HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

Heemkundekring 'Op de Beek' Beeldbank Bibliotheek Zoekresultaat

Aantal gevonden publicaties : 19   (uit: 638)


Uitgebreid zoeken
Gesorteerd op:  Boeknummer

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

1. Boeknummer: 00018  
Van Houtse Akker tot de Hoge Moer. Een inventarisatie van de collectie Jac. Verhagen. Erfgoedrapport Breda nr. 94
Historie -- Breda, algemeen           (2012)    [drs. R.A. Houkes]
Van Houtse Akker tot de Hoge Moer.

Voorwoord
Dit rapport van drs. Rob Houkes heeft een lange voorgeschiedenis. Zo'n tien jaar geleden was het één van de doelstellingen van het Provinciaal Depot Noord-Brabant om
particuliere archeologische collecties te monitoren om te voorkomen dat deze versnipperd zouden raken. Immers de generatie amateurarcheologen die in de jaren '50 en '60
belangrijke vondsten hadden gedaan begon op leeftijd te raken. Vanaf dat moment was Jac. Verhagen in beeld. Het belang van zijn collectie was onder meer door zijn
uitgave van 'Prehistorie en vroegste geschiedenis van West-Brabant.' uit 1984, in archeologisch Brabant al bekend.
Door de inzet van Gérard de Laat, Barbera Putters en Nobert Verhagen, de zoon van Jac., is deze collectie, inclusief de nauwgezette documentatie, behouden gebleven. Jac.
had overigens een vooruitziende blik door het in de jaren '90 al te legateren aan het Breda's Museum, maar dat was niet bij alle belanghebbenden bekend.
Door een goede samenwerking met het Breda's Museum, in de persoon van directeur Jeroen Grosfeld, kon het materiaal opgeslagen en verwerkt worden in het archeo-
logisch depot van de Gemeente Breda. Tenslotte heeft Johan Hendriks, hoofd van het toenmalige Bureau Cultureel Erfgoed, zich sterk gemaakt voor de financiering van dit
project.
Een apart woord van dank nog voor de tekenaars van het vuursteen en aardewerk, Hen Brekelmans en John Harmanus. Hen heeft het eindresultaat niet meer kunnen
meemaken, maar hij zou er trots op zijn geweest.
We hebben hiermee aan de wensen van Jac. voldaan; een toegankelijke en adequaat beheerde collectie, onvervreemdbaar en te gebruiken voorwetenschappelijke en
educatieve doeleinden.
Medewerkers Erfgoed, Afdeling Ruimte

Gemeente Breda;  
 

2. Boeknummer: 00020  
Cultuurhistorische Landschapsinventarisatie Gemeente Breda
Historie -- Erfgoed Breda           (2006)    [dr. K.A.H.W. Leenders]
Cultuurhistorische Landschapsinventarisatie Gemeente Breda. Erfgoedrapport Breda nr. 1

TEN GELEIDE
Weten waar je het over hebt. Eenieder die zo’n uitspraak hoort zal dat direct beamen. Soms tegen beter weten in. Natuurlijk zijn er sommige plannenmakers
en ontwerpers die doen alsof ze een tabula rasa in de schoot geworpen hebben gekregen, een leeg veld dat ze mogen bombarderen met doosjes van allerlei aard
en formaat. Maar ik wil niet geloven dat zij dat doen óndanks hun kennis van de historie van dat gebied. Het is wel makkelijk natuurlijk, net doen alsof alles wat
er ooit was geen waarde meer vertegenwoordigt; alsof het verleden geen enkele waarde heeft voor de toekomst.
Gelukkig is het tij aan het keren. Het Rijk probeert, via financiële middelen uit het Belvédère project, het verleden als aanknopingspunt aan te bieden voor mo-
derne ontwikkelingen. ‘Behoud dóór ontwikkeling’ wordt dat genoemd. En er zijn best veel projecten die Belvédère gelden mogen ontvangen, zodat mét dat geld
het verleden een plek krijgt in een nieuwe situatie. Laten we hopen dat het hier om een overgangsfase gaat; dat overeen aantal jaren het Rijk niet meer met een
vette geldbuidel hoeft te zwaaien om plannenmakers en projectontwikkelaars zover te krijgen dat ze überhaupt rekening houden met het verleden; dat er een
tijd komt waarin het verleden écht een rol krijgt in de ruimtelijke ordening.
Maar daar is wel wat voor nodig: kennis. De gemeente Breda is begonnen met een algehele inventarisatie van haar cultuurhistorisch erfgoed. Vóór 2010 willen
we echt weten welke gebouwen monument waardig zijn en willen we ook een beter inzicht te hebben in datgene wat vanuit een (heel) ver verleden aan onze bodem
is toevertrouwd en al datgene waarvan we nu niets meer merken. De bijdrage van dr. Karel Leenders kan dan ook nauwelijks overschat worden. Hij brengt in het
kader van dit ‘wetenschapsbeleid’ de inventarisatie van het cultuurhistorische landschap voor het voetlicht, waarbij en passant het historische landschap wordt
gereconstrueerd en bovendien wordt aangegeven wat er nog van de cultuurhistorische landschapselementen als relict bewaard is gebleven. Al deze gegevens
zijn niet alleen op schrift gesteld, maar ook op twee cd-roms op Gis-basis meegeleverd. Betekent dit nu dat de plannenmakers er met dit werk vandoor kunnen
gaan? Neen. Want Leenders geeft geen waarden oordelen. Hij zegt niet welk element belangrijker is en welk relict wel kan worden opgeruimd. Dat is een taak die
aan de beleidsmakers voor het erfgoed is voorbehouden. Eén ding staat echter als een paal boven water: zonder deze inventarisatie was die taak nauwelijks te
volbrengen. Want lang niet iedereen weet wat er allemaal (nog) is.
Johan Hendriks
Hoofd Bureau Cultureel Erfgoed
Vakdirectie Cultuur

Gemeente Breda. Vakdirectie Cultuur;  
 

3. Boeknummer: 00021  
Bredase akkers eeuwenoud
Historie -- Erfgoed Breda           (2004)    [Redactie o.l.v. C.W. Koot, R. Berkvens]
Bredase akkers eeuwenoud. 4000 jaar Bewoningsgeschiedenis op de rand van zand en klei. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 102. Erfgoedstudies Breda nr 1. Met CD

Voorwoord
In Breda, dat bekend staat als de stad van de Nassaus, is nog veel historie in het stadsbeeld herkenbaar. Breda-West daarentegen is de laatste jaren door grootscha-
lige nieuwbouwprojecten en de aanleg van nieuwe infrastructuur als de HSL en de verbreding van de Al 6 volledig veranderd. Van oorsprong was dit gebied sterk
agrarisch. Het Bredase landschap was het resultaat van een eeuwenlang verfijnd samenspel tussen de boer, zijn dieren, de natuur en het milieu. In de twintigste
eeuw veranderde het landschap in een tuinbouwgebied en tenslotte in een bedrijventerrein. Namen als Steenakker, Huifakker, Emerakker en Kesteren, die al voor-
komen vanaf de Middeleeuwen, vertellen over het ontstaan en het gebruik van het landschap. En voor wie er nog oog voor heeft, geven deze namen blijk van een le-
vend verleden.

Het is de verdienste van Guido van den Eynde - van 1984 tot en met 2001 stadsarcheoloog van Breda - dat de opgravingen in een betrekkelijk korte tijdsspanne
zijn uitgewerkt en in boekvorm kunnen verschijnen. Toen er begin jaren negentig plannen waren om in Breda-West nieuwe bedrijventerreinen te ontwikkelen, greep
hij de gelegenheid aan om onderzoek te doen naar het bodemarchief in het buitengebied. Het gemeentebestuur toonde zich ten volle bewust van zijn verantwoorde-
lijkheid voor het Bredase culturele erfgoed door deze opgravingen mogelijk te maken. In een prijzenswaardige en enthousiaste samenwerking met talloze vrijwilli-
gers van binnen en buiten onze gemeente, met studenten van verschillende universiteiten en archeologen van onze eigen afdeling archeologie zijn de opgravingen
uitgevoerd. De zo vele handen die zijn uitgestoken om het onderzoek tot een goed resultaat te brengen, tonen aan dat geschiedenis leeft in onze gemeenschap.

De resultaten van het onderzoek waren boven verwachting. Archeologisch was er tot op heden weinig bekend over de vroegste bewoningsgeschiedenis van het weste-
lijk deel van de provincie Noord-Brabant. Deze kennislacune was vooral te wijten aan het tot voor kort vrijwel ontbreken van archeologisch nederzettingsonderzoek
in deze regio. De opgravingen in Breda-West, waarbij nederzettingssporen vanaf de Midden Bronstijd tot in de Late Middeleeuwen zijn aangetroffen, vormen een
eerste belangrijke aanzet voor de opvulling van deze gesignaleerde lacune en illustreren duidelijk het archeologisch potentieel van de regio. Dankzij de resultaten
van de opgravingen in Breda-West kan de kennis van de geschiedenis van Breda nu in één klap met meer dan 3000 jaar worden uitgebreid. Dit onderzoek stelt ons
in staat om een boeiend inzicht te geven in het leven van zijn bewoners vanaf de prehistorie tot in de Late Middeleeuwen. De betekenis daarvan reikt tot ver buiten
de grenzen van onze gemeente. Negen jaar na het begin van de opgravingen in de omgeving van het NAC-stadion op Emerakker is het tijd voor een publicatie over
de archeologische vondsten die in Breda-West zijn gedaan.

De grootschalige nieuwbouw en infrastructuur in het westen van Breda betekenden een forse aantasting van het oude cultuurlandschap. De archeologische begeleiding
hiervan vormde enerzijds een enorme uitdaging voor de archeologische monumentenzorg en anderzijds een mogelijkheid om de achterstand in de archeologische ken-
nis over de bewoningsgeschiedenis van West-Brabant in te lopen. Het werk is echter nog niet af. Op sommige plaatsen kan en moet nog verder onderzoek worden ver-
richt. Dat vraagt tijd, geld en energie. Op andere plaatsen is het mogelijk om het archeologisch erfgoed te behouden en te beschermen, zodat het als een bron van
kennis bewaard blijft. Daarnaast dient een zichtbaar en herkenbaar verleden ook als bron van inspiratie en is het een reden om trots op te zijn voor de mensen die
er nu wonen en werken. Het verrassend rijke bodemarchief dat tevoorschijn is gekomen tijdens de opgravingen, vraagt om een coherente visie voor het onderzoek
van bedreigde vindplaatsen in de toekomst. Daarbij dienen beheer en onderzoek binnen een regionaal kader te worden geplaatst waarbij het cultuurlandschap het
uitgangspunt is.

Dit boek is ook een blijk van de rijke geschiedenis van Breda en het maakt onze gemeente nog meer tot een bijzondere woonplaats met een bijzonder karakter. Ik
wens U veel genoegen bij het lezen van deze belangwekkende publicatie die hopelijk gevolgd zal worden door een vervolgpresentatie van de resultaten van het ver-
dere archeologische onderzoek in onze gemeente. De geschiedenis van Breda-West en de mensen die er geleefd hebben is hierbij vastgelegd. Dat is van belang voor
hen die al tijden hier wonen, maar ook voor alle nieuwkomers. Het biedt een mogelijkheid om zich hier verder thuis te voelen.

Drs. A.C.A.M. Adank
Wethouder Economische zaken, Cultuur en Grondbedrijf, gemeente Breda

Gemeente Breda Breda/Rijksdienst voor het Oudheidkunidg bodemonderzoek;  
 

4. Boeknummer: 00025  
Breda door de eeuwen heen
Historie -- Breda, algemeen           (1996)    [Gemeentearchief Breda]
Breda door de eeuwen heen

Het gemeentewapen van Breda is rood met drie schuinkruisjes van zilver. Het schild wordt aan de
achterzijde vastgehouden door een engel en aan weerszijden door twee leeuwen. Het geheel is geplaatst op
een burcht in natuurlijke kleuren.
Het rode wapenschild met de drie zilveren schuinkruisjes komt voor het eerst voor in 1203 op het zegel van Godfried
van Schoten, heer van Breda. Het is waarschijnlijk een geslachtswapen of familiewapen geweest. De schild-
houders dateren van latere tijd.
De gemeentevlag van Breda is een rode vlag met op het midden drie witte schuinkruisjes. Bij bijzondere
gelegenheden kan er boven deze vlag een oranje-wit-blauwe wimpel gehesen worden.

BREDA STAD...
De naam Breda komen we voor het eerst tegen in een oorkonde uit 1125. De naamsverklaring
is simpel: een gehucht aan de brede rivier de Aa, dus Breda. Een oorkonde uit 1198
vermeldt een castellum, een primitief kasteel. Een bijzonder jaartal is 1252. Breda krijgt
dan stadsrechten van Hendrik IV van Schoten. Het jaar 2002 wordt dus zeer bijzonder
voor Breda!

Afdeling Communicatie Bestuursdienst Gemeente Breda;  
 

5. Boeknummer: 00027  
Definitieve uitslagen Gemeenteraadsverkiezingen 27 november 1996
Overheid -- Verkiezingen           (1996)    [Bestuursdienst Gemeente Breda]
Definitieve uitslagen Gemeenteraadsverkiezingen 27 november 1996

Inhoud
Tabel
1. Uitslagen verkiezingen gemeenteraad 1994 en 1996
2. Toewijzing zetels Gemeenteraad Breda 1996
3. Procentuele verdeling van de uitgebrachte geldige stemmen per wijk over de politieke partijen Gemeenteraadsverkiezingen 1996 en 1994)
4. Verdeling van de uitgebrachte geldige stemmen per stemdistrict over de politieke partijen (Gemeenteraad 1996)
5. Procentuele verdeling van de uitgebrachte geldige stemmen per stemdistrict over de politieke partijen (Gemeenteraad 1996)
6. Het totaal aantal uitgebrachte stemmen en de opkomstpercentages per stemdistrict (Gemeenteraad 1996)
7. Procentuele verdeling van de uitgebrachte stemmen over de politieke partijen in Breda (Gemeenteraad vanaf 1962)
8. Zetelverdeling Gemeenteraad Breda vanaf 1962)
9. Uitgebrachte stemmen en opkomst Gemeenteraadsverkiezingen vanaf 1962 te Breda
10. Uitgebrachte stemmen en opkomst Gemeenteraadsverkiezingen 1996 per wijk
11. Koncentratiegetallen per wijk (Gemeenteraad 1996)
12. Aantal uitgebrachte stemmen per partij per kandidaat,
Gemeenteraadsverkiezingen Breda 1996
Bijlagen
Betekenis afkortingen
Kaart wijken Breda

Gemeente Breda;  
 

6. Boeknummer: 00028  
Het nieuwe Breda, eenheid in verscheidenheid.
Annexatie -- Annexatie 1997.01.01           (1996)    [Afdeling BMO]
Het nieuwe Breda, eenheid in verscheidenheid. Vergaderverslag begeleidingsraad

Notulen van de vergadering van de begeleidingsraad van de gemeenten Nieuw-Ginneken,
Prinsenbeek, Teteringen en Breda, gehouden op 25 september 1996 te Breda.
AGENDA
1. Opening
2. Perspectiefnota met convenant als bijlage.
3. Ontwikkeling personele situatie en hoe verder.
4. Rondvraag

AANWEZIG:
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN:
MEVROUW A. BAX-BROECKAERT (BURGEMEESTER, LID PROJECTCOLLEGE), DE
HEREN B.C. MARTENS, G. POSTHUMA, I. ROPS, P.H.M. TEUNISSEN, MEVROUW A.
VONK, DE HEREN J.C. VAN DER WESTERLAKEN, P. VAN YPEREN, B. ZWUNENBURG.

GEMEENTE PRINSENBEEK:
DE HEREN F.J.J.M. VAN GEEL, M.L. GEUZE, MEVROUW A.J.H.W.HOELEN-LAMERS,
DE HEREN A.J.G. OOMEN, B.G.C. SCHREINER, C.J.G.M. DE VET (BURGEMEESTER,
LID PROJECTCOLLEGE).

GEMEENTE TETERINGEN:
DE HEREN A.H.A. VAN DEN BERG (BURGEMEESTER, LID PROJECTCOLLEGE),
A.A.J.M. BRAAT, A.C. VAN CASTEREN, A.A.A.J.M. PRINCE, C.M.S. VERSTEGEN.

GEMEENTE BREDA:
DE HEREN A.C.A.M. ADANK, MEVROUW M.P. HEERKENS, DE HEREN E.J.M. DE
LEEUW, N.G.M. VAN OS (LID PROJECTCOLLEGE), B. OUWERKERK (SECRETARIS
PROJECT-COLLEGE), C.G.J. RUTTEN (BURGEMEESTER, VOORZITTER PROJECT-
COLLEGE), W.J.G. SCHRÖDER, J.P.W.A.A.M. TAKS, C.J. VERPAALEN.

AFWEZIG:
DE HEREN J.S. ADRIAANSEN, (GEMEENTE TETERINGEN), E. DE BRUUN, W.P. VAN
DONGEN, J.C.A.M. GIELEN, F.J.W. HEEREN (ALLEN GEMEENTE BREDA), J.V. VAN
DER HILST (GEMEENTE PRINSENBEEK), J.N.P. JOOSEN (GEMEENTE TETERINGEN),
MEVROUW J.M.C. KOKX, DE HEER H.J.F. VAN RAAK (BEIDEN GEMEENTE BREDA).

1. OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur.

De VOORZITTER
Ik heet u allen bijzonder hartelijk welkom. Het verheugt mij dat u de moeite hebt genomen om
hierheen te komen. Ik wil u melden dat er enkele berichten van verhindering zijn, te weten mevrouw
Kokx en de heren Van Raak, Van der Hilst en Adriaansen. Deze verhinderingen zijn in ieder geval
gemeld. De anderen verwachten wij eventueel nog. Zij kampen wellicht met een parkeerprobleem.
Het spijt ons dat wij u niet hebben gemeld dat u hier het terrein had kunnen oprijden. Sommigen
hebben dat toch geprobeerd en zij hebben geluk gehad. Anderen staan geparkeerd op andere plaatsen
in deze stad. Wij hebben vanochtend aan de pers medegedeeld dat het wegsleepbeleid iets is
gemitigeerd, dus u zou geluk kunnen hebben. Dit was de opening van deze bijeenkomst. Laat ik
nog even vertellen waarom wij hier bij elkaar zitten. Zoals u weet is er in het kader van de herin-
deling een projectcollege, dat bestaat uit de zittende burgemeesters van de vier gemeenten. Voor
Breda heeft men een ietwat andere constructiebedacht. Wethouder Van Os is de vertegenwoordiger
van Breda en men heeft mij gevraagd om een soort onafhankelijke voorzitter van het projectcollege

Gemeente Breda;  
 

7. Boeknummer: 00029  
Het nieuwe Breda, eenheid in verscheidenheid.
Annexatie -- Annexatie 1997.01.01           (1996)    [Projectcollege Breda, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Teteringen]
Het nieuwe Breda, eenheid in verscheidenheid. Perspectiefschets na de herindeling en convenant integratie gemeenten

1. Inleiding
Per 1 januari 1997 zullen de gemeenten Breda, Prinsenbeek, Teteringen, een groot deel van de gemeente Nieuw-Ginneken (de kernen Bavel en Ulvenhout) en een deel van de
gemeente Rijsbergen (bedrijventerrein Hazeldonk) worden samengevoegd tot een nieuwe gemeente Breda. Als gevolg van deze samenvoeging zal de gemeente Breda met
een inwonertal van ca 160.000 en een gemeentelijk budget van bijna 1 miljard gulden per jaar de achtste stad van Nederland worden. Op 27 november 1996 zullen de inwoners
van de vier gemeenten de gemeenteraad voor de nieuwe gemeente Breda kiezen. De vier colleges zijn met elkaar overeengekomen dat een perspectiefschets zal worden opgesteld
die als uitgangspunt kan worden gehanteerd voor het beleid van de nieuwe gemeente Breda. Deze notitie is bedoeld als die perspectiefschets.

Breda
De oude vestingstad Breda is ontstaan aan de samenloop van de Mark en de Aa of Weerijs. De geschiedenis van de stad gaat terug tot voor 1125. Het kleine stadshart werd
in de veertiende eeuw door muren en wallen omringd. In dat stadshart is de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk met zijn toren van 98 meter nog steeds dominant in de wijde
omgeving. Ook nadat de wallen tussen 1870 en 1890 waren geslecht was de groei van Breda nauwelijks mogelijk: de grenzen van de gemeente vielen praktisch samen met het
vroegere gebied binnen de wallen. Uitbreiding vond wel plaats maar steeds op het grondgebied van de omliggende gemeenten. Pas na de herindelingen van 1927, 1942,
1961 en 1976 kreeg Breda de ruimte voor een zeer sterke groei. Die groei werd bevorderd door de ligging van de stad aan de belangrijke verkeersverbindingen A-16, A-
27 en A-58 en door de regionale centrumpositie die de stad vervulde. De centrumpositie van Breda werd door de rijksoverheid erkend met de aanwijzing tot groeistad en later tot
regionaal stedelijk knooppunt.
De geschiedenis van de groei en ontwikkeling van Breda is tegelijkertijd het verhaal van het geleidelijk afkalven en de uiteindelijke opheffing van de drie andere gemeenten als
zelfstandige bestuurlijke eenheden.

Nieuw-Ginneken
De gemeente Nieuw-Ginneken werd gevormd nadat in 1942 een groot deel van de gemeente Ginneken en Bavel (o.a. het dorp Ginneken) bij Breda was gevoegd. In
Nieuw-Ginneken liggen de kerkdorpen Ulvenhout en Bavel en de kleine kernen Galder en Strijbeek. Een groot deel van de gemeente bestaat uit natuurgebieden, het Annabos,
de Strijbeekse Heide, het Ulvenhoutse bos, de Goudberg. Door de autoweg Tilburg - Breda (de A58) wordt de gemeente in tweeën gesneden. Bij de herindeling wordt ook
het grondgebied van de gemeente in tweeën gedeeld. Het gebied ten zuiden van de A58 wordt dan samengevoegd met de gemeente Chaam.

Prinsenbeek
Ook de gemeente Prinsenbeek is ontstaan als gevolg van de herindeling van 1942. Toen werd Princenhage toegevoegd aan Breda en een nieuwe gemeente gevormd rond het
kerkdorp Beek. In 1951 kreeg deze gemeente de naam Prinsenbeek. In 1976 verloor Prinsenbeek ook het gebied Haagse Beemden-Oost aan Breda. Prinsenbeek wordt ge-
kenmerkt door een wisseling van landschap. Het gehele poldergebied en met name het boezemgebied langs de Mark wordt gezien als een pleisterplaats voor waterwild.
Daarnaast bevindt zich in Prinsenbeek ook een belangrijke glastuinbouw.

Teteringen
In 1995 vierde de gemeente Teteringen haar 200-jarig bestaan. De zelfstandigheid werd in 1795 door Teteringen afgekondigd, nadat een verzoek om betere bescherming vanuit
Breda niet werd gehonoreerd. In de loop van de 19e eeuw kwam Teteringen steeds meer onder de invloed van de stad doordat de uitleggebieden buiten de gemeentegrenzen aan
de stad werden toegevoegd. In deze eeuw verloor Teteringen bij drie herindelingen steeds een deel van zijn grondgebied aan het groeiende Breda. Tussen Breda en de kern
van Teteringen heeft Teteringen steeds een groene buffer in stand gehouden. In die groene strook is nu een golfbaan gepland.

Gemeente Breda;  
 

8. Boeknummer: 00035  
Discussienota landgoed Breda 1999.
Ruimtelijke-ordening -- Breda, buitengebied           (1999)    [Werkgroep van diviverse ambtelijke medewerkers (zie pag. 72)]
Discussienota landgoed Breda 1999. Verkenning in het kader van “Herijking Beleid Buitengebied” 1998

Voorwoord
Op 13 oktober 1998 heeft het College de projectdefinitie “herijking beleid buitengebied” vastgesteld. De voorliggende discussienota is het resultaat van dit
project, waaraan een groot aantal afdelingen binnen de gemeente heeft bijgedragen.
De discussienota kan ook worden gezien als een eerste product van het programma buitengebied en groen, zoals dat is gedefinieerd in de stadsvisie en het stadsplan. De
discussienota geeft een verkenning van de belangrijkste ontwikkelingen in het buitengebied (deel 1) en doet een voorstel voor een visie, waarin per deelgebied een
duidelijke koers wordt uitgezet die wordt vertaald in concrete projecten (deel 2).
Over deze visie zal een discussie worden aangegaan met de diverse betrokken partijen in het buitengebied.
Het buitengebied van Breda is na de gemeentelijke herindeling sterk uitgebreid. Bij de vaststelling van het stadsplan heeft de raad aangegeven dat het groen en
buitengebied extra aandacht moeten krijgen. In het buitengebied is sprake van een grote dynamiek door nieuwe ontwikkelingen die al leiden tot vernieuwing van het
rijks- en provinciaal beleid, maar ook grote invloed zullen hebben op het gemeentelijk niveau. Te denken valt aan de aanstaande reconstructie van de varkenssector, de
hoogwater- en verdrogingproblematiek, het toegenomen belang van toerisme en recreatie, de verbrede plattelandsvernieuwing, het wegvallen van sociale structuren
in de buurtschappen en de voortgaande afname van de biodiversiteit.
De landbouw als traditionele drager van het cultuurlandschap staat onder druk. De invloed van de stad op het buitengebied neemt toe. Het gaat daarbij niet alleen om
de oprukkende bebouwing, maar ook om de ruimtevraag voor infrastructuur, stadsrandfuncties, recreatie en natuurontwikkeling die tot diep in het buitengebied
merkbaar is. Als dit ongeleid gebeurt leidt het vaak tot aantasting van de kwaliteit van het landelijk gebied, waarmee ook de leefbaarheid en identiteit van de stad
indirect worden aangetast. Aan de andere kant zijn voor een vitaal landelijk gebied nieuwe dragers nodig, die voor een deel hun wortels in de stad zullen hebben.
De metafoor ‘landgoed Breda’ is gekozen om de gewenste relatie tussen de stad en het buitengebied weer te geven. Een landgoed is vanouds een economische eenheid
van landbouw, wonen en recreëren. De stichting van een landgoed vroeg investeringen uit de stedelijke economie, die het op haar beurt als een belegging zag.
De landgoederen van toen vormen de parels in het hedendaagse landschap. Het is de uitdaging om het buitengebied van Breda als een nieuw landgoed vorm te geven,
met sterke economische dragers en de vorming van een landschap waarin het ook voor komende generaties goed toeven is.

Gemeente Breda m.m.v. Bureau Bugel Hajema Amersfoort;  
 

9. Boeknummer: 00054  
Zo blijft PRINSENBEEK leefbaar voor 55+ers
Zorg -- Woonwensen ouderen Prinsenbeek           (2003)    [J.P. Van Bueren e.a.]
Zo blijft PRINSENBEEK leefbaar voor 55+ers
Eindrapport Prinsenbeek Ouderenproof 2003

Voorwoord
Met veel voldoening kunnen wij U de eindrapportage van het project 'Ouderenproof Prinsenbeek' overhandigen. Op initiatief van de Provinciale Staten is door Vitaal Grijs
Noord-Brabant in dorpen of wijken (10 a 15.000 inwoners) de evaluatie van leefbaarheid door en voor de ouderen, gestart.
Dit rapport kwam mede tot stand door de enthousiaste medewerking van zeer veel ouderen van alle leeftijden tussen 55 en 92 jaar.
Dit project geeft de wensen en behoeften aan, die de komende jaren het leven voor de 55+ers in Prinsenbeek mogelijk en aangenaam moeten maken. Zij immers weten water
nodig is om zelfstandig en toch verzorgd ouder te worden.
Alleen door hun participatie is dit een groot succes geworden. In talloze bijeenkomsten en vergaderingen is nagedacht, beredeneerd, besproken en op schrift gezet. Graag
onderstrepen wij hier dat het een uniek project is, dat alle aandacht verdient van de gemeente Breda en alle andere betrokken instanties en spreken onze dank uit voor haar
royale medewerking, zowel op ondersteunend als op financieel gebied.
Stuurgroep Ouderenproof Prinsenbeek,
P.J. Snoeker-Verboom, voorzitter

Inleiding
In het voorjaar van 2002 heeft een aantal ouderenorganisaties het initiatief genomen om te komen tot een een geïntegreerd ouderenbeleidsplan voor het dorp Prinsenbeek. Dat
moest gebeuren via een inspraaktraject in het kader van het project Ouderenproof, wat weer onderdeel is van het project Vitaal Grijs van de provincie Noord-Brabant.

Hier een overzicht van de betrokken organisaties:
-GOBO, Gezamenlijk Overleg Bredase Ouderenbonden, hierin zijn de Bredase ouderenbonden (KBO, PCOB en ANBO) verenigd, het GOBO heeft als belangenorganisatie een duidelijke rol in de gemeente Breda.
-OOB, Ouderen Overleg Breda, heeft een adviesfunctie voor de Raad en het College van B&W (dualisme)
-SOB, Stichting Ouderenwerk Breda is reeds jaren bezig met het realiseren van projecten en activiteiten ten behoeve van de ouderen in Breda.
-Dorpsraad Prinsenbeek

In enkele voorbereidende bijeenkomsten is door de betrokken partijen de bereidheid tot participatie uitgesproken. De gemeente Breda en de SOB hebben met menskracht en
deskundigheid dit project ondersteund. Tevens hebben de gemeente Breda en de provincie Noord-Brabant de financiën ter beschikking gesteld.
De ouderen-ambassadeur van de provincie heeft het project in de beginfase begeleid.

Reeds in september 2002 kon er een convenant worden ondertekend, waarin gemeente, OOB, GOBO en SOB hun medewerking toezegden en zich verbonden om het eindrapport
te beschouwen als basis van een te ontwikkelen integraal ouderenbeleid voor Prinsenbeek.
Tijdens de startbijeenkomst, in november 2002 was de belangstelling zeer groot, ruim 250 personen waren present en velen hebben zich verontschuldigd.
Aan het einde van de bijeenkomst kon men zich inschrijven voor de diverse thema-werkgroepen, zoals Zorg, Wonen, Welzijn en Dienstverlening, Verkeer en Mobiliteit en
Veiligheid. Opnieuw was de animo groot, ongeveer 60 personen meldden zich hiervoor aan!
De werkgroepen werden gecoördineerd door de projectgroep, zij was verantwoordelijk voor de voortgang en tevens het aanspreekpunt voor iedereen die hierbij betrokken was.

Als overkoepeling fungeerde een Stuurgroep die gevormd werd door: gemeente, OOB, GOBO en SOB. Zij is het die de eindrapportage, in het convenant genoemd beleidsplan,
aan de gemeente Breda zal aanbieden

De Beekse Ouderenproof Dagen op 2 juni 2003 overdag en 1 juli 2003 's avonds, gaven aan dat niets van het enthousiasme verloren was gegaan in de maanden van worsteling
met de materie. Minstens 200 personen waren aanwezig, waarbij in werkgroepen gebrainstormd werd ter voorbereiding van een schriftelijke enquête. Tevens is nog een
enquête gehouden onder de bewoners van het verzorgingshuis Oranjehaeve, locatie Hagedonk en de aanleunwoningen.

Deze korte inleiding kan bij lange na niet beschrijven hoeveel werk er verricht is in een korte periode. De Prinsenbekenaren kunnen met trots terugzien op dit resultaat.
Voor de gemeente Breda en alle betrokken instanties ligt hier een handleiding om het huidige en toekomstige beleid op af te stemmen.
Zo zullen ook de stuurgroep, projectgroep, de werkgroepleden en alle 55+ers in Prinsenbeek de totstandkoming van dit beleid volgen door middel van een
Verankeringsgroep en waar gewenst nogmaals hun bijdrage leveren aan de totstandkoming van zoveel mogelijk voorgestelde items.

De Projectgroep Ouderenproof Prinsenbeek,
J. Ph. van Bueren, voorzitter
Prinsenbeek, oktober 2003.

Stuurgroep Ouderenproof Prinsenbeek;  
 

10. Boeknummer: 00063  
Prinsenbeek Kiezen voor de Toekomst
Ondernemingen -- Algemeen           (februari 1981)    [Egmond, K. v. drs.; e.a.]
Prinsenbeek Kiezen voor de Toekomst Adviesrapport CIMK 1981


Inleiding
Begin 1980 ontving het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf van het College van Burgemeester en Wethouders en de plaatselijke middenstand van Prinsenbeek de opdracht tot het instellen
van een distributieplanalogisch onderzoek.

Het doel van een dergelijk onderzoek is inzicht te verkrijgen in de structuur en het functioneren van het winkelapparaat en op grond hiervan aan te geven wat de mogelijkheden zijn voor dit winkelapparaat
in de komende jaren, waarbij rekening wordt gehouden met het gewenste verzorgingsniveau voor de consument.

Een belangrijke aanleiding voor de opdracht vormt de ontwikkeling in de Haagse Beemden en in het kader hiervan een mogelijke ontwikkeling van de winkelfunctie op de Markt.

Het rapport kan globaal worden opgesplitst in twee delen.
Het eerste gedeelte analyseert het winkelgebeuren zoals zich dat op het ogenblik afspeelt. De gegevens hiertoe werden verkregen aan de hand van een inventarisatie van alle winkelvestigingen
in Prinsenbeek, een ondernemersenquête en een consumentenenquête .
Op grond van deze gegevensverzameling kan in hoofdstuk 2 een uitvoerige beschrijving worden gegeven van de structuur en het functioneren van het winkelapparaat, terwijl in hoofdstuk 3 de vraagzijde uit-
voerig aan de orde komt.
In hoofdstuk 4 tenslotte worden de aanbod- en de vraagzijde met elkaar geconfronteerd, waarna een aantal slotconclusies volgen.
Het tweede gedeelte van dit rapport handelt over de vraag of en in welke mate het verkoopvloeroppervlak in de toekomst kan worden uitgebreid en welke planologische en kwalitatieve maatregelen
genomen moeten worden om tot een zo optimaal mogelijk winkelmilieu te komen.

Centraal Instituut Midden- en Kleinbedrijf (CIMK);  
 

11. Boeknummer: 00471  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 1 Algemene Inleiding
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 1 Algemene Inleiding

VOORWOORD
Bijzonder is dat kort nadat Princenhage vierde dat het 75 jaar bij Breda hoort deze publicatie van streekhistoricus en onderzoeker Christ Buiks verschijnt.
Princenhage en de andere dorpen van Breda zijn trots op hun geschiedenis. Die is het waard om op te tekenen en te delen met anderen.
Kennis over ons erfgoed is een bron van inspiratie voor de toekomst. Als in Breda nieuwe plannen voor ruimtelijke ontwikkeling ontstaan, maakt de historie
deel uit van de analyses en de voorbereiding. De auteur onderzoekt veldnamen of toponiemen waarbij het vooral gaat over de (gebruiks)geschiedenis van de
landschappelijke elementen zoals akkers, weiden en beemden. Die kennis stelt ons in staat om dat erfgoed nog zorgvuldiger te beheren.
Het grootste deel van het grondgebied van Breda behoorde in de 19e en vroege 20e eeuw tot de omringende dorpen zoals Ginneken, Bavel, Princenhage en Teteringen.
In het verleden was het een goede gewoonte om huizen, boerderijen, straten, wegen en bruggen te voorzien van namen. Echter niet alleen huizen of bouwwerken ook
allerlei elementen in het landschap zoals akkers, weiden, beemden en bossen kregen namen.
Met de informatie uit dit onderzoek en de publicaties die eerder verschenen over Ginneken, Bavel, Ulvenhout, Teteringen en daarnaast Rijsbergen komt de omgeving
van Breda meer tot leven.
Marianne de Bie
Wethouder cultuur en erfgoed

Gemeente Breda;  
 

12. Boeknummer: 00472  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 2 Hage Dorp-Haagdijk en Vijfhuizen-Heuvel en Vloed-Eindhoven
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 2. Hage Dorp-Haagdijk en Vijfhuizen-Heuvel en Vloed-Eindhoven

Gemeente Breda;  
 

13. Boeknummer: 00473  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 3 Boeimeer-Overa
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 3 Boeimeer-Overa

Gemeente Breda;  
 

14. Boeknummer: 00474  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 4. Hout-Effen-Rith
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoed Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 4. Hout-Effen-Rith

Gemeente Breda;  
 

15. Boeknummer: 00475  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 5 Bagven-Lies-Vuchtschot-Varent
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 5. Bagven-Lies-Vuchtschot-Varent

Gemeente Breda;  
 

16. Boeknummer: 00477  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 7 Burgst, Gageldonk en Hambroek-Kesteren-Overbroek-Heilaar-Buursteden
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 7 Burgst, Gageldonk en Hambroek-Kesteren-Overbroek-Heilaar-Buursteden

Gemeente Breda;  
 

17. Boeknummer: 00478  
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 8 Emer-Asterd-Ooyendonk-Wijmeren-Halle en Halderdonk
Historie -- Princenhage, Toponiemen           (2018)    [Chr. Buiks]
Erfgoedrapport Breda 60
Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage Deel 8. Emer-Asterd-Ooyendonk-Wijmeren-Halle en Halderdonk

Gemeente Breda;  
 

18. Boeknummer: 00480  
De toekomst van Prinsenbeek
Annexatie -- Annexatie 1997.01.01           (1970)    [Gemeentebestuur Prinsenbeek]

De toekomst van Prinsenbeek. Rapport t.b.v. gemeentelijke herindeling

Inhoud
Ten geleide blz. 3
Honderd jaar gemeentelijke indeling 5
Regionaal beleid basis van gemeentelijke indeling 6
Prinsenbeek in het streekplan 7
Prinsenbeek zoekt de samenwerking 12
Provinciaal herindelingsplan 14
Verhouding herindelingsplan en streekplan 18
Herindeling: demokratie en samenleving 23
Herindeling in moderne stijl 27
Conclusies 30

Bijlagen:
I Bevolkingsoverzicht en bevolkings-prognose 32
II Gegevens onderwijs/sport en recreatie/sociaal-economische sector/sociaal-culturele en maatschappelijke sector 33
III Overzichten financiën 34/37
        A. Kapitaalsuitgaven 34
        B. Liquiditeitspositie 35
        C. Financieringspositie 36
        D. Budgettaire positie 37

Kaarten:
West-Brabant / de Regio Breda / Prinsenbeek 2
Huidige gemeentegrenzen 10
Diverse fasen van het herindelingsplan Breda 11
Kern Prinsenbeek in 1970 middenpagina
Het nieuwe Prinsenbeek in de Regio met ontwikkelingsbeeld Breda 29

Foto's:
Agrarisch gebied Prinsenbeek 16
met gegevens agrarisch Prinsenbeek 17
Woongebied forensen Prinsenbeek 25
met gegevens voorzieningenpakket 24

Aantekeningen 38/39

Er moet naar een hoofdstructuur worden gezocht die het mogelijk maakt dat in de loop van de tijd nog allerlei beslissingen kunnen vallen over de bestemming
van de ruimte.
Ruimtelijke ordening in een dynamische samenleving vereist dat de nadruk veel meer komt te vallen op het proces (d.i. het besturen van de ontwikkeling) dan
op een te bereiken eindstadium.
Dr. J. A. Launspach


Prinsenbeek: haar plaats en taak in de regio
Ten geleide
Wanneer wij U onze gemeente voorstellen, dan stellen wij U een financieel kerngezonde gemeente voor van 8.000 inwoners, straks 10.000 tot maximaal 14.000 inwoners, gelegen ten
noord-westen van Breda en westelijk grenzend aan Etten-Leur, vanwege haar gunstige ligging - ook ten opzichte van de Randstad Holland - door duizenden forensen verkozen tot
woonoord, vanwege haar bodemgesteldheid, ruimte en gunstige situering een uitstekend land- en tuinbouwgebied, met een voorzieningspakket, dat de eisen voor een 'volwaardig lokaal
verzorgingscentrum' reeds overtreft, en aan een goed levenspatroon in regionale zin - binnen de grenzen, door het ontwerp-streekplan West-Brabant gesteld, - verder gestalte geeft,
met een open oog voor de noodzaak van uitbreiding van de stad Breda en voor de taak, welke deze stad in de toekomst wacht, bekend met de problematiek, welke ten grondslag ligt aan de
vorming van een Regio Breda, alle ups en downs daaronder begrepen, bewust van de taak, welke deze Regio mag en moet verwachten van de gemeente Prinsenbeek, welke begrenzing onze ge-
meente ook zal krijgen.

Dit over-de-grenzen-heen-zien heeft reeds geleid tot:
een overeenkomst tussen de Raden der gemeenten Breda en Prinsenbeek tot gebiedsruil, waarbij Prinsenbeek een deel van haar grondgebied wil afstaan aan Breda voor stadsuitbreiding
(ruimte voor 50.000 inwoners), en Breda een gebied van nagenoeg gelijkwaardige grootte, doch met zuiver agrarische bestemming, wil afstaan aan Prinsenbeek; het ontwerpen van een
bestemmingsplan - in nauwe samenwerking door Breda en Prinsenbeek opgesteld - voor dit toekomstig stadsgebied;
een intensief deelnemen aan de opstelling - door Breda en omliggende gemeenten - van een structuurplan voor een verantwoorde ruimtelijke ordening van Breda en omgeving;
constante bereidheid om op korte termijn te komen tot een Regio Breda.

De overeenkomst Breda/Prinsenbeek tot gebiedsruil is voor Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aanleiding geworden de situatie rond Breda in een bredere studie te betrekken.
Uit diverse alternatieven heeft dit College gekozen voor het meest vérgaande voorstel, voor een gemeentelijke herindeling in fasen, en in 1969 de Ie fase van het herindelingsplan Breda
in procedure gebracht, waarbij wordt voorgesteld naast opheffing van de gemeente Terheijden en Teteringen ook de opheffing van de gemeente Prinsenbeek.

Het is algemeen bekend, dat eerlang de 2e fase van het herindelingsplan Breda zal volgen, en dan voor delen van respectievelijk de gemeenten Oosterhout en Nieuw-Ginneken.
In een nota aan Gedeputeerde Staten heeft onze Gemeenteraad de nodige argumenten aangedragen voor andere conclusies, de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening alsmede het ontwerp-
streekplan West-Brabant en meer zuiver cijfermateriaal daarbij volgend, en alternatieve oplossingen voorgesteld, hierbij aansluitend op de ontwikkelingen ten aanzien van de Gewestvorming.

Dit boekje bevat de tekst van de nota, aangevuld met gegevens, cijfermateriaal, oriëntatiekaarten en foto’s, een en ander ter illustratie van de plaats en de taak van de gemeente
Prinsenbeek in de Regio Breda.

Wij bieden aan onze mede-bewoners - aan wie wij overigens onze eigen gemeente niet behoeven voor te stellen - en aan belangstellende personen, autoriteiten en instanties dit boek-
werkje aan, eenvoudig om hen op de hoogte te stellen en aldus hen de gelegenheid te geven mede te denken en mede te werken aan de toekomst van de gemeente Prinsenbeek.
Prinsenbeek, maart 1970.
Burgemeester en Wethouders
van Prinsenbeek.
P. J. A. Baetens, burgemeester,
P. P. A. van Hal, secretaris.


Gemeente Prinsenbeek;  
 

19. Boeknummer: 00600  
Bestemmingsplan 'Haagse Beemden'
Ruimtelijke-ordening -- 16.005           (1975)    [Ing. H. Kleijer, Ing. H.J.M. Zegers, Drs. A.A. de Veer]
Stichting voor bodemkartering Wageningen
Bestemmingsplan 'Haagse Beemden'(Gem. Breda)
Bodemgesteldheid, bodemgeschiktheid en landschap

VOORWOORD
In opdracht van de Directeur Openbare Werken te Breda werd in de herfst en winter 1974/1975 een bodemkundig onderzoek uitgevoerd in het
bestemmingsplan "Haagsche Beemden" ten noordwesten van Breda.
Het onderzoek werd verricht door Ing. L.M.R. Simons en W.H. Leenders onder dagelijkse leiding van Ing. H. Kleijer. De coördinatie en
leiding van het onderzoek had Ing. H.J.M. Zegers. Dit rapport werd samengesteld door Ing. H. Kleijer en Ing. H.J.M. Zegers van de afdeling
Opdrachten en Drs. A.A. de Veer van de afdeling Fysiognomisch Landschapsonderzoek van de Stichting voor Bodemkartering.
Voorafgaand aan dit onderzoek heeft het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft een aantal middelzware sonderingen verricht, die
bij de samenstelling van de bodemgeschiktheidskaart voor bebouwing met fundering op staal zijn gebruikt.
Bij de samenstelling van rapport en kaarten is tevens gebruik gemaakt van gegevens die beschikbaar werden gesteld door de heer
K. Leenders van de Werkgroep Haagse Beemden. De Stichting voor Bodemkartering is veel dank verschuldigd aan het Laboratorium voor Grond-
mechanica en de Werkgroep Haagse Beemden voor de bijdrage aan dit onderzoek.
DE DIRECTEUR,
Ir. R.P.H.P. van der Schans.

INLEIDING
1.1 Ligging en oppervlakte (afb. 1)
Het onderzochte gebied ligt in de gemeenten Prinsenbeek, Breda en Terheijden en tussen de Mark en de rijkswegen Breda-Rotterdam en Breda-
Noord-Prinsenbeek. Het gebied komt voor op de bladen 44C en D van de Topografische kaarten, schaal 1 : 25 000.
De oppervlakte bedraagt + 1 600 ha.

1 .2 Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek was de bodemgesteldheid in kaart te brengen ten behoeve van een stadsuitbreiding en een geschiktheidsbeoor-
deling te geven voor de aanleg van sportvelden, speel- en ligweiden, bebossing en beplanting en bebouwing met fundering op staal.

1.3 Werkwijze
Bij de veldopname voor de schaal 1 : 10 000-kaart is gebruik gemaakt van een basiskaart, schaal 1 : 5 000.
De boringsdichtheid bedroeg twee boringen per ha, waarvan één boring tot 1,20 m - mv. en één boring tot 5.00 m - mv.
Bij het onderzoek is vooral gelet op de profielopbouw en op die bodemkenmerken die verband houden met de °fluctuatie) van het grondwa-
ter. Op basis van verschillen in profiel- en veldkenmerken (Westerveld, 1963) werden bodemeenheden en grondwatertrappen onderscheiden.

1.4 Rapport en kaarten
De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in dit rapport en op acht kaartbijlagen.
De bodemkaart, schaal 1 : 10 000 (bijl. 1) geeft de bodemgesteldheid weer tot 1,20 m - maaiveld (de profielopbouw). Gegevens over de
°textuur (leemgehalte, lutumgehalte en zandgrofheid) van het voorkomende minerale materiaal zijn achterwege gelaten, maar omdat deze gegevens
wel van belang zijn voor de samenstelling van de bodemgeschiktheidskaarten zijn ze op duplikaat-werktekeningen (bijl. 1a en 1b) alleen aan
de opdrachtgever verstrekt.
Op bijlage 2, de grondwatertrappenkaart, schaal 1 : 10 000, is de fluctuatie van het grondwater in een aantal klassen weergegeven, de
z.g. °grondwatertrappen.
Binnen de kaartvlakken van genoemde kaarten kunnen afwijkingen in profielopbouw en/of grondwatertrap voorkomen, de z.g. onzuiverheden.
De beschrijving van de kaarteenheden geldt dan ook voor het grootste deel (minimaal 70 %)van het desbetreffende kaartvlak.
De bodemgeschiktheidskaarten (bijl. 5> U en 5) zijn door interpretatie afgeleid van de bodem- en grondwatertrappenkaart en de profielco-
dekaart (bijl. 6). De grenzen tussen de eenheden zijn van deze kaarten overgenomen. De bodemgeschiktheidskaarten geven de geschiktheidsklassen
en de beperkingen weer voor de aanleg van sportvelden, speel- en ligweiden (bijl. 3), voor bebossing en beplanting (bijl. U) en voor bebou-
wing met fundering op staal (bijl. 5). Bij de interpretatie is uitgegaan van de huidige (actuele) bodemopbouw en vochthuishouding. De beoordelin-
gen zijn gebaseerd op de tijdens het onderzoek bekende en algemeen aanvaarde normen, die voor de bodem ten aanzien van deze gebruiksvormen
gelden.
De profielcodekaart (bijl. 6) is samengesteld aan de hand van gegevens die verkregen zijn uit de boringen tot 5 m - mv.
De landschapskaart (bijl. 7) is samengesteld uit waarnemingen die in het veld zijn gedaan. Behalve de elementen in het gebied zelf zijn
ook enkele elementen op de kaart weergegeven die buiten het onderzochte gebied liggen, maar die men vanuit het gebied kan waarnemen.
Er zijn tevens enkele doorsneden (bijl. 8) gemaakt om een indruk te geven van de opbouw van het gebied.
In dit rapport werden toelichtingen op bovengenoemde kaartbijlagen gegeven. Tevens is een korte beschrijving van de geologische opbouw en
ontwikkeling van het landschap opgenomen. Voor uitvoeriger informatie hierover wordt verwezen naar de bestaande en geraadpleegde literatuur.
Rapport en kaarten dragen een vrij gedetailleerd karakter, hetgeen o.a. blijkt uit de boringsdichtheid (twee boringen per ha) en de kaart-
schaal.
Het verdient aanbeveling rapport en kaartbijlagen gezamenlijk te
raadplegen.

Het teken ° voor een woord of begrip verijst naar de verklaring of definiëring ervan in de woordenlijst (hoofdstuk 13)

INHOUD
Lijst van afbeeldingen, tabellen, foto's, bijlagen 5
Voorwoord 6
1 . Inleiding 7
        1 .1 Ligging en oppervlakte 7
        1 .2 Doel van het onderzoek 7
        1.3 Werkwijze 7
        1 .4 Rapport en kaarten 7
2. Beschrijving van het gebied 9
        2.1 Geologische opbouw 9
3. De bodemkaart, schaal 1 ; 10 000 10
        3.1 Inleiding 10
        3.2 Legenda en wijze van indeling 10
        3.3 Soorten onderscheidingen 10
        3.4 De hoofdklassen der gronden 11
                3.4.1 Veengronden 11
                3,4.2 Venige zandgronden 15
                3.4.3 Zandgronden 19
                3.4.3.1 Humuspodzolgronden 19
                3.4.3.2 Enkeerdgronden 22
                3.4.3.3 Gooreerdgronden 24
                3.4.3.4 Beekeerdgronden 27
        3.4.4 Kleigronden 30
                5.4.4.1 Drechtvaaggronden 30
                3.4.4.2 Poldervaaggronden 32
                3.4.4.3 Tuineerdgronden 35
        3.4.5 Toevoegingen en verwerkte gronden 37
4. De grondwatertrappenkaart, schaal 1 ; 10 000 38
4.1 Inleiding 38
4.2 Beschrijving van de grondwatertrappen 38
5. Grondmensteranalyses 41
6. Profielcodekaart, schaal 1 ; 5 000 42
7. Schematische doorsneden 43
8. De geschiktheidsbeoordeling 44
8.1 Algemeen 44
8.2 De opzet van het beoordelingssysteem 44
9. De bodemgeschiktheidskaart voor sportvelden, speel- en ligweiden, schaal 1 ; 10 000 46
9.1 Inleiding 46
9.2 Eisen ten aanzien van de aanleg van sportvelden, speel- en ligweiden 46
9.3 Beperkingen voor de aanleg van sportvelden, speel- en ligweiden 46
9.4 De bodemgeschiktheidskaart 48
10. De bodemgeschiktheidskaart voor bebossing en beplanting, schaal 1 ; 10 000 49
10.1 Inleiding 49
10.2 Maatstaven bij de geschiktheidsbeoordeling 49
10.3 De bodemeigenschappen en hoedanigheden voor de geschiktheidsbeoordeling 49
10.4 De bodemgeschiktheidskaart 50
11. De bodemgeschiktheidskaart voor bebouwing met fundering op staal, schaal 1 : 10 000 51
11.1 Inleiding 51
11.2 Eisen ten aanzien van bebouwing met fundering op staal 51
11.3 Beperkingen voor bebouwing met fundering op staal 51
11.4 De bodemgeschiktheidskaart 53
12. De landschapskaart, schaal 1 : 10 000 54
12.1 Landschap en bestemmingsplan 54
12.2 De landschapskaart 54
        12.2.1 Inventarisatie van landschapselementen 54
        12.2.2 Landschapstypering 56
12.3 Illustratie van het landschap 57
12.4 Nadere richtlijn voor het gebruik van de kaart 63
13. Woordenlijst 68
14. Literatuurlijst 68
Aanhangsel: Profielschetsen en conusweerstanden 70

LIJST VAN AFBEELDINGEN, TABELLEN, FOTO'S, BIJLAGEN
Afbeeldingen
1 . Situatiekaart, schaal 1 : 25 000 7
2 Situatie van de grondwaterstandsbuizen 38
5. Verbreiding van zand geschikt voor ophoging 42
4. Situatie van de sonderingen 70
Tabellen
1. Stratigrafisch overzicht 9
2. De grondmonsteranalyses 41
5. Geschiktheid voor sportvelden, speel- en ligweiden 46
4. Geschiktheid voor bebossing en beplanting 49
Foto's
Landschapsfoto's 1 t/m 10 58 t/m 62
Bijlagen
1 . Bodemkaart, schaal 1 : 10 000
2. Grondwatertrappenkaart, schaal 1 : 10 000
5. Bodemgeschiktheidskaart voor sportvelden, speel- en ligweiden, schaal 1 : 10 000
4. Bodemgeschiktheidskaart voor bebossing en beplanting, schaal 1 : 10 000
5. Bodemgeschiktheidskaart voor bebouwing met fundering op staal, schaal 1 : 10 000
6. Profielcodekaart, schaal 1 : 5 000
7. Landschapskaart, schaal 1 :10 000
8. Schematische doorsneden

Stichting voor bodemkartering Wageningen;  
 

 

Uitgebreid zoeken

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 6 februari 2023