HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

 → 
 →  [Boeknummer 00062]
 

 
Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Boeknummer : 00062
 
Titel : De positie van de Gemeenteraad/constitutionele ontwikkeling van het gemeentelijk bestel
Auteur(s) : Hennekam, B.M.J.
Verschijningsjaar : 1974
Beschrijving : DE POSITIE VAN DE GEMEENTERAAD TEGEN DE ACHTERGROND VAN CONSTITUTIONELE ONTWIKKELINGEN VAN HET GEMEENTELIJK BESTEL.


INLEIDING.
Met de afschaffing van de heerlijke rechten en het invoeren van een uniform bestuursstelsel werd hier te lande op het eind van de 18e eeuw voor het eerst de naam 'gemeente' gebruikt als aan-
duiding voor de kleinste bestuurlijke eenheid in onze gedecentraliseerde eenheidsstaat.
De gemeente vertoont dan de grondeigenschappen van elke staatkundige eenheid, samen te vatten als 'de macht door en over het volk binnen een bepaald territoir', met dien verstar.de dat hier
niet zoals bij de Staat sprake is van een oorspronkelijke, maar van een afgeleide - van de Staat verkregen - macht. Aan de hand van de belangrijkste wettelijke bepalingen zien we evenwel dat
de aan de gemeenten toebedeelde macht tot 1848 sterk schommelend was en in elk geval in de praktijk niet veel inhield. Een korte beschrijving van die periode dient als achtergrond waartegen de
veranderingen, die in 1848 en 1851 met betrekking tot het gemeenterecht tot stand kwamen, pas duidelijk reliëf krijgen. De gewijzigde grondwet en de gemeentewet leggen de funderingen voor het
moderne gemeenterecht, zoals we het thans nog kennen. En in dit stelsel wordt uitdrukkelijk de raad, als eerste orgaan binnen de gemeente, belast met de wetgevende en besturende macht.
Deze 'zelf-regerende' taak zoals door Thorbecke toebedacht aan de raad is in de jaren na het tot stand komen van de gemeentewet door verschillende oorzaken al snel geworden tot een 'controleren-
de' en terwijl de gemeente aanzienlijk van gedaante veranderde bleef de raad zich in zijn opstelling beperken tot dat controleren. i
Lange tijd is in dit karakter van de raad geen wijziging gekomen. Pas de laatste jaren is duidelijk waarneembaar dat de raad - en zulks onmiskenbaar ais gevolg van de maatschappelijke omstandig-
heden - die oorspronkelijk toebedachte en wettelijk nog steeds zo omschreven taak van 'regeren' weer op wenst te nemen.
Peze gewijzigde taakopvatting zoals die voor het eerst kon worden geconstateerd hij de raden, verkozen in 1966, zette zich bij genoemde- colleges na 1970 door en te verwachten is
dat de straks te verkiezen nieuwe gemeenteraden deze lijn verder zullen doortrekken.
Maar de gemeente nu is niet meer die uit Thorbecke's tijd. Verschillende niet-wettelijke belemmeringen staan de raad daarom bij dit streven in de weg. Bij het beschrijven hier-
van en van de wijzen waarop deze kunnen worden teruggedrongen heb ik mij vooral laten leiden door mijn ervaringen als gemeenteraadslid van de gemeente Prinsenbeek sinds september 1970.
Vanaf deze plaats wil ik mijn leermeester prof. Jeukens, mijn scriptiebegeleider mr. van Geelen, mr. Pop van de V.N.G. en bestuurderen van Prinsenbeek en Regio Breda hartelijk dankzeg-
gen voor hun kennisoverdracht en verleende adviezen.
Prinsenbeek, 1974
 
Medium : Scriptie
Taal : Nederlands
Uitgever : Eigen uitgave
Aantal pagina's : 82
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 
Record aangepast: 12 december 2021