![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
|
|
![]() Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding |
|
Boeknummer | : | 00301 |
---|---|---|
Titel | : | De Spindop: Algemene Kunstzijde Unie n.v. Arnhem |
Auteur(s) | : | Jan H. de Groot en diverse auteurs |
Verschijningsjaar | : | 1961 |
Beschrijving | : | De Spindop, AKU-blad jubileumnummer 50 jaar AKU A.K.U. 50 jaar - een mijlpaal geplaatst! Bij de viering van het 50-jarig bestaan, dus bij de vijftigste verjaardag van een onderneming, komen er allerlei gedachten naar voren bij degenen die er nauw bij betrokken waren. De directie van de A.K.U. heeft daarom gemeend goed te doen een jubileumboek te laten maken, waarin het belangrijkste uit de geschiedenis van die 50 jaren is neergelegd. Deze jubileum-Spindop wil daarvan geen herhaling zijn, maar zich bepalen tot het belichten van slechts enkele facetten zoals we die heden zien. Dit heden berust echter op wat er in het verleden gedaan is en ik wil daarom uit de geschiedenis van ENKA en A.K.U. toch nog eens dié feiten noemen, die m.i. bepalend zijn geweest voor wat onze onderneming thans is. Ik begin dan natuurlijk met de oprichting van de Nederlandsche Kunstzijdefabriek in 1911, die in 1913 de eerste garens afleverde. Tijdens de eerste wereldoorlog bleef de fabriek, hoewel met moeite, in stand. De bouw van de fabriek Ede, die in 1922 in bedrijf kwam, was de definiieve stap tot een grote industrie. Tot 1930 kwamen vervolgens de grote uitbreidingen in Ede, Arnhem en in de talrijke buitenlandse vestigingen. Wat er sedertdien ook gebeurd is, we mogen nooit vergeten, dat zonder de toen opgerichte pijlers onze positie van thans ondenkbaar zou zijn. Van 1930 tot 1940 was het uit met de groei. Er vond een consolidatie plaats van het verkregene: verbetering van de kwaliteit en verlaging van de kostprijs, welke beide facto- ren sedertdien al ons werk hebben geleid. De oorlog 1940—1945 bracht verwoesting, ook van de Kleefse Waard, die als eerste uitbreiding sedert 1930 was bedoeld. Maar in 1945 begint de wederopbouw en daarna een expansie in alle richtingen: vergroting van de fabrieken hier en bij onze dochterondernemingen in het buitenland, geheel nieuwe (synthetische) garens en vezels en ook nieuwe produkten, die niet met textiel te maken hebben. Het is een ontwikkeling die parallel loopt (hoe kan het anders) met het wereldgebeuren. De rustige gezapigheid vóór de eerste wereldoorlog met het verwonderd bekijken van zo iets als „kunstzijde”, de nieuwe oriëntering na 1918 met het snel toenemende gebruik van „kunstzijde” gestimuleerd in de crisisjaren na 1930 door de betere kwaliteit en lagere prijs en tenslotte in 1945 het verschijnen van de nylon, voorbode van de stormachtige groei van de chemische industrie met geheel nieuwe mogelijkheden voor het pro- duceren van stoffen, ook garens en vezels voor de textielindustrie, met nieuwe, waardevolle eigenschappen. Ik zeg stormachtig, omdat nog dagelijks nieuwe mogelijkheden op dit gebied worden gemeld en niemand weet waartoe deze ontwikkeling uiteindelijk zal leiden. Wanneer wij nu als A.K.U. ons 50-jarig bestaan gaan vieren, overheerst allereerst een gevoel van grote dankbaarheid, dat wij dit mogen en kunnen doen. Wij mensen van deze generatie mogen nu het feit herdenken, dat onze onderneming een halve eeuw practisch ononderbroken haar produkten kon afleveren en met kunnen bedoel ik dat onze onderneming in deze jaren een periode van bloei doormaakt, die een viering ook alleszins rechtvaardigt. Onze gedachten gaan echter vooral uit naar de personen, die deze 50 jaren ontwikkeling hebben gedragen. Allereerst dan naar Dr. J. C. Hartogs en Dr. F. H. Fentener van Vlissingen, die als oprichters van de ENKA de visie hebben gehad om deze onderneming te beginnen en zoals hiervoor al vermeld, de fundamenten voor de tegenwoordige struc- tuur hebben gelegd. Maar met hen en na hen zijn er velen geweest, die mede hun beste krachten aan het kleine begin en aan de grote uitbreidingen hebben gegeven. Helaas is het zó, dat ze niet allen dit 50-jarig feest met ons mee kunnen vieren. Zij hebben echter tijdens hun leven, in welke functie dan ook, hun deel ertoe bijgedragen om de A.K.U. te maken tot wat zij nu is. Het verheugt mij anderzijds, dat een groot aantal werknemers met 40 en meer dienstjaren nog in actieve dienst is en in hun werk vele jongeren ten voorbeeld strekt. Trouwens wij mogen er trots op zijn dat zovelen onder ons personeel de AJK.U. al tientallen jaren trouw zijn en het is niet zonder reden, dat wij elk jaar alle 25-jarige jubilaris- sen een bijzondere ontvangst bereiden en de 40-jarige jubilarissen ieder individueel huldigen. Want het mag bij een gelegenheid als deze nog wel eens worden gezegd: de successen van de A.K.U. zijn ondenkbaar zonder de medewerking van zovelen, die zich steeds weer bereid toonden tot aanpassing aan de eisen die de onderneming stelde, die wijzigingen in de produktiemethoden de baas werden, die in moeilijke tijden niet versaagden en in goede tijden niet verslapten. Dit is belangrijk en in het heden nog meer dan vroeger, juist omdat de onderneming zo groot is geworden. Vóór de oorlog hadden we in Nederland twee fabrieken, de Edese maakte spoelengaren, de Arnhemse potgaren, alleen voor de textielindustrie, heel eenvoudig en overzichte- lijk. Nu hebben we vele fabrieken en nog veel meer produkten, wat het steeds moeilijker maakt om een overzicht te krijgen en zich een deel te voelen van zo’n groot geheel. Het is dan ook een voortdurende zorg van de directie en van de centrale afdelingen deze bezwaren naar vermogen op te heffen. Enerzijds wordt er meer dan vroeger voor ge- zorgd dat ieder zich op de hoogte kan stellen van de belangrijkste gebeurtenissen, resultaten en plannen, anderzijds trachten wij iedere fabriek zoveel mogelijk als een eigen eenheid te laten werken aan en te zorgen voor haar eigen taak. Dit laatste is ook voor de onderlinge verhoudingen goed. Is het voor ons als directie helaas onmogelijk geworden alle 13.600 employés te leren kennen, voor allen die op één fabriek werkzaam zijn is dit nog wel te bereiken. Ikzelf b.v. denk altijd nog gaarne terug aan de tijd dat ik in Ede, in de Centrale Technische Dienst, en later in de Kleefse Waard met velen onder u persoonlijk contact had. Het samen beleefd hebben van vreugdevolle ogenblikken en van moeilijkheden — soms op merkwaardige plaatsen en tijden — hebben een band gesmeed, die ook nu nog telkens aanwezig blijkt te zijn als ik vrienden uit die vroegere perioden op onze A.K.U.-bij een komsten ontmoet. Ik weet, dat deze gevoelens bij velen van u leven en hoe zeer ze de samenhang in de onderneming bevorderen. Door gemeenschappelijke ervaringen in vroegere perioden tot vrienden geworden, zult u in andere functies in verschillende afdelingen geplaatst, elkaar ook buiten de organisatorische regelen om gemakkelijk kunnen vinden en raad- plegen. En al zal een onderneming als de onze soms zakelijk zijn in haar optreden naar buiten, wij realiseren ons bij voortduring hoe afhankelijk we zijn van de hartelijke medewer- king van alle personeelsleden en we willen daarom gaarne de voorwaarden scheppen om die te verkrijgen. Ik ga er van uit, dat het de plicht van ieder mens is om de gaven die zijn Schepper hem heeft geschonken, zo goed mogelijk te gebruiken ten bate van zijn medemensen. Hier- onder vallen uiteraard allereerst zijn gezinsleden, maar als hij zijn werkkracht en zijn verstand in dienst gaat stellen van een onderneming mag ik verwachten, dat hij zich ook daar die plicht bewust is. Maar omgekeerd zal dan ook de onderneming er toe moeten medewerken, dat een ieder de gelegenheid krijgt te laten zien wat in hem zit. We zullen hierin nooit het volmaakte bereiken, doch de aanwezigheid van chefs personeelbelangen en psychologen helpt ons daarbij, en zeker niet minder de medewerking van de leden van het toezichthoudend personeel, die door hun dagelijks contact zoveel tot een juiste beoordeling kunnen bijdragen. Op het belang hiervan wordt hun op de cur- sussen voor voorlieden en meesters dan ook speciaal gewezen. Het resultaat moet dan zijn, dat onze mensen zich in hun werk op hun plaats voelen, want dan ontstaat ook de mogelijkheid dat zij vertrouwen hebben in hun chefs en in de hogere leiding van de zaak. De goede samenwerking in een onderneming en in elke afdeling berust tenslotte op vertrouwen. Vertrouwen in elkaars oprechtheid in het stre- ven naar een goede taakvervulling, bereidheid van een ieder naar vermogen bij te dragen tot het welzijn der onderneming, vertrouwen ook in eikaars bekwaamheid en geschikt- heid voor de toegewezen taak. Waarom ik nu bij dit jubileum dit alles vermeld? Omdat de afgelopen 50 jaren ons thans alle reden tot feestvreugde geven en we met gepaste trots dat tijdperk mogen over- zien; ook omdat we vanuit dit ogenblik weer vooruit moeten kijken en dan beseffen dat we nog midden in een stormachtige ontwikkeling staan. 1960 heeft hiervan wel het bewijs geleverd door de talrijke beslissingen die genomen zijn om de activiteit van de A.K.U. te verbreden. Hebben we in de vervlogen jaren alleen door samenwerking van hoog tot laag onze taak kunnen vervullen, de verdere groei — noodzakelijk in deze tijd — maakt die samenwerking onmisbaarder dan ooit. Jammer is het daarom, dat we niet met zijn allen tezamen de jubileumfeesten kunnen vieren, zoals dat in 1938 met het 25-jarig jubileum mogelijk was. Toen konden allen tegelijk worden verenigd in Musis Sacrum en later op het Esca-terrein. Dit heeft op de toen aanwezigen een zodanige indruk gemaakt, dat men er nu nog over spreekt, en ik zou niets liever hebben gewild dan dat wij deze zelfde opzet bij het 50-jarig jubileum weer zouden hebben gevolgd. Bij overweging bleek echter al spoedig, dat zulks met meer dan 13.000 mensen ten enen male uitgesloten was. Uit het feestprogramma zult u echter hebben gezien, dat wij in ieder geval aan ieder persoonlijk de gelegenheid hebben kunnen bieden deel te hebben aan de feestvreugde en dat op bescheiden schaal ook gezamenlijke manifestaties zullen plaats vinden. Aan de officiële bijeenkomsten in Arnhem zal echter slechts een beperkt aantal vertegen- woordigers uit de fabrieken en afdelingen kunnen deelnemen. Die bijeenkomsten zijn trouwens in het bijzonder bedoeld om de 50-jarige A.K.U. in contact te brengen met de overheden van Rijk, Provincie en Gemeente, met afnemers, leveranciers en wetenschappelijke instellingen. Al eerder hebben we de aandeelhouders van A.K.U. speciaal ontvangen. Maar de meeste voldoening zullen we smaken, geachte medewerkers, als gij allen met vreugde aan de voor U bereide festiviteiten zult kunnen deelnemen en daaraan ook in de toekomst goede herinneringen zult bewaren. Een 50-jarig jubileum is een ogenblik van terugzien, maar ook van vooruit zien. Ik hoop, dat U uit deze inleiding zult hebben begrepen, dat de directie hoopt, dat het jubi- leumfeest zal bijdragen tot de saamhorigheidsgedachte in onze gehele organisatie en dat deze gedachte onze A.K.U. ook in de volgende jaren zal schragen. |
Medium | : | Tijdschrift |
Taal | : | Nederlands |
Uitgever | : | AKU |
Aantal pagina's | : | 56 |