Beschrijving |
: |
Verleden wordt heden Een handreiking voor vrijwilligers in de archeologische monumentenzorg Een nieuwe uitgave De eerste versie In 2005 gaf de Archeologische Vereniging Kempen- en Peelland (AWN-afdeling 23) de eerste versie uit van 'Verleden wordt Heden'. Aanleiding was de in voorbereiding zijnde Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz). De vereniging wilde haar leden en gemeenten tijdig informeren over de vele nieuwe taken die de gemeenten volgens deze wet zouden gaan krijgen en de rol die vrijwilligers daarbij kunnen spelen. De uitgave bleek in een duidelijke behoefte te voorzien. Niet alleen voor de eigen leden, er kwamen aanvragen uit het hele land. Een handreiking specifiek voor vrijwilligers Er is inmiddels veel gepubliceerd over Malta en de Wamz. Nóg een boek lijkt dan niet meer zo nodig. Echter, vrijwilligers hebben een specifieke informatiebehoefte. Er is behoefte aan basale kennis over wet- en regelgeving en aan informatie over wanneer en hoe je als burger op kunt komen voor de belangen van de archeologie. Daar voorzien die bestaande publicaties maar deels in. Deze herziening is bedoeld om geactualiseerde informatie te geven die specifiek op vrijwilligers in de archeologie is afgestemd. Invoering nieuwe wetten In september 2007 is de Wamz in werking getreden. Daar zijn nu de eerste ervaringen mee opgedaan en zijn resultaten zichtbaar. De belangrijkste reden voor grondige herziening van de tekst uit 2005 is echter de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 van kracht werd. De archeologische monumentenzorg is voor een groot deel geregeld via de ruimtelijke ordening en dan in het bijzonder via bestemmingsplannen. Door de nieuwe Wro zijn de regelingen en procedures voor ruimtelijke ordening op veel punten gewijzigd. Archeologiegroepen krijgen daar mee te maken, als belangenbehartiger voor de archeologie en als amateurveldwerker. Onder archeologiegroepen worden verstaan AWN-afdelingen en AWN-werkgroepen, archeologische werk- groepen die lid zijn van een heemkundekring of historische vereniging of andere lokale groepen. De Archeologische Vereniging Kempen- en Peelland heeft inmiddels ruim vier jaar ervaring met belangenbehartiging en heeft vele vragen voorbij zien komen. Die ervaring is in deze nieuwe uitgave verwerkt. De tekst is daarom niet alleen geactualiseerd maar ook verbreed naar de vele vragen waarvoor vrijwilligers als belangenbehartigers komen te staan. Vrijwilligers blijven nodig Vrijwilligers hebben als amateurarcheologen jarenlang een hoofdrol gespeeld in het archeologisch onderzoek. In de laatste decennia van de vorige eeuw is archeologie steeds meer een beroep geworden. Beroepsarcheologen en amateurs werkten nog veel samen en hadden elkaar nodig. Met de inwerkingtreding van de Wamz leken vrijwilligers naar de marge te schuiven. Archeologie werd een professionele bedrijfstak. Nu, na enkele jaren ervaring met het nieuwe archeologische bestel, blijkt dat de rol van vrijwilligers verschuift en zeker niet is uitgespeeld. Er zijn nieuwe rollen bijgekomen en uitvoerend veldwerk als amateur blijft in verschillende vormen mogelijk.
klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Verschuivingen en nieuwe rollen De klassieke amateurarcheologen waren experts, meestal in een bepaald gebied en/of bepaalde periode. Zij waren 'de ogen en oren' van de archeologie en hadden een rijke ervaring door eigen veldwerk. Beroepsarcheologen steunden op hen voor waarnemingen en het melden van vondsten. Dat type vrijwilligers is in het nieuwe bestel aan het afnemen. Helemaal verdwijnen zullen zij niet. Er blijven bevlogen hobbyisten die door hun kennis en inzet een extra bijdrage leveren aan de archeologische kennis voor hun eigen regio of over een bepaalde periode. Er zijn andere rollen bijgekomen. In deze handreiking worden vijf rollen onderscheiden: • de inspirator: de vrijwilliger die veel weet over de lokale archeologie, 'het verhaal vertelt' en nog steeds de oren en ogen vormt van de archeologie; • de belangenbehartiger: de vrijwilliger die het beleid van gemeenten en andere overheden kritisch volgt en opkomt voor behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed; • de veldwerker en uitwerker: de vrijwilliger die actief is in het veld en bij vondstverwerking; • de publieksvoorlichter: de vrijwilliger die het verhaal overbrengt naar een breed publiek; • de bezoeker: hij of zij die graag het verhaal wil horen, die geïnteresseerd is in wat het bodemarchief over het verleden vertelt. Er zullen weinig vrijwilligers zijn die deze vijf rollen gelijktijdig kunnen en willen vervullen. Iedere vrijwilliger heeft eigen voorkeuren en sterke punten, in een archeologiegroep zijn al deze kwaliteiten bij voorkeur aanwezig. Tezamen geven zij draagvlak aan de archeologie. Deze, deels nieuwe rollen van vrijwilligers en daarmee een actieve bijdrage van vrijwilliger aan de gemeentelijke monumentenzorg is in ieders voordeel. Het: • versterkt het lokale erfgoedbeleid; • vergroot het lokale draagvlak; • kan de effectiviteit van de uitvoering verbeteren. Dat levert zowel inhoudelijke als financiële voordelen op. Deze handreiking beschrijft de bijdragen die vrijwilligers als belangenbehartigers voor de archeologie te bieden hebben en geeft hen de kennis en instrumenten die daar voor nodig zijn. Als een eerste introductie is de folder 'Hoe beschermen we ons archeologische erfgoed' beschikbaar. Deze is te vinden op www.awn-archeologie.nl/Werkgroepen/BelangenbehartigingRO Opbouw van deze handreiking De handreiking is zo opgebouwd dat de lezer kan selecteren welke informatie voor hem of haar op dat moment van toepassing is. Als leeswijzer. • Lees in ieder geval deel 1. Dat deel bevat de hoofdlijnen voor de archeologische monumentenzorg en vanuit dat hoofdstuk kan de lezer kiezen waar hij of zij meer over wil weten. • In de vervolgdelen worden die hoofdlijnen uitgewerkt. De lezer kan met elk van deze delen afzonderlijk verder gaan. Elk deel begint met een kort overzicht van wat in dat deel aan bod komt. Waar nodig wordt verwezen naar de andere delen. Wie over een bepaalde zaak meer wil weten kan daarvoor terecht bij een serie notities, die te vinden is op: www.awn-archeologie.nl • Een overzicht van deze notities staat in bijlage 3. De lezer kan ook rechtstreeks naar deze specifieke informatie gaan. • Begrippen en afkortingen voor archeologische monumentenzorg en voor ruimtelijke ordening worden in bijlage 4, in een alfabetisch overzicht, kort uitgelegd. • Door de hele handreiking heen krijgen belangenbehartigers tips over wat zij wanneer kunnen doen. • De handreiking bevat een groot aantal praktijkervaringen en voorbeelden, als korte illustraties en als inspiratie voor het indienen van zienswijzen, en bezwaar en beroep. Voorbeeldteksten van zienswijzen en bezwaar- of beroepschriften zijn te vinden op: www.awn-archeologie.nl De handreiking biedt de hoofdlijnen en helpt de belangenbehartigers op weg in de grote hoeveelheid aan wetten, regels, processen en betrokken instanties. Wie over bepaalde zaken meer wil weten kan terecht bij een serie notities en voorbeelden, die op www.awn-archeologie.nl/Werkgroepen/BelangenbehartigingRO te vinden is. In de handreiking zal regelmatig naar deze notities verwezen worden. Archeologie en cultureel erfgoed Archeologie is één van de peilers van het cultureel erfgoed. Archeologie, cultuurhistorie, landschapshistorie en gebouwde monumenten leveren elk hun deel in het verhaal over het verleden. Die verhalen moeten met elkaar verbonden worden. Archeologische monumentenzorg moet een verbinding leggen met gebouwde monumenten, cultuurhistorie en landschapshistorie voor een integraal gemeentelijk erfgoedbeleid. In deze handreiking staat de archeologie centraal en worden die verbindingen nu nog niet ingevuld. In de Notitie Historisch Landschap zal die koppeling wel worden gemaakt voor archeologie en het historisch landschap. Met dank aan Voor het samenstellen van deze handreiking is dankbaar gebruik gemaakt van: • College van Gemeentelijke Archeologen 'Voorbeeld Beleidsplan Gemeentelijke Archeologische Monumentenzorg (2002)'; • SIKB syllabus 'Bouwen, ruimte en archeologie. Juridisch kader voor niet-archeologen' (2009); • VNG-handreiking 'Verder met Valletta' (2009). Er is tevens met dank geput uit de vele in ontwikkeling zijnde of reeds beschikbare gemeentelijke archeologische waardenkaarten, beleidskaarten en beleidsplannen binnen ons werkgebied, Zuidoost Brabant. Ook de praktijkervaringen komen uit deze regio. De beschreven voorbeelden zullen daardoor niet altijd representatief zijn voor andere regio's. Op de website zullen, op basis van ontvangen reacties, ook praktijkvoorbeelden uit andere regio’s worden opgenomen. Veel mensen hebben meegedacht en commentaar gegeven. Hun namen staan in bijlage 2
|