Beschrijving |
: |
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 1 Voorspel Voorwoord Toen de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen mij in 1955 op voorstel van het bestuur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie opdracht verleende, een uit ver- scheidene delen bestaand geschiedwerk te schrijven, Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog, was ik mij bewust, een taak ter hand te nemen welker voltooiing min- stens vijftien jaar in beslag zou nemen. Nu dan thans van de serie die ik mij voorstel te schrijven, het eerste, inleidende deel verschijnt, weet ik dat het (als mij gezondheid en werkkracht gelaten worden), van ‘55 af gerekend, niet vijftien maar minstens vijf-en-twintig jaar zal duren voor ik, dankbaar en opgelucht, onder het manuscript van de laatste bladzij van het laatste deel het woord ‘einde’ schrijven kan. Dat besef noopt tot terughoudendheid in dit Voorwoord. Er zou omtrent de voorbereiding al van dit eerste deel veel te berichten zijn; te getuigen ook van diepe erkentelijkheid jegens de overheid die dit werk mogelijk maakte en jegens allen (in de eerste plaats het bestuur van het Rijksinstituut en de vele anderen die bij zijn wetenschappelijke arbeid betrokken zijn) die de gestage groei van dat werk met hun waakzame en kritische belangstelling volgden en steunden: het ware alles prematuur. Zulk een terugblik heeft eerst zin en is, dunkt mij, eerst gepast, maar dan ook geboden, wanneer het gehele werk voltooid is. Intussen heeft de lezer recht op een enkele opmerking, een enkele toelichting.
klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Laat ik dan vooropstellen dat ik het schrijven van dit uitvoerig Voorspel (eerste deel uit een serie van acht of negen delen) als een enerzijds noodzakelijke, anderzijds moeilijke, ja hachelijke taak ervaren heb. Van die noodzakelijkheid zal, naar ik vertrouw, de lezer overtuigd raken. Immers, de sleutel voor het begrip van hetgeen in de tweede wereldoorlog met en binnen het koninkrijk geschiedde, ligt in de voor- oorlogse gebeurtenissen. Maar waarom moeilijk en waarom hachelijk? Om geen andere reden dan dat het hier beschreven tijdvak (goeddeels samenvallend met de periode tussen de twee wereldoorlogen) hier te lande in zijn onderdelen en samenhangen nog maar nauwelijks object geweest is van weten- schappelijk onderzoek. Ik had er eigenlijk nog een jaar of twintig op moeten studeren voor ik de pen ter hand nam; die tijd ontbrak. Wat ik dan bied, is in de eerste plaats een schets van het geheel der politieke, economische, sociale en militaire factoren die stuk voor stuk en tezamen de achtergrond vormen voor het bewogen relaas dat nog in volgende delen te ont- vouwen valt. Enkele belangrijke aspecten van het culturele leven (kunsten en wetenschappen bijvoorbeeld) heb ik geheel terzijde gelaten. Niet dat ik hun betekenis onderschat! Maar ik wist mijn specialistische kennis te gering en kon, wat ik wist, in dit Voorspel niet invoegen. Op sommige punten kom ik intussen in latere delen terug. Daar zij dan aan toegevoegd dat ik mij voorstel, in die latere delen ook de positie van Suriname en de Nederlandse Antillen binnen het koninkrijk te behandelen; voorts, dat de geschiede- nis van Nederlands-Indië in de jaren ‘20 en '30 breder beschreven zal worden in een apart deel van deze reeks dat geheel aan Indië gewijd zal worden. Eindelijk dan dit: de staatkundige verantwoordelijkheid voor de verschijning van dit deel zo goed als van de overige delen van Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereld- oorlog ligt (dat vloeit uit de positie van het Rijksinstituut voort) bij de minister die tot dat verschijnen machtiging gaf. Ik wil aan die verantwoordelijkheid niet tornen en evenmin aan de waarde van de bemoeienissen die anderen (alweer: bestuur en medewerkers van het instituut in de eerste plaats) met de door mij geschreven tekst hadden, wanneer ik er van getuig dat ik mij als auteur zelf verantwoordelijk beschouw voor hetgeen hier wereldkundig gemaakt wordt. Ik heb, mij zettend tot het schrijven van dit werk, geen enkel falen met de mantel der liefde willen bedekken. Ik had, ik heb, slechts één behoefte: in dit relaas alles op te nemen wat mij historisch relevant lijkt. Serieuze geschiedschrijving is zonder die volstrekte openhartigheid, zonder politieke en geestelijke vrijheid, ondenkbaar. Welnu, wanneer één ding mij kracht gegeven heeft, het in '55 ondernomen waag- en werkstuk te brengen op het punt waarop het thans beland is, dan wel het besef, in volledige vrijheid te arbeiden aan een taak waarvan ik dan de lengte onderschat mag hebben, maar niet de zwaarte. Dat mij die taak werd toevertrouwd, heb ik gevoeld als een dure verplichting en als een kostelijk voorrecht. L. DE JONG Inhoud Hoofdstuk i - Paleis Noord einde 1 Overgang 6 Hoofdstuk 2 - Negentiende eeuw 11 Thorbecke 14 Doorbraak van het kapitalisme 16 Kuyper en de Savornin Lohman 23 Schaepman en de katholieken 26 De socialisten 30 Hoofdstuk 3 - De eerste wereldoorlog en zijn gevolgen 35 November ’18 40 De nawerking 47 ‘Nooit meer oorlog!’ 52 Hoofdstuk 4 - Een conservatief land 64 Modernisering der productie 79 Sociale tegenstellingen 85 Hoofdstuk 5 - De diepe crisis 105 Eerste ordening 110 De werkloosheid 114 Hoofdstuk 6 - Hitler’s opkomst 131 Van Braunau naar München 136 Van München naar Berlijn 144 Nederland en de Machtübernahme 151 Hoofdstuk 7 - ‘De Zeven Provinciën’ 156 Nederland en Indië 163 Hoofdstuk 8 - Colijn en de ‘aanpassing’ 178 'Aanpassing' en ordening 186 Effect op Indië 198 Hoofdstuk 9 - Het protest van links 202
klik op de pijlpunt links voor de volledige inhoud Hoofdstuk 10 - Het rechts-autoritair protest 216 Mussolini 219 Nederlandse bewonderaars 224 Rechts-autoritaire organisaties 229 ‘Landbouw en Maatschappij' 232 Katholiek fascisme 235 Fascisten-van-de-daad 242 De NSNAP’en 247 Hoofdstuk 11 - Mussert en de NSB 254 Opmars 265 Mussert naar Indië 276 Het karakter der beweging 279 De NSB en het antisemitisme 295 Mussert tussen Mussolini en Hitler 302 De NSB wordt teruggedrongen 309 Mr. M. M. Rost van Tonningen 336 Na de nederlaag van '37 342 Hoofdstuk 12 - De andere fascisten 349 Terugblik 362 Hoofdstuk 13 - ‘Das dritte Reich’ 365 Van der Lubbe en de Rijksdagbrand 372 Gelijkschakeling 387 Jodenvervolging 408 De voorbereiding der aggressie 416 Hoofdstuk 14 - Nederland en Duitsland 428 De politiek der grote mogendheden 430 De Spaanse burgeroorlog 436 Economische betrekkingen met Duitsland 438 Publieke opinie 442 De eerste vluchtelingen 446 Een internationaal vraagstuk 452 Nederlands beleid 455 Het Comité voor Bijzondere Joodse Belangen 462 Prof. dr. D. Cohen 465 Het Joodse Vluchtelingencomité 469 Na de Anschluss 477 De Reichskristallnacht 481 De eerste kampen 489 De politieke vluchtelingen 493 Duitse nationaal-socialisten in actie 506 Prins Bernhard 518 Hoofdstuk 15 - De defensie 530 De bezetting van het Rijnland (maart '36) 536 Achterstand 543 Anschluss en Sudetencrisis (1938) 555 De crisis van lente '39 564 Het debat over het krijgsbeleid 571 Andere vormen van verdedigingsvoorbereiding 580 Hoofdstuk 16 - Van Colijn naar De Geer 590 De zaak-Oss 595 De val van Colijns vierde kabinet 597 Zes weken crisis 600 De SDAP 603 De Geers formatie 607 De minister-president 612 De overige ministers 617 Het Duits-Russisch bondgenootschap 632 De CPN 636 Mobilisatie 641 Oorlog 651 Bijlage - De Nederlandse kabinetten 1918-1939 655 Lijst van illustraties 661 Lijst van kaarten 664 |