![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 23 (uit: 638)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00031
Verhalen van Johan Bax Cultuur -- Boeken (2019) [Johan Bax. Illustraties Jos Krijnen. Vormgeving Fond de Weert] Verhalen van Johan Bax met illustraties van Jos Krijnen Voorwoord Deze uitgave is iets anders dan u van ons gewend bent. Normaal zijn de boekjes alleen interessant voor volwassenen. Deze keer kunnen er 3 generaties plezier aan beleven! De verhalen spelen zich af in het dorp Heijdenberg, ergens in Brabant. Ze gaan over een gezin met 2 kinderen, 2 katten en een hond. De illustraties bij de verhalen zijn van Jos Krijnen. Als er geen tekst in de boekjes zou staan, was het ook al de moeite waard om het uit te geven, zo mooi zijn ze. Fons de Weert deed de vormgeving. Dit boek is speciaal voor Mees, Piet, Milan, Vieve, Cato, Veerle, Teun, Julia, Lise en Fien, en alle andere kinderen. Veel leesplezier Johan Bax Heemkundekring De Vlasselt (nr 157);  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00073
Volksfeesten 1984 Cultuur -- Volksspelen (1984) [Diverse auteurs/bijdragen] Volksfeesten 1984 Voor de zesde keer Volksfeesten in Prinsenbeek Ze kunnen het niet meer laten, de organisatoren van de Volksfeesten; al vroeg in het voorjaar krijgen ze de kriebels en zoeken ze elkaar weer op. Enige routine brengt de zaak weer snel op gang, doch het blijft een enorme opgave om ieder jaar nieuwe impulsen aan dit gebeuren toe te voegen. Gezien het feestprogramma zijn zij daarin dit jaar wederom bijzonder geslaagd. Zoals u wellicht weet, werden de Volksfeesten in voorgaande jaren georganiseerd door de plaatselijke drumband en het POK. Dat is nu wederom het geval, maar om verschillende or- ganisatorische redenen hebben beide verenigingen hun gezamenlijke aktiviteiten rondom de Volksfeesten ondergebracht in de STICHTING VOLKSFEESTEN. Ze zijn dus samen getrouwd om VOLKSFEESTEN te organiseren en hebben in hun trouwboekje o.a. het navolgende door de Notaris laten opnemen: ”De Stichting heeft ten doel jaarlijks festiviteiten te organiseren voor de Prinsenbeekse bevol- king, waaraan: a. alle geledingen van de bevolking kunnen deelnemen, zoals verenigingen, individuelen, muziekkorpsen, bands en orkesten, kerken, overheden en ondernemers; b. mede een stuk VOLKSVERMAAK op het terrein van sport en spel, saamhorigheid, nostalgie en folklore ten grondslag dient te liggen; alles in de ruimste zin des woords.” En zie: HET WERKT!!! Mede dankzij de enorme inzet van bijna 30 plaatselijke verenigingen op gebied van sport, kuituur, kunst en andere bedrijvigheden, de trouwe deelname van een groot aantal plaatse- lijke ondernemers en de toevoeging van een aantal spektakelstukken, met als hoofdgerecht veel muziek, zullen deze volksfeesten wederom beantwoorden aan de doelstellingen welke hier- aan ten grondslag liggen; een sfeer van nostagie, folklore en verbroedering, hopenlijk onder een stralende septemberzon... Voorwoord Op 8 september 1979 had ik het voorrecht de - naar later bleek eerste - Prinsenbeekse Volksfeesten officieel te mogen openen. Daarbij maak ik - en zulks aan de hand van het voor die dagen geboden programma - er onder meer gewag van wat idealisme, vindingrijkheid en solidariteit vermocht. En met die solidariteit bedoelde ik met name op de saamhorigheid tussen beide organisatoren in relatie tot de Prinsenbeekse bevolking. Ik sprak voorts de hoop uit, dat de Volksfeesten 1979 een start zouden mogen betekenen van een jaarlijks terugkerende traditie, welke de plaatselijke gemeenschap gelegenheid zou bieden goede contacten met elkaar te hebben. De Volksfeesten nu blijken de afgelopen zes jaar te zijn uitgegroeid tot een niet meer weg te denken happening, welke naast haar Carnaval en Avondvierdaagse als het ware een groot familie-gebeuren doet zijn. En de Drumband en het P.O.K., de initiatiefnemers èn telkenjare ook de organisatoren van dit tweedaags festijn, hebben zich nu weten te vinden in een Stichting, welke afkorting S(tichting) V(olksfeesten) Prinsenbeek) als het ware een uitnodiging betekent van: Wij presenteren ons naar buiten ten behoeve van U! De doelstelling: het organiseren van jaarlijkse festiviteiten en met name de daaraan ten grondslag liggende elementen, te weten saamho- righeid, nostaligie en folklore alsmede het door alle geledingen van de plaatselijke bevolking kunnen deelnemen aan dit feest, moet ons allen aanspreken. Gaarne wens ik u goede en prettige dagen toe. Moge ook het weer ertoe bijdragen dat Volksfeesten 1984 tot een geslaagd geheel worden, waaraan eenieder van ons nadien met genoegen kan terugdenken. Mr L.K.M. Verwiel, burgemeester. Stichting Volksfeesten Prinsenbeek SVP;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00084
Van Gogh in Etten. Catalogus bij tentoonstelling over Vincent van Gogh 2003. 2de druk Cultuur -- Exposities (2003) [J.A. Rozemeyer] Van Gogh in Etten. VOORWOORD Sinds het jaar (1875) dat ds. Th. van Gogh in Etten en Leur werd beroepen is er veel veranderd. Telde de gemeente toen nog geen 5000 inwoners, inmiddels is Etten-Leur gegroeid tot ongeveer 40.000 inwoners. Was de gemeenschap toen overwegend agrarisch, nu is Etten-Leur een kleine stad met een belangrijke industriële en dienstverlenende taak. In het jaar 2003 wordt de 150e geboortedag van de zoon van dominee Van Gogh herdacht. Vincent van Gogh, geboren in 1853 in Zundert, ontdekte in 1881 in Etten-Leur na twaalf ambachten en dertien ongelukken, dat hij over een teken- en schildertalent beschikte. In een periode van zijn leven, dat hij thuis bij zijn ouders orde op zaken in zijn leven wilde stellen, begon hij te tekenen. Hij gebruikte daartoe veel voorbeelden uit zijn naaste omgeving. In het voorliggende boek, dat dit jaar zijn tweede, geheel herziene druk beleeft, is op voorbeeldige wijze verslag gedaan van de Ettense periode in het leven van Vincent van Gogh; feitelijk werd toen een groot kunstenaar geboren. Etten-Leur besteedt het gehele jaar 2003 grote aandacht aan zijn beroemdste inwoner. Velen zullen ongetwijfeld de gelegenheid te baat nemen op bezoek te gaan in Zundert én in Etten-Leur. Hen zal opvallen, dat, ondanks de geweldige veranderingen, er nog steeds belangrijke elementen uit Vincent’s tijd zichtbaar zijn. Etten-Leur heeft weliswaar stadse trekken gekregen, maar de dorpse gemoedelijkheid is niet verdwenen ondanks de vele nieuwbouw. De 'Tuin van Etten (1888)' is heden ten dage veranderd in een bruisend hart met lommerrijke parklanen. Op deze plaats hecht ik eraan de samensteller van de eerste en de tweede druk van dit boekje, de heer J.A. Rozemeijer en degenen die hem terzijde stonden te danken voor hun noeste arbeid. Het Stichtingsbestuur, dat de organisatie van het 150e geboortejaar van Vincent van Gogh in Etten-Leur voor zijn rekening nam, dank ik voor zijn creativiteit en inzet. De vele vrijwilligers, die zich belangeloos inzetten om de feestelijkheden mogelijk te maken en geïnteresseerde bezoekers rond te leiden complimenteer ik voor hun bijdrage aan de public relations van onze gemeente. U lezer van dit boek en bezoeker van onze Vincent-stad dank ik voor uw belangstelling. Ik heet u welkom en nodig u uit nog eens terug te keren en te genieten van het fraais dat Etten-Leur u te bieden heeft. drs. J.A.M. van Agt, burgemeester van Etten-Leur. Januari 2003 Stichting Vincent van Gogh Etten-Leur;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00085
Brabant, literaire reis langs het water. Bloemlezing gedichten Cultuur -- Gedichten (2011) [Jasper Mikkers] BRABANT literaire reis langs het water Woord vooraf Wie nog niet van Brabant hield, wordt op slag verliefd bij het kijken en lezen in dit unieke boek. Ik was al verliefd, geboren en getogen Brabander die ik ben. De teksten, foto’s en vooral de combinatie ervan ontroeren mij. Het is bijzonder hoe beeld de tekst versterkt en tekst het beeld. De schrijvers, dichters en fotografen uiten in woord en licht wat zij zien en voelen. De geur van het water, het wisselen van de seizoenen; herinnering, heimwee, verbazing, betovering. En wijsheid, zoals in Weet dat je waar ook aan een oever woont, de beginregel van het gedicht Werkplek van Paul Meeuws. Het is er allemaal in dit boek, in Brabant. Om te zien, te lezen, te beleven. Een bijzondere ervaring voor iedereen. En als je, zoals ik, in Veghel bent geboren, dan sta je wat langer stil bij een vers als Veghel by night van Olivier van Nuenen: En onder onze ogen drijft de tijd zwart-edelstenen kringen in het water richting zee, maakt nu tot later, zwemmen nachtseizoenen vluchtig met ons mee. Wie nog niet van Brabant hield: kijk en onderga dit boek. Want, aldus Victor E. van Vriesland in een van zijn kwatrijnen voor het Philipsmonument in Eindhoven: Wat de ogen zien, dat zal het hart verstaan. Wim van de Donk Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant Stichting Achterland Zeist;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00114
100 jaar Amor Musae 1888-1988 Cultuur -- Harmonie Amor Musae (1988) [Herman Dirven, Jan van den Hoven] 100 jaar Amor Musae 1888-1988 VOORWOORD Veronderstel eens, dat twee mensen door ons dorp zouden wandelen en dat die twee mensen precies een eeuw in leeftijd zouden verschillen. De oudste kent nog goed de Beek van 1888 en de jongste kent uiteraard het Prinsenbeek van vandaag. De oudste zou van de ene in de andere verbazing vallen en steeds maar vragen stellen als: ‘Waar is de oude Markt gebleven?’ en ‘Waar is de oude kerk van Deken Maes?’, of ‘Waar is de Openbare School, die stond toch op de hoek van de Kapelstraat-Beeksestraat?’ en ‘Waar wonen nu de nonnekes?’ De jongste zou de oudere goed moeten vasthouden, want midden op straat lopen kan niet meer en oversteken moet zeer voorzichtig gebeuren. En de jongste zou ook vele vragen stellen, zo van hoe zag er dit of dat vroeger uit? Maar er zou ook veel zijn, dat voor beiden een vraag bleef en waar noch de oude, noch de jonge het antwoord op wist. Maar hoort en ziet, daar om de hoek van de Schoolstraat en de Groenstraat komt een harmonie aan en de muzikanten spelen een fijne en verfrissende mars. En beide Bekenaren - want dat zijn onze wandelaars- grijpen elkaar vast en roepen bijna tegelijk: ‘Maar dat is onze Harmonie Amor Musae!’ En tevreden kijken ze elkaar aan, ze hebben gelukkig een herkenningspunt gevonden. Prinsenbeek en Amor Musae zijn elkaar meer dan honderd jaar trouw gebleven. Harmonie Amor Musae Rabobank;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00136
Conversaties. Cultuur -- Gedichten (2007) [Danielle Lemaire] Conversaties. een gesprek van Danielle Lemaire met Ferdinand van Dieten in Breda, 22 juni 2006. De Bespreking. Ie kerstdag, Amsterdam, 28 december 2002 JaDa en V.O.F. ZijlmansIJongenelis over hun komen- de gezamelijke expositie 'Het Absolute Nulpunt. ’ in Lokaal 01 te Antwerpen, december 2003-januari 2004. Vrouwen in hedendaagse muziek een gesprek van Danielle Lemaire met Mariëtte Groot in Delft, 10 juli 2006. De Lichtwerker. een gesprek van Danielle Lemaire met Lilian Joosen in Breda, 22 augustus 2006. Inner Landscapes;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00146
De verdwenen sleutel van kabouterstad Cultuur -- Boeken (ca. 1970) [Leo Stevens] De verdwenen sleutel van kabouterstad (7 jaar en ouder) Leo Stevens is een schrijver uit Prinsenbeek EEN VREEMDE ONTMOETING IN HET LIESBOS In dit boek wordt het avontuur verteld van drie jongetjes. Het eerste jongetje heet Stan. Stan is acht jaar. Hij woont in Prinsenbeek. Prinsenbeek is een dorp in de buurt van Breda. Het ligt lekker rustig tussen grote bossen. Het tweede jongetje heet Rob. Hij is zes jaar. Rob is het jongste broertje van Stan. Hij woont natuurlijk ook in Prinsenbeek. Als de grote vakantie voorbij is gaat Rob naar de grote school. Hij komt dan in de eerste klas bij juffrouw Kroes. Het derde jongetje heet Marlijn. Martijn is vijf jaar oud. Hij is een neefje van Stan en Rob. Hij woont in Neer. Neer is een klein plaatsje in Limburg. Dat ligt wel op honderd kilometer afstand van Prinsenbeek. Martijn logeert bij Stan en Rob. Als de zomer- vakantie voorbij is, gaat Martijn ook naar de eerste klas van de grote school. Als de grote vakantie bijna afge- lopen is, wordt Martijn zes jaar. Hij is dan even oud als Rob. Maar Rob zegt dat hij toch lekker ouder is dan Martijn, omdat hij eerder zeven jaar wordt. En dat klopt. Martijn is al een paar dagen bij Stan en Rob aan het logeren. Dat is wel dapper van Martijn. Hij is nu immers zó ver weg van huis, dat je niet even naar je pappa en mamma kunt fietsen. Maar Martijn denkt niet aan zijn mamma en pappa. Hij heeft het veel te druk met het bouwen van de lego-trein en het timmeren van een Uitgeverij Schenk Maastricht;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00147
De ontvoerde elfenkoning Cultuur -- Boeken (ca. 1970) [Leo Stevens] De ontvoerde elfenkoning (7 jaar en ouder) Leo Stevens is een schrijver uit Prinsenbeek EEN ONVERWACHTE BRIEF Het is al enkele dagen erg warm in Prinsenbeek. Overdag is dat wel lekker. Maar ’s avonds is het dan erg moeilijk om in slaap te vallen. Ook Stan kon niet slapen van de warmte. Hij rolde van de ene zij op de andere. Na een hele poos viel hij eindelijk in slaap. Maar Stan merkte natuurlijk zelf niet dat hij sliep. Hij droomde het ene avontuur na het andere. Hij droomde dat de deur van zijn slaapkamer zachtjes op een kier werd geduwd. En dat kabouter Stippel binnenstapte en hem aan zijn neus trok. Stan schudde even met zijn hoofd en blies alsof hij een lastige vlieg wilde verjagen. Stan droomde wel vaker over kabouter Stippel. Stippel was de boodschapper van Koning Goudbaard, de koning van Kabouterstad. Door kabouter Stippel zijn Stan en zijn broertje Rob en, Martijn het neefje van Stan en Rob, te weten gekomen dat kabouters écht bestaan. In Prinsenbeek, midden in het Lies- bos, is de geheime ingang naar Kabouterstad. Niemand weet waar die ingang is. Alleen Stan, Rob en Martijn weten hoe zij de onderaardse gang naar Kabouterstad kunnen binnengaan. Maar zij zullen dat echt aan niemand vertellen. Het is een geheim dat zij alleen, samen met de kabouters kennen. Weer voelde Stan het gekriebel aan zijn neus. En weer schudde hij met zijn hoofd en maakte hij een blazend geluid en... sliep weer verder... Opnieuw leek het, of Uitgeverij Schenk Maastricht;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00148
Heks Fiskalia wil een supertoverstaf Cultuur -- Boeken (ca. 1970) [Leo Stevens. Ill. Joop Walenkamp] Heks Fiskalia wil een supertoverstaf (7 jaar en ouder) Leo Stevens is een schrijver uit Prinsenbeek BIJ OUDE VRIENDEN OP BEZOEK In dit verhaal worden de avonturen verteld van Stan, Rob en Martijn. Stan en Rob wonen in Prinsenbeek. Stan is een broertje van Rob. Hij is acht jaar oud. Hij zit in de tweede klas van de lagere school. Zijn broertje Rob is zes jaar oud. Hij zit op de kleuterschool. Daar hoort hij nu bij de oudste kleuters. Martijn is een neefje van Stan en Rob. Hij is ook zes jaar oud, net als Rob. Hij woont in ’s-Hertogenbosch. Daar woont hij echter nog maar pas. Enkele dagen geleden is Martijn verhuisd. Hij woonde eerst in Neer, een klein plaatsje in Limburg. Maar ja, zijn vader kreeg ander werk, en... hup, alles ging de grote verhuiswagen in. Op weg naar hun nieuwe huis in de grote stad. Sommige dingen van verhuizen zijn wel leuk. Alles in je huis wordt ingepakt in grote dozen. Alle kasten worden uit elkaar geschroefd. Zelfs de lampen worden van het plafond en de muren gehaald. Ooms en tantes of buren en kennissen komen helpen met inpakken. Sommige dingen kun je natuurlijk niet inpakken, maar die gaan toch mee: de goudvis in zijn kom, en het konijntje in zijn hok. En natuurlijk wordt het hondje Briks ook niet ingepakt. Maar je kunt niet alles meenemen als je verhuist. Je vriendjes en vriendinnetjes van school en van de straat kun je niet meenemen. Ook de juffrouw van de klas Uitgeverij Schenk Maastricht;  |
10. |
![]() |
Boeknummer: 00161
Toentertijd Cultuur -- Gedichten (1979) [Henriette Kegge] Toendertijd VOORWOORD Henriette Kegge is van oorsprong een boekenfiguur. Zij laat zich in de Camera obcsura terdege het hof maken door de charmante Heer van den Hoogen, die volgens kenners niet toevallig boven een beddewinkel woonde. Naast die nogal nuffige en nukkige Hollandse juffer is er echter ook nog een door en door Brabantse Henriette Kegge, die werd geboren en getogen in Prinsenbeek in West Brabant, dat voor het zo deftig werd, gewoon ’Beek’ heette. Deze Brabantse Henriette is alles behalve een boekenfiguur, maar schrijft wel zelf. En dat doet ze al zo 'lang en zo’ voortreffelijk in de taal van haar geboortedorp, dat ik haar alweer bijna vijf jaar geleden (om precies te zijn op 25 februari 1975) voor het eerst heb mogen lanceren in het Literair Café in Den Bosch. Zij is daar, ook na een aantal andere optredens, altijd haar blijde dankbaarheid voor blijven tonen, een verschijnsel dat men heden ten dage met een lang en fel lichtend lantarentje moet gaan zoeken zonder het nog veelvuldig gewaar te worden. Daarom ben ik, op mijn beurt, zo blij om wat hier nog volgt. Door de goede zorgen van Cor Borsje (Communications Manager van Rank Xerox, Venray) werk ik sedert enige tijd aan De Zondagsveder. Dat is een bloemlezing van 25 Zuidnederlandse auteurs, waar ik ook Henriette Kegge bij betrokken heb. Ter inleiding bij haar stukjes schreef ik in juni 79: ’Een uitgever die de pareltjes van Henriette Kegge, die zij verzamelde onder de titel Toentertijd, in het licht geeft, verricht niet alleen een daad van eenvoudige rechtvaardigheid, maar zal er bovendien geen spijt van krijgen’. En ziet. Nog voor De Zondagsveder op tafel kan worden gelegd blijkt die uitgever gevonden. Hij heet Ko Huijbregts en is er de man achter de op menig embleem van jeugdige paardekracht getuigende uitgeverij HECHT in Den Bosch. Toentertijd zal nog in 1979 verschijnen bij uitgeverij HECHT als het veertigste boekdeel dat ontstaan is uit het Literair Café in Den Bosch. Dat heuglijke nieuws bereikte mij tegelijk met het bericht dat aan een andere Brabantse auteur, die ik meende te moeten opnemen in De Zondagsveder, deP. C. Hoofdprijs is toegekend. Een geluk komt dus nooit alleen, al hoor je dat meestal alleen maar van ongelukken. En de weg voor Henriette Kegge lijkt gebaand. Wie had dat toentertijd kunnen denken? CAREL SWINKELS Hecht 's Hertogenbosch;  |
11. |
![]() |
Boeknummer: 00163
Volksverhalen uit Noord Brabant Cultuur -- Boeken (1980) [Willem de Blécourt ] Volksverhalen uit Noord-Brabant en hun herkomst INHOUD Volksverhalen uit Noord-Brabant 7 1. Schoolmeester en essayist. Verhalen vanuit Zeelst verzameld 2. De archeologie van het vertellen. Verhalen uit de Kempen 3. Sprookjes en natuurgeloof. Verhalen vanuit Helmond verzameld 4. Onderzoek naar overlevering. Verhalen vanuit Breda verzameld 5. De verteller als tovenaar. Verhalen uit Ossendrecht en Woensdrecht 6. Heksenprocessen 7. Spot en Venijn. Aantekeningen over Noordbrabantse plaatsen en ingezetenen 8. Noordbrabantse volksverhalen. Commentaar Het Spectrum Utrecht/Antwerpen ;  |
12. |
![]() |
Boeknummer: 00173
Daar in de hei was het zo mooi. Tien brieven uit Brabant van Vincent van Gogh Cultuur -- Boeken (1990) [Wil Tromp, Jan van Muilekom] Daar in de hei was het zo mooi. Tien brieven uit Brabant van Vincent van Gogh VOORWOORD Het Noordbrabants Museum opende in 1987 zijn poorten in het voormalige gouvernementspaleis te ’s-Hertogenbosch met de tentoonstelling Van Gogh in Brabant. De bezoekers werd beeldend werk van Vincent van Gogh getoond uit de perioden dat hij in Noord-Brabant werkzaam was. De brieven die hij toen heeft geschreven, bleven niet onopgemerkt. Citaten hieruit hadden echter een dienende taak: toelichting bij tekening of schilderij. In deze uitgave daarentegen staan de brieven centraal. En zoals voornoemde tentoonstelling zich beperkte tot beeldend werk uit Van Goghs Brabantse perioden, is hier gekozen voor een aantal brieven uit diezelfde tijd. Dat betekende een keuze uit ruim honderd van de meer dan 750 brieven die van Van Gogh bewaard zijn gebleven. In de geselecteerde brieven komen nagenoeg alle onderwerpen aan bod die bekend zijn uit zijn correspondentie, voor het merendeel gericht aan zijn broer Theo. Deze vier jaar jongere broer was Vincents veruit belangrijkste vertrouwensman, die hem bovendien zijn kunstenaarsleven lang financieel ondersteund heeft. Will Tromp, publicist, bezorgt in deze uitgave een tiental aan Theo gerichte brieven, die hij bovendien van verbindend commentaar voorziet. Vervolgens buigt Jaap Goedegebuure, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant en literatuurcriticus, zich over de vraag, welke positie het schrijverschap van Van Gogh inneemt in zijn kunstenaarsbestaan. Diens brieven worden immers vooral in het buitenland als een zelfstandige bron van literaire waarde beschouwd. Tot slot laat Han van Crimpen, hoofd beheer, documentatie en bibliotheek van het Rijksmuseum Vincent van Gogh, zien, dat Van Gogh in zijn brieven zijn gehechtheid aan Brabant voortdurend verwoordde. Wij hopen dat deze kleine uitgave voor velen - in Brabant en daarbuiten - een eerste en aardige kennismaking zal zijn met de brieven van Vincent van Gogh. De kunstenaar die niet alleen tekenend en schilderend, maar ook schrijvend een rijk en belangrijk oeuvre heeft nagelaten. Nijmegen/ ’s-Hertogenbosch, januari 1990 Will Tromp en Jan van Muilekom Noord-Brabants Genootschap;  |
13. |
![]() |
Boeknummer: 00211
75 jaar Fanfare Oefening Kweekt Kennis Cultuur -- Fanfare Zevenbergen e.a. orkesten (1985) [Emiel Cruysberg e.a.] 75 jaar Fanfare Oefening Kweekt Kennis (OKK) Zevenbergen Dr. A.J.D. SEELEN, burgemeester 0.K.K. viert feest! Wanneer een inwoner of inwoonster van onze gemeente zijn of haar 75e verjaardag viert, is dat voor de gemeente in het algemeen geen reden om daar bijzondere aandacht aan te schenken. Er wordt weliswaar gefeest, er is een receptie, maar de gemeente is afwezig. Iets anders is het, wan- neer een vereniging het 75-jarig jubileum viert. Ook dan wordt er gefeest, ook dan is er een receptie, maar in dat geval laat de gemeente wel van zich horen. Nu de R.K. fanfare 'Oefening Kweekt Kennis' uit Zevenberg- schenhoek dit jaar haar 75-jarig jubileum viert, wil ik hieraan op deze plaats dan ook aandacht schenken. Het gaat hier om een vereniging met een zeer lange geschie- nis. Hoewel de exacte datum van oprichting van de fanfare niet meer is te achterhalen - de archieven van de ver- eniging hebben de tragische gebeurtenissen van 1940, 1944 en 1 953 helaas niet overleefd - is wel duidelijk dat deze oprichting in 1910 moet hebben plaatsgevonden. De oprichters van toen, hebben niet kunnen vermoeden, dat O.K.K. zou uitgroeien tot wat zij nu is: een bloeiende fanfare met zo’n 50 leden en gemiddeld 40 uitvoeringen en optredens per jaar. Met recht kan dus gesteld worden, dat O.K.K. is uitgegroeid tot een fanfare die niet meer is weg te denken uit Zevenbergschenhoek. Het is dan ook volkomen begrijpelijk dat O.K.K. gemeend heeft het 75-jarig bestaan te moeten vieren met een aantal (muzikale) activiteiten. De activiteiten, die in dit boekje zijn vermeld, beveel ik van harte bij U aan. U zult er ongetwijfeld veel plezier aan beleven. Aan het bestuur en de leden van O.K.K. (maar eigenlijk aan alle inwoners van Zevenbergschenhoek) bied ik tenslotte mijn gelukwensen aan. Ik wens U allen zeer plezierige en in alle opzichten geslaagde jubileumactiviteiten toe en een voorspoedige toekomst. De burgemeester van Zevenbergen G.H.KAMP, wethouder culturele zaken Het zinvol besteden van de vrije tijd wordt wel eens als een probleem ervaren. Dat geldt gelukkig niet voor iedereen. Er zijn velen die daar geen enkele moeite mee hebben. Een grote groep van deze 've- len' vormen de amateur-musici. Van kindsbeen af heeft de mens behoefte aan datgene wat hij heeft gemaakt, aan andere te tonen. Hij hoopt dat de aanblik van zijn prestatie een positieve reactie zal opleveren en hij geniet van de bewondering die een ander eventueel voor hem toont. Dat geldt ook voor de muzikant, het geldt voor hem zelfs extra. Want wat hij in combinatie met anderen tot stand heeft gebracht, wil hij niet alleen graag laten horen om daarmee aan zijn eergevoel tegemoet te komen, het is ook nog zo dat hij met het resultaat van de gezamenlijke studie anderen een plezier wil doen. O.K.K. heeft dat nu 75 jaar gedaan voor de Hoekse bevolking. Een bijzondere felicitatie aan bestuur, leden en de gehele bevolking ten volle waard. Jubilerende O.K.K. betekent een culturele waarde voor de gehele gemeenschap welke moet blijven bestaan en zal blijven bestaan als we wel datgene blijven aantreffen als uitgangs- punt: 'LIEFDE VOOR MUZIEK'. Eigen Uitgave Fanfare;  |
14. |
![]() |
Boeknummer: 00311
Boekendonck, een verhaal apart Cultuur -- Bibliotheek Boekendonck (2020) [Marjan van der Laken] Boekendonck, een verhaal apart Jubileumboekje van vrijwilligersbibliotheek Boekendonck te Prinsenbeek Vereniging Boekendonck;  |
15. |
![]() |
Boeknummer: 00315
Nog meer verhalen van Johan Bax Cultuur -- 09.020 (2021) [Johan Bax. Illustraties Jos Krijnen] Nog meer verhalen van Johan Bax Kinderverhalen in een fictief Brabants dorp Heemkundekring De Vlasselt Terheijden;  |
16. |
![]() |
Boeknummer: 00333
Rinus Rasenberg. De zingende dierenarts Cultuur -- 09.029 (2020) [Rinus Rasenberg] Leven en werk van dierenarts en liedjesschrijver en performer Rinus Rasenberg uit Wagenberg. Met veel fot's en liedteksten. INHOUD Voorwoord ...................................................... 5 Inleiding ...................................................... 6 1. Oorlogskind................................................. 9 2. Ons boerengezin ............................................ I I 3. Dieren op de boerderij .................................... 17 4. De katholieke kerk .........................................22 5. Kleine karweitjes voor de kinderen..........................27 6. De lagere school .......................................... 33 7. Sporten Lagere school...................................... 39 8. Watersnoodramp 1953 ........................................ 41 9. Het vertier in het dorp van toen............................43 10. Middelbare school .........................................49 11. Mijn broers en zussen .....................................55 12. Sporten middelbare school .................................62 13. Vertier en jeugdliefdes in Made ...........................65 14. Diensttijd ................................................69 15. De tijden veranderden..................................... 74 16. Naar Utrecht ............................................. 77 17. Praktijk in Culemborg .................................... 89 18. Praktijk Roermond .........................................92 19. Jaren 80................................................. 102 20. De kinderen van een dierenarts........................... 107 21. Slot Thuis ............................................... HO 22. Het Artiestenbestaan .................................... 113 23. Hoezo Roermond? ......................................... 125 24. Roermond en zijn rampen ................................. 130 25. Sporten in Roermond ..................................... 133 26. Dierenarts of protestzanger? ............................ 141 27. Jaren na 2000 ........................................... 145 28. Activiteiten in Brabant ................................. 157 Uitgaven Rasenberg creatief .................................. 162 VOORWOORD Als een kind op de elfde van de elfde geboren wordt en zijn vader vergist zich de andere dag met het opgeven van de preciese geboorte- datum op het gemeentehuis en als de initialen van de pasgeborene R.R. toevallig dezelfde zijn als Rolls-Royce, dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. En dat is later wel gebleken, inderdaad: Rinus Rasenberg was geboren! Het is maar goed dat hij geen zoon van een dominee was, want dan was hij ongetwijfeld een zeer bekende Nederlander geworden en zou hij ergens in een verbouwde boerderij in het Gooi wonen, onbereikbaar voor iedereen. Maar gelukkig is hij in een boerengezin geboren en is hij een normale Bekende Nederlander geworden. En dat is toch echt de moeite waard om een boekje over te schrijven. Rinus Rasenberg, een verhaal apart. Rinus schreef de tekst, Fons de Weert deed de vormgeving en Ed Oud de eindredactie, waarvoor dank. Johan Bax Rinus Rasenberg Rinus is geboren in Wagenberg, dorpje in West-Brabant, op de grens van zand en klei. Zijn vader was boer. Rinus is ook altijd boerenzoon in denken en doen gebleven. Hij ging diergeneeskunde studeren in Utrecht. Hij heeft meer dan dertig jaar als praktiserend dierenarts gewerkt in Limburg. En dat was allerminst saai. Na tien jaar praktijk doen bloeiden zijn artistieke aspiraties weer op. Hij ging liedjes en verhalenbundels schrijven over boeren en beesten. De tijd was er rijp voor. Door zijn kritische opstelling kwam Rinus vaak in de publiciteit Al zingend klonk zijn boodschap zachter maar dieper door. Aan fanatieke doordravende dierenbeschermers en milieuactivisten, had hij een hekel. Maar vooral de organisaties, die de boeren dreven tot schaalvergroting en uitbuiting van dier en milieu moesten het ontgelden. Met regelmaat werd hij in het land gevraagd om op te treden met zijn agrarisch cabaretprogramma. Zijn naam werd snel gevestigd. Ruim 20 jaar ging hij als de zingende dierenarts door het leven. Naast zijn eigentijdse kritisch repertoire, zong hij ook over het verleden. Over het platteland, de plattelandsdokter, de oude boerderij met zijn mesthoop, over zijn moeder en het boerendorp. Sinds enkele jaren woont Rinus weer in West- Brabant aan de rand van de Biesbosch. Dit unieke natuurgebied heeft hem geïnspireerd om het in films, musicals en verhalenbundels te verheerlijken. Ook richtte hij zijn aandacht op kinderen met o.a. twee kindercd’s en enkele jeugdmusicals. Burgemeester Gert de Kok eerde hem met de onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij was daar verlegen trots onder. En., in al die hectische jaren trouw en liefdevol ondersteund door zijn wijze vrouw. Heemkundekring De Vlasselt;  |
17. |
![]() |
Boeknummer: 00337
Brabant op z'n breedst Cultuur -- 09.020 (1996) [Johan Biemans, Giel van Gastel, Willem Iven, Henriette Kegge, Jan Naaijkens, Cor Swanenberg, Gerard Ulijn. Ingeleid door Ger Janssen] Zeven Brabantse auteurs schrijven over hun eigen streek. Aangeboden 'Vur de houwes' door Mennen Schriks Grafische bedrijven tgv Valentijnsdag 1998. Illustraties van Nelleke de Laat Inhoud Ger Janssen — Inleiding 7 Johan Biemans — Over de grens 9 Giel van Gastel - De duiven 23 Willem Iven - Bruujr en zeuster 29 Henriëtte Kegge — Un bietje ’eimwee 37 Jan Naaijkens — Hoe ’ne geboren koereur aon z’n end kwam 51 Cor Swanenberg — Goewdgemutst 61 Gerard Ulijn — Tis wè 71 Over de auteurs 91 Inleiding Brabant bazuint breed, breder, .... op z’n breedst. Breed... Het fenomeen 'Brabant 200 jaar' heeft ook mij niet losgelaten. Vanuit het provinciehuis zijn er al een heleboel activiteiten georganiseerd en het verenigingsleven in ons Brabant laat zich ook niet onbetuigd. Breder... Omdat ik al Brabantse avonden organiseer is mij de gedachte ontsproten om een tour te organiseren door de hele provincie heen met medewerking van zoveel mogelijk bekende en minder bekende groepen en troubadours in een afwisselend Brabants bont programma, zowel van medewerkers als van inhoud. Daarnaast is onze cultuur veel meer dan alleen muziek en humor. Zodoende ontstond het idee om een boek uit te geven met schrijvers uit onze provincie waaruit duidelijk de brede waaier van de Brabantse dialecten speels tot uit- drukking komt. Breedst... Tijdens gesprekken met de schrijvers werd het thema 'Brabant op z’n breedst geboren, precies de vlag die de lading dekt voor zowel de tour als de literaire operatie. Daarnaast is er nog een cassette, waarop het boek is ingesproken, en een verzamel-CD verschenen. Overweldigd door het enthousiasme en de bijval van artiesten en auteurs voor mijn ideeën is er daarnaast een schouderklopje op zijn plaats voor Adrie Mennen en Kees Claes van Drukkerij Mennen Asten BV voor het resultaat dat nu voor u ligt. Niet in de laatste plaats dank aan de auteurs voor de grote verscheidenheid aan nog niet eerder gepubliceerde kortere en langere verhalen, gedichten, essays en cursiefjes die werden ingezonden. Voor deze uitgave werd een zevental schrijvers uitgenodigd. Elk van hen vertegenwoordigt een ruime regio binnen de provincie Noord-Brabant: Giel van Gastel (Michel de Koning) voor het Markiezaat. Henriëtte Kegge (Tilly Nagelkerke) voor de Baronie. Jan Naaijkens voor het Hart van Brabant. Willem Iven voor de Peel. Johan Biemans voor de Kempen. Cor Swanenberg voor de Meierij. Gerard Ulijn voor Maasland. Tenslotte hartelijk dank aan iedereen die enthousiast en vol overgave heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit boek, cassette en CD. Bent u minder vertrouwd met Brabantse dialecten, lees dan voor het gemak maar eens een bladzijde hardop. Voordat u het weet smult u ervan als een echte fijnproever. Ger Janssen organisator Starshine Artist Management Mennen Schriks Grafische Bedrijven;  |
18. |
![]() |
Boeknummer: 00344
Brabants Mooiste Woord Cultuur -- 09.020 (2005) [Wim Daniëls] Verzameling van Brabants mooiste woorden. Houdoe en andere uitverkoren woorden. Ingezonden door lezers van het Brabants Dagblad, Eindhovens Dagblad en BN De Stem Inleiding Dit boek bevat de mooiste Brabantse woorden. Dat wil zeggen: de woorden die door de deelnemers aan de verkiezing van het mooiste Brabantse woord zijn uitverkoren. Die ver- kiezing werd in 2005 met veel bijval georganiseerd door de drie Brabantse dagbladen: BN/De Stem, het Brabants Dagblad en het Eindhovens Dagblad. Zo’n 6000 mensen namen eraan deel en stuurden hun favoriete Brabantse woord in. Het winnende woord werd ‘houdoe’. Het liet alle andere woorden ruimschoots achter zich. De mensen die voor ‘houdoe’ kozen, gaven daar veelal drie redenen voor: - Iedereen in Brabant (oost, west, midden) gebruikt of kent ‘houdoe’. - Ook buiten Brabant wordt ‘houdoe’ als een typisch Brabants woord ervaren. - De eigenlijke boodschap van ‘houdoe’ is een heel positieve, namelijk: houd je goed. De volledige top-10 van favoriete woorden bij de verkiezing van het mooiste Brabantse woord zag er als volgt uit: houdoe meepessant durske zibbedeeske petazzie affesere schottelslet griesele tesnuzzik bedinne. Het is een mooie, gevarieerde lijst, met oorspronkelijke Germaanse woorden, zoals ‘griesele’, met verbasteringen van Franse woorden, zoals ‘petazzie’ (van het Franse ‘potage’), met bijbelse invloeden (‘zibbedeeske’ van de bijbelse figuur Zebedeus), met letterwisselingen (‘rn’ van ‘deerntje’ is ‘rs’ geworden in ‘durske’), enzovoort. Behalve de top 10-woorden werden er nog heel veel andere woorden ingezonden. Omdat het zonde zou zijn al die inzendingen in dozen te laten rusten, is dit boek samengesteld. Het kan niet gezien worden als een volledig woordenboek van de Brabantse taal. Dat is het simpelweg niet. Alleen de Brabantse woorden die het meest tot de verbeelding spre- ken, staan erin. Niet opgenomen Niet alle deelnemers aan de verkiezing van het mooiste Brabantse woord zullen hun ingezonden woord in dit boek aantreffen. - Sommige woorden die werden ingezonden, bleken tot de standaardtaal te behoren of in ieder tamelijk wijdverbreid te zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de volgende woorden: (h)akkefietje (vervelende kleinigheid) bekaaid bikkesementen (lekker eten) bleintje (blaasje in de mond) boerentenen (tuinbonen) bonkertje (kort winterjasje) buurten dalken (slenteren, moeilijk lopen) foekepot gaffel (hooivork) haaibaai haksel (zult) hoos (kous) huilbezem (stofzuiger) jabroer (iemand zonder eigen mening) kakstoel kakkenestje (het jongste kind) keeltjes (raapstelen) keigoed (eerder jongerentaai dan dialect) keren (vegen) kietelkeikes (kiezelsteentjes) kitsen (braken) koeioneren konkelefoezen (konkelen) kullen (voor de gek houden) kwezel (pannenlap) kwibus lapzwans leut meuken (o.a. rijpen) navenant neutelig nondedjuke opkalefateren paternoster (rozenkrans) pattefoon pollepel ponteneur (eergevoel) rietsigaar (lisdodde) rucht (onkruid) ruchten (onkruid wieden) schrabbertje (strijkgedeelte voor lucifers) schrobbelaar (textielarbeider die zich bezighoudt met het kaarden van wol) schroei (honger, eetlust) slieps (stropdas) slop (nauwe gang tussen huizen) sneukelen stamp (puree) stiefelen (snel en met korte pasjes lopen) teuten. Sommige van de hier genoemde woorden worden inderdaad wel vaker in Brabant gebruikt dan in de rest van Nederland, maar het gaat toch te ver om ze Brabantse woorden te noemen. - Bij de inzendingen zaten ook woorden uit het Bargoens, de vroegere taal van dieven en landlopers. Een voorbeeld is ‘belaaitafeld’ (een variant van ‘belatafeld’ = gek, zot). Som- mige Bargoense woorden zijn her en der zeker in dialecten blijven hangen, ook in Brabantse dialecten, maar ‘belaaitafeld’ is geen typisch Brabants woord te noemen. - Ook zijn er woorden ingezonden die niet-Brabanders meegebracht hebben toen ze in Brabant zijn komen wonen. Op een gegeven moment zijn de allochtonen (vroeger werden mensen uit andere provincies zo genoemd) hun ‘vreemde’ woorden (ten onrechte) als Brabantse woorden gaan beschouwen. - Bij de ingezonden woorden zaten verder enkele zogenoemde thuistaalwoorden. Dat zijn woorden die alleen in één gezin gebruikt worden en daar veelal ook bedacht zijn. Soms is het moeilijk te bepalen of een woord een thuistaalwoord of een dialectwoord is. Maar als het verder nergens gesignaleerd is en weinig of geen klankkenmerken van het Brabantse dialect heeft, is het aannemelijk dat het om een thuistaalwoord gaat. Ook zulke woorden zijn niet opgenomen. Een mogelijk voorbeeld hiervan is ‘mompelen’, in de betekenis: broodballetjes maken met de mond. H. Verstralen uit Essen-Heikant schrijft hierover: ‘Als er vroeger pap gemaakt werd, vroeg een oude tante wel eens: “Gemompeld of ongemompeld?” Als er gekozen werd voor gemompeld, deed zij een stukje brood in haar mond, kauwde erop, haalde het vervolgens uit haar mond en draaide er balletjes van, om deze vervolgens in de pap te doen. Het is dus niet vreemd dat de pap vrijwel altijd ongemompeld werd gegeten.’ - Verder waren er nogal wat lezers die niet één woord instuurden maar een hele lijst met favoriete woorden. Overhet algemeen is ervoor gekozen om van die lijsten alleen het woord op te nemen dat als eerste stond vermeld. - Ook waren er lezers die in plaats van een woord een uitdrukking instuurden. Maar in de verkiezing ging het alleen om woorden en niet om zegswijzen. Ook in dit boek zijn daarom als trefwoorden alleen dialectwoorden opgenomen en geen -uitdrukkingen. Wel is in enkele gevallen een uitzondering gemaakt voor een woordcombinatie die het midden houdt tussen een woord en een uitdrukking. In de toelichtingen bij de trefwoorden staan soms wel uitdrukkingen als voorbeeld vermeld. De Uitgevers Den Bosch;  |
19. |
![]() |
Boeknummer: 00396
Gedichten en liedjes Over en Uit Etten-Leur Cultuur -- Gedichten (2015) [Jos Martens] Gedichten en liedjes Over en Uit Etten-Leur Inhoud Voorwoord Inleiding Gedichten en Liederen over: 1. Etten-Leur 2. Gilden 3. Kerstmis 4. Agrarische sector 5. Eerste vliegtuigopstijging 6. Geboorte 7. K.S.E. 8. Sint Lambertuskerk 9. H.Hartkerk 10. K.V.O. 11. Moord in Etten 12. Leur 13. Annie Vergouwen-van Unen 14. Sus Aarts, de volksfilosoof 15. Pieter Mol 16. Claude Covemaeker 17. Eveline Wit 18. Toine Nooijens 19. Rinus Oerlemans 20. Marie Dekkers - de Bruin 21. Lientje Dekkers - de Bruin 22. Herbert Mouwen 23. Valerie Hummel 24. Paula Copray 25. Bart Adams 26. Johan Jaspers 27. Allerlei 28. Verklaringen 29. Gebruikte bronnen en literatuur Voorwoord Voor u ligt het boek 'Gedichten en liederen over Etten-Leur' dat is samengesteld door de Heemkundekring Jan uten Houte • Deze bundel bevat een unieke verzameling gedichten en liederen gemaakt door mensen met een passie voor poëzie èn voor Etten-Leur • Het is een prachtige verzameling • Elke bijdrage geeft een eigen en unieke kijk op gebeurtenissen in onze gemeente door de jaren heen • De vele gedichten en liederen schetsen op even zoveel verschillende manieren een mooi beeld van een stukje geschiedenis van Etten-Leur • Door het lezen van de diverse werken ga je steeds meer houden van dit prachtige dorp • Dit boek is een prachtige aanvulling op de vele historische publicaties van de Heemkunde Kring Jan uten Houte • Door de jaren heen heeft zij een schat aan gegevens over Etten-Leur verzameld en heeft zij daarover al vele publicaties uitgebracht • Daarmee bevordert zij de belangstelling voor en de kennis van deze mooie plaats. Namens het gemeentebestuur wil ik de Heemkundekring van harte feliciteren met deze prachtige bundel • De lezer wens ik graag veel plezier met het lezen van deze bijzondere bundel • J.P. van Hal. Wethouder van Etten-Leur. Inleiding Bij het samenstellen van dit boek wilde ik aanvankelijk alleen maar gedichten opnemen, maar allengs kwam ik er achter, dat er ook veel liederen iets te zeggen hadden over onze gemeente. Wat waren mijn selectiecriteria? Wel, het moesten in mijn ogen gedichten of liederen zijn, die het verdienen om over een x-aantal jaren nog gelezen te worden, omdat ze van historische betekenis voor Etten-Leur (kunnen) zijn. Het gaat over poëzie waar niet alleen nu, maar ook morgen van genoten kan worden. Bovendien dienen gedichten toegankelijk te zijn. Het moet in één keer te begrijpen zijn. Ze moeten herkenbare beelden of emoties verwoorden. Poëzie moet “lopen”. Het is muziek in woorden. Een gedicht behoeft ook niet per definitie kort te zijn. Soms worden er verhalen verteld of geschiedenissen opgerakeld. Uiteraard nemen die meer plaats in beslag. Door deze gedichten hier af te drukken, bereiken we misschien een groter publiek, dat de eigen vriendenkring van de dichter overstijgt. Poëzie kan over alle thema’s gaan. En dat is hier ook het geval. In dit boek staan gedichten over de gemeente Etten-Leur, jubilea, de eerste vliegtuigopstijging, de Leur, bekende Etten-Leurenaren, voetbal, Etten-Leurse dichters enz. Natuurlijk is dichten niet alleen iets voor lichtgewichten. Iedereen kan het. Met taal kun je zoveel. Met taal kun je er bijvoorbeeld voor zorgen, dal er bij anderen bepaalde gevoelens van herkenning ontstaan. Gedichten kunnen die uitwerking hebben, als ze goed zijn. Diverse gedichten zijn in het dialect van Etten-Leur weergegeven. Dan wordt er soms van het dialect gebruik gemaakt om het plaatselijke en het humoristisch effect meer te benadrukken. Of om de strekking van het gedicht beter te laten uitkomen. De gedichten in dit boek zijn voor zover mogelijk opgenomen in overleg met de rechthebbenden. De gedichten zijn afgedrukt zoals zij zijn aangeleverd door de dichters of zoals zij stonden afgedrukt in de diverse regionale bladen. Voor de samenstelling ben ik uiteraard zelf verantwoordelijk, maar voor de technische adviezen en uitwerkingen was ik helemaal aangewezen op Peter van de Korput en Rob Schrauwen. Hartelijk dank! Jos Martens Heemkundekring Jan Uten Houte;  |
20. |
![]() |
Boeknummer: 00412
Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976 Cultuur -- Boeken (ca. 1970) [dr. E. van Autenboer en Louis Tummers] Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976 DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE (1826-1976) door Dr. Eugeen van Autenboer met een OVERZICHT VAN DE BELGISCHE SPEELKAART VAN 1379 TOT 1826 door Louis Tummers Het geheel bewerkt door Jan Bauwens INHOUDSTAFEL TEN GELEIDE........................................................ 3 OVERZICHT VAN DE GESCHIEDENIS DER SPEELKAARTEN IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN....................................... 7 I. Oudste Speelkaarten : Hof van Brabant (XIV° eeuw) ... 9 II. Doornik (XVe eeuw).............................................11 III. Antwerpen (XVIe eeuw)......................................... 12 IV. Namen (XVIIe eeuw).......................................... 14 V. Oostenrijks Bewind......................................... 16 VI. Andere dan Turnhoutse fabrikanten na 1800 ................... 21 DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE................................ 23 I. De papierverwerkende Nijverheid............................. 25 II. Pieter Corbeels............................................ 35 III. Brepols (1800-1826-1970)..................................... 44 IV. Wellens, Delhuvenne & C° (1834-1844)......................... 81 V. J.E. Glénisson &c Van Genechten (1837-1855)............... 90 VI. A. Van Genechten (1856-1970) ................................. 93 VIL J.F. Glénisson & Zonen (1856-1899)............................. 107 VIII. Gebr. Mesmaekers (1859-1968)................................ 118 IX. L. Biermans (1875-1970).................................... 131 X. La Turnhoutoise (1881-1960)................................ 141 XI. Carta Mundi (1970-)..................................... 144 BESLUIT............................................................ 146 BIBLIOGRAFIE....................................................... 149 De afgebeelde kaarten komen voort uit de verzamelingen van het Nationaal Museum van de Speelkaart, van Carta Mundi en van Jan Bauwens. De filmen waren het werk van de Fotogravure Wens te Kontich. TEN GELEIDE De geschiedenis die voorafgaat ... Dat dit jaar 150 jaren Turnhoutse speelkaartenindustrie worden gevierd, is een niet zo banaal feit, wanneer men weet dat de naam « Turnhout » zowat over de hele wereld een begrip is geworden voor speelkaarten. Merk- waardiger is evenwel nog dat deze 150 jaren in feite slechts een vierde vormen van de algehele Belgische speelkaartentraditie : deze klimt immers terug tot 1379, binnen enkele jaren zes eeuwen dus. Het is inderdaad dertien jaar vóór Charles VI van Frankrijk in 1392 zijn wereldberoemde tarokspel bestelde aan zijn hofschilder Jacques Gringonneur, dat Hertog Wenceslas van Brabant er een bestelde aan zijn hofschilder, Ingel Van der Noet; de som die hij daarvoor moest neertellen, was niet zo gering : het spel kostte hem toen 2 mottoenen, hetgeen een goede BF 20 000 van dit ogenblik kan geweest zijn. Sindsdien is het kaartspel niet meer uit deze gewesten weg te denken, noch als vermaak- en kansspel, noch als industrieprodukt. In de middeleeuwse bronnen is hierover niet zo veel te vernemen, maar vanaf de XVe eeuw beschikken we over meer dokumentatie. Doornik vormde toen een heel belangrijk produktiecentrum : Rijksarchivaris A. Pinchart kon in de vorige eeuw niet minder dan 27 namen van Doornikse fabrikanten tussen 1427 en 1537 bijeenbrengen, terwijl hij voor de periode tussen 1439 en 1504 meer dan 40 Doornikse leerjongens vond. In het midden van de XVIe eeuw wordt Antwerpen een centrum : vanuit de plaatselijke ateliers worden honderden kisten speelkaarten verscheept, meestal Lansknechtkaarten, en vooral naar Engeland. De Lig- geren van de Antwerpse Sint-Lukasgilde van Grafici vermelden nog steeds meesters-kaartenmakers in de XVIIe eeuw. Maar tijdens het Oostenrijks bewind heeft Antwerpen als produktiecentrum vrijwel afgedaan. In die periode wordt de fakkel overgenomen door Brussel en Gent : in de tweede helft van de XVIIIe eeuw bloeien te Brussel een twintigtal ateliers; bij de eeuwwisseling loopt hun aantal echter terug tot 4. Te Gent krijgen we drie « dinastieën », maar deze houden het langer uit dan hun Brusselse konfraters. De laatste verdwijnt pas in 1843, maar zonderling genoeg gaat hij weer naar Brussel, waar dan gedurende twee decen- nia een nieuwe opflakkering valt waar te nemen. Vóór die tijd echter is te Turnhout P.J. Brepols al begonnen met speelkaarten te betrekken van enkele kleine ateliers, die zowat over het hele land verspreid liggen (Antwerpen, Sint-Niklaas, Brussel, Dinant en Namen). Als in 1826 zijn leveranciers hem niet meer kunnen volgen, besluit Brepols zelf speelkaarten te gaan drukken. Meteen legt hij de eerste steen voor een onderneming, die eerst tal van navolgers krijgt — steeds te Turnhout — en dezen vervolgens allemaal ziet opgeslokt worden, totdat er in 1970 nog drie overblijven. Dezen besluiten op dat ogenblik hun krachten te bundelen en een enkele speelkaartenfabriek op te richten, die op wereldniveau een eersterangsfiguur moet worden, Carta Mundi van Turnhout. De boeiende geschiedenis van deze wel zeer vastgeankerde industrie wordt hier verteld door twee historici in het vak : Louis Tummers en Dr. Eugeen Van Autenboer. Louis Tummers, die zelf een groot verzamelaar is, schetst ons in vogelvlucht de vier en een halve eeuw geschiedenis vóór Turnhout. Dr. Van Autenboer, histo- risch auteur en Konservator van het Nationaal Museum van de Speelkaart te Turnhout, vertelt ons over de anderhalve eeuw Turnhout, een onderwerp waaraan hij tal van opzoekingen heeft gewijd. Jan Bauwens Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel Brussel;  |
21. |
![]() |
Boeknummer: 00470
Spokerijen in de Baronie van Breda Cultuur -- Boeken (1974) [Jacques R.W. Sinninghe] Spokerijen in de Baronie van Breda. Sagen, legenden en volksverhalen veelal uit de volksmond opgetekend door Jacques R.W. Sinninghe met tekeningen van Jan Radersma. INHOUD 1. De drie woorden van de pater in Uden 7 2. Meneer Versluis 8 3. De Kozakken op „Het Barree!” 10 4. De kwade hand van Mie Berkevoets in Etten 11 5. De graaf van Mastland 11 6. De witte dame van Roosberg 12 7. Van Jan de Wijs 14 8. De stichting van het klooster en de kerk in Meersel-Dreef 15 9. Kattedansen 16 10. De duivel als zwarte kat in Dongen 17 11. De beurzensnijder in Den Bosch 18 12. De Alphense kabouters 19 13. De Kabouterberg bij Gilze 21 14. Hereswit 21 15. Het beleg van „Valkenburg” bij Ulvenhout 22 16. De weg naar Achtmaal 23 17. De kwade hand in Etten 24 18. De Belgische knecht in Dongen 26 19. De grote abeel bij Ulvenhout 26 20. Het Oud Boomke onder Rijsbergen 27 21. Het spookhuis op „Burgst” 27 22. Zwarte kunst op Attelaken onder Leur 29 23. De duivel in „De Gouden Leeuw” in Rijsbergen 29 24. Langenaar, de tovenaar van „Burgst” 31 25. Stalkeersen 33 26. De duivel op „Valkenburg” bij Ulvenhout 34 27. In de Maatjes bij Zundert 35 28. „Wa’ dood is, moet dood blijven” 35 29. De heks van Gatbroek 36 30. De brandende scheper bij Dorst 36 31. Kop af! 37 32. Een kwade geest bezworen in Strijbeek 38 33. Het onheilspellende huis bij Breda 38 34. Verborgen schatten in Terheijden, Dongen en Breda 39 35. De Zundertse heksen 40 36. De ontrouwe rentmeester in Etten 42 37. De Grenadier in Breda 43 38. Huis In Ca Ba in Breda 43 39. De maar in de stal in Attelaken 45 40. Spokerijen op de „Hondsdonk” bij Ulvenhout 46 41. De kei op de Molenhei in Gilze 47 42. De duivel op het Hooghuis 47 43. De gifmenger in Dongen 49 44. Spokerij op „Walstijn” onder Zundert 50 45. Een slecht huis in Rijsbergen 50 46. De „Haanse Hoef” in Dongen 51 47. Heks houdt herberg in de Baronie 52 48. „De Engelse Pijl” 53 49. De toverkunsten van Kees Emmen in Dongen 54 50. Ontmoeting met een heks in Ginneken 54 51. De Slotbossetoren bij Oosterhout 56 52. De medaille van de begijntjes uit het Liesbos 57 53. Het verscheurde voorschoot in Galder 58 54. Baron Van der Borch en de „zwartmakers” 58 55. De sprekende kat in Baarle-Nassau 60 56. De Wapper in het Chaamse bos 60 57. Het Heksen wiel 61 58. Een zwarte dame in Chaam 62 59. De kat uit het Liesbos die al maar zwaarder werd 62 60. De „zwartmakers” in Galder 63 61. De kat met de paardebenen in Hazeldonk 63 62. Van Ons Heer en Peris (een verhaal uit Etten) 65 63. Jan Onversag (een verhaal uit Bavel) 67 Register op persoons- en plaatsnamen 69 Europese Bibliotheek Zaltbommel;  |
22. |
![]() |
Boeknummer: 00602
Brabant . Poezie van landschap en maatschappij Cultuur -- 09.019 (2022) [Diverse auteurs. Inleiding door Gerrit Jan Zwier] Bloemlezing van gedichten en literaire teksten over Brabant. Met foto's in zwart-wit. Deel 56 in de serie Op zoek naar de stem van de eigen plek. Woord vooraf Denkend aan onze provincie zie ik de polders van West-Brabant, de bossen van de Brabantse Wal, de uitgestrekte ruimte van het Land van Heusden en Altena, de Loonse en Drunense Duinen, de Maasheggen en de Groote Peel. Zie ik steden als het historische Breda en het zichzelf met respect voor identiteit en erfgoed vernieuwende Tilburg, maar ook Eindhoven en Helmond, waar de dynamiek en technologie van onze tijd tot leven zijn gebracht. Zie ik dorpen met namen als Megen, Beu- gen, Zwingelspaan, Scherpenering, Hilvarenbeek en Strooiendorp. Het Brabantse landschap is gemaakt door mensenhand. Bossen, weiden, steden, dorpen en buurtschappen ademen dit uit, evenals watergangen, ontginningen, akkers en industrieel en religieus erfgoed. Er is sprake van een proces van voortdurende verandering en aanpassing aan nieuwe episoden. Stad, dorp en landelijk gebied zijn ook oorden van herinnering. Zichtbaar in de omgeving of slechts bewaard gebleven in het geheugen van de mens. Het landschap vormt een getuigenis van maatschappelijke en sociale veranderingen, roept herinneringen op en gevoelens over wat was en wat zal zijn. Veel blijft bewaard terwijl er ook veel nieuws verrijst. Brabant, poëzie van landschap en maatschappij biedt een royale selectie van beelden en teksten die iets van Brabants landschappelijke en culturele rijkdom laten zien. Zorgvuldig bijeengebracht in deze uitgave, leveren ze een bijdrage aan het beleven van Brabants schoonheid en het Brabants eigene. Ina Adema Commissaris van de Koning in Noord-Brabant Inhoud Woord vooraf (I. Adema) blz. 5 ‘En wij dansen op carnaval’ (G.J. Zwier) 6 Oranjeoord-De Heen fragment (J. Roodnat) 29 Villa Buitenrust (Y. van Wouw) 31 Nederland in den goeden ouden tijd fragment (J. van Lennep) 33 Ode aan de stedenbouwkundige (B. Bevers) 35 Bergen op Zoom (B. Bevers) 37 De pastorie van Zundert fragment (E. Zandstra) 39 Etten (P. van Lier) 41 Het Noordbrabantse meisje fragment (Hildebrand) 43 Een zondagochtend (T. Stoop) 45 Wandelingen door Nederland fragment (J. Craandijk) 47 Breda (W Beesems) 49 Mijn thuis (L. Ntukabumwe) 51 Brief naar Breda (L. Ntukabumwe) 53 Vallen en opstaan (R. Verwijs) 55 Wandelingen door Nederland fragment (J. Craandijk) 57 Eeuwigheidslaantje (P. Storm van Leeuwen) blz. 59 Het water zien! (Y. Né) 61 Wandelingen door Nederland fragment (J. Craandijk) 63 Noord-Brabant fragment (K. Freriks) 65 Het afwezige monument (J. Mikkers) 67 Glazen gang (R. Kopland) 69 Pad (M. Morre) 71 Aankomst te Eindhoven (P. Bezembinder) 73 Vallende ouders fragment (A.F.Th. van der Heijden) 75 Masker (R. van de Ven) 77 Transitie (M. van Gerwen) 79 Eindhoven fragment (f Barrels) 81 Son-net (Chr. d’Haen) 83 Dommeldal (S. Mooij) 85 De Dommel (F. Hoppenbrouwers) 87 I (M.L. Rijneveld) 89 Weg (T. van Deel) 91 Wax Hollandais (A. Benali) blz. 93 Gedichtendag (B. Kuijpers) 95 School voor de toekomst (G. van de Mark) 97 Peelwerkers fragment (A. Coolen) 99 Hier is het altijd vandaag (M. van den Elzen) 101 Als de oude bomen op het landgoed konden praten (S. Verbakel) 103 De Schijndelse draad (Y. Né) 105 Schijndels landschap (M. van den Elzen) 107 Geukbank (E. Broeren) 109 Ridder uit de Ijzertijd of Ode aan het gekrulde zwaard (E. de Wildt) 111 Lofsang van Braband (J. van der Noot) 113 Brabantia mea (J. O’Mill) 115 Wouter Lutkie - Sociaal en politiek bewogen fragment (GJ. van Zoggel) 117 Plattelandsrap (P. Coenen) 119 De Binnendieze — De Diest (A. van Schijndel) 121 Pro memoriam donam (J.R. Vlek) blz. 123 Wandelingen door Nederland fragment (J. Craandijk) 125 Op reis door de Meijerij fragment (S. Hanewinckel) 127 Thuiskomen (M. Rijneveld) 129 Vrienden in ’t weidse land (collectief) 131 Woudrichem (S. Vinkenoog) 133 Een dag als geen ander (12) (H. de Coninck) 135 Moerdijk (I. Gerhardc) 137 Tot besluit/Met dank aan (J.P. Rosenberg) 138 Stichting Achterland;  |
23. |
![]() |
Boeknummer: 00604
Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek Cultuur -- 06.003 (2011) [Piet de Nijs; ill. Jan van den Hoven; eindredactie Josien van Melis] Beschrijving van het Beeks Dialect. Bundeling van de Dialectenrubriek in Verenigingsblad De Klepel 1997-2007 door Piet de Nijs. VOORWOORD Tijden veranderen en ontwikkelingen staan niet stil. Onze leefwijze past zich daaraan aan en is niet meer hetzelfde als vijftig jaar geleden. Een belangrijk sprekend voorbeeld daarvan is het taalgebruik. Door de invloed van de media, mobiliteit en de komst van inwoners uit andere delen van het land naar Prinsenbeek veranderde de lokale omgangstaal. Het originele Bikse dialect -tot in de zestiger jaren gebruikt door vrijwel de gehele Prinsenbeekse bevolking- dreigt sindsdien ten onder te gaan dan wel zich sterk aan te passen aan het Algemeen Beschaafd Nederlands. Al is dit uiteraard een taal eigen -ook het Nederlands van 1950 is niet meer hetzelfde als dat van 2010- toch is het met het Biks dialect inmiddels vijf voor twaalf De basisschooljeugd van 2011 spreekt/verstaat nauwelijks nog Biks en het aantal sprekers/kenners van het Bikse dialect wordt snel minder. Het is dus de hoogste tijd om dit dialect op schrift te stellen in een woordenboek. Niet zozeer om anderen het Bikse dialect te leren, maar wel om het vast te leggen voor het nageslacht. Tien jaar lang verzorgde Piet de Nijs in het verenigingsblad 'De Klepel' van onze heemkundekring “OP DE BEEK” de dialectenrubriek. Hij is dan ook de kenner bij uitstek van het Bikse dialect en heeft al veel staaltjes van zijn kunde laten zien en vooral laten horen. Toen hij daarmee in 2007 stopte ontstond het idee om de rubrieken te bundelen. En nu -4 jaar later- is dit gerealiseerd met het verschijnen van dit boek. Piet heeft zich altijd gerealiseerd dat het geen gemakkelijke opgave is om een dialect te beschrijven. Immers een dialect is een gesproken levende taal en on- derhevig aan allerlei invloeden zoals afkomst, milieu en lokale binding. Maar om een dergelijke onmisbare en waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan de Prinsenbeekse cultuurhistorie moet men zich hierover heen zetten en doen wat men kan. Zich bewust zijnde van de beperkt- en onvolkomenheden van dit boek heeft hij het daarom toch aangedurfd en dat verdient onze waardering zeer. Josien van Melis heeft er een voor iedereen toegankelijk, overzichtelijk en goed leesbaar boekwerk van gemaakt en toepasselijke en treffende tekeningen van Jan van den Hoven verfraaien het geheel. De dank van het bestuur van de Heemkundekring 'OP DE BEEK' en zeker ook van alle lezers gaat uit naar de auteur, samensteller en illustrator en al dege- nen die hun medewerking gegeven hebben. Ad van Melis, Voorzitter Heemkundekring 'OP DE BEEK'. INLEIDING Een gesproken taal. In tegenstelling tot het Algemeen Nederlands, dat bestaat uit een geschreven en gesproken component, bestaat een dialect alleen uit spraak. Het is een bijzondere spraak van een streek of plaats, voor zover ze afwijkt van de algemene of landstaal. De bijzondere spraak uit zich niet alleen in de uitspraak, maar ook in de zinsbouw. De fonetiek (klankkleur) speelt hierbij een grote rol. Uit de omschrijving van dialect blijkt ook dat het gesproken wordt in een bepaalde streek (in ons geval West-Brabant) en een bepaalde plaats (Prinsenbeek). Uitgangspunten. Dialecten worden bedreigd. Eind vorige eeuw kreeg men dat in de gaten en daardoor kwam er steeds meer aandacht voor. Ook bij onze in 1996 opgerichte heemkundekring was er vanaf het begin al sprake van dat het dialect een belangrijk aspect van de Prinsenbeekse heemkunde is. In het verenigingsblad De Klepel is vanaf het begin daar heel veel aandacht aan gegeven. Dit dialectwoordenboek is dan ook in eerste instantie bedoeld en van essentieel belang om het dialect vast te leggen voor het nageslacht. Opgetekend werden de woorden en zinnen die qua uitspraak en zinsbouw in het in Prinsenbeek gesproken dialect opvallend afwijken van het Algemeen Nederlands. Hoewel subjectiviteit uiteraard een rol speelt is zoveel mogelijk getracht objectief te zijn. De uitspraak van een bepaald woord kan dus van persoon tot persoon verschillend zijn evenals de zinsbouw en de woordenschat, bijvoorbeeld door de invloed van een nabuurdialect in een bepaalde wijk. In een tijd dat het dialect nog vrijwel de enige taal was waarvan de lokale gemeenschap zich bediende en de communicatiemiddelen zeer beperkt waren, was de afstand tussen Westrik en Strijpen immers relatief groot. Begrenzingen van het lokale dialect zijn daardoor ook niet aan te geven en is in dit kader ook niet wenselijk. Aangezien de complexiteit van een taal of dialect zo groot is en ook te zeer afhankelijk is van het milieu waarin het dialect werd gesproken, is volledigheid vrijwel niet haalbaar gebleken. Bewust is er voor gekozen om dit boek zo eenvoudig mogelijk te houden. Het voerde dan ook te ver om er een wetenschappelijke benadering aan toe voegen, omdat dit meer een taak is voor een neerlandicus. Hoewel zoveel mogclijk rekening werd gehouden met de 'Referentiespelling voor Brabantse dialecten' zijn er hier en daar afwijkingen. Soms is dit voor het weergeven van een klank in een woord nodig. Bij het noteren van de dialectwoorden in de woordenlijst is uitgegaan van het zo dicht mogelijk bij de uitspraak blijven. Samenstelling. De basis van het boek vormt de dialectrubriek die gedurende meer dan 10 jaar in de Klepel (het kwartaalblad van Heemkundekring 'OP DE BEEK') verscheen. Deze rubriek werd gedurende al die jaren verzorgd door Piet de Nijs. De door hem opgetekende woorden werden verzameld en geordend door Josien van Melis en door haar tot een woordenboek samengevoegd. De intentie van zowel de optekenaar als de redacteur was om zoveel mogelijk van het Prinsenbeeks dialect op schrift te stellen en zij hebben verder in geen enkel opzicht de pretentie dat het boek alles uitputtend beschreven heeft en maatgevend zou zijn. Op meerdere plaatsen wordt het boek verlevendigd door liedjes, versjes en aanvullingen. Jan van den Hoven zorgde voor passende illustraties. Met deze combinatie is getracht het boek aangenaam leesbaar te maken. Handleiding. a. Het woordenboek bestaat uit twee onderdelen: Dialect-Nederlands en Nederlands-Dialect. b. Het dialect is fonetisch beschreven, wat wil zeggen dat de uitspraak/klankkleur is opgetekend. c. In de woordenlijst zijn geen woorden opgenomen die beginnen met c, q, x en y, omdat ze respectievelijk uitgesproken worden als een s of k, k, ks, ei of ij. d. Speciale aandacht kreeg de letter 'h'. Hoewel deze doorgaans in de West-Brabantse dialecten niet wordt uitgesproken, bleek toch dat in het Prinsenbeeks dialect in sommige woorden de 'h' duidelijk hoorbaar was (bijv, in het woord uhiibl{e'). e. Lidwoord 'een' kan worden: 'ne - nen - un - tinne - nn' dit is terug te vinden in de verklarende zinnen. f. Bij werkwoorden wordt de 'n' aan het einde en bij de vervoeging van werkwoorden de 't' aan het einde meestal niet uitgesproken. g. In de verklarende tekst wordt het dialect cursief aangegeven. h. Om het dialectwoord in een juiste context te plaatsen zijn in de verklarende tekst zinnetjes opgenomen. Heemkundekring Op de Beek;  |