Beschrijving |
: |
Beschrijving en algemene inleiding van devotie- en bidprentjes vanaf 17de eeuw tot begin 20ste eeuw. a.v. tentoonstelling in 1975 in Bisschoppelijk Musem Haarlem en UB te Nijmegen. Met veel illustraties.
Inleiding Hoe vaak hebben wij als kind, wanneer de zondagse preek wat lang duurde,zitten bladeren in vaders of moeders kerkboek en waren wij stil met het bekijken van de prentjes die daarin lagen: afbeeldingen van heiligen, taferelen uit de bijbel en bidprentjes van allerlei familieleden, met teksten op de achterkant die wij onderhand van buiten kenden, zo vaak hadden wij ze uitgespeld. Zelf hadden wij ook a! een paar van die prentjes in ons kerkboekje en wij waren daar erg zuinig op. Wij Heten ze trots zien aan onze vriendjes en soms werd er een levendige ruilhandel mee bedreven. Wat wij eerst mooi vonden, bekeken wij later met andere ogen of helemaal niet meer. Ons kostbaar bezit van toen belandde ergens in een lade of kast, of verdween met het afgedankte kerkboek. Nu in de laatste jaren de winkels waar men religieuze artikelen kon kopen, erg schaars geworden zijn, komen al deze zaken weer in de belangstelling. Misschien uit een soort heimwee naar de gemoedelijkheid of de geborgenheid van vroeger, misschien alleen maar omdat het voorwerpen zijn uit grootmoeders tijd. Een tentoonstelling van devotie- en bidprentjes vanaf de 17de tot in de 20ste eeuw, gehouden in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem en in de Universiteitsbibliotheek te Nijmegen, trok vele bezoekers, niet alleen ouderen, maar ook uit de generatie die deze prentjes bijna niet heeft gekend. Uit deze expositie is dit boek ontstaan. Het wil een beeld geven van de opkomst van het devotieprentje in de middeleeuwen (de met de hand geschilderde miniatuur en de houtsnede), van de verdere ontwikkeling in de 17de en 18de eeuw, toen de techniek van de kopergravure werd toegepast, en van de knipsel- en kantprenten uit de 18de eeuw, die weer geheel handwerk waren. Natuurlijk komt ook ter sprake wat er op de prentjes werd af ge beeld: de heiligen met hun attributen, voorstellingen uit de bijbel, met name het leven van Jezus, emblemen of zinnebeelden, en allerlei uitingen van devoties. Daarna wordt aandacht geschonken aan de ontwikkelingsgang in de 19de eeuw. Het devotieprentje is dan een product geworden van de industrie; nieuwe druktechnieken worden toegepast, kanten randen worden machinaal vervaardigd en men brengt allerlei curiosa, zoals prentjes die uitgeklapt kunnen worden, of met deurtjes waarachter een andere voorstelling schuil gaat. Een afzonderlijk hoofdstuk bespreekt tenslotte het bid- of doodsprentje, dat uit het gewone devotieprentje is ontstaan, maar door de teksten op de achterzijde en door de geleidelijk aangepaste voorstellingen een geheel eigen genre geworden is. Het voornaamste in dit prentenboek zijn echter de afbeeldingen, waar mooi en minder mooi bijeengebracht is. Een erg strakke lijn is bij dit bijeenbrengen niet gevolgd. De plaatsing van de bladzijden met kleurendruk maakte dit onmogelijk en ook anderszins teek een zekere vrijheid gewenst. Het is immers zo prettig nu eens prentjes uit dezelfde tijd, dan weer van dezelfde soort of met dezelfde afbeeldingen te kunnen vergelijken. Aan de lezer wordt gaarne toegewenst, dat hij aan dit boek evenveel vreugde mag beleven als de samensteller heeft gevonden in het maken ervan.
|