![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
|
|
![]() Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding |
|
Boeknummer | : | 00023 |
---|---|---|
Titel | : | Het leven en werk van Jan Strube (1892-1985) |
Auteur(s) | : | Joosen Anton |
Verschijningsjaar | : | 2007 |
Beschrijving | : | Het leven en werk van Jan Strube (1892-1985) Voorwoord Gedurende zowat mijn hele leven ben ik elke dag de spoorwegovergang overgestoken, aan de Zanddreef nabij het Liesbos. Daarbij passeerde ik dan altijd het romantisch gelegen huisje van de kunstenaar Jan Strube, pal naast het spoorhuis. Zo nu en dan zag ik hem wel eens in de tuin. Ik heb hem nooit gesproken, ik heb nooit een voet in zijn tuin of zijn huis gezet. Ik heb eigenlijk niet meer dan een vaag beeld van een oude man met zilverkleurig haar en een wollen vestje aan. Ik herinner me dat hij altijd op klompen liep en dat ik dat raar vond voor een kunstenaar, die bovendien ook nog een Amsterdammer bleek te zijn. Nee, ik kan eigenlijk niet zeggen dat ik Jan Strube gekend heb. Maar nu, ruim twintig jaar na zijn overlijden, ken ik hem beter dan tijdens zijn leven. Aanleiding tot dit boek was het eerder gepubliceerde boek “Herinneringen aan de Zanddreef', waarbij ik een bezoek aan het huis van Jan Strube bracht. Tot mijn verrassing woonde daar Strube’s kleindochter Ineke, die mij het een en ander over haar grootvader vertelde en iets van zijn werk liet zien.... Ik was meteen enthousiast. Een Amsterdammer die zó verknocht was aan het Brabantse land dat hij er heel zijn lange leven als kunstenaar heeft gewoond en gewerkt, verdient het om vereeuwigd te worden voor het nageslacht. Jan Strube, zo ontdekte ik al gauw, heeft honderden litho’s, houtsneden, tekeningen en schilderijen nagelaten. De meeste werken hangen aan de muren van particulieren, maar ook in musea zelfs tot over onze landsgrenzen. Verder zijn er enkele belangrijke verzamelaars die een omvangrijke collectie Strube’s hebben. Gedurende drie jaar heb ik gegevens verzameld over de mens en de kunstenaar Jan Strube. Langzaam vormde zich het beeld van deze man die al op achttienjarige leeftijd zijn eerste bezoek bracht aan Breda en er verliefd raakte. Verliefd op Brabant, op Breda en op het Leurse meisje Dina Bogers, die later zijn toegewijde vrouw zou worden. Strube is in zijn directe omgeving vooral bekend geworden als de schilder en lithograaf van het Brabantse landschap en de Brabantse mens. Het valt ook niet te ontkennen dat misschien tachtig procent van zijn werk Brabants is. Maar de overige twintig procent zijn zeker zo interessant. Strube in Parijs, Strube in Vlaanderen. Strube in Noord Holland, in Zeeland en in Limburg. Ik heb Jan Strube postuum leren kennen als een rustige, ietwat eigenzinnige man. Een harde werker, met maar weinig wensen voor zichzelf. Een man die zijn ontspanning zocht in zijn tuin, in pianospelen en lezen. Maar bovenal een man die vooral werkte. De achter in dit boek opgenomen catalogus is niet meer dan een poging om al zijn werk op te sporen, te dateren en te rangschikken. Ik ben mij er terdege van bewust dat de catalogus niet volledig is. Ik weet zeker dat er zo hier en daar nog belangrijk, eenmalig werk van Strube een muur van een huiskamer siert. Jan Strube hield het allemaal niet zo bij. Dat vond hij niet belangrijk. Hij wijdde zijn gehele lange leven aan het maken van mooie dingen en daar was wat hem betrof de kous mee af. Jan Strube rekende zichzelf tot de Populisten. Een stroming die hij in de jaren dertig vorm gaf door samen met Louis Singer de “Populistenkring”op te richten. Kunst voor het volk, dat was wat zij nastreefden. Volkse taferelen en herkenbare onderwerpen. Alledaagse dingen, zoals het leven in de stad of op het platteland. Markten, kennissen, werken op het land, stillevens, oude boerderijtjes, stille straatjes. Jan Strube deed het op zijn manier. Met een herkenbare stijl, die hij heel zijn leven heeft vastgehouden. Heel af en toe permitteerde hij zich een uitstapje in stijl of onderwerp, maar die behoren tot de uitzonderingen. Enkele voorbeelden daarvan zijn: Don Quichot. Ik ruik Menschenvlees. Droogbloemen, Ziende blind en de Poppenkast Jan Kabaal. Het zijn welhaast “On-Strubiaanse” werken, maar daarom niet minder interessant. Ik heb mij met veel plezier in het leven en werk van Jan Strube gestort en ik wens u allen evenzoveel lees- en kijkplezier. Anton Joosen |
Medium | : | Boek |
Taal | : | Nederlands |
Uitgever | : | Debieb/ Anton Joosen |
Aantal pagina's | : | 120 |