HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

 → 
 →  [Boeknummer 00432]
 

 
Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Boeknummer : 00432
 
Titel : Volksgebruiken in Nederland
Auteur(s) : J.L. de Jager
Verschijningsjaar : 1981
Beschrijving : Volksgebruiken in Nederland, een nieuwe kijk op tradities

Inhoud
6 Woord vooraf
9 Inleiding

DEEL 1: DE LEVENSCYCLUS
24 Geboorte
39 Vrijen en trouwen
68 Dood en begrafenis

DEEL 2: DE JAARKALENDER
83 Oud en nieuw
87 Driekoningen
91 Carnaval
100 Palmzondag
104 Pasen
110 Meifeest
115 Luilak
117 Pinksteren
120 Kermis en jaarmarkt
126 Oude en nieuwe gebruiken
138 Sint-Maarten
142 Sinterklaas
152 Kerstmis

156 Register
159 Literatuurlijst
160 Illustratieverantwoording


Woord vooraf
In de eerste helft van de 19de eeuw, toen definitief duidelijk was geworden dat Nederland zijn grootste glorie al gehad had; toen de nationale cultuur steeds
dieper geïnfiltreerd raakte door die van de grote landen om ons heen; toen het Sociale Vraagstuk zich begon aan te dienen en toen de vermaledijde zuidelijke
provincies zich uit het Groot-Nederlandse Verband wilden losmaken, kwam de heer H.B. Warnsinck, kleermaker te Amsterdam, met het voorstel van een nationale klederdracht.
Heel Nederland moest zich zoals op bijgaande prent kleden, teneinde eensgezind en zelfbewust de verloedering van de natie tegen te gaan. Het idee is van een perplexe
eenvoud en eenmaal uitgevoerd zou het adembenemende taferelen hebben opgeleverd. In de Kalverstraat, op het Damrak, in het Centraal Station, in de treinen naar
Oost-Groningen en Zuid-Limburg, in de seinhuisjes, ja in de vliegtuigen die men boven zich weet - overal gelijk geklede mensen.
Het voorstel van de heer Warnsinck is weggelachen natuurlijk, weinigen namen het serieus; maar toch is het minder dwaas dan het lijkt: in overdrachtelijke zin wordt het
immers voortdurend ten uitvoer gebracht. Wetenschapsmensen en sociale commentatoren trekken - de eersten wat minder gretig dan de laatsten - de Nederlandse bevolking
uiteindelijk een en hetzelfde pakje aan wanneer zij die aan een onderzoek onderwerpen of bespreken. Dat is ook in dit boek gebeurd, en daarvoor is de spotprent op vol-
gende pagina opgenomen, als waarschuwing en ten dele ook als excuus.
Omdat dit boek over Nederland gaat heb ik automatisch alle Nederlanders een rood-wit-blauwe hoed opgezet en iedereen in het buitenland een zwarte.
Daaruit kan licht de indruk ontstaan dat Nederlanders alleen Nederlanders zijn en verder niks; maar dat is uiteraard niet juist. Wat hieronder wordt beschreven is
grotendeels ook van toepassing op onze naburen; minstens op onze naburen. Verder heb ik de Nederlanders onderling een pakje aangetrokken dat, zo niet qua snit en
materiaal, dan toch qua kleur hetzelfde is. Allerlei minderheden bijvoorbeeld konden hier om praktische redenen niet ter sprake komen en wat de resterende ‘massa’ betreft:
ik heb weliswaar geprobeerd zoveel mogelijk te differentieren naar godsdienst, sekse, sociale klasse, regio en tijdvak, maar soms werd me dat te gecompliceerd
en moest ik, omwille van de grote lijn, voorkomende verschillen onvermeld laten en soms ontbraken mij eenvoudig de vereiste gegevens om te kunnen bepalen of er niet meer
verschillen bestonden dan die ik kende. - Ik gebruik dus herhaaldelijk ‘men’ en ‘vroeger’.

Het materiaal van dit boek komt voornamelijk uit andere boeken; dat moet hier duidelijk worden gesteld. Als een scharrelkip heb ik allerlei cultuurhistorische en
volkskundige verhandelingen doorgewerkt en het is te hopen dat ik daarbij de juiste graantjes heb opgepikt. Een uitvoerige bronvermelding evenwel stond de aard van deze
uitgave niet toe en zou trouwens ook bijna ondoenlijk zijn geweest. Wanneer ik al precies had kunnen uitmaken waar een bepaald feit of een bepaalde beschrijving
het eerst werd vermeld - wat dikwijls niet lukte - zou haast elke zin een verwijzing hebben gekregen en een notenapparaat zijn ontstaan dat in verhouding veel te veel
bladzijden opeiste. Ik heb niettemin hier en daar een verwijzing opgenomen en voor het overige wil ik volstaan met een uitvoerige literatuurlijst achter in het boek plus
een expliciete vermelding van mijn voornaamste bronnen.

De meeste historische gegevens heb ik geput uit:
De Volksvermaken (1870) van Jan ter Gouw, Het Oud-Hollandsch Huisgezin der zeventiende eeuw (1903) door G.D.J. Schotel en Het Huiselijk Leven onzer Voorouders (1931) door
L. Knappert.
Algemene informatie omtrent volksgebruiken heb ik uit:
Nederlandsche Volkskunde (1915-1916) door J. Schrijnen, Het Folkloristisch Woordenboek (1974) door K. ter Laan, Nederlandse Volksgebruiken bij Hoogtijdagen (1978) door
C.C. van de Graft; en wat de hedendaagse ‘folklore’ betreft: Levend Volksleven (1961) en Onze Folklore (1980), beide van de hand van S J. van der Molen.
Voor het onderwerp ‘geboorte’ heb ik vooral gebruik gemaakt van het artikel Oud-Vaderlandse Kraamgebruiken (1957) van T. Delemarre;
voor het onderwerp ‘vrijen en trouwen’: Van Vrijen en Trouwen (1890) door N. de Roever en Van Vrijen en Trouwen op 't Boerenland (1939) door DJ. van der Ven;
voor het onderwerp ‘dood en begrafenis’: Dodenbezorging en Cultuur (1947) van J.J. Fahrenfort en C.C. van de Graft, en De Geschiedenis van de Laatste Eer in
Nederland (1970) door H.L. Kok.
De gegevens die door dezen en anderen zijn aangedragen, zijn verwerkt in een theoretisch perspectief dat aan de socioloog Norbert Elias is ontleend, en worden betrokken op
inzichten van de historici Phillipe Ariès en Edward Shorter. Ik moet bekennen dat ik tot een dergelijke aanpak ben gekomen door een artikel van de cultureel-antropoloog
Anton Blok, genoemd Achter de coulissen in zijn boek Antropologische perspectieven (1977).
Mijn hartelijke dank gaat uit naar de heer J.C. Nix van de Atlas van Stolk en naar alle medewerkers van de afdeling foto-documentatie van Het Nederlands Openluchtmuseum
voor hun hulp bij het verzamelen van het beeldmateriaal; naar J.J. Voskuil, A.J. Dekker en J. Helsloot, medewerkers van het P. J. Meerstens-instituut in Amsterdam, voor hun
literatuur-informatie en vooral naar de cultureel-antropoloog Jojada Verrips voor zijn commentaar op het manuscript van dit boek.
Diemen, 31 oktober 1980
 
Medium : Boek
Taal : Nederlands
Uitgever : Het Spectrum Utrecht/Antwerpem
Aantal pagina's : 160
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 
Record aangepast: 03 februari 2022