe de hemel in het geweer kwam tegen Eva’s blote borst
Zedelijkheid en kunst in botsing (ca. 1949) 263

89. Leven in een woonoord
De Lunetten in Vught (1951) 267

90. Grijp een boom! Grijp een boom!
De watersnoodramp in West-Brabant (1953) 271

91. Mag een PvdA-er zich nog wel katholiek noemen?
Een Brabants politicus besproken (1953) 273

92. Jonkerr... klootzak!!
Cadet op de KMA in Breda (1955) 279

93. Alles viel mee, behalve de zijnaden
Corry Brokken wint het Eurovisie Songfestival (1957) 282

94. Ik heb er vijf keer naast gespoten
Leertijd in de zielzorg te Veldhoven (1962-1970) 285

95. Overvloedig aanbod van ontalent met grote mond
De houdbaarheid van maatschappelijke veranderingen (1968) 288

96. Ik rem nooit
Een felle renner uit Sint- Willebrord (1968) 290

97- Niet langer beveiligd door de wetten van de kerk
Veranderingen in het katholieke gezinsleven (ca. 1970) 293

98. Vertrokken via het kerkhof
Hoogoplopende emoties rond een kerksluiting in Eindhoven (1974) 297

99- Wat moet ik hier zonder jullie?
Een Turks gezin vindt een nieuwe toekomst in Gilze-Rijen (1975) 301

100. Een moeilijk te volgen beslissing
Protest tegen bedrijfssluiting Jansen de Wit in Schijndel (1977) 301

101. Ja, zo doen wij dat
De moord op een gedeputeerde in Made (1982) 304

102. Doopceel in de vorm van ’n 100jarige Eik
Leon Adriaans, kunstenaar (1987) 306

103- Weg met de kleintjes!
Gemeentelijke herindeling in Noord-Brabant (1993) 3o8

104. Het zijn nog steeds mijn eigen koeien niet
Hartzeer om varkenspest en MKZ in Zeeland en Berghem (1997 en 2001) 312

105. De mens die mij bijblijft, is de mens uit Eindhoven
Het levenseinde van Frits Philips (2005) 315

Bronnen 323


Dankwoord
Het samenstellen van dit boek was niet mogelijk geweest zonder de inbreng van velen uit het Noord-Brabantse erfgoedveld. Onze dank gaat
uit naar de professionele hulp die we gekregen hebben van de medewerkers van een groot aantal Noord-Brabantse archiefdiensten: het Brabants
Historisch Informatie Centrum, Gemeentearchief Gemert-Bakel, Gemeentearchief Roosendaal, Gemeentearchief Rucphen, Historisch Centrum
Het Markiezenhof, Regionaal Archief Tilburg, Regionaal Archief West-Brabant, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Stadsarchief
’s-Hertogenbosch, Streekarchief Land van Heusden en Altena; en van andere cultuurhistorische instellingen zoals stichting Brabantse Regionale
Geschiedbeoefening / Brabantse Museumstichting, het Zouavenmuseum Oudenbosch, het Nationaal Monument Kamp Vught en de Universiteit
van Tilburg, Brabant Collectie.
Daarnaast hebben we de onschatbare hulp mogen ontvangen, voor zover zij niet al in de bronvermelding genoemd zijn, van: Jacques Baartmans,
Henk Beijers, Arnoud-Jan Bijsterveld, Hans van den Eeden, Hatice Engin, Lambèrt Giebels, Cock Gorisse, Jan Hagen, Wim Halferkamps,
Marcel van der Heijden, Frank Houben, Ad van Kempen, Wies van Leeuwen, Ron Lodewijks, Piet Peters, Max Steenberghe, Jacques Steenbrink
en Tineke Wilzing-Bosman.

Inleiding
Meer dan honderd egodocumenten uit de geschiedenis van Brabant, geven die dé geschiedenis van Brabant in meer dan honderd ver-
halen? Dat zal niemand verwachten. De keuze van andere verhalen zou een andere geschiedenis van Brabant opleveren.
We hebben een selectie gemaakt die allereerst afhankelijk was van de beschikbaarheid van teksten. We zijn daarin streng en rechtvaardig
geweest. Zo heeft Caesar exact beschreven hoe kunstig en ondoordringbaar Maasheggen werden gevlochten van oudsher. Precies zoals ze nu
nog gevlochten worden aan de oostgrens van onze provincie. Maar toen we uit de context moesten concluderen dat hij ze duidelijk ten zuiden
van Brabant gezien heeft, begon ons boek helaas opeens eeuwen later. De kroniekschrijvers die we in een paar gevallen gebruikt hebben, waren er
niet zelfbij toen ‘het’ gebeurde, maar ze beroepen zich op zulke oude, verloren gegane bronnen, dat we hun getuigenissen als die van tijdgeno-
ten hebben willen zien. De keuze werd uiteindelijk bepaald door onze gezamenlijke opvatting over wat we beoogden met het boek.
Voor wie wilden we het samenstellen? Voor iedereen die graag interessante, waar gebeurde verhalen leest die zich hebben afgespeeld in
de provincie Noord-Brabant. Of ware verhalen die op een andere manier met de provincie verbonden zijn. Het zijn documenten die te maken
hebben met belangrijke momenten uit de lange geschiedenis van Brabant, of waarin een individuele belevenis op een mooie, verrassende of
ontroerende manier verwoord is. Soms valt dat samen en dan kan zo’n document, juist vanwege de individuele invalshoek, een andere kijk ge-
ven op iets wat algemeen bekend is. We hebben voor beide categorieën gezocht naar teksten waarin iemand aan het woord is die hoofd en hart
aanspreekt.
Feit is, dat belangrijke gebeurtenissen vaak het karakter hebben van een gevecht om de macht. Dat thema is dus als vanzelfsprekend duidelijk
aanwezig in alle eeuwen.
Op een aantal momenten in de geschiedenis is de positie van Brabant tussen Noord en Zuid een bijzonder element. Dat geldt allereerst voor de
uitkomst van de Tachtigjarige Oorlog, die er toe leidt dat Noord-Brabant vanaf 1648 tot 1796 vanuit Den Haag wordt bestuurd door de Staten-Ge-
neraal. Voor belangrijke functies worden protestanten benoemd, terwijl de bevolking toch overwegend katholiek is. Geen wonder dat koning
Willem I in Noord-Brabant niet op onverdeeld enthousiasme kan rekenen als hij, na een periode van verbetering in deze achterstelling tijdens
de Bataafs-Franse Tijd, de troon bestijgt. Hij benoemt in zijn Verenigde Nederlanden soms Belgische commissarissen in Noord-Brabant om de
twee delen van zijn land te integreren. Voor de Tiendaagse Veldtocht krijgt Brabant te maken met zeer veel inkwartiering en militaire bewe-
gingen. Vanzelfsprekend ervaart Brabant ook sterk de mobilisatietijd in 1914. En als België betrokken raakt bij de Eerste Wereldoorlog, vangt de
provincie talloze vluchtelingen voor kortere of langere tijd op.
Bij het maken van een keuze over militaire zaken hebben we een voorkeur getoond voor belevenissen van gewone dienstplichtigen. Jon-
gens die terechtkwamen in het spel van de grote heren. Die gevaar liepen bij het aanleggen van de loopgraven, die op moesten draven voor einde-
loze voettochten. ‘Ik ben nu 325 uren lopen van huis’, noteert bijvoorbeeld soldaat Ermers die voor Napoleon op stap is van Sint-Hubert naar Rus-
land. Uit de periode van de Tweede Wereldoorlog is uit de onafzienbare hoeveelheid materiaal gekozen voor een aantal aspecten: het begin, de
gijzelaars, het verzet, het kampleven, de bevrijding, de nasleep.

Het geloof, in Brabant voornamelijk het katholicisme, heeft door de eeuwen heen een grote rol gespeeld. Ook dat behoort in allerlei uitings-
vormen tot de grote thema’s van dit boek. Deze teksten hebben deels een relatie met het thema van de macht, deels zijn ze inter- of binnenkerke-
lijk van aard, deels puur persoonlijk. In de Middeleeuwen gaan ze over heiligen, over het ontstaan van de vele abdijen en over een wonder van
Onze Lieve Vrouw van de Bossche Sint-Jan. Een waar gebeurd wonder?
Er zijn zóveel getuigen meegebracht door Willem Scriver, dat we het wel moeten geloven. Dat een reformatie nodig was, maken de brieven
van Van Enckenvoirt wel heel duidelijk. Hijzelf zal er geen behoefte aan gehad hebben; zijn katholicisme legde hem geen windeieren. Vanaf de
zestiende eeuw tot aan de formele gelijkstelling van alle godsdiensten aan het eind van de achttiende eeuw, is geloofsvervolging aan de orde. Daarna
wordt de politieke achterstelling om geloofsredenen overigens ook nog wel gevoeld. We hebben brieven opgenomen van een missionaris, een
Zouaaf, van een vader aan zijn zoon in het klooster. De keuze voor het socialisme van katholieke Brabantse politici, onder wie Joan Willems,
leidde tot een indringend gesprek tussen de latere kardinaal Alfrink en de prior van de benedictijner abdij Slangenburg in Doetinchem, Kees
Tholens, zwager van Willems. En we laten twee bisschoppen aan het woord over de veranderingen in de Brabantse katholieke gemeenschap.

Die grote thema’s als oorlog en godsdienst hebben de geschiedenis en de cultuur van de provincie in belangrijke mate bepaald. En natuurlijk
ontbreken de natuurrampen niet met hun grote gevolgen voor de bevolking en voor het landschap. De frequente overstromingen vooral, toen
Waal en Maas nog in directe verbinding stonden met elkaar. En ook de watersnoodramp van i februari 1953, waarover Jan Huuskes aangrijpend
vertelt.
Daarnaast zijn we op zoek gegaan naar documenten met een sterk persoonlijk karakter, die tegelijkertijd door hun kwaliteit iets vertellen
dat verder gaat dan het strikt particuliere. Het gaat bij deze categorie om teksten van kunstenaars als Vincent van Gogh, Pieter Wiegersma en Leon
Adriaans en schrijvers als Anton van Duinkerken, Antoon Coolen, A.M. de Jong, Cornelis Verhoeven en Jan Cartens, maar ook over documenten
van heel gewone mensen, die niet eerder gepubliceerd zijn. Ze vertellen over het landschap en de huizen, over arbeidsomstandigheden en over
crisisjaren, over ziekte en schoolleven. Reisverslagen, beschrijvingen, protestbrieven of herinneringen: de teksten zijn zeer divers van aard. Ze
voegen iets toe aan de manier waarop we gewend zijn te kijken naar een bepaalde tijd of omgeving.
Er is een schat aan vergelijkbaar materiaal in de archieven te vinden, maar er ligt ongetwijfeld nog heel veel interessante stof (onder het stof
misschien) bij veel Brabanders thuis. Misschien zijn uitgaven als deze een stimulans om zuinig te zijn op zulke erf-‘stukjes’ en ze ter beschikking
te stellen. Ze zouden een volgend boek met honderd verhalen kunnen opleveren, waarin ook nog veel andere onderwerpen aan bod komen.

De korte inleidingen per tekst geven allereerst de nodige informatie voor een goed begrip. We hebben er een notenapparaat mee overbodig
gemaakt, hopen we. Ze geven hier en daar ook aan waarom de redactie een document, terwijl het misschien niets spectaculairs heeft, toch de
moeite waard vond.
Elke tekst laat zich los van de andere lezen, al is de volgorde chronologisch. U komt zoveel mensen tegen: van keizer Maximiliaan tot de
burgemeester van Gilze-Rijen, van generaal Dumouriez tot soldaat Van Blarkom, van kardinaal Van Enckenvoirt tot kapelaan Moors, van Frits
Philips tot seizoensarbeider Paulus van Vugt. U komt op slagvelden en in boerenwoningen, in kastelen, raadhuizen, gevangenissen en op de hei,
u staat aan een ziekbed en leeft mee met arbeiders die hun baan dreigen kwijt te raken. Maar u bent steeds in de provincie of ermee verbonden.
Al hadden sommige plaatsen tijdelijk een andere heer, Noord-Brabant is de vlag die de bonte lading dekt.

Journalisten zijn ooggetuigen van beroep. Toch hebben we weinig gebruik gemaakt van de krant. Voor de eerste vliegtuigvlucht in Etten-Leur en voor
de wielerronde in Roosendaal kwam deze bron goed van pas: waar massa’s op de been zijns is de krant er vanzelfsprekend bij
voor een professioneel verslag. Het interview van Ron Lodewijks in het Brabants Dagblad met Gerard Schampers over herindeling maakte het
mogelijk een belangrijk thema van de recente geschiedenis te overzien door de ogen van degene die de opdracht had gekregen om voorstellen
te doen. Met het sterk persoonlijk getinte in memoriam bij de dood van de honderdjarige Frits Philips van Max Steenberghe in het Eindhovens
Dagblad van 13 december 2005, sluit het boek af. Een lang mensenleven als symbool voor al die mensen die Brabant gemaakt hebben.

De teksten zijn vertaald of aangepast, omdat we hedendaags Nederlands wilden. Dat wil niet zeggen dat ze allemaal in dezelfde stijl zijn
geschreven. We hebben per tekst gezocht naar de juiste sfeer in woordkeuze, toon en ritme van de zinnen, om zo dicht mogelijk bij de bedoeling
van het origineel te blijven. Bij literaire teksten is vrijwel alleen de spelling aangepast; de brief van Beel uit 1942 hebben we onveranderd gelaten.
Bij het zoeken naar bronnen heeft de redactie hulp gehad van professionele krachten, werkzaam bij archieven, universiteit, informatiecen-
tra en dergelijke, maar daarnaast van veel vrienden en bekenden daarbuiten. Ook voor vragen over de achtergrond of over details bij het vertalen
konden we een beroep op hen doen. Degenen die wij dank verschuldigd zijn, worden in ons dankwoord al met name genoemd. Als we mensen
vergeten zijn, bieden we aan hen tegelijk met onze dank onze excuses aan.
’s-Hertogenbosch, augustus 2006,
Joep Baartmans-van den Boogaart

Van Gennep A’dam;  
 

17. Boeknummer: 00435  
Etten-Leur maakt muziek
Historie -- Etten-Leur           (2017)    [Jos Martens]
Etten-Leur maakt muziek. Deel 1 Constantia Pro Musica
Kroniek van de Koninklijk Erkende Harmonie Constantia & Seniorenorkest Pro Musica

INHOUD
-VOORWOORD Jos Buijs
-INLEIDING Jos Buijs
-KRONIEK Jac van der Velden
-HARMONIE CONSTANTIA
WAT VOORAF GING
PERIODE I: 1882-1918
PERIODE II: 1918-1944
PERIODE III: 1944 - 1982
PERIODE IV: 1982 - 2000
PERIODE V: 21E EEUW
BIJLAGEN
-PRO MUSICA Jos Martens


Voorwoord
Hier is hij dan, de eerste uitgave van “Etten-Leur maakt muziek” .
Als schrijversgroep van Heemkundekring Jan uten Houte, hebben we er voor gekozen de bijdragen van verschillende schrijvers te bundelen en in meerdere boeken met dit
onderwerp uit te geven.
Muziekhistorie is een thema, dat zeker nog vervolg kan krijgen. Hierdoor kunnen de andere muzikale activiteiten, die veel betekenen en hebben betekend voor Etten-Leur,
in de toekomst aan de orde komen.

Deze eerste uitgave bestaat uit de nog actieve Etten-Leurse harmonieën.
Deel 1, Harmonie “Constantia” opgericht in 1882 en nog altijd actief als Muziekvereniging Constantia.
Deel 2, Seniorenorkest “Pro Musica” opgericht in 1981 en nog altijd actief.

De oorspronkelijke archieven van Constantia waren door de Turfschipbrand in 1981 verwoest. Door diverse Leurenaren ingeleverde foto's, krantenknipsels, jaarverslagen
en meer, dozen vol, zijn met veel doorzettingsvermogen door Jac van der Velden, Fons Fransen en Jos Buijs gearchiveerd.
Schrijver Jac van der Velden, tevens erevoorzitter van Harmonie Constantia, is er in geslaagd aan de hand van zijn eigen en het vernieuwde archief, een historische kroniek
van het wel en wee van deze harmonie vast te leggen. Schrijver Jos Buijs heeft bijgedragen aan de afronding van het geheel.
Jos Martens heeft de informatie van Pro Musica verzameld en vastgelegd.
De vormgeving was weer in handen van Rob Schrauwen.

Jos Buijs
Voorzitter Schrijverswerkgroep Heemkundekring Jan uten Houte


Inleiding
Muziek
Muziek is zo oud als de mensheid! Al in de vroegste geschiedenis maakten de mensen muziek, vaak op eenvoudige wijze door het trommelen op boomstammen, maar later ook door
het gebruik van instrumenten. Uit de Middeleeuwen kennen we allemaal de minstreel en de troubadour. Rondtrekkende muzikanten die tijdens feesten de mensen met hun muziek vermaakten.

Muziek is van alle jaren! Mensen hebben altijd al muziek gemaakt. Bij bepaalde mensen is muziek een onderdeel van de taal. Via muziek kan men communiceren. Muziek maakt onderdeel uit
van het leven. Het gaat samen met de menselijke emotie en de gemoedstoestand van mensen. Bij hoogtepunten en dieptepunten wordt muziek gemaakt.
We denken hierbij aan een trouwerij, een uitvaart, een film of sporten. Daarbij komt nog, dat iedere periode zijn eigen muziekstijl heeft en dat muziek een taal is zonder grenzen.
Muziek kan naast gevoelens ook herinneringen oproepen zoals bij liedjes uit de oude doos. Zeker als er Nederlandstalige liedjes worden gespeeld en er volop kan worden meegezongen.
Dan betekent muziek voor velen ontspanning en een fijne bezigheid, waardoor ze niet gaan kniezen en beter in hun vel zitten. Muziek stelt mensen in staat om de zorgen van alledag even
te doen vergeten en om ontspannen te genieten. Leeftijd speelt dan geen rol.

Wat is een harmonie?
Een harmonie is een blaasorkest dat ondersteund wordt door slagwerk. In een fanfare ontbreken de houten blaasinstrumenten, waardoor er een andere samenklank ontstaat.
De naam harmonieorkest komt van het Franse “1’harmonie” waarmee de blazers van het orkest worden aangeduid. Ver voor de jaartelling bestond reeds een georganiseerde vorm van blaasmuziek.
Legers bedienden zich ervan tijdens de oorlogsvoering. De militaire muziek had tot doel de strijdlust te verhogen en de vijand ontzag in te boezemen.
In de middeleeuwen werden in de jonge steden de eerste burgerblaasorkesten opgericht, bestaande uit pijpers en trompetters, meestal ondersteund door tromgeroffel. Ze hadden tot taak allerlei
activiteiten en evenementen op te luisteren in opdracht van de autoriteiten, het kerkelijk gezag en vooral de gilden.
Naast het marcheren werd het geven van concerten steeds belangrijken Daardoor kwam er steeds meer behoefte aan andere instrumenten dan koper en slagwerk. Zo ontstond het klankrijke
harmonieorkest dat steeds minder marcheerde en steeds meer concerteerde voor publiek. Toch is de oorspronkelijke bezetting nooit helemaal verloren gegaan.
Er is wel een verandering in het soort muziek die gespeeld wordt. Er heerst nog altijd het idee dat een harmonie alleen maar marsen speelt. Integendeel!
Etten-Leurse harmonieën kennen een uitgebreid repertoire moderne muziek. Voor jong en oud, leuk om te spelen en lekker in het gehoor liggende muziek voor het publiek.
-Marsen
-Klassieke muziek
-Filmmuziek
-Popmuziek
Daarnaast speelt de harmonie speciale muziek voor diverse evenementen, zoals het Wilhelmus, kerkmuziek, koralen en sinterklaasmuziek.

Welke instrumenten zijn er eigenlijk in een harmonieorkest?
Houten blaasinstrumenten:
• Dwarsfluit (en piccolo)
• Klarinet (bes, es- en basklarinet)
•Saxofoon (alt, tenor en bariton)
• Hobo
• Fagot
Koperen blaasinstrumenten:
• Trompet
• Trombone
• Hoorn
• Bariton
• Tuba
• Bas
Slagwerk:
• Ritmisch; zoals de kleine trom, grote trom, triangel, bekkens.
• Melodisch, zoals klokkenspel, xylofoon, pauken.

Binnen de verschillende instrumentgroepen worden over het algemeen verschillende partijen/stemmen gespeeld (1e, 2e, 3e en soms ook 4e partij). De concertopstelling van een harmonieorkest
is niet altijd gelijk. Dit hangt af van het aantal muzikanten en de opvatting die de dirigent daarover heeft.

Heemkundekring Etten Leur;  
 

18. Boeknummer: 00444  
Een aalscholver boven Zwermlaken
Historie -- Etten-Leur           (2017)    [Redactie Boy Hendrickx, Toon Buckens, Bernhard Koevoets]
Een aalscholver boven Zwermlaken.
Straatnamen Etten-Leur

Voorwoord
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan in 1997 van de Heemkundekring Jan uten Houte is door leden van deze Kring een jubileumboek geschreven.
Het boek is getiteld 'Een Aalscholver boven Zwermlaken'. Naast een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van straatnamen en straatnaamgeving staat in het boek een
verklaring van de naam van alle bestaande straten en van alle vervallen straten. De verklaring bestaat soms uit een korte beschrijving van een gebeurtenis of persoon,
maar dikwijls is de omschrijving iets langer. Dit betreft dan veelal oude toponiemen of straatnamen met een speciale betekenis. Nu bijna 20 jaar later zijn er door
de groei van de gemeente ruim honderd straten bijgekomen. In Etten-Leur komen nu 637 straatnamen voor. Daarom heeft de Heemkundekring besloten om het boek
in zijn geheel opnieuw uit te geven, aangevuld met de betekenis van alle nieuwe straatnamen.
Ik wens u veel leesplezier,
René Konings.

Inleiding
GESCHIEDENIS VAN DE STRAATNAMEN EN STRAATNAAMGEVING
'Nomen est omen' oftewel 'een naam is een voorteken'. Deze Latijnse uitdrukking maakt duidelijk dat een naam niet zomaar iets is. Een naam verleent iemand identiteit. Het geeft de
omgeving bovendien de zekerheid dat zij met die ene man of vrouw te maken heeft. Hetzelfde geldt voor namen van straten en plaatsen. Een straatnaam geeft zekerheid dat je beland bent op
de juiste plaats, op zoek naar dat ene adres.
Dit boek gaat over de namen van de straten in de gemeente Etten-Leur.
Over veel van deze namen is het nodige te vertellen. Soms gaat het om fraaie moderne aanduidingen, die een hele wijk identiteit geven. Andere namen zijn daarentegen eeuwen oud. In een
plattelandsgemeente zoals Etten-Leur vanouds was, zijn nog vele toponiemen te vinden. Juist deze oude veldnamen vertellen ons veel over de natuurlijke omgeving, soms van eeuwen her. Veel
van deze toponiemen zijn nu terug te vinden als straatnamen, maar het zijn eigenlijk de voorlopers van die namen.
Soms zijn ze van jongere datum en dikwijls zijn ze wat verschoven ten opzichte van de oude ligging. Maar in een tijd waarin de ingrepen in het landschap enorm en onomkeerbaar zijn, geven
juist toponiemen nog een beeld van oude en verdwenen situaties.

DE NAMEN ETTEN EN LEUR
Een straat of weg verbindt huizen en plaatsen met elkaar. Daarbij is verschil tussen een lokale verbinding of een doorgaande weg. Kenmerkend voor de namen van veel doorgaande wegen is dat
zij verwijzen naar de plaats waarheen zij leiden.
Zo kent de gemeente een Zundertseweg, een Sprundelsebaan en een Rijsbergseweg. Op de gemeentegrens verandert dikwijls het plaveisel en tevens het eerste deel van de straatnaam, er wordt
immers verwezen naar het aangrenzende dorp en niet naar de eigen woonplaats. Het gevolg hiervan is dat buurgemeenten dus een Ettenseweg en Leursebaan kennen. Een reiziger wist
zo waarheen zijn weg leidde.
Maar niet alleen voor reizigers was de naam van een plaats van belang. Ook inwoners zelf hadden wanneer zij wilden aangeven waar zij te vinden waren een goede plaatsaanduiding nodig. Het
ligt dan ook voor de hand dat mensen die zich ergens vestigen al snel op zoek gaan naar een naam voor hun nederzetting. In veel gevallen was een (opvallend) geografisch kenmerk de basis
voor zo'n naam (-lo, -bosch, -veen, -moer). Lange tijd was zo’n plaatsnaam voldoende, omdat er nauwelijks onderscheiden straten waren. In dit verband kan gewezen worden op de eeuwenlange
vermeldingen van de Lange en de Korte Leur, de huidige Lange en Korte Brugstraat, immers de enige belangrijke straat van het dorp Leur. Pas nadat een nederzetting ging groeien, ontstond
behoefte aan meer straatnamen.
De eerste maal dat een plaatsnaam in de geschreven bronnen voor komt, zal in een aantal gevallen in het eeuwenlang woeste en vrijwel onbewoonde West- Brabant niet erg ver van het tijdstip van
ontstaan liggen. In die zin zijn de eerste vermeldingen van de namen Etten en Leur dan ook interessant.
De komst van kolonisten op het huidige Ettense grondgebied kan gedateerd worden in de dertiende eeuw. Rond 1200 is Sprundel als één van de eerste ontginningen aan te wijzen. De heren
van Breda, de belangrijkste nederzetting in het gebied, hadden in die tijd het grootste gedeelte van de grond in West Brabant in handen gekregen, met her en der enkele bezittingen van de hertog
van Brabant of het klooster Thorn.
Hendrik IV wees in 1251 twee landmeters aan die voor ontginning bedoelde gronden moesten inmeten. Allerlei maatregelen, deels voortgekomen uit financiële noodzaak, waren er op
gericht het land van Breda tot ontwikkeling te brengen. Ten westen en noorden van de in deze tijd ontstane kleine nederzetting Etten startten na 1250 enkele turfgraverijen. Het aanwezige turf zou
eeuwenlang welvaart en bedrijvigheid met zich meebrengen. Kerngebied van de vervening was onder meer het Monnikenmoer ten westen van Etten. Het waren vooral Vlaamse geestelijke instel-
lingen en particulieren die zich met de vervening bezig hebben gehouden.
In 1297 verkocht Raas van Gaveren aan het Brugse St. Janshuis en het Heilige Geesthuis 62½ hoeve moerland en woeste gronden in de parochie Etten. Het blok Bremberg ten oosten van Etten
zou vanaf 1332 door Antwerpse poorters worden ontgonnen. De turf uit dit blok werd vervoerd via de speciaal gegraven Leurse Vaart en de rivier de Mark. De oudste kern van Etten zelf is
de wat hoger gelegen Banakker, tussen de Neerstraat in het oosten, het Moleneind, de Markt en de tegenwoordige Stationsstraat. Rondom deze belangrijke akker concentreerden zich de boerderijen.
De meeste bebouwing was evenwel te vinden aan de westzijde. Hier stonden de belangrijkste gebouwen als de kerk, het gasthuis, het dorpshuis en het hof. Dat laatste, oorspronkelijk eigendom
van het geslacht Uten Houte, heeft slechts een beperkte rol gespeeld in de geschiedenis van de gemeente. In 1468 is sprake van een 'hoeve met huijsingen metten torn daer aen staende'. Een
eeuw later spreekt men van een slot. De eigenaren hadden over het algemeen hun belangrijkste bezittingen en belangen elders. In 1287, na de dood van de eerste Jan uten Houte verwierf zijn we-
duwe inkomsten en de lage rechtsmacht te Etten. Schenker was haar eigen vader, Arnoud van Leuven, heer van Breda. Op deze wijze werd Etten een afzonderlijke heerlijkheid in het land van
Breda. In 1450 voegde Jan IV van Nassau, heer van Breda, door koop de heerlijkheid Etten opnieuw bij zijn eigen bezittingen.
In de wijdere omgeving van de Banakker concentreerde de bewoning zich veelal rond de wat hoger gelegen zandruggen (donken). Deze lagen veelal noord-zuid en als gevolg daarvan kennnen
we nu nog een aantal noord-zuid lopende straten als Hoge Donk-Lage Donk en Hoge en Lage Bremberg. Zo ontstond Etten in de dertiende eeuw als een klein boerendorp omgeven door
een aantal kleinere bewoningskernen.
Het geheel was ondergeschikt en via allerlei belastingen gebonden aan de heer van Breda, maar het had enkele kleine vrijheden. Omstreeks 1250 was een kerk gesticht. In 1278 maar mogelijk
al eerder fungeerde een schepenbank die zich bezighield met bestraffing van overtredingen en het vastleggen van diverse transacties tussen de inwoners. Enkele jaren daarvoor (1261) komt de
naam Etten voor het eerst in een geschreven bron voor. De naam houdt verband met de aanwezigheid van een groot beemdengebied (weiden). Etting of etsel was in Etten maar ook elders in
West-Brabant een gewone benaming voor weiland.
Het dorp Leur ontstond waarschijnlijk in de tweede helft van de veertiende eeuw op de plaats waar de turf uit de zuidelijke gebieden overgeladen werd op grotere schepen. Deze schepen konden
via de Leurse Vaart de Mark bereiken. De eerste vermelding van de 'Loersche Vaart' is in 1405. Het woord leur/lore verwijst naar alle waarschijnlijkheid naar de (slechte) kwaliteit van
de vervoerde turf, maar kan ook verband houden met de kwaliteit van de grond.

Heemkundekring Jan uten Houte;  
 

19. Boeknummer: 00494  
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel
Historie -- Etten-Leur           (2017)    [Bewerking C.J.W. Aertssens]
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel.
Pieter Pietersz. Nuyts schout 1673-1709


Beschrijving van de Vrij- en Heerlijkheid Etten met haar rechts- en grondgebied
Getranscribeerde en vertaalde tekst met toelichtingen uit het oorspronkelijke 17e eeuwse manuscript
Beschryvinge van de Vrijheyd en de Heerlykheyd Etten met den gevolge ende aankleve van dien
Pieter Nuyts, schout van Etten, Leur en Sprundel van 1673 tot 1709
Bewerking van het manuscript: C.J.W. Aertssens.


Voorwoord
Beste lezer(s),
Sedert een geruime tijd is er een plan geweest om te komen tot een stuk geschiedschrijving van ons mooie dorp. En waar moet je dan beginnen? Rond
het jaar 1200? Of iets later, zo rond 1400?
We weten wel dat er in die tijd het een en ander gebeurde met betrekking tot de turfwinning. Als we het boek: Ontdekkingstochten in West-Brabant lezen dan
is er in 1332 de eerste vermelding van de Leurse turfvaart. Maar wat doe je als je aan het neuzen bent in oude documenten, als je ‘alles’ wilt weten over je
dorp, en je komt als het ware een kompleet boek tegen? Een schriftelijk verslag, geschreven door een tijdgenoot.
Een beschrijving van Etten en Leur en Sprundel uit het einde van de 17e eeuw door Pieter Nuyts, schout van Etten etc. Ook schreef hij op wat hij wist of had
gehoord uit de overlevering. De bewerker van dit boek heeft zijn hart kunnen ophalen. Oude (topografische) namen of benamingen die we nog steeds
gebruiken, zoals Den Hil, of ’t Wipend, of Attelaken, letterlijk en woordelijk beschreven alsof je er zelf bij bent. Geen wonder dat de bewerker vond dat veel
meer mensen hier kennis van moesten kunnen nemen. Als je ook maar iets voelt voor je eigen geschiedenis, of van die van de plaats of dorp waar je
geboren bent, of waar je (nu) woont, of vandaan komt, dan is dit boek een ‘must’. Wat een werk en tijd hij had verzet om tot alle feiten te komen om deze
zo waarheidsgetrouw mogelijk aan het papier toe te vertrouwen.
Ik heb alle bewondering voor de volhardendheid waarmee hij te werk is gegaan.
Ik beveel dit boek dan ook van harte aan en wens u veel leesplezier.
Namens de Stichting Adriaan van Bergen
Jan van Harssel


Stichting Adriaan van Bergen, Jan uten Houte;  
 

20. Boeknummer: 00502  
Met andere ogen. Natuur in de Baronie
Natuur -- Baronie van Breda           (2019)    [Pijnappels, Piet; Engen, Hans van]
Met andere ogen. Natuur in de Baronie


INHOUD
01. Lage Vuchtpolder 12 t/m 21
           Binnenpolder Terheijden
02. Landgoed Oosterheide 22 t/m 29
03. Vrachelse Heide/Teteringse Heide 30 t/m 39
04. Boswachterij Dorst 40 t/m 51
05. Boswachterij Ulvenhout-Chaam 52 t/m 61
           Alphense Bergen
06. Strijbeekse Heide 62 t/m 75
          Elsakker
          Bleeke Heide
07. Chaamse Beek 76 t/m 85
          Chaamse landgoederen
08. Landgoed Hollandse Bossen 86 t/m 93
09. Merkske 94 t/m 105
10. Markdal 106 t/m 121
          Landgoed Blauwe Kamer
1l. Ulvenhouts Voorbos 122 t/m 129
12. Landgoed Wolfslaar 130 t/m 137
13. Mastbos 138 t/m 151
           Galderse Heide
14. Landgoed Vloeiweide/Krabbebossen 152 t/m 163
15. Landgoed Pannenhoef 164 t/m 181
16. Landgoed Oude Buisse Heide 182 t/m 197
           Turfvaartse landgoederen
17. Matjens 198 t/m 207
18. Rucphense Bossen 208 t/m 219
19. Liesbos 220 t/m 231
           Hooiberg
20. Ettense en Haagse Beemden 232 t/m 245
21. Singels van Breda 246 t/m 251


Voorwoord Riet Pijnappels en Hans van Engen
In Breda en omliggende gemeenten, de zogeheten Baronie van Breda, liggen tal van mooie en waardevolle natuurgebieden. Het zijn plekken waar we wandelen en fietsen, spelen en
genieten. Waar we ons terugtrekken, verwonderen, troost en inspiratie zoeken. Het zijn ook - in toenemende mate - toevluchtsoorden voor veel dieren en planten die daarbuiten niet of
nauwelijks meer kunnen overleven.
Dit boek vertelt over het bonte palet aan natuurgebieden in dit stukje Brabant. Over het ontstaan, de rijke historie, flora en fauna, oude en nieuwe natuur. Over de natte polders,
stuifduinen, beekdalen, uitgestrekte bossen en heidevelden. De vele foto's geven hiervan een sfeervolle impressie. Het zijn prachtige beelden van de mysterieuze en boeiende wereld
om ons heen, gezien door de ogen van bevlogen natuurfotografen.

De naam 'Baronie' kent een lange geschiedenis. Ooit betrof het een gebied dat zich uitstrekte van de Meijerij van 's-Hertogenbosch tot het Markiezaat van Bergen op Zoom en
van Zuid-Holland tot de heerlijkheid Hoogstraten. In de loop der tijden werden de grenzen regelmatig verlegd.
Tegenwoordig hebben de zeven gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Etten-Leur, Oosterhout, Rucphen en Zundert zich verenigd in het streeknetwerk 'Landstad de
Baronie'.
De 21 natuurgebieden die in dit boek belicht worden, liggen in een grote cirkel in en rondom Breda. Deze cirkel begint en eindigt in het noorden bij de jongste en laagstgelegen gebie-
den. Halverwege, in het zuiden, zijn we op het hoogste punt. We sluiten af met de singels van Breda. De singels zijn een belangrijke en onmisbare schakel tussen de natuurgebieden
ten noorden en ten zuiden van de stad Breda.
In alle genoemde natuurgebieden zijn wandel - en of fietsroutes uitgezet. Op een paar kleine stukjes na zijn ze open voor het publiek. Op de websites van de terreinbeheerders vindt u
meer informatie over recreatievoorzieningen.
Dit boek is een ode aan de schoonheid van de natuur in onze omgeving. Maar dat niet alleen. Wie goed kijkt, ziet ook de kwetsbaarheid van het landschap, de dieren en de planten.
En de dringende noodzaak om dit alles beter te beschermen.
Wij hopen dat 'Met andere ogen - natuur in de Baronie' een inspiratiebron is voor iedereen met een warm hart voor onze natuur. En dat het bijdraagt aan een betere bewustwording
van het belang van behoud en bescherming van landschap, flora en fauna.
We wensen u veel lees- en kijkplezier!
Breda, november 2019.


Voorwoord Rik Grashoff gedeputeerde voor Natuur, Water en Milieu van de provincie Noord-Brabant.
Mijn complimenten aan de makers van dit in vele opzichten kleurrijke boek. Zowel de geschiedenis als het hier en nu van de natuur van de Baronie komen in dit boek tot leven. Het boek
laat zien hoe de rol van de mens in de natuur zich heeft ontwikkeld. Vroeger hadden we de natuur nodig om ons te verdedigen, met de aanleg van grachten of het onder water zetten van
gebieden zoals in de Tachtigjarige Oorlog.

Ook nu hebben we de natuur nodig om te overleven: voor onze gezondheid, onze rust en recreatie, het is ons woon- en leefklimaat. Maar daarnaast is natuur van fundamentele beteke-
nis: biodiversiteit en ecologisch evenwicht zijn cruciaal voor ons voedsel en water. Insecten zijn nodig voor ons fruit en van een verdroogde bodem oogsten we niets. Daarom werken
inwoners, maatschappelijke organisaties en overheid samen om problemen als stikstof en droogte aan te pakken.
De biodiversiteit komt je in alle gedaanten en kleuren tegemoet in dit boek, maar het is duidelijk dat er nog een lange weg is te gaan.
Het is buitengewoon belangrijk dat we ons blijven inzetten voor de Brabantse natuur. Maar wat is Brabant al mooi! Dat brengt dit boek prachtig in beeld.


Paul de Beer wethouder Klimaat van de gemeente Breda
De kracht van de natuur is om met andere ogen naar 'iets' te kunnen kijken. Dat anders kijken, kunnen we ook heel goed gebruiken in de ontwikkeling van Breda. Anders doen begint
met anders kijken. De kracht van de natuur zit ‘m ook in verbinding. Denk aan verschillende groene linten in en dwars door de Baronie. En aan de ambitie om meer groen en water aan
Breda toe te voegen, met als voorbeelden het doortrekken van de Nieuwe Mark en de vergroening van de singels en andere plekken in de stad. Daarnaast hebben we de ambitie om
in 2030 de eerste Europese stad in een groen park te zijn.
Zo verbinden we het groen in de stad met het mooie natuurschoon van de Baronie. Of het nu gaat om de Lage Vuchtpolder, landgoed Oosterheide, het Mastbos, Boswachterij Dorst
of Ulvenhout-Chaam. Stuk voor stuk prachtplekken waarin de natuur zich van z'n beste kant laat zien. Met een uniek samenspel zoals alleen flora en fauna dat kunnen. Om u een voor-
beeld te noemen; in de natuurgebieden de Chaamse Beek en het Merkske zijn een aantal jaren geleden honderden boomkikkers uitgezet. Met als doel om deze inheemse amfibiesoort
weer terug te brengen in het landschap waar hij thuishoort.
Zo zien we het graag in Breda. Immers, onze stadsslogan is ‘Breda brengt het samen’. Dit boek brengt al die mooie natuurparels in De Baronie samen met schitterende foto’s en een
beeldende beschrijving van elk gebied. Zo kunnen de lezers, wanneer ze de natuur in gaan, echt met andere ogen kijken en genieten.


Stichting Annakapel;  
 

 

Uitgebreid zoeken

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 24 april 2023