HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

 → 
 →  [Boeknummer 00121]
 

 
Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Boeknummer : 00121
 
Titel : De Oranjeboom Deel 56
Auteur(s) : T.Kappelhof, Ada Peele, Pierre van der Pol, Cock Gorisse, Joop Bakker, Jan Schulen
Verschijningsjaar : 2004
Beschrijving : De Oranjeboom Jaarboek 2003. Deel 56
Van kasseien en kanalen. Personen en goederenverkeer om Breda 1500-1800 |
De begrinding van de Horenhilsedijk | De kerk afgebeeld (OLVkerk Breda) |
RK woningbouwver. Oosterhout 1919-1939 | J.E.A.v.d.Poel en aril/meistatingen 1943 in Breda |
Zuivering van de burgemeester van Beek, Jacobus Sterkens.

Ten geleide
Dit is alweer de vijfde keer, dat ik - sinds mijn verkiezing in de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van juni 1999 tot voorzitter van De Oranjeboom —
een ‘Ten Geleide’ bij het Jaarboek mag schrijven.
De vijfde en tevens de laatste keer, want in de Algemene Ledenvergadering van dit jaar ga ik de functie van voorzitter, waarvoor de vereniging mij koos, neerleggen.
Dit doe ik met enige weemoed, omdat ik het in mijn periode als opperplukker van de vruchten van ‘De Oranjeboom' en van ‘hoofdopzichter van de tuin waarin
‘De Oranjeboom’ zijn vruchten voortbracht, het zeer naar mijn zin had.
Maar ik vind het ook tijd, dat een jongere kracht mijn taak gaat overnemen. In de ledenvergadering van 25 mei a.s. wordt de kandidatuur van de heer Cees
Machielsen uit Breda aan u voorgelegd.
Tot mijn grote vreugde - en die van het bestuur - is de redactiecommissie er ook dit jaar weer in geslaagd zes prominente auteurs aan te trekken. De inhoud van
hun studies over regionale historische onderwerpen is van een grote variëteit.
Naast artikelen over de stad Breda - welke inmiddels de helft van het aantal inwoners van onze regio omvat - treft u ook bijdragen over onderwerpen uit het Land
van Breda aan.
Maar ook de tijdspanne tussen de onderwerpen uit de verschillende artikelen is groot. Behalve studies, die betrekking hebben op redelijk lang vervlogen tijden,
vindt u er ook die dateren uit de vorige twintigste eeuw, die nog niet zo ver achter ons ligt.
Ik wens u - uiteraard mede namens bestuur, redactiecommissie en auteurs - veel leesplezier en verrijking van uw historische kennis over verschijnselen en voorvallen
uit het rijke historische verleden van Stad en Land van Breda.
Arnold van den Berg,
voorzitter


Voorwoord
De eerste twee bijdragen van dit jaarboek behandelen onderwerpen die op de infrastructuur van ‘stad en land van Breda’ betrekking hebben. Daarbij gaat het niet
om de verwoestende invloed van de HSL-in-aanbouw’ op het culturele erfgoed dat in de infrastructuur van ‘stad en land van Breda’ ligt opgeslagen, maar over dat erf-
goed uit een tijd dat er nog maar weinig veranderde.
Ton Kappelhof gaat in zijn bijdrage Van kasseien en kanalen in op de vele plannen die van 1500 tot 1800 gemaakt werden om de verbindingen van Breda met zijn
omgeving te verbeteren. Hoewel er een en ander op infrastructureel gebied tot stand gebracht werd, verdwenen vele plannen uiteindelijk in de laden of prullenbakken
van de bedenkers ervan. Kappelhof gebruikt die plannenmakerij om beter inzicht te krijgen in het economisch, maatschappelijke en politieke leven in de door hem be-
handelde periode. Dat daarbij de haven van Breda, een stuk cultureel erfgoed dat aan de auto’s opgeofferd is, een belangrijke rol speelt, zal niemand verbazen. Wel verba-
zingwekkend is de interessante manier waarop Kappelhof de haven in zijn verhandeling verwerkt heeft. Datzelfde geldt overigens voor de andere infrastructurele projec-
ten die Kappelhof gebruikt bij zijn tocht door het verleden.
Na kennisneming van de bijdrage van Ada Peele over de Horenhilschedijk tussen Hooge en Lage Zwaluwe kan de lezer nooit meer ongeïnteresseerd over de dij-
ken in West-Brabant rijden, terwijl hij zich eraan ergert dat hij met zijn auto niet goed door kan rijden. De Horenhilschedijk ligt er al vanaf de Middeleeuwen en
werd in de negentiende eeuw door begrinding beter voor het verkeer beschikbaar gemaakt. Waren de wegen aanvankelijk vooral van politiek en militair belang ge-
weest, in de negentiende eeuw begon het economische belang een steeds grotere rol voor zich op te eisen. Zo moest ook de Horenhilschedijk voor het verkeer verbeterd
worden. De technische problemen waren niet zo groot; anders lag dat met de financiering ervan. De gemeente Zwaluwe vond dat het een provinciaal belang was, ter-
wijl de Provinciale Staten precies andersom dachten. De gemeente Zwaluwe probeerde ook bij de Nassause Domeinraad subsidie voor het project geld te krijgen.
Ada Peele maakt met haar bijdrage dit ingewikkelde spel om de knikkers inzichtelijk.
Om uit de financiële problemen te komen werd toestemming tot tolheffing verleend.
Hoe de realisering van de tol uiteindelijk plaatsvond, beschrijft Ada Peele vakkundig.
In de kunsthistorische bijdrage in dit jaarboek geeft Pierre van der Pol een inventarisatie en beoordeling van de afbeeldingen van de Grote of Onze-Lieve-
Vrouwekerk, het fraaiste cultuurhistorische monument van Breda. Daarbij besteedt hij niet alleen aandacht aan het exterieur van de kerk, maar ook aan het interieur. Een
lange rij van kunstenaars passeren in zijn bijdrage de revue. Jan Beerstraten. Abraham Santvoort, Frans Ettinger en zelfs Constantijn Huygens maakten tekeningen van de
kerk. P.J.M. Cuypers hield zich met de kerk bezig, terwijl Kannemans de kerk en het inventaris op de gevoelige plaat vastlegde. Van der Pol geeft niet alleen een opsom-
ming, maar gaat ook in op de geschiedenis van de verschillende afbeeldingen. Daarbij maakt hij duidelijk dat de kerk in de afbeeldingen zijn eigen geschiedenis heeft.
Met de volkshuisvesting was het in Nederland aan het begin van de twintigste eeuw slecht gesteld. Cock Gorisse behandelt in haar bijdrage de woningbouw in Oosterhout.
Vooral voor de lagere klassen was de huisvestig buitengewoon slecht, waarbij de volkswijken de Voorheide en het Bosch de kroon spanden.
Om in die situatie verbetering te brengen richtte kapelaan Leyten een wonigbouwvereniging op die tot 1939 bleef bestaan. Gorisse behandelt niet alleen de geschiedenis
van de genoemde woningbouwvereniging, maar behandelt tevens de particuliere en gemeentelijke activiteiten op het gebied van de woningbouw.
Het waren mooie woningen die kapelaan Leyten liet bouwen, maar wie de afbeeldingen ervan ziet, bekruipt ongetwijfeld het gevoel dat de volkshuisvesting in Oosterhout
in het begin van de twintigste eeuw wel heel erg slecht moet zijn geweest.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


Naar aanleiding van het opnieuw in krijgsgevangenschap afvoeren van de Nederlandse krijgsmacht in 1943 door de Duitse bezetter braken overal ;-
Nederland spontaan stakingen uit, die als de april-meistakingen de geschiedenis zouden gaan. De historicus Joop Bakker behandelt dit fenomeen in Breda. Hij doet
dat aan de hand van de bestudering van dr. J.E.A. van de Poel, die over de stakingen in Breda voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, thans Nederlands
Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), het vooronderzoek heeft verricht. Bij de stakingen in Breda waren zowel de overheid, als het bedrijfsleven betrokken.
Door beleidvol optreden van de overheid en het bedrijfsleven en het snelle verloop van de staking traden de Duitsers gematigd op en vielen er in Breda geen slacht-
offers. Onder beleidvol optreden moet hier overigens verstaan worden dat de verantwoordelijke autoriteiten er alles aan deden om de stakingen te doen beëindigen en
zo de Duitsers tevreden te stellen. In zijn bijdrage pleit Bakker voor meer vergelijkend onderzoek naar de april-meistakingen in de Brabantse gemeenten.
De laatste bijdrage in dit jaarboek is een case study van de hand van Jan Schuiten en heeft de naoorlogse zuivering van de burgemeester van Beek NB, J.Sterkens, tot
onderwerp. Sterkens was door toevallige omstandigheden op 1 januari 1942 burgemeester geworden en werd na de bevrijding ter verantwoording geroepen over zijn
handel en wandel tijdens de oorlog. Een van de feiten die hem zwaar aangerekend werden, was zijn optreden tijdens de april-mei stakingen, waarbij hij niet anders han-
delde dan de meeste andere burgemeesters in West-Brabant. De zuivering van Sterkens maakt duidelijk dat de rechtsorde in Nederland na het verjagen van de vij-
and opnieuw bedreigd werd, nu door voormalige verzetsstrijders en baantjesjagers.
In de loop van 1948 keerde de rust terug en werden de normale verhoudingen, zoals die bij een rechtsstaat passen, hersteld. De redactie heeft bij de samenstelling van dit
jaarboek veel steun gehad van het Breda’s Museum, het Stadsarchief Breda en de Koninklijke Militaire Academie. Ook de samenwerking met Drukkerij Gianotten uit
Tilburg was als vanouds weer uitstekend. Zonder iemand iets tekort te willen doen bedankt de redactie m het bijzonder Pierre van der Pol van het Breda’s Museum
drs. C. Stevens van de KMA en Marion Brugman van drukkerij Gianotten.
Namens de redactie,
Jan Schulten, voorzitter

 
Medium : Boek
Taal : Nederlands
Uitgever : Geschiedkundige en Oudheidkundige Kring De Oranjeboom
Aantal pagina's : 206
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 
Record aangepast: 01 april 2022