![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
|
|
![]() Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding |
|
Boeknummer | : | 00386 |
---|---|---|
Titel | : | Het jaar in woord en beeld 1988 |
Auteur(s) | : | Diverse |
Verschijningsjaar | : | 1988 |
Beschrijving | : | Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1988 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1987 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorbericht 5-6 Chronologie van het jaar 1987 7-16 ALFABETISCH GEDEELTE 17-323 COMPENDIUM Necrologie 324-325 Bevolkingsgegevens Nederland 326 Bevolkingsgegevens België 327 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 328-335 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 336-338 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 338 Lijst van afkortingen 339-341 Medewerkende instellingen en fotoverantwoording 342 REGISTER 343-359 VOORBERICHT De ontspanning tussen de beide grootmachten, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, werd in 1987 voortgezet en vond haar bekroning in de ondertekening van het verdrag tot beperking van de middellange afstandsraketten (INF-akkoord), waarvoor de Russische partijleider Gorbatsjov naar Washington kwam. Het door Gorbatsjov in de Sovjet-Unie op gang gezette proces van meer openheid (glasnost) en politieke en economische hervormingen (perestrojka) werd in intellectuele en artistieke kringen daar enthousiast ontvangen en uitgedragen, maar stuitte binnen het militaire en partij-apparaat op taaie weerstand. De Sovjetrussische betrokkenheid bij Afghanistan bleef ook in 1987 voortduren, maar het werd uit verklaringen van de regering in Moskou duidelijk dat men op korte termijn een oplossing wilde vinden die een terugtrekking van de Sovjettroepen mogelijk zou maken. In de Verenigde Staten bleef de schaduw van de geheime wapenleveranties aan Iran boven president Reagan en zijn naaste medewerkers hangen. De publikatie van twee rapporten, één van een door de president zelf ingestelde commissie en één van een door het Congres benoemde commissie, deed de twijfel aan de bekwaamheid en integriteit van de president en zijn persoonlijke staf alleen maar toenemen. De presidentsverkiezingen van 1988 wierpen hun schaduwen vooruit in de vorm van voorverkiezingen in enkele staten, waarbij echter nog geen duidelijke kanshebber naar voren kwam. In Midden- Amerika lanceerde de Costaricaanse president Arias Sanchez een vredesplan dat hem de Nobelprijs voor de vrede opleverde en deze ‘achtertuin’ van de Verenigde Staten een nieuwe periode van samenwerking en nationale verzoening zou moeten geven. In Suriname werd de terugkeer naar democratischer verhoudingen in gang gezet door algemene verkiezingen die overtuigend gewonnen werden door de burgerlijke partijen, waarmee een einde leek te komen aan de overheersende invloed van de militairen op het politieke leven. In Argentinië bleven de militairen zich roeren, zij het zonder veel gevolgen voor de regering van president Alfonsin, maar zijn positie werd wel verzwakt door de grote verkiezingswinst van de peronisten ten koste van zijn eigen Radicale Partij. In Chili wist president Pinochet zich te handhaven en hij leek zijn positie verder te versterken. In Haïti moesten algemene verkiezingen uitgesteld worden na gewelddadige acties van aanhangers van de verdreven president Duvalier. De Filippijnse president Aquino bleef beperkt in haar politieke mogelijkheden. Van de door haar in het vooruitzicht gestelde politieke maar vooral sociale hervormingen kon door tegenwerking uit geheel verschillende hoeken nog niet veel gerealiseerd worden, wat haar geloofwaardigheid verder ondermijnde. In Zuid-Korea koos de bevolking via een referendum met overgrote meerderheid voor een nieuwe grondwet die voorziet in democratischer verhoudingen in de toekomst. De in de Volksrepubliek China enige jaren geleden in gang gezette liberalisering werd voortgezet. De verjonging van het staats- en partijkader ging verder. In de autonome regio Tibet vonden gewelddadige demonstraties plaats tegen de Chinese aanwezigheid en er werd de terugkeer van de geestelijke leider, de dalai lama, geëist. In India bleven de tegenstellingen tussen Sikhs en Hindoes het politieke leven beïnvloeden en er was sprake van een verdere verzwakking van de positie van premier Gandhi. Het land raakte ook directer betrokken bij de conflicten tussen Tamils en Singalezen op Sri Lanka door een akkoord dat tussen de regeringen van beide staten werd gesloten dat o.a. voorzag in interventie van Indiase troepen in de strijd op het eiland. In de vele conflicten en problemen in het Midden-Oosten was een verdere internationalisering en polarisering te onderkennen. Doordat als gevolg van de oorlogshandelingen tussen Iran en Irak de vrije doorvaart in de Perzische Golf in gevaar kwam, besloten de westerse mogendheden onder aanvoering van de Verenigde Staten marine-eenheden naar het gebied te zenden. In de situatie in Libanon veranderde weinig in positieve zin en in Israël waar de verdeeldheid binnen de regering over het te voeren beleid met betrekking tot de Arabische buurlanden aanhield, kwamen de Palestijnse inwoners, met name in de Gazastrook, in toenemende mate in conflict met Israëliërs. De verdeeldheid binnen de Palestijnse bevrijdingsorganisaties werd opgeheven. In Tunesië werd president Bourguiba wegens hoge leeftijd afgezet. Premier Thatcher van Groot-Brittannië wist door een indrukwekkende verkiezingsoverwinning haar positie, in zowel binnen- als buitenland te verstevigen. Het politieke bedrijf in de Bondsrepubliek Duitsland kwam in opspraak door de zelfmoord van premier Barschel van Sleeswijk-Holstein die beschuldigd werd van malicieuze praktijken tegenover zijn politieke tegenstanders. In Frankrijk kwamen de politieke verhoudingen meer en meer in het teken te staan van de naderende presidentsverkiezingen. Oostenrijk bleef in de internationale aandacht door het oorlogsverleden van zijn president Waldheim. Een gebeurtenis die vergaande gevolgen voor vrijwel alle landen maar zeker voor de westerse industrielanden had, was de spectaculaire val van de koersen van de aandelen op de beurs in Wall Street, vrijwel onmiddellijk gevolgd door dalingen in andere belangrijke financiële centra. De eveneens aanhoudende daling van de koers van de dollar bracht de westerse landen er toe het topoverleg over een gemeenschappelijke aanpak van de gevolgen te intensiveren. In Nederland bleef de politieke discussie geconcentreerd op de bezuinigingen bij de overheid en in de sociale sector en de aanpak van de werkloosheid. Gebeurtenissen van persoonlijke aard die de aandacht trokken, waren de ontvoering van de topman van het Aholdconcern Gerrit Jan Heijn en het overlijden van de socialistische voorman en oud-premier Joop den Uyl. In België trachtte de regering het belang van het economische herstelbeleid in te roepen om de groeiende Vlaams-Waalse tegenstellingen, culminerend in de kwestie Voeren, te bezweren. De mislukking van die poging leidde in het najaar tot de val van de regering. Bij de vervroegde parlementsverkiezingen behield het ontslagnemende kabinet een zo nipte meerderheid dat een coalitiewisseling en een lange formatieperiode zo goed als onvermijdelijk waren. Een wekenlange mijnwerkersstaking kon de gedeeltelijke sluiting van de Kempense Steenkolenmijnen niet beletten en ook de Belgische spoorwegmaatschappij maatschappij was aan een strenge sanering toe. Vóór de haven van Zeebrugge kwamen tientallen mensen om bij het kapseizen van een veerboot. DE REDACTIE |
Medium | : | Jaarboek |
Taal | : | Nederlands |
Uitgever | : | Elsevier Amsterdam/Brussel |
Aantal pagina's | : | 360 |