HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

 → 
 →  [Boeknummer 00124]
 

 
Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Boeknummer : 00124
 
Titel : De Oranjeboom Deel 59
Auteur(s) : G. Ootten, H. Koomanschap, Val. Paquay, Vr. Muntjewerff, T. Kappelhof,
Verschijningsjaar : 2007
Beschrijving : De Oranjeboom Jaarboek 2006. deel 59
Wilhelminapark | Oosterhoutseafvalkuilen |
Koren en Altaren in OLVkerk voor 1590 | Werkloosheidsbestrijding in Breda 1914-1941 |
Prot.gemeenten in Chaam.


Ten geleide
Het 59e Jaarboek van De Oranjeboom ligt voor u, terwijl het 60e Jaarboek in voorbereiding is. Het jaar 2008 wordt voor ons een bijzonder jaar omdat dan De
Oranjeboom zestig jaar bestaat. Die heuglijke gebeurtenis gaan we vieren met een symposium dat “de Nassau’s van meerdere zijden belicht” als onderwerp heeft
Bovendien worden in 2008 onze jaarboeken via internet digitaal ter beschikking gesteld. Daarmee wordt nog beter voldaan aan onze statutaire opdracht “tot het bevor-
deren van kennis van het verleden van Stad en Land van Breda.
Drs. Frans Gooskens, die ik u vorig jaar al voorstelde als bestuurslid en die u ook al kent van verschillende publicaties, is nu toegetreden tot de redactiecommissie. De
verbinding tussen het bestuur en de redactiecommissie is daarmee weer hersteld.
Drs. E.M.J.C. Dolné heeft zich uit de redactie van het Jaarboek teruggetrokken.
Hij betreurt het dat zijn artikel over het Bisschoppelijk Paleis in Breda in het Jaarboek 2004 tot commotie in historisch-wetenschappelijke kring geleid heeft. De
discussie, voornamelijk over het gebruik van enkele bronnen, raakte ook De Oranjeboom. Het bestuur heeft begrip voor zijn besluit, bedankt hem voor de jaren-
lange samenwerking en hoopt nog veel van zijn grote kennis van zaken en zijn engagement gebruik te mogen maken.
Door de Algemene Ledenvergadering is vorig jaar besloten onze bibliotheek, die in beheer was bij het Stadsarchief in Breda, te verkopen. Er werd te weinig gebruik
van gemaakt en nam op het Stadsarchief te veel ruimte in. Velen van u hebben een deel daarvan overgenomen. De opbrengst daarvan wordt gereserveerd voor de vie-
ring van ons 60-jarig bestaan. De archeologische standaardwerken die in de bibliotheek aanwezig waren, zijn aan de archeologische dienst van Breda geschonken waar
zij van groot nut zijn. De archeologische dienst was overigens tot nu toe niet op de hoogte van de aanwezigheid van deze boeken. Waar een toevallige actie toe kan leiden.
U heeft weer diverse uitstekende en interessante bijdragen over de historie van 'Stad en Land van Breda' voor u liggen.
Ik wens u wederom veel leesgenot.
C.M.M. (Kees) Machielsen
voorzitter


Voorwoord
De verschijning van een nieuw jaarboek is voor de redactie altijd aanleiding om een zucht van verlichting te slaken, omdat een subtiel samenspel tussen auteurs en
redactie tot een mooi resultaat heeft geleid. De auteurs spelen hierbij overigens de hoofdrollen, want zij hebben het meeste werk verzet. Daarmee is voor de redactie
de kou niet uit de lucht, want dan volgt de onvermijdelijke kritiek. De redactie stelt die kritiek op prijs omdat die kritiek meestal een belangrijke bijdrage betekent tot de
verbetering van het jaarboek. En daar gaat het tenslotte om. Kritiek die de bedoeling heeft om de reputatie van auteurs te beschadigen wordt door de redactie afgewezen,
omdat die kritiek geen positieve bijdrage tot het op peil houden van het wetenschappelijk niveau van het jaarboek betekent. De redactie gaat uit van de integriteit
van de auteurs en streeft ernaar dat binnen zekere grenzen het eigen karakter van de bijdragen behouden blijft.
Gerard Otten opent dit jaarboek met een bijdrage over het Wilhelminapark in Breda en zijn omgeving. Het park met zijn watertoren en de huizen eromheen is
een echte Hen de mémoire of plaats van herinnering geworden door de manier waarop Otten de ontstaansgeschiedenis van het park en zijn omgeving beschrijft. Daarnaast
besteedt hij veel aandacht aan de verdere ontwikkeling van het park en de plaats daarvan in de Bredase stadsplanning. De ambtelijke besluitvorming zoals die tegen
het einde van de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw gebruikelijk was, wordt gedetailleerd weergegeven, terwijl tegelijkertijd de rol van stad-
sparken in de Nederlandse samenleving nader belicht wordt. Opvallend is de rol van Teteringen waarvan het grondgebied zich tot aan het park uitstrekte.
De lezer van de bijdrage van Gerard Otten zal het park en zijn omgeving bij een bezoek, of wat meer voor de hand ligt bij het haastig passeren ervan, anders beoor-
delen dan voorheen. Kortom: het is een waardevolle bijdrage aan de Bredase geschiedschrijving.
Voor wat betreft archeologische bijdragen is het jaarboek er tot nu toe bekaaid vanaf gekomen. Nadat G. van den Eynde in de jaarboeken 1985 en 1986 aan opgra-
vingen in Breda aandacht heeft besteed, verdween de archeologie uit het gezichtsveld. Wellicht hebben archeologen meer belangstelling voor het werk met schop en
spade dan voor het hanteren van de pen. Gelukkig is daar nu met de bijdrage van Hans Koopmanschap een einde aangekomen. De reactie hoopt dat het geen een-
dagsvlieg is, maar dat andere archeologen zijn voorbeeld zullen volgen.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


In zijn bijdrage beschrijft Koopmanschap het archeologisch onderzoek in Oosterhout waarbij potscherven en afvalkuilen van pottenbakkers centraal staan. Hij
maakt duidelijk hoe arbeidsintensief archeologisch onderzoek is en hoe moeilijk het is om op grond van het veldwerk tot conclusies te komen.
De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk te Breda is ongetwijfeld het belangrijkste en mooiste bouwwerk van Stad en Land van Breda. Zo’n prachtige kerk verdient het
om bij uitstekende historici en onderzoekers in de belangstelling te staan. Een van hen is Valentijn Paquay, die in de jaarboeken van De Oranjeboom al vier publicaties
op zijn naam heeft staan. Zijn bijdrage in dit jaarboek was aanvankelijk bedoeld om in het boek De Onze-Lieve-Vrouwekerk en de grafkapel voor Oranje-Nassau te Breda te
worden opgenomen. Capaciteitsproblemen en een koerswijziging tijdens de wordingsgeschiedens van dat boek in een meer kunsthistorische richting waren de oorza-
ken dat de resultaten van het zeer grondige onderzoek van Paquay niet kon worden geplaatst. Met als vertrekpunt de koren en altaren van de kerk geeft Paquay een
boeiend inzicht in de geloofsbeleving in de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw.
Hoewel zijn bijdrage op zich zelf staat, wordt de lezing ervan aanzienlijk veraangenaamd. wanneer dat in samenhang met het bovengenoemde boek gedaan wordt.
Vroukje Muntjewerff-van den Hul heeft de werkloosheidsbestrijding van 1914 tot 1941 in Breda als onderwerp gekozen. Tot aan het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog was die bestrijding hoofdzakelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Volgens Muntjewerff-van den Hul liep het conservatieve Bredase gemeentebe-
stuur niet bepaald voorop bij het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Bijzonder interessant is de beschrijving van de Duitse maatregelen op het terrein van de werkver-
schaffing in 1941.
De behandeling van de bovengenoemde problematiek in Breda tijdens de Duitse bezetting en de bevrijdingsjaren wacht nog op een auteur. Wellicht is
Vroukje Muntjewerff-van den Hul daarvoor de aangewezen persoon.
Dit jaarboek wordt afgesloten met een beknopte beschouwing van Ton Kappelhof over het boek van Bram Vroom, Vier eeuwen protestantisme in het zuidoosten
van de Baronie van Breda. De geschiedenis van de Protestantse Gemeente te Chaam c.a Op een helder en overtuigende manier schetst Kappelhof het belang van dit prachtige boek.
Bij de totstandkoming van dit jaarboek werd in het bijzonder veel steun ondervonden van het Stadsarchief Breda en de Stichting Grote of Onze Lieve Vrouwe
Kerk te Breda. Het Architectenburo Van Stigt/Hans Kuiper stelde belangeloos een aantal fraaie foto’s ter beschikking wat, afgezien van het materiële aspect ervan voor
de redactie een aanmoediging betekent met haar culturele werk door te gaan Verder worden in het bijzonder voor hun medewerking bedankt drs W P van
der Vis, directeur van de Stichting Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk te Breda, drs. W. Spapens (Ulvenhout) en Marion Brugman van Drukkerij Gianotten.
Namens de redactie,
Jan Schulten, voorzitter

 
Medium : Boek
Taal : Nederlands
Uitgever : Geschiedkundige en Oudheidkundige Kring De Oranjeboom
Aantal pagina's : 240
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 
Record aangepast: 01 april 2022