![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 106 (uit: 659)
Getoond wordt publicatie : 61 t/m 90 |
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
61. |
![]() |
Boeknummer: 00341
Tentoonstelling Princenhage vroeger en Nu Historie -- Princenhage, algemeen (1976) [werkgroep Haagse Beemden: Karel Leenderd, Herman Dirven, Piet Dekkers, George Dirven en Jan Lodewijk.] Tentoonstelling Princenhage vroeger en Nu op 14, 15 en 16 mei 1976 tgv Torenhaanfeesten Beschrijving van geëxposeerde documenten, foto's en memorabilia uit de geschiedenis van Princenhage en een korte geschiedenis van Princenhage INHOUD Lijst van inzenders Voorwoord I. Archiefstukken 101 t/m 112 II. Kaarten 210 t/m 220 III. Gebeurtenissen 301 t/m 333 IV. Dorpsgezichten A. algemeen B. straten in de kom C. gehuchten en buitenplaatsen 401 t/m 499 V. Burgerlijke gemeente 501 t/m 531 VI. Kerken 601 t/m 674 A. De St. Martinuskerk te Princenhage B. De O. L. V. Hemelvaartkerk te Prinsenbeek C. De Johanniskerk te Princenhage VII. Gilden, schutterijen en verenigingen 701 t/m 714 VIII. Economisch leven en diversen 801 t/m 806 IX. Literatuur 901 t/m 921 X. Korte schets van de geschiedenis van Princenhage VOORWOORD. Ter gelegenheid van de Torenhaanfeesten had het organiserend comité o. a. ook de idee, om naast het terugplaatsen van de haan en kruis op de toren van de Martinuskerk ook een braderie, een ambachtendorp, festiviteiten en tentoonstellingen te doen plaatsvinden in de oude kern van het dorp Princenhage in Breda. Voor de historische tentoonstelling richtten zij hun verzoek tot de Werkgroep Haagse Beemden, die er niet lang behoefde over na te denken om ja te antwoorden. Op de eerste plaats werd door de Werkgroep Haagse Beemden de tentoonstelling 'Het Verleden van Princenhage', welke gehouden werd in 1966 - dus precies tien jaren gele- den - nog eens goed bekeken. Het bleek dat veel daaruit bruikbaar zou zijn, maar toch ook dat verschillende leemten sinds die tijd gelukkig opgevuld konden worden. De medewerking werd gevraagd aan de heer Kimmel, conservator van het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda, en de heren Brekelmans en Lohmann, respectievelijk archivarissen in Breda en Prinsenbeek. Daarna werd een indeling gemaakt van en voor de tentoonstelling en moest naar een passende ruimte worden gezocht. We kwamen daarbij op de idee om de hervormde kerk, 'De Johanneskerk' aan de Dreef 5 te Princenhage als tentoonstellingsruimte in te richten. We vroegen daartoe toestemming aan de kerkeraad en bij monde van de voorzitter de heer E.Rutjens werd ons deze gaarne gegeven. Daarna moest er hard in de weinige tijd, die ieder van ons heeft, gewerkt worden, om een en ander in orde te krijgen. Wij willen ons bij voorbaat dan ook gaarne verontschul- digen, indien de bezoeker feilen mocht ontdekken in de beschrijving of kritiek wil uitoefenen op de onvolledigheid der verzameling. Toch willen wij niet nalaten om de vele mensen, die dikwijls zeer spontaan hulp boden, te bedanken. Wij hopen dat ook deze tentoonstelling 'PRINCENHAGE VROEGER EN NU' in 1976 voor U een interessante kennismaking of vernieuwde kennismaking zal zijn met het verleden van Princenhage. Werkgroep Haagse Beemden Karel Leenders Herman Dirven Piet Dekkers George Dirven Jan Lodewijk Werkgroep Haagse Beemden;  |
62. |
![]() |
Boeknummer: 00342
Onze Volkskunst. Historie -- Nederland, algemeen (1979) [Dr Tjaard de Haan en diverse auteurs] Naslagwerk over diverse onderwerpen van volkscultuur in Nederland Inhoud Inleiding 6 dr. Tj.W.R. de Haan De studie van de volkskunde 10 dr. Tj. W.R. de Haan Volksgeloof en bijgeloof 14 S.J. van der Molen Klederdrachten 19 J. de Jong-Brouwer Knipprenten 51 S.J. van der Molen Spel en dans 56 J.J. Schilstra Koekplanken 79 Wina Bom Eten en drinken 83 dr. L.F. Triebels Volkskunst en voorbeeld 107 H.B. Vos Wagens, sjezen en arren 113 E.Jans Stiepeltekens en geveleinden 144 drs. W. Knippenberg Religieuze folkloristica 150 M. de Meyer Volksprenten 155 B.W.E. Veurman Kinderfolklore 172 S.J. van der Molen Scheepjes in de kerk 214 S.J. van der Molen Volkskunst in de scheepvaart 218 dr. Tj. W. R. de Haan Gevelstenen en uithangtekens 239 P. Wassenbergh-Clarijs en en dr. A. Wassenbergh Wooncultuur 244 R. Smaling Nederlandse volksmuziek 301 H. Bottema Wegwijzer door de Nederlandse volkskunst 308 Literatuur 312 Register 315 Inleiding Nu de wereld steeds kleiner wordt en het exotische gemakkelijk bereikbaar, zet er een tegenbeweging in: de hand over hand toenemende interesse voor wat met meer of minder recht als het 'eigene’ wordt aangevoeld. Lokale en regionale (volks) cultuur is 'in’ tegenwoordig en een televisie-uitzending als Van gewest tot gewest wordt allerwegen met genoegen bekeken. Het heeft dan ook alle zin, studieuze aandacht te besteden aan het 'volkseigen’ der Lage Landen en daarmee een breed publiek te willen bereiken. In het voor u liggende boek komen deskundigen aan het woord, die allerlei aspecten van de Nederlandse volkskunst en het Ne- derlandse volksleven belichten, met een keur van afbeeldingen voor een deel, waar dit nodig en zinvol is, in kleur. Zowel Nederland als Vlaanderen komen daarbij aan de orde, en ook Wallonië is niet vergeten. Het gaat daarbij om volkskunst, wooncul- tuur, wagens en ander gerij, gevelstenen, scheepssier, klederdrachten, kinderspel en nog veel meer dat behoort tot wat men volkskunde oftewel 'folklore’ pleegt te noemen. Langere artikelen worden afgewisseld met korte 'specials’, knabbelnootjes bij de hartige borrel, om met Wina Bom te spreken, een van de medewerkers aan Onze Volkskunst. Het gaat er in dit boek in de eerste plaats om, het een en ander zo aangenaam mogelijk te laten zien en interessante feitelijkheden te brengen, zonder in zwaarwichtig getheoretiseer te vervallen. Toch mocht ook een zekere mate van nadenken over de verschijnselen en de verschijningsvormen niet ontbreken. Dit nadenken vindt men vooral in de langere, meer doorwerkte bijdragen. Maar ook in een tweetal af- zonderlijke hoofdstukken. Het ene hoofdstuk staat direct aan het begin: het geeft een kort geschiedkundig overzicht van de volkskundestu- die, vanaf de romantiek tot heden, waarin op een eenvoudige wijze de diverse probleemstellingen beknopt ter sprake komen, aan de hand van voorbeelden. Het andere hoofdstuk staat helemaal aan het eind van het boek: een 'wegwijzer’, op de terreinen van de volkskunst. Daarin wor- den, met behulp van een overzichtelijk schema, allerlei realia gedetermineerd naar de categorie waartoe zij min of meer behoren: van de echte 'elementaire’ volkskunst (men denke aan kippeloopjes als die in Staphorst) tot de ambachtskunst (men denke aan de Hindelooper meu- bels), die vaak te maken heeft met de officiële stijlkunst, zij het in eigen 'vertaling’, en die toch ook, door haar deel uitmaken van het volksle- ven, in een boek als dit geheel en al thuishoort. Kunst, hoe individueel ook, kan men niet los zien van het leven. Tegenwoordig, nu het sociale element in allerlei disciplines terecht een sterk accent heeft verkregen, wordt dit meer dan ooit beseft. Wat voor de kunst in het algemeen geldt - haar verweven zijn met de maatschap- pij en de medemens, eventueel bij wijze van antithese - geldt nog eens te meer voor de volkskunst. Deze wordt eerst recht begrepen en op haar waarde geschat, wanneer men haar ziet in samenhang met het leven en werken, het denken, voelen en geloven van zeer velen, ook al zijn het vaak de begaafde en geoefende enkelingen die het vermogen van een doeltreffende vormgeving bezitten, die evenwel hun natuurgenoten 'o ja, dat is het’ doet zeggen en die zij als 'eigen’ aanvaarden. De 'stiepelpaal’ (middenstijl van de schuurdeur) van een Twentse boerenhoeve is klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Elsevier Amsyerdam/Brussel;  |
63. |
![]() |
Boeknummer: 00347
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 3 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1970) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 3 MEI 1940 Inhoud Hoofdstuk 1 - Vrijdag 10 mei 1 De strategische verrassing 3 ‘Een vlammend protest’ 35 In Berlijn 51 Algemeen Hoofdkwartier 54 Zuid-Limburg 65 Maaslinie en Peel-Raamstelling 70 Van Mook tot Arnhem 82 De IJsellinie 87 De noordelijke provincies 94 De evacuaties 97 Het begin van de Vijfde Colonne-paniek 103 De eerste arrestaties en interneringen 115 Tussen Haarlem en Hoek van Holland 119 Rotterdam 129 Van Nieuwe Waterweg tot Hollands Diep 136 De komst der Fransen 143 Londen 148 Balans 157 Hoofdstuk 2 - Zaterdag II mei 168 De Vijfde Colonne-paniek 169 Arrestaties en interneringen 181 De Grebbelinie 185 Noord-Brabant 196 Vesting Holland 207 Optimisme 224 Hoofdstuk 3 - Zondag 12 mei 228 De val van de Wonsstelling 229 Grebbelinie 232 Vesting Holland 248 Militaire Luchtvaart 258 Het prinselijk gezin vertrekt 260 De ministerraad 264 Avond 272 Hoofdstuk 4 - Maandag 13 mei 275 Bezuidenboutseweg 30 277 De koningin vertrekt 279 De ministers 282 ‘Tot de laatste man standhouden’ 292 Komwerderzand 294 Vesting Holland 296 De val van de Grebbelinie 306 Terugtocht 322 Hoofdstuk 5 - Dinsdag 14 mei 336 Colijn 338 Doorvechten! 341 Rotterdam: ultimatum 343 Rotterdam: bombardement en brand 354 Rotterdam: overgave 367 Winkelman capituleert 385 Landmacht 398 Marine 413 De vluchtelingen 398 ‘W ij hebben de strijd gestaakt’ 413 IJmuiden 418 Hoofdstuk 6 - Londen 423 Hoofdstuk 7 - De strijd in Zeeland en zijn nasleep 433 De Zeeuwse eilanden. 436 België en Frankrijk 445 Hoofdstuk 8 - Balans 460 De verliezen 460 De Duitse buit 462 De ‘Vijfde Colonne’ 464 De nederlaag 469 De krenking 476 Lijst van illustraties 482 Lijst van kaarten 487 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag ;  |
64. |
![]() |
Boeknummer: 00348
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 eerste helft Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1972) [dr. L. de Jong] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 MEI 1940 - MAART 1941 Hoofdstuk 1 - De Militarverwaltung komt en gaat 1 Na Rijsoord 4 De greep naar pers en radio 7 Het centrale gezag 14 Hitlers beleid 21 Winkelman 28 Seyss-Inquart arriveert 35 Hoofdstuk 2 - De heersers 44 Seyss-Inquart 46 De opzet van het Reichskommissariat 60 Himmler en Rauter 65 Het onderdrukkingsapparaat 75 Schmidt 86 Wimmer, Fischböck, Bene 90 Coördinatie 95 Christiansen 100 Het garnizoen 105 Op kosten van Nederland 108 In strijd met het volkenrecht 110 Hoofdstuk 3 - Onder controle 114 De secretarissen-generaal 116 Snouck Hurgronje 131 Ringeling 133 Scholtens 134 Van Poelje 135 Tenkink 137 Trip 138 Spitzen 140 Six 141 Frederiks 142 De eerste ontslagen op de bestuurssector 146 Hirschfeld 150 Hoofdstuk 4 - Werken voor de vijand 159 Winkelmans richtlijnen 161 Overstag 165 Ringeling en de Artillerie-Inrichtingen 170 Vliegvelden voor de Luftwaffe 174 De spoorwegen 180 Militaire productie 184 Export van werklozen 189 Terugblik 194 Hoofdstuk 5 - Mussert presenteert zich 204 De bespreking met Leutnant Töpfer 206 Alles loopt mis 210 Rost van Tonningens terugkeer 215 Nieuwe moeilijkheden 218 De ‘Hagespraak der bevrijding’ 218 Hoofdstuk 6 - Zes bewogen weken 229 De demobilisatie en de terugkeer der krijgsgevangenen 237 Engeland vecht door 242 Herwonnen zelfbewustzijn 248 klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Voorwoord Nu mijn werk de periode van de Duitse bezetting genaderd is, heb ik de behoefte, vooraf een enkele opmerking te maken. Ik ben mij bewust, een taak ter hand te nemen die in enkele wezenlijke opzichten moeilijk op bevredigende wijze uitgevoerd kan worden. Geschiedschrijving tracht een herschepping te zijn van het verleden - maar hoe kan ik, om slechts dat ene te noemen, de duur, het tartend-trage tijdsverloop van die vijf bezettingsjaren onder woorden brengen? Hoe het gestadig toenemen der verschrikkingen zoals dat door de toen levenden ondergaan is ? Hoe de gebondenheid aan het wereldnieuws die uit de dagelijkse ergernis en verontwaardiging voortvloeide? Wij weten niet eens, hoeveel mensen in bezet gebied van de zomer van ‘40 af regelmatig naar de Londense uitzendingen luisterden. Wèl weten wij dat veruit de meeste Nederlanders ‘leefden’ op het nieuws van de oorlog - d.w.z. op de als regel schaarse en zich tot de buitenkant der gebeurtenissen bepalende berichten die van Geallieerde zijde doorgegeven werden. Daarbij moet men dan onmiddellijk aantekenen dat zeer velen onder die Nederlanders de neiging hadden (gevolg van de druk waaraan men blootstond) om dat nieuws uitzonderlijk optimistisch te interpreteren. Het latere perspectief, het historische, werkt vertekenend. Objectief en achteraf gezien doorstond de Nederlander vijf bezettingsjaren of, voorzover hij in een groot deel van het zuiden des lands woonde, bijna vier-en-een-half; subjectief en toentertijd beleefde hij een periode van gestadig toenemende verarming, druk en terreur die, aldus zeer velen, onmogelijk langer dan nog enkele maanden kon duren - die optimistische verwachting schoof gelijk met de tijd op. Verarming, druk en terreur zal ik trachten te schetsen in de vele vormen waarin zij zich voordeden, maar voor ik daartoe overga, wil ik herinneren aan het woord van Sartre die, kort na de bevrijding van Parijs schrijvend, er zijn Engelse lezers die geen denkbeeld hadden van hetgeen een bezetting betekende, op wees, dat ‘de verschrikking ... ondragelijk was en dat wij er ons uitstekend aan konden aanpassen.*1 *1J. P. Sartre: ‘Paris sous l occupation’ in La France libre (Londen), no. 49 (15 nov. 1944), p. 12. Het zou onjuist zijn, bij de schildering van de bezettingsjaren gebruik te maken van een palet waarop alleen de kleuren grijs en zwart voorkomen. klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
65. |
![]() |
Boeknummer: 00349
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 tweede helft Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1972) [dr. L. de Jong] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 tweede helft Hoofdstuk 12 - De aanloop tot de Nederlandse Unie 459 Eendracht of eenheid? 460 Kritiek op het vooroorlogs bestel 464 Het Driemanschap 473 De eerste aanloop 480 De tweede aanloop 496 De derde aanloop 500 Hoofdstuk 13 - Twee beslissende maanden 505 De Nederlandse Unie steekt van wal 505 Eykmans brochure 512 Het anti-revolutionair réveil 514 Invasie van Engeland ? 523 Mussert krijgt een streepje voor 525 De WA komt in actie 541 Mussert bezoekt Hitler 548 Invasie van Engeland gaat niet door 551 Publieke opinie 553 NSB: gehate minderheid 557 Hoofdstuk 14 - In de pas! 561 Pers 566 Radio 601 Opbouwdienst 618 Boekenzuivering 626 Oprichting van de Winterhulp Nederland 631 Balans 636 Hoofdstuk 15 - De eerste illegalen 638 De ‘Geuzen’ 639 Paramilitaire groepen 643 Spionage 651 Ondergrondse pers 661 Beleid van de politie 674 klik op de pijlpunt links voor de volledige inhoud Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
66. |
![]() |
Boeknummer: 00350
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 eerste helft MAART 1941 - JULI 1942 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1974) [dr. L. de Jong] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 eerste helft MAART 1941 - JULI 1942 Hoofdstuk 1 - Lente ’41 1 Oorlogsverloop en -perspectief 5 Publieke opinie 15 Het Duitse spel 28 Nationaal Front 32 Nederlandse Unie 36 Straatterreur 47 Mussert 55 Fall Barbarossa 69 Hoofdstuk 2 - Na de 22ste juni 81 Eerste reacties 87 ‘Nederlanders, blikt naar het oosten!’ 96 Opheffing der politieke partijen 130 Publieke opinie 141 De Sowjet-Unie houd stand 163 Hoofdstuk 3 - Vrij baan voor de NSB ! 171 NSB contra NSNAP 176 Seyss-Inquart bij Hitler 181 De NSB ‘enig toegelaten partij’ 187 Nationaal Front 192 Nederlandse Unie 196 Twee eedsafleggingen 208 Opnieuw: de gehate minderheid 219 Hoofdstuk 4 – Gelijkschakeling 228 Verduitsing 231 Bestuursapparaat 237 Goedewaagen en zijn departement 249 Kultuurkamer en Kultuurraad 256 Pers 267 Radio 307 Van Dam en het onderwijs 318 Bijzonder onderwijs: het eerste treffen 335 Vakcentrales 349 Het katholiek réveil 361 CNV 380 Organisaties van werkgevers 382 Naar het Nederlands Arbeidsfront 380 Landbouw-organisaties 389 Verenigingswezen 394 Organisaties op het gebied van de volksgezondheid 402 Balans 413 Hoofdstuk 5 - Verscherpte controle 418 Het persoonsbewijs 422 De politie 434 Terugblik 448 Hoofdstuk 6 - Naar het ghetto 456 Joodse Coördinatie-Commissie en Joodse Raad 482 Registratie der Joden 503 Isolering 516 Visser contra Cohen 545 Roof 554 Overzicht 581 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
67. |
![]() |
Boeknummer: 00351
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 tweede helft MAART 1941 - JULI 1942 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1974) [ ] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 tweede helft MAART 1941 - JULI 1942 Hoofdstuk 7 - Amerika komt in de oorlog 587 Engeland nog steeds in het defensief 589 Roosevelts Victory-Program 599 Pearl Harbor 603 Indië veroverd 629 Arbeidsinzet 634 Hoofdstuk 8 - Van kerken en kunstenaars 645 Hitler: ‘voorlopig geen kerkstrijd!’ 651 Hervormden / Gereformeerden 664 Convent der Kerken 677 Bijzonder onderwijs: het tweede treffen 691 Episcopaat 704 Titus Brandsma 712 De kunstenaars en de Kultuurkamer 724 Hoofdstuk 9 - De illegaliteit 754 ‘Pilotenhulp’ 755 Sabotage 759 De proclamatie van Schrieke, Hirschfeld en Frederiks 763 Illegale pers 768 De illegale CPN 779 De OD 796 Vorrink / Het Parool 807 Het Grootburgercomité 814 Hoofdstuk 10 - Contact met Londen 820 Engelandvaart 822 De ‘Zweedse Weg’ begint 827 Londen contra Abwehr en Sicherheitspolizei 829 Spionagegroepen 839 Geheime agenten 847 Een weg via het strand 854 Begin van het Englandspiel 870 Weer: via het strand 885 Nieuwe arrestaties 892 Nabeschouwing 894 Hoofdstuk 11 - Een Tweede Front? 899 Plan for Holland 909 Duitse maatregelen 914 Publieke opinie 933 Hoofdstuk 12 - Naar de Endlösung 938 Legale emigratie 957 Competentie-conflicten in bezet Nederland 966 Verantwoordelijkheden 986 De Jodenkartotheek van de Zentralstelle 999 ‘Emigratie’ der Duitse Joden’ 1002 De Joodse werkkampen 1005 Gedwongen verhuizingen 1016 Invoering der Neurenberger wetten 1023 Reacties in niet-Joodse kringen 1025 De Jodenster 1032 Laatste voorbereidingen 1046 Bijlage 1 - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 1059 Bijlage 2 – Overzicht van de SS-rangen 1066 Bijlage 3 - De geheime agenten, juni 1941 - juni 1942 1068 Lijst van illustraties 1069 Lijst van kaarten 1071 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
68. |
![]() |
Boeknummer: 00352
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 eerste helft JULI 1942 - Mei 1943 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1975) [dr. L. de Jong] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 eerste helft JULI 1942 - Mei 1943 Hoofdstuk 1 - Jodendeportaties, eerste fase 1 Protesten 10 Naar een nieuw systeem 23 Nederlandse Spoorwegen 37 Vlucht en onderduik 41 Uitzonderingen ? 50 Hoofdstuk 2 - Waar blijft het Tweede Front? 55 De fietsenvordering 57 De vijf gijzelaars van Rotterdam 62 De landing bij Dieppe en haar gevolgen 76 Hoofdstuk 3 - De illegaliteit 87 Eerste falsificatie- en verzorgingsgroepen 89 Illegale pers 124 Spionagegroepen / Verbindingen met Londen 135 Sabotage 156 CPN 160 De OD 173 Nationaal Comité 186 Het Spiel tegen Vorrink 195 Terugblik 213 Hoofdstuk 4 - Jodendeportaties, tweede fase 216 De Joodse werkkampen leeggehaald 223 Rol van de politie 230 In de val 241 De Joodse Raad 247 De ‘stempels’ en ‘lijsten’ 255 Candidaten voor emigratie 262 Bestemd voor Theresienstadt 270 De gemengd-gehuwden 278 'Rüstungs-Juden 282 ‘Diamant-Juden’ / het ‘120 000 stempel’ 286 ‘Christen-Juden’ 289 De Calmeyer-gevallen 293 Terugblik 303 Nieuwe ophaalacties 305 Het Judendurchgangslager Vught 316 Het leeghalen der woningen 321 Hulp aan Joden 325 De ‘Jodenjagers’ 345 Naar de derde fase 353 Hoofdstuk 5 – De ‘foute’ sector 358 Mussert 359 Organisatie der NSB 363 Financiën 365 Leden 367 De geheime dienst der NSB / Denunciaties 377 De WA 386 De SS 390 ‘Foute’ gezagsdragers 405 Duitse semi-militaire hulpdiensten 417 ‘Oostfront-vrijwilligers’ 421 ‘Oostinzet’ 430 Departement van Volks voorlichting en Kunsten / Kultuurkamer 445 Nederlands Arbeidsfront 458 Nederlandse Landstand 461 Winterhulp / Volksdienst 468 Nederlandse Arbeidsdienst 476 Slot 489 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
69. |
![]() |
Boeknummer: 00353
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 tweede helft Juli 1942 - Mei 1943 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1975) [dr. L. de Jong] Inhoud Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 tweede helft Juli 1942 - Mei 1943 Hoofdstuk 6 - Ommekeer 493 Hoofdstuk 7 - December ’42 - Februari '43 521 Een regering-Mussert? 522 Troostprijs 536 De sector van het hoger onderwijs 547 Studenten naar Duitsland ? 569 Prinses Margriet 577 Stalingrad 579 Seyffardt geliquideerd / De razzia’s op jongeren 587 Gevolgen 597 Hoofdstuk 8 - ‘In naam van het recht’ 611 ‘Normale’ rechtspraak 612 Schrieke 616 Vrederechtspraak 619 Hoge Raad 629 Protesten tegen Ommen 641 Hoofdstuk 9 - Toenemend verzet 668 De artsen-demonstratie 669 De aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister 680 De strijd om de loyaliteitsverklaring der studenten 704 Bombardementen / Schaarste 729 Evacuatie en afbraak 731 Arbeidsinzet 745 Hoofdstuk 10 - De April-Mei stakingen 765 Vrijdag 30 april 772 Nederlandse Spoorwegen 783 Zaterdag 1 mei 793 Zondag 2 mei 795 De stakingen verlopen 802 Effect 809 Bijlage - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 827 Lijst van illustraties 833 Lijst van kaarten 835 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
70. |
![]() |
Boeknummer: 00354
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 eerste helft Mei 1943 - Juni 1944 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1976) [ dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 eerste helft Mei 1943 - Juni 1944 Inhoud Hoofdstuk 1 - Verarmend Nederland 1 Duits offensief 5 Nederlands defensief 14 Vorderingen 36 Vervoer 61 Steenkolen 70 Industrie 79 Bouwsector 112 Collaboratie 115 Agrarische sector 125 Visserij 148 Distributie van levensmiddelen 150 Prijsbeheersing 172 Vermogens / Inkomens 176 De zwarte markt 186 De Duitse zwarte aankopen 207 ‘Zwevende koopkracht’ / Financiële plundering 226 Criminaliteit 251 Volksgezondheid 255 Terugblik 260 Hoofdstuk 2 - Jodendeportaties, derde fase 270 Sterilisatie der gemengd-gehuwden 274 De laatste grote razzia’s 286 Wat wist men van Auschwitz en Sobibor? 308 Terugblik op de deportaties 348 Hoofdstuk 3 - Slot der Jodenvervolging 381 De legale rest 381 Vermogensliquidatie 401 Antisemitisme 416 De jacht op de Joodse onderduikers 423 Weinreb 428 De Joodse onderduik 442 Hoofdstuk 4 - ‘Vóór de herfstbladeren, vallen’ 463 Hoofdstuk 5 - Rauters offensief 505 De dood van Generalkommissar Schmidt 510 Harster wordt overgeplaatst 518 Confiscatie der radio’s 522 Artsencrisis 533 Studenten / Hoger onderwijs 542 Werken in Duitsland 557 Arbeidsinzet 568 Jacht op onderduikers 613 De Tweede Distributiestamkaart 625 Een ander Nederland 658 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
71. |
![]() |
Boeknummer: 00355
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 tweede helft Mei 1943 - Juni 1944 Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1976) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 tweede helft Mei 1943 - Juni 1944 Inhoud Hoofdstuk 6 - Hulp aan onderduikers 665 Distributiebescheiden 674 Persoonsbewijzen en andere identiteitspapieren 679 De PBC / De dood van Gerrit van der Veen 691 Diverse verzorgingsgroepen 704 De LO/LKP 707 ‘Kleykamp’ gebombardeerd 769 Financiële hulp 776 ‘Zeemanspot’ / Nationaal Steunfonds 779 Hoofdstuk 7 - Ander illegaal werk 806 Illegale pers 808 Illegale bellettrie 833 Nationaal Comité van Verzet 840 Spionage 850 Zwitserse Weg 892 ‘Pilotenhulp’ 9l0 CS-6 924 Illegale CPN 934 Raad van Verzet 943 Zelfbescherming 967 Terugblik 988 Hoofdstuk 8 - De illegalen 994 Verzet en illegaliteit 995 Illegale werkers 1OO5 Techniek 1018 Spanningen 1029 Voortrekkers 1046 Hoofdstuk 9 - Coördinatie der illegaliteit? 1053 Vaderlands Comité 1062 De OD 1069 Conflicten 1087 Val van het Nazi-regime? 1105 Bosch van Rosenthals coördinatie-poging 1138 ‘De Kem’ 1147 Van Heuven Goedhart vertrekt 1152 Prof. Rutgers vertrekt 1155 De regering grijpt in 1161 Hoofdstuk 10 - NSB en SS 1178 Demoralisatie 1180 Musserts worsteling 1184 Landstorm Nederland 1202 Nederlandse Landwacht 1204 ‘Silbertanne’-moorden 1213 Hoofdstuk II - Naar ‘D-Day’ 1234 Oorlogsverloop 1243 Festung Europa 1262 Kustverdediging 1271 Inundaties / Evacuaties 1278 ‘Spitten voor de Moffen’ 1283 Razzia op Zigeuners 1297 Ausnahmezustand 1307 Publieke opinie 1312 ‘Over lord’ 1317 Bijlage - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 1329 Lijst van illustraties 1335 Lijst van kaarten 1338 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
72. |
![]() |
Boeknummer: 00356
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 eerste helft Gevangenen en Gedeporteerden Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1978) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 eerste helft Gevangenen en Gedeporteerden Inhoud Hoofdstuk 1 - Het Duitse systeem 1 Himmler en de Gestapo '33—'39 9 Concentratiekampen '33-'39 14 Rechtspraak '33-39 22 Oorlog 27 Rechtspraak '39-45 28 Schutzhäftlinge '39-45 35 Nacht-und-Nebel-gevangenen 41 Executies en massale uitroeiing 49 Medische experimenten 64 Concentratiekampen ’39-’45: drie fasen 73 De ‘officiële’ kampen en hun Aussenkommandos 74 Gevangenen: kategorieën en aantallen 80 SS-ondememingen 86 Van de eerste naar de tweede fase 93 De gevangenen en de oorlogsproductie 102 Totaalcijfers 111 Slot 115 Hoofdstuk 2 - Krijgsgevangenen 118 De groep der generaals 125 De Colditz-groep 127 De Stanislau / Neu-Brandenburg-groep 132 De groep uit '43 146 Terugblik 155 Hoofdstuk 3 - Gijzelaars 157 Indische gijzelaars 160 Duits beleid 173 Acht executies 176 De Brabantse kampen 184 Hoofdstuk 4 - ‘Politieke gevangenen’ 203 Vervolging 204 Arrestatie 219 Verhoor 224 Gevangenschap 248 Berechting 302 Doodstraf 341 Transport 358 Gevangenissen en tuchthuizen in Duitsland 360 Hoofdstuk 5 - Het concentratiekamp 374 De SS 378 Aankomst 411 Eén dag 415 Werk 433 Appèls 440 Koude 443 Honger 445 Ziekzijn 454 Slechte en minder slechte kampen 460 Pakketten 470 De Kapo’s 479 Reacties 497 Groepsverschillen 517 Verzet 537 Slot 545 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
73. |
![]() |
Boeknummer: 00357
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 tweede helft Gevangenen en Gedeporteerden Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1978) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 tweede helft Gevangenen en Gedeporteerden Inhoud Hoofdstuk 6 - Concentratiekampen in Nederland 551 Schoorl 553 Amersfoort 555 Ommen 596 Vught 6oó Terugblik 658 Hoofdstuk 7 - Gedeporteerde Joden 663 Barneveld 674 Judendurchgangslager Vught 677 Westerbork 689 Theresienstadt 730 Bergen-Belsen 736 Trein naar ‘Polen’ 746 De Kosel-groep 752 Auschwitz 763 Sobibor 822 Hoofdstuk 8 - Terugblik 841 Hoofdstuk 9 - Hulp van buiten 852 Hulporganisaties 857 Hulp aan krijgsgevangenen 878 Hulp aan gijzelaars 882 Hulp aan gevangenen in gevangenissen 882 Hulp aan gevangenen in concentratiekampen in Nederland 885 Hulp aan gevangenen in concentratiekampen in Duitsland 891 Hulp aan gedeporteerde Joden 904 Slot 921 Bijlage - Overzicht van de SS-rangen 931 Lijst van illustraties 933 Lijst van kaarten 935 Lijst van tabellen 936 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
74. |
![]() |
Boeknummer: 00358
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 eerste helft Londen Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1979) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 eerste helft Londen Inhoud Hoofdstuk 1 - Eerste maanden 1 Begin 5 Wilhelmina 10 Eerste wetsbesluiten 14 Vluchtelingen 21 Strijdkrachten 29 Koopvaardij 38 Verdeeldheid 43 De koningin grijpt in 75 De Geers ‘desertie’ 90 Hoofdstuk 2 - Koningin en minister-president 97 Wilhelmina 103 Engelandvaarders 122 Gerbrandy 129 Hoofdstuk 3 - Gerbrandy’s eerste jaar 144 Nieuwe verdeeldheid 146 Geïnterneerde Rijksduitsers en ‘Indische gijzelaars’ 156 Van Rhijn verlaat het kabinet 168 Dijxhoorn neemt ontslag 170 22 juni '41: de Sowjet-Unie overvallen 189 Tweede kabinet-Gerbrandy 193 Amerikanen naar de West 203 Steenberghe en Welter nemen ontslag 206 Hoofdstuk 4 - Indië bedreigd 219 Indische defensie 226 Hervormingen? 231 Verhouding tot Japan 247 Samenwerking met Britten en Amerikanen 254 Naar de crisis 266 Hoofdstuk 5 - Indië valt 274 Hulp aan Indië 282 Abda-Command 294 Einde 315 Hoofdstuk 6 - Doorvechten! 330 Gerbrandy’s positie versterkt 336 Nieuwe ministers 341 Prinses Juliana / Prins Bernhard 365 Buitengewone Raad van Advies 373 Beleid jegens bezet Nederland 379 A 1 en A 6 419 Regeringsfinanciën 429 Rekenkamer 442 Diverse activiteiten 446 De West 461 Hoofdstuk 7 - Hulp aan Engelandvaarders en Joodse vluchtelingen 492 De regering en de Joden 498 Regeringscommissariaat voor de vluchtelingen 526 Zweden 537 Frankrijk en België 540 Zwitserland 563 Spanje 577 Portugal 592 Terugblik 596 Hoofdstuk 8 - Buitenlands beleid 605 Gezanten naar Moskou en naar het Vaticaan 614 Kleine en grote mogendheden 623 Duitslands toekomst 632 Atlantische samenwerking? 640 Benelux 652 Slot 656 Hoofdstuk 9 - Strijdkrachten 658 Recrutering 662 Irene-brigade 674 No. 2 (Dutch) Troop van de Commandos 682 Bij de RAF / Marineluchtvaartdienst 685 Marineschepen 694 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
75. |
![]() |
Boeknummer: 00359
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 tweede helft Londen Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1979) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 tweede helft Londen Inhoud Hoofdstuk 10 - Koopvaardij 721 Op zee 727 De Shipping 750 Vaarplicht en vordering 768 Kerstens en de reders 774 De koopvaardij onder overheidsbewind 785 Slot 790 Hoofdstuk 11 - Geheime diensten 794 De diensten en hun werk 795 Van ’t Sant 811 Opleiding en uitrusting der geheime agenten 836 Centrale Inlichtingendienst 849 SOE-Dutch vóór het Englandspiel 856 Groep-Hazelhoff Roelfzema / Kolonel de Bruyne 859 Plan for Holland / Plan B 875 Crisis in het inlichtingenwerk 888 ‘Zweedse Weg’ 897 ‘Zwitserse Weg’ 900 Bureau Inlichtingen 908 Bureau Bijzondere Opdrachten 921 Terugblik 929 Hoofdstuk 12 - ‘Englandspiel’ 936 Security-checks 941 Verloop van het Englandspiel tot juni '43 947 Waarschuwingen 987 Het Englandspiel in de tweede helft van '43 997 Dourlein en Ubbink / Schoon schip 1002 Het lot der agenten 1022 Slot 1028 Hoofdstuk 13 - Hoe Indië te bevrijden? 1041 De 7 december-toespraak 1049 Militaire zaken / bestuur 1070 Concentratie waar? 1088 Plan 1: de nieuwe vloot 1095 Plan 2: de mariniersbrigade 1097 Plan 3: de gezagsbataljons 1100 Plan 4: het legerkorps 1106 Plan 5: de luchtmacht 1114 De regering en de Geallieerde strategie 1118 Slot 1121 Hoofdstuk 14 - ‘Vernieuwd’ Nederland? 1131 De plaats van de kerken 1138 Partijwezen 1163 Staatsbestel 1183 Radiobestel 1197 Sociaal bestel 1201 Slot 1209 Hoofdstuk 15 - Bijzondere rechtspleging / Zuivering /Rechtsherstel 1212 Bijzondere rechtspleging 1213 Zuivering 1222 Rechtsherstel 1234 Slot 1238 Hoofdstuk 16 - Economische en sociale wederopbouw 1240 Voedselaankoopbureau 1241 Kerstens in moeilijkheden 1245 Netherlands Office for Relief and Rehabilitation 1249 Financiën en economie 1252 Sociaal beleid 1259 Hoofdstuk 17 - Strijd om de macht 1266 Vier wensen van de koningin 1269 Bijzondere Staat van Beleg 1298 Het apparaat van het Militair Gezag 1315 Van den Tempel en de repatriëring 1326 Conflict inzake de ‘kwartiermakers’ 1329 Van Angeren en Kerstens nemen ontslag 1332 Slot 1351 Hoofdstuk 18 - De regering en de bestuursvoorziening 1356 Provinciale en gemeentelijke besturen 1357 Vertegenwoordigende lichamen 1361 Oppositie 1373 Conflict met de koningin 1387 Slot 1394 Hoofdstuk 19 - De regering en de illegaliteit 1401 Pro en contra de OD 1403 De Staehle-zaak en haar gevolgen 1416 Van Heuven Goedhart 1421 Het telegram van 8 juni '44 1432 Datumlijst 1443 Bijlage 1 - De Londense ministeries, mei 1940- februari 1945 1449 Bijlage 2 - Overzicht van de geheime agenten die onmiddellijk vóór of door het ‘Englandspiel’ in Duitse handen vielen 1452 Lijst van illustraties 1455 Lijst van kaarten 1458 Lijst van tabellen 1458 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
76. |
![]() |
Boeknummer: 00360
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 eerste helft Het laatste Jaar I Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1980) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 eerste helft Het laatste Jaar I Inhoud Hoofdstuk I — D-Day / De Geallieerde doorbraak 1 D-Day 5 Moeizame strijd 13 Oostelijk front 21 Aanslag op Hitler 29 Geallieerde doorbraak 38 Hoofdstuk 2 — Bezet Nederland, zomer '44 52 Dagelijks leven / Duitse druk 59 Panorama der illegaliteit 78 Coördinatie / Wie krijgt hulp uit Engeland? 101 Begin van de spoorwegsabotage 110 Verwarring aan Duitse kant 121 Hoofdstuk 3 - Londen, zomer '44 129 Van Heuven Goedharts eerste weken in Londen 133 Oprichting van het College van Vertrouwensmannen 141 Augustus: een reeks conflicten 145 Positie van het Militair Gezag 157 Wapens voor de illegaliteit 160 Prins Bernhard Bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten 163 Maandag 4 september 172 Hoofdstuk 4 — Dolle Dinsdag 175 De NSB’ers op de vlucht 180 De Nederlandse Arbeidsdienst stroomt leeg 199 Alsof er geen bezetter meer was 201 Six en het College van Vertrouwensmannen 209 Acties der illegaliteit 221 Het concentratiekamp Vught ontruimd 230 Nieuws uit Londen 238 Hoofdstuk 5 — Van Dolle Dinsdag tot ‘Market-Garden' 240 De Geallieerde transportcrisis 242 Hitlers besluiten 248 De Wehrmacht zet zich schrap 254 Graven! 260 Roof en terreur 265 Nieuwe opdrachten aan de illegaliteit 273 Raad van Verzet/Knokploegen 276 Top-Driehoek 291 Londen 301 Maastricht bevrijd 305 Opnieuw Londen 308 Hoofdstuk 6 - ‘Market-Garden' / Spoorwegstaking 310 Zondag 17 september 327 Spoorwegstaking 344 Eindhoven / ‘Hell’s Highway’ 360 Nijmegen 366 Arnhem en Oosterbeek 372 Londen 399 Raad van Verzet/Knokploegen 403 Begin van de vernieling der grote havens 409 Is ‘Arnhem’ verraden ? 410 Terugblik 428 Hoofdstuk 7 - De strijd in het Zuiden 432 Zuid-Limburg 439 Ten oosten van de ‘Corridor’ 442 Venlo en Roermond 447 Ten westen van de ‘Corridor’ 460 Zeeland 472 Tussen de grote rivieren 503 Slot/Nederland gesplitst 508 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
77. |
![]() |
Boeknummer: 00361
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 tweede helft Het laatste Jaar I Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (1980) [dr. L. de Jong] Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 tweede helft Het laatste Jaar I Inhoud Hoofdstuk 8 — ‘Londen’ arriveert 515 Militair Gezag - eerste perikelen 517 De Binnenlandse Strijdkrachten krijgen arrestatie- bevoegdheid 534 ‘Het MG moet alles doen’ 548 Hoofdstuk 9 — Problemen voor het Militair Gezag 553 Het apparaat 561 Oorlogsgebied 567 Voedselnood 580 Verdere transportproblemen / Het energietekort 589 Goederentekort 609 Sociaal-economisch beleid 617 Zuivering 625 Kritiek op het Militair Gezag / Terugblik 648 Hoofdstuk 10 - Politiek in het bevrijde Zuiden 663 ‘Vernieuwing’ 667 Ondernemers en arbeiders 686 De ‘zuilen’ komen terug 691 Terugblik 703 Hoofdstuk 11 — Recrutering / De Stoottroepen 708 Oorlogsvrijwilligers en dienstplichtigen 719 De Stoottroepen 727 Hoofdstuk 12 — Arrestatiebeleid 741 Arrestatieregelingen in oktober en november '44 746 December '44, januari '45: twee maanden vol conflicten 754 De arrestatieregeling voor het nog te bevrijden gebied 783 Het lot der gedetineerden 788 Eerste Tribunalen 807 Slot 809 Hoofdstuk 13 - Regering en Militair Gezag 823 Kruis en de ‘kwartiermakers’ 825 De strijd om het Militair Gezag in Londen 847 Reacties 858 Slot 862 Hoofdstuk 14 — Val van het tweede kabinet Gerbrandy 871 De koningin zoekt bondgenoten 875 Positie van prins Bernhard 886 Een regeling voor het noodparlement? 890 Het kabinet biedt ontslag aan 905 Hoofdstuk 15 — Het derde kabinet-Gerbrandy 925 Gerbrandy zet Burger uit het kabinet 927 De delegatie uit het bevrijde Zuiden 943 Wie wordt formateur? 950 Formatie 959 Reacties / Beoordeling 972 De koningin in het Zuiden 984 Activiteit van het nieuwe kabinet 988 Datumlijst 993 Bijlage: Het tweede en het derde kabinet-Gerbrandy 999 Lijst van illustraties 1001 Lijst van kaarten 1005 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  |
78. |
![]() |
Boeknummer: 00374
Het jaar in woord en beeld 1976. Encylopedische jaarboeken Historie -- Het jaar in woord en beeld (1976) [Winkler Prins redactie] HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1976 een encyclopedisch verslag van het jaar 1975 samengesteld door de Winkler Prins redactie INHOUD COMPENDIUM Necrologie 8-9 Staatkundige gegevens 10-12 Munteenheden 12-13 Wereld in cijfers Bevolkingsgegevens Nederland 14 Bevolkingsgegevens België 15 Bevolkingsgegevens (mondiaal) 16-17 Sociaal-economische gegevens (mondiaal) 18-20 Produktiecijfers (mondiaal) 20 ALFABETISCH GEDEELTE 21-390 REGISTER 391-392 Lijst van illustraties buiten de tekst Amsterdam 25-26 Angola 51-52 Architectuur 77-78 Beeldende kunst 103-106 Dans 131-132 Film 133-134 Libanon 159-160 Mode 185-186 Omroep 211-212 Popmuziek 237-238 Sport 263-264 Suriname 289-290 Toneel 315-316 Vietnam 341-342 Viking 367-368 TEN GELEIDE ‘Geef mij een vis en ik zal u dankbaar zijn, maar geef mij de visnetten en ik zal zelfstandig zijn.’ Met dit eenvoudige, maar zeer sprekende beeld verwoordde de Surinaamse premier Arron in zijn rede voor radio en televisie op 25 nov. 1975 de filosofie waarmee zijn land de eerste onafhankelijkheidsperikelen het hoofd wil bieden. En daarmee raakte hij in wezen het kernprobleem van alle ontwikkelingslanden: dat der gelijkberechtiging als enige werkelijke solutie. Het is immers dat vraagstuk dat zich aan ieder die een weg zoekt in de jungle van conferenties, rapporten, verklaringen en studies over de ontwikkelingsproblematiek, als een weerbarstige twijg opdringt. In toenemende mate houden in de wereld van vandaag politici, economen, technici en andere deskundigen zich bezig met het geheel van relaties tussen arme en rijke landen - tussen zuid en noord - en steeds meer wordt duidelijk dat de oplossing van dit vraagstuk van principieel en beslissend belang is voor de toekomst van de wereld. De redactie heeft het daarom nuttig geoordeeld in dit Jaarboek, dat in alfabetisch gerangschikte artikelen een totaaloverzicht geeft van de gebeurtenissen in 1975, extra aandacht te besteden aan deze problematiek, en wel in één groot artikelencomplex onder het trefwoord Nieuwe Internationale Economische Orde (NIEO). Het complex bestaat uit een algemene inleiding en een aantal beschouwingen van deskundigen met betrekking tot o.a. de kapitaaloverdracht, de landbouw in een nieo, de monetaire problemen, de internationale handel, grondstoffen (waarbij ook het vraagstuk van de grondstoffenindexatie uitvoerig wordt behandeld), energie en de politieke, sociale en juridische implicaties van een nieo. De onderhandelingen op de speciale zittingen van de Verenigde Naties (1974 en 1975) en de Noord- Zuidconferentie krijgen ruime aandacht, evenals de voorbereidingen voor UNCTAD IV (1976). Van een aantal authentieke documenten zijn fragmenten opgenomen, o.m. betrekking hebbend op een voor een NIEO noodzakelijk geachte mentaliteitsverandering. Het jaar 1975 was ook voor het overige niet arm aan soms schokkende gebeurtenissen. Geweldpleging en terrorisme trokken onverminderd de aandacht. De gijzelingen vormden daarvan, voor Nederland althans, het meest opzienbarende onderdeel. In het artikel Gijzelingen wordt een verslag gegeven van de gijzelingsacties in 1975, terwijl in een artikel Zuidmolukkers de achtergronden van de Zuidmolukse acties worden belicht. Het feit dat 1975 zowel Europees Monumentenjaar als Internationaal Jaar van de Vrouw was, vormde de aanleiding tot het plaatsen van artikelen over deze onderwerpen. In het artikel Vrouwenemancipatie is gepoogd de positie van de vrouw op mondiaal niveau te schetsen. Een aanzienlijk deel van Het Jaar in Woord en Beeld wordt voorts ingenomen door landenoverzichten en door artikelen gewijd aan sociaal-economische, culturele, politieke en godsdienstige onderwer- pen. Met de uitgave van Het Jaar in Woord en Beeld is gepoogd een tweeledig doel te dienen. Het is enerzijds bedoeld als aanvullende actuele informatie voor bezitters van een algemene encyclopedie, anderzijds als onafhankelijke publikatie, bestemd voor wie prijs stelt op een gedegen kroniek van de wereld waarin hij leeft. De redactie hoopt dat dit Jaarboek in voldoende mate zal beantwoorden aan de informatiebehoefte die zich in onze complexe wereld steeds dwingender manifesteert. de redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
79. |
![]() |
Boeknummer: 00375
Het jaar in woord en beeld 1977. Encylopedische jaarboeken Historie -- Het jaar in woord en beeld (1977) [Winkler Prins redactie] HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1977 een encyclopedisch verslag van het jaar 1976 samengesteld door de Winkler Prins redactie INHOUD COMPENDIUM Necrologie 8-9 Wereld in cijfers Bevolkingsgegevens Nederland 10 Bevolkingsgegevens België 11-13 Sociaal-economische gegevens van 176 landen 13-15 Sociaal-economische gegevens niet-westerse landen 16-17 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 18 Staatkundige gegevens 18 18-20 ALFABETISCH GEDEELTE 21-387 REGISTER 388-392 Lijst van illustraties buiten de tekst Aangepaste technologie 25-26 Aardbevingen 51-52 Architectuur 77-78 Beeldende kunst 91-94 China 107-108 Film 133-134 Fotografie 159-160 Luchtvaart 185-186 Mars 211-212 Muziekleven 237-238 Olympische Spelen 263-264 Ruimtelijke ordening 289 Sterrenkunde 290 Toneel 315-316 Verenigde Staten 341-342 Zuidelijk Afrika 367-368 TEN GELEIDE De laatste jaren is de Noord-Zuidverhouding, de verhouding tussen arme en rijke landen, algemeen als internationaal politiek probleem van de eerste orde erkend. De grote aandacht die daaraan alom gewijd is en wordt (ook inde Winkler Prins Jaarboeken), bergt het gevaar in zich van het op de achtergrond raken van de belangstelling voor en soms het onderschatten van het belang van dat andere mondiale probleem, de verhoudingen tussen Oost en West. De gebeurtenissen en ontwikkelingen op dit terrein, sinds 1945 van een permanente actualiteit, blijven nochtans van een zo vérstrekkende betekenis voor onze toekomst, dat uitvoerige en gedegen informatie erover voor de burger van vandaag die het wereldgebeuren wil volgen, een eerste vereiste is. De redactie van Het Jaar in Woord en Beeld heeft daarom het onderwerp Oost-Westverhoudingen als centraal thema voor de uitgave 1977 gekozen. Het verslagjaar 1976 bood daarvoor trouwens voldoende aanknopingspunten. Zo was er de discussie over de vergroting van de maritieme Sovjetmacht en over de vraag, in hoeverre deze een verstoring van het militaire evenwicht tussen Oost en West betekent; vervolgens bleken door de beide supermogendheden, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, nieuwe strategische wapens ontwikkeld - een fenomeen dat zorgen baart in een periode waarin beide landen met elkaar in onderhandeling zijn over wapenbeperking. (Overigens was in 1976 sprake van een duidelijke stagnatie, zowel bij de SALT- als bij de MBFR- besprekingen.) Mogelijke complicaties in het proces van verbetering van de Oost-Westverhouding waren ook de toenemende oppositie van groepen binnen enkele Oostbloklanden die een liberaler regime nastreven, het afkalven van de centrale positie van Moskou binnen het Europese communisme (ontwikkelingen waarvan een consequentie zou. kunnen zijn de doorbreking van de ‘organische verbondenheid’ van het Oostblok, iets wat door Kissingers adviseur Sonnenfeldt als een bedreiging van de vrede werd gekenschetst) en de opkomst van het Eurocommunisme (deelname van communisten aan regeringen in Europese landen, bijv. Italië, zou het westelijke verdedigingsstelsel voor problemen kunnen plaatsen). Ten slotte kan 1976 in het kader van de Oost- Westverhoudingen als een ‘grensjaar’ worden beschouwd: in 1975 werd de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa bekrachtigd met de zgn. Slotakte van Helsinki; in 1977 volgt in Belgrado de ‘follow up’. In Het Jaar in Woorden Beeld 1977 worden al deze zaken ineen tweetal artikelen aan de orde gesteld: het artikel Communisme gaat in op de positie van het communisme in de wereld van vandaag (o.m. opkomst Eurocommunisme, situatie van de democratische oppositie); het artikel Oost-Westverhoudingen behandelt vooral de gang van zaken sedert ca. 1970 met betrekking tot ontspanning en wapenbeperking. 1976 was overigens in veel opzichten een bewogen jaar: een groot deel van het jaar werd de aandacht gevangen door rampen (Seveso, aardbevingen) en schandalen, met name de Lockheed-affaire. In Nederland werd door de zgn. Commissie van Drie een onderzoek ingesteld naar de betrokkenheid van Prins Bernhard in deze affaire. Aan het door de Commissie van Drie uitgebrachte rapport en zijn consequenties en ook aan de internationale aspecten van deze affaire wordt in dit Jaarboek de nodige aandacht besteed. Waar in de discussies over de Lockheed-affaire en soortgelijke schandalen telkenmale het woord corruptie is gehanteerd, leek het de redactie juist, een artikel Corruptie op te nemen, waarin het begrip nader wordt geanalyseerd en in een breder kader wordt geplaatst. Onderwerpen die in Nederland in 1976 voorts actueel waren en felle emoties opriepen, waren abortus (Bloemenhove en mislukken van initiatiefwetgeving), kernenergie (leveranties aan Zuid-Afrika, uitbreiding ultracentrifugeproject Almelo) en de Menten- affaire. In België stonden de staatshervorming, de Rampenwet (overstroming in Klein-Brabant). de Wet op het huwelijksver- mogensrecht en het faillissement van N.V. de Standaard op de voorgrond. Natuurlijk krijgen in het onderhavige Jaarboek ook andere dan de bovengenoemde internationale gebeurtenissen uitgebreide aandacht. In China overleden twee staatslieden, die als symbool van de Chinese revolutie gelden en die de Chinese volksrepubliek sedert haar ontstaan hadden geleid: premier Tsjow En-lai en partijleider Mau Tse-toeng; eind 1976 verenigde Hwa Kwo-feng beide functies in zijn persoon. In de Verenigde Staten slaagde de democraat Jimmy Carter, voor Europeanen en ook voor veel Amerikanen het jaar daarvoor nog volslagen onbekend, erin de zittende president Gerald Ford te verslaan. Een duidelijk internationaal aspect kreeg in 1976 de burgeroorlog in Libanon door het militaire ingrijpen van Syrië ten gunste van de christelijke maronieten; aan deze bloedige oorlog, die meer dan 30 000 mensenlevens eiste, kwam nog in 1976 een einde dank zij de bemiddeling van de Arabische leiders. In de Bondsrepubliek Duitsland ging de discussie over de aantasting van de rechtsstaat onverminderd voort: aanleiding daartoe waren de steeds meer als knellend ervaren Berufsverbote, de Baader-Meinhof-processen en de hervorming van de strafwetgeving onder invloed daarvan. Verder vindt men in dit Jaarboek artikelen over o.a. beeldende kunst, literatuur, film, muziek, sport, kerkelijk leven, natuurbehoud, milieuproblematiek, wetenschap en samenleving, ruimtevaart. De redactie hoopt dat al deze en de vele andere, niet genoemde bijdragen de gebruiker tot een betrouwbare gids zijn bij zijn oriëntatie over dat wat nu al weer geschiedenis is: het jaar 1976. DE REDACTIE Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
80. |
![]() |
Boeknummer: 00376
Het jaar in woord en beeld 1978 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1978) [Winkler Prins redactie] HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1978 een encyclopedisch verslag van het jaar 1977 samengesteld door de Winkler Prins redactie INHOUD Samenstelling van de redactie en medewerkers 4 Portret en chronologie van het jaar 1977 5-11 ALFABETISCH GEDEELTE 13-368 COMPENDIUM Necrologie 369-371 Bevolkingsgegevens Nederland 372 Bevolkingsgegevens België 373-374 Medewerkende instellingen en fotoverantwoording 375 REGISTER 376-382 Lijst van illustraties buiten de tekst Beeldende kunst 20-21 Energievoorziening 125 Film 133 Mens 141 Midden-Oosten 244-245 Off-shore 249 Popmuziek 254 Rubensjaar 341 Sport 345 Toneel 349 Woestijnvorming 357 Zeeverontreiniging 360 PORTRET EN CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1977 'Maar nu zeg ik u, en ik verklaar het voor de hele wereld, dat wij erin toestemmen met u te leven in een permanente en rechtvaardige vrede.’ Deze woorden klonken op 20 nov. 1977 in de Knesset, de Israëlische volksvertegen- woordiging, uit de mond van de Egyptische president Sadat. Zijn rede werd door miljoenen mensen over de gehele wereld via radio en televisie gevolgd en wekte bij menigeen voorzichtige hoop, bij sommigen zelfs een eufore stemming. Sadats reis naar Israël werd in de westerse wereld als een mijlpaal, een gebeurtenis van wereldhistorische betekenis, gekwalificeerd. Niet alleen ging het hier om het eerste bezoek van een Arabisch staatshoofd aan Israël, sinds zijn ontstaan de verklaarde erfvijand van alle Arabische landen, maar tevens zag men hoe een man die zich in het verleden weinig toeschietelijk had betoond, zich nu als het ware in het hol van de leeuw begaf, in een poging het totaal vastgelopen Midden-Oosten-overleg nieuw leven in te blazen. Dat hij hierbij zijn nek ver uitstak, daarvan getuigden de merendeels fel afwijzende reacties in de Arabische wereld. Van concrete resultaten van Sadats reis en van het tegenbezoek van de Israëlische premier Begin aan Egypte was in de daaropvolgende periode nauwelijks sprake, al werd wel het bilaterale overleg op gang gebracht. Men mocht van het overleg wellicht ook niet te veel verwachten, gezien het principieel afwijzende standpunt van de pas gekozen Israëlische premier Begin inzake territoriale concessies en het beëindigen van de nederzettingspolitiek aan de ene kant, en bijv, de Palestijnse houding anderzijds. De nieuwe ontwikkelingen in het Midden-Oosten waren niet buiten medeweten van de Verenigde Staten in gang gezet. Aan de ontmoeting Sadat-Begin was van beide partijen intensief overleg met de Amerikaanse regering van de nieuwe president Jimmy Carter voorafgegaan. De Amerikaanse president was intussen ook op andere terreinen in de buitenlandse politiek actief. Hij liet bijv, de staatshoofden van de Latijnsamerikaanse landen weten, dat de mensenrechten in hun landen gerespecteerd dienden te worden, en dat Amerika zulks als voorwaarde zou verbinden aan het geven van hulp. Carter liet ook duidelijk merken, dat de positie van de zgn. democratische oppositie in de Sovjet-Unie hem niet zinde. Toen het er op leek, dat zijn houding de besprekingen met de Sovjet-Unie over de beperking van strategische kernwapens (SALT) zou beïnvloeden, matigde Carter zijn uitspraken op dit stuk echter aanzienlijk. Op internationaal politiek gebied waren voorts een tweetal ontwikkelingen in Afrika van belang: in de zgn. ‘Hoorn van Afrika’ ontstond een gewapend conflict, toen Somalië rechtstreeks ging ingrijpen in de strijd tussen de Ethiopische regering en de opstandelingen in de provincie Eritrea, ten gunste van de laatsten. Aangezien dit conflict als een inter-Afrikaans probleem werd beschouwd, kon er geen sprake zijn van bemiddeling van buiten Afrika. Dit laatste was wel het geval met betrekking tot de kwestie-Rhodesië. Meer dan in het jaar tevoren werd een koortsachtige diplomatieke activiteit ontwikkeld (door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië) om de blanke regering-Smith te bewegen tot een oplossing, die het overnemen van het bestuur door de zwarte meerderheid inhield. Intussen ging de strijd tussen regeringstroepen en het Patriottisch Front door. Voor de meeste mensen, zeker in West-Europa, speelden deze gebeurtenissen zich af aan de periferie. Als veel bedreigender werd ervaren de hernieuwde confrontatie met terroristische methoden van politieke groeperingen, speciaal met betrekking tot de Bondsrepubliek Duitsland: de moord op procureur-generaal Buback en bankier Ponto, de ontvoering van werkgeversvoorzitter Schleyer, de kaping van een vliegtuig van de Lufthansa en de ontzetting ervan, de dood van de zgn. harde kern van de Rote Armee Fraktion (Baader- Meinhofgroep) in de cellen van de gevangenis van Stuttgart-Stammheim en ten slotte de vondst van het lijk van Schleyer - het was een escalatie van gebeurtenissen, die in toenemende mate verontwaardiging, vrees en vertwijfeling opwekte. Degenen van wie bekend was dat zij de oorspronkelijke politieke denkbeelden van de R a f ook maar enigszins deelden of gedeeld hadden, werden in Duitsland betiteld als sympathisanten, een woord dat nu in een kwade reuk kwam te staan. De *politieke advocatuur werd steeds dwingender te kennen gegeven dat zij zich openlijk zou moeten distantiëren van de ideeën van haar cliënten. De gebeurtenissen versterkten bij velen de roep om harde maatregelen. Anderzijds was er ook sprake van verontwaardiging over de behandeling van de RAF-gevangenen in Stuttgart en op zijn minst twijfel aan de juistheid van de officiële lezing omtient de dood van dezen: zelfmoord. In alle gevallen heerste de mening, dat de *rechtsstaat werd bedreigd. Ook Nederland werd opnieuw met het terrorisme geconfronteerd: RAF-leden bleken plotseling in Nederland te opereren en maakten slachtoffers; *Zuidmolukkers hielden het land enkele weken in angstige spanning met een tweetal gijzelingen, die gelijktijdig plaatsvonden. De beëindiging van de gijzelingen door militairen, na ca. drie weken, eiste slachtoffers: bij de bestorming van de trein kwamen onder de passagiers en de Zuidmolukkers mensen om. Juist in de beginperiode van de gijzelingen vielen de Tweede-Kamerverkiezingen, die werden gekenmerkt door een massale opkomst, en die voor de PVDA, geleid door Den Uyl, een grote overwinning opleverden, terwijl het CDA, nu voor het eerst met één lijst, met in totaal vier zetels minder uit de bus kwam dan de PVDA. De maandenlang durende onderhandelingen tussen de PVDA en D’66 enerzijds en het CDAa anderzijds liepen, hoewel programmatisch overeenstemming was bereikt, in november stuk op zetelverdeling en persoonskeuze. In verrassend korte lijd kwamen CDA en VVD daarna tot een akkoord, zodat 19 dec. de nieuwe regering-Van Agt kon aantreden. Sociaal-economisch gezien was het voor Nederland wederom geen gunstig jaar: er was sprake van toeneming van de werkloosheid, en in de arbeidsverhoudingen was het bepaald onrustig. Hete hangijzers in de Nederlandse politiek waren ten slotte ook de kwesties van de uitbreiding van de ultracentrifugefabriek in Almelo (uitbreiding van de werkgelegenheid versus leverantie van kernenergie zonder garanties aan het politiek onbetrouwbare Brazilië) en het al of niet in produktie nemen van de neutronenbom. In België leidden de sociale spanningen die zich in het begin van het jaar manifesteerden, en de innerlijke verdeeldheid binnen de regering tot vervroegde Kamerontbinding. Tegen de verwachtingen in slaagden CVP, PSC, BSP, VU en FDF er na de parlementsverkiezingen in een politiek akkoord over de staatshervorming te sluiten. Dit Egmontpact, dat een breuk tussen de partijpolitieke en de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging veroorzaakte, was nauwelijks geparafeerd of het bleek dat de ondertekenende partijen er niet dezelfde interpretatie op nahielden. Eind 1977 was de particratie nog steeds op zoek naar een nieuw compromis. Ondertussen had de moeilijk op dreef komende nieuwe regering te kampen met steeds scherper wordende problemen. een ongemeen hoge werkloosheidsgraad, opeenvolgende bedrijfssluitingen, tekorten op de rijksbegroting en in de sociale-zekerheidssector. Er werd hard gewerkt aan plannen, maar resultaten bleven vooralsnog uit. Op het einde van het jaar ging de aandacht naar het Jespers-proces, dat het volgend jaar zijn ontknoping zou kennen. Natuurlijk waren er ook andere dan politieke en economische zaken die aandacht vroegen. Publikaties en congressen over *rechtshulp brachten dit controversiële thema in hernieuwde aandacht en discussie. Op het gebied van de *beeldende kunst was er de grote overzichtstentoonstelling Documenta in Kassei. Aan het probleem van de *woestijn vorming, zeer urgent voor bijv. Noordelijk Afrika, werd onder auspiciën van de Verenigde Naties een aparte conferentie gewijd. Ten slotte werd herdacht, dat het op 4 okt. twintig jaar geleden was dat de eerste kunstmaan, de Spoetnik 1, in de Sovjet-Unie werd gelanceerd. Na twintig jaar behoort het tot de reele toekomstverwachtingen, dat de *ruimtevaart een belangrijke bijdrage zal kunnen leveren aan de steeds toenemende energiebehoefte van de mens. De Redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
81. |
![]() |
Boeknummer: 00377
Het jaar in woord en beeld 1979 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1979) [Winkler Prins redactie] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1979 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1978 PORTRET VAN HET JAAR 1978 In de internationale politiek stonden de gebeurtenissen in het Midden-Oosten ook in 1978 in het brandpunt van de belangstelling: door inspanningen van de Amerikaanse president Carter konden president Sadat van Egypte en premier Begin van Israël, beiden onderscheiden met de Nobelprijs voor de vrede 1978, in Carters buitenverblijf Camp David na langdurig beraad tot een aantal afspraken komen, de zgn. raamverdragen; deze voorzagen in een vredesverdrag voor het eind van het jaar. Op 31 dec. was dit echter nog geen feit. Verder was de aandacht in het Midden-Oosten vooral gevestigd op de positie van de sjah in Perzië: in de loop van 1978 pakten zich donkere wolken boven de pauwentroon samen. Van groot belang waren ook de wederzijdse diplomatieke erkenning van China en de Verenigde Staten en het vredes- en vriendschapsverdrag tussen de Volksrepubliek en Japan. Het bewind in T'ai-wan kwam nu praktisch alleen te staan. In Zuidoost-Azië deed Vietnam op het eind van het jaar een militaire inval in Kambodja; de verhouding tussen Vietnam en China verslechterde aanzienlijk; de staatsgreep in Afghanistan die een eind maakte aan het bewind van Daoed Khan, had een versterking van de Sovjetrussische invloed in Centraal-Azië tot gevolg. In Latijns-Amerika was het vooral de opstand tegen het nu al meer dan veertig jaar durende bewind van de Somoza-clan in Nicaragua, die de aandacht trok. In en ook buiten Afrika werd een hevige discussie gevoerd over de kwestie van de buiten-Afrikaanse inmenging in Afrika. Directe aanleiding daartoe vormden het zenden van Belgische en Franse militairen naar Zaïre in verband met de opstand in Shaba en de steun van Cuba aan Ethiopië in de oorlog met Somalië, die tot de terugtrekking van Somalië uit de Ogaden leidde. In Italië voltrokken zich dramatische ontwikkelingen met betrekking tot de christen-democratische partijleider Aldo Moro: hij werd ontvoerd door de *Rode Brigades en na een aantal weken vermoord. Voor de Rooms-Katholieke Kerk was 1978 het drie-pausenjaar: Paulus VI stierf, evenals zijn opvolger, Johannes Paulus I. Diens opvolger, Johannes Paulus II, werd de eerste niet-Italiaanse paus na meer dan 450 jaar. In Nederland was 1978 het eerste jaar van de christendemocratisch-liberale regering-Van Agt. Bezuiniging werd het toverwoord, Bestek ’81 was het plan dat de nationale economie weer gezond moest maken. Enkele ambtenarenorganisaties keerden zich tegen het arbeidsvoorwaardenbeleid van minister Wiegel en proclameer- den stakingen. Mogelijk zal 1978 ook de geschiedenis ingaan als het jaar van de affaires. Van deze had de zaak- Aantjes de grootste consequenties: een rapport over zijn handel en wandel in de periode van de Duitse bezetting noopte de CDA-leider tot het neerleggen van al zijn politieke functies. Andere zaken die de voorpagina’s van de kranten haalden waren de vrijlating van Menten, de zaak van de 182 *Kerk-Marokkanen en de affaire van de koopsompolissen. In België brachten de geplande staatshervorming en de Anticrisiswet ernstige spanningen binnen de rege- ring teweeg. Een eerste breuk kon in de zomer nog worden gelijmd, maar enkele maanden later waren de tegenstellingen niet meer te overbruggen. De regeringscrisis, waarin het Egmontpact ten onder ging, had o.m. ook de splitsing van de socialistische partij tot gevolg, alsook een verdere verwijdering tussen de Nederlands en de Frans sprekende gemeenschappen in het land. De economie was nog steeds niet aan een heropleving toe, de inflatiegraad kon daarentegen vrij laag worden gehouden. Het aantal werklozen bleef op een al te hoog peil, ondanks het gevoerde tewerkstellingsbeleid. De arbeidsverhoudingen stonden gespannen, o.m. ten gevolge van het toenemend aantal in moeilijkheden verkerende bedrijven en de onenigheid tussen de sociale partners over de mogelijkheden van arbeidsduurverkorting. De betrekkingen met Zaïre stonden in het teken van de Shaba-crisis en het multinationale hulpplan. In de landen van de Europese Gemeenschappen werden de voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen voor een Europees parlement in 1979. Op het eind van het jaar werd overeenstemming bereikt over een Euro- pees Monetair Systeem. In het verslagjaar werd o.m. aandacht besteed aan het feit, dat tien jaar tevoren de inval van de troepen van het Warschaupact in Tsjechoslowakije plaatsvond. Ook de mei-revolte in Parijs in hetzelfde jaar werd niet vergeten: achteraf bleek de historische betekenis van *negentienachtenzestig geringer dan aanvankelijk wel werd aangenomen. Op het gebied van wetenschap en techniek trokken chips, viewdata, teletekst en de eerste zgn. reageer- buisbaby aandacht. Voor de in voetbal geïnteresseerden zal 1978 het jaar van de *wereldkampioenschappen in Argentinië blijven, en ten slotte: geen enkele impressie van het jaar zal voorbijgaan aan de figuur die mil- joenen jongeren in zijn ban hield: John Travolta. De redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
82. |
![]() |
Boeknummer: 00378
Het jaar in woord en beeld 1980 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1980) [Winkler Prins redactie] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1980 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1979 PORTRET VAN HET JAAR 1979 Internationaal gezien beheersten in 1979 de stormachtige ontwikkelingen in Azië het nieuws. Enerzijds waren er de gruwelijke gebeurtenissen in Vietnam en Kambodja; duizenden mensen moesten hun woongebied verlaten en op wrakke schepen zee kiezen, de zgn. bootvluchtelingen: een humanitair probleem van de eerste orde. Anderzijds was er de bezegeling van het lot van de sjah in Iran, de vestiging aldaar van de islamitische republiek onder de (officieuze) leiding van ayatollah Chomeiny, en de oplaaiing van anti-Amerikaanse sentimenten, die zich o.m. uitten in de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran en de gijzeling van ca. 65 personeelsleden. De politieke instabiliteit van Afghanistan, waar via een staatsgreep en onder Russische militaire inmenging het communistische regime in pro-Sovjet zin werd omgebogen, maakte de verhoudingen in dit deel van de wereld alleen nog maar gecompliceerder. Dat m.n. dit laatste op de Oost-Westverhoudingen zijn neerslag zou hebben ligt voor de hand. Overigens viel in dit vlak naast de ondertekening van het verdrag tot beperking van strategische kernwapens, SALT 2, door de presidenten Carter en Brezjnev ook de herleving van een soort Cuba-crisis te noteren. Men zou bijna vergeten, dat 1979 ook het jaar van de val van de barre dictaturen kan worden genoemd. Amin van Oeganda, Bokassa van het Centraalafrikaanse Keizerrijk, Macias Nguema van Equatoriaal Guinee en Somoza (en zijn familie) van Nicaragua moesten, soms na een langdurige strijd, het veld ruimen. In de Rooms-Katholieke Kerk was 1979 het eerste ambtsjaar van paus Johannes Paulus II. Het werd vooral gekenmerkt door zijn buitenlandse reizen (m.n. naar Latijns-Amerika en zijn geboorteland Polen). Het grote publieke succes van zijn missies neemt niet weg dat zijn theologische en kerkelijke opvattingen vooral onder gelovigen in West-Europa en de Verenigde Staten als behoudend werden ervaren. Het werk van o.a. de theologen Küng en Schillebeeckx werd door de Congregatie van de Geloofsleer aan een kritisch onderzoek onderworpen, wat voor eerstgenoemde tot ontslag leidde. Voor Nederland was 1979 wederom een jaar van grote sociaal-economische problemen, waaronder een zeer aanzienlijke daling van het aantal arbeidsplaatsen; Rotterdam was het toneel van stakingen (zeesleepvaart, Shell). De discussie over de energiebronnen van de toekomst ging onverminderd voort. Steeds luider werd de twijfel aan de wenselijkheid van kernenergie uitgesproken. De ramp met de kerncentrale te Harrisburg in de Verenigde Staten deed deze twijfel ook in bredere kring ontstaan. Politiek gezien het meest benauwend voor het kabinet-Van Agt was de kwestie van de produktie en stationering van nieuwe kernwapens in de landen van de NATO. Van Agt moest alle zeilen bijzetten (wat o.m. tot uiting kwam in wereldwijde bliksembezoeken) en hulptroepen laten aanrukken om het debat in de Tweede Kamer te kunnen overleven. In België kwam de gespannen verhouding tussen de Nederlands- en Franstalige gemeenschappen tot uiting in de langste regeringscrisis sinds 1830, de problematiek van de staatshervorming en de wrijvingen en incidenten in de Voerstreek en Komen. Regeringspogingen om tussen werkgevers en werknemers een akkoord over het sociaal- economisch beleid tot stand te brengen mislukten, wat echter niet verhinderde dat de Belgische economie het in 1979 vrij goed deed. Toch bleef de hoge werkloosheid een groot probleem. Voorts trokken o.m. de Eurosystem- affaire en de zaak-Graindorge de aandacht van de publieke opinie. Evenals in andere landen waren er betogingen tegen kernwapens en kernenergie. Op het gebied van de ruimtevaart is 1979 een opmerkelijk jaar geweest. In februari-maart en juli passeerden resp. de Amerikaanse ruimtevoertuigen Voyager 1 en 2 de planeet Jupiter en zijn manen; ze hebben een grote hoeveelheid gedetailleerde kleurenbeelden naar de aarde overgeseind. In september bereikte de Pioneer 11 de planeet Saturnus, hetgeen eveneens veel wetenschappelijke resultaten opleverde. Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
83. |
![]() |
Boeknummer: 00403
Inventarisatie Haagse Beemden Oost Monumenten -- Boerderij, De Keihoef (1975) [ Gemeente Breda] Inventarisatie Haagse Beemden Oost Fotoboek bebouwing/monumenten 1975 ![]() Gemeente Breda;  |
84. |
![]() |
Boeknummer: 00404
Klein Geld Grof Geld. Munten van de Nederlandse Steden. Overheid -- Geld/Munten (1974) [Dr H. Enno van Gelder en mevr. Drs L. Thijssen] Boekje bij reizende tentoonstelling door Nederland TEN GELEIDE De te weinig bekende stedelijke muntslag, die in ons land enkele eeuwen heeft bestaan, heeft onze stichting Gemeentelijk Cultuurfonds al langer geboeid als een stukje verborgen locale cultuur, dat meer openbare aandacht en belangstelling verdiende. Dat het nu mogelijk is geworden aan dit onderwerp een fraaie tentoonstelling te wijden, strekt ons stichtingsbestuur bij zijn 10-jarig bestaan tot bijzondere voldoening. De locale activiteit met betrekking tot de muntslag was een verschijnsel met sterk economische achtergrond, doch ook met een duidelijk cultureel aspect in verband met de veelal kunstzinnige vormgeving en de techniek van vervaardiging. Dit aspect is thans nog versterkt doordat het verschijnsel deel van onze historie is geworden. Dit samengaan van cultuur en plaatselijke 'financiën' in het grijze verleden, maakt het onderwerp dezer tentoonstelling te meer aantrekkelijk voor uitwerking door een stichting, die haar taak vindt op het uitgestrekte terrein der plaatselijke cultuur en die haar geloofsbrieven ontving van een gemeentelijke bankinstelling, de Bank voor Ne- derlandsche Gemeenten. Onze stichting Gemeentelijk Cultuurfonds is grote dank verschuldigd aan Dr. H. Enno van Gelder, directeur van het Koninklijk Kabinet van munten, penningen en gesneden stenen, die het idee van de tentoonstelling heeft uitgewerkt en dit boekje heeft samengesteld, dat niet als een catalogus doch als een 'vade mecum’ voor de tentoonstelling is be- doeld. Voorts gaat onze dank uit naar de Rijksinspecteur voor roerende monumenten, die de zorgen van zijn Dienst heeft willen doen uitstrekken over de vormgeving, de technische verzorging en het circuleren van de tentoonstelling onder belangstellende gemeenten. Stg Gem. Cultuurfonds 's Gravenhage (Bank Ned. Gemeenten)ned.;  |
85. |
![]() |
Boeknummer: 00412
Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976 Cultuur -- Boeken (ca. 1970) [dr. E. van Autenboer en Louis Tummers] Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976 DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE (1826-1976) door Dr. Eugeen van Autenboer met een OVERZICHT VAN DE BELGISCHE SPEELKAART VAN 1379 TOT 1826 door Louis Tummers Het geheel bewerkt door Jan Bauwens INHOUDSTAFEL TEN GELEIDE........................................................ 3 OVERZICHT VAN DE GESCHIEDENIS DER SPEELKAARTEN IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN....................................... 7 I. Oudste Speelkaarten : Hof van Brabant (XIV° eeuw) ... 9 II. Doornik (XVe eeuw).............................................11 III. Antwerpen (XVIe eeuw)......................................... 12 IV. Namen (XVIIe eeuw).......................................... 14 V. Oostenrijks Bewind......................................... 16 VI. Andere dan Turnhoutse fabrikanten na 1800 ................... 21 DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE................................ 23 I. De papierverwerkende Nijverheid............................. 25 II. Pieter Corbeels............................................ 35 III. Brepols (1800-1826-1970)..................................... 44 IV. Wellens, Delhuvenne & C° (1834-1844)......................... 81 V. J.E. Glénisson &c Van Genechten (1837-1855)............... 90 VI. A. Van Genechten (1856-1970) ................................. 93 VIL J.F. Glénisson & Zonen (1856-1899)............................. 107 VIII. Gebr. Mesmaekers (1859-1968)................................ 118 IX. L. Biermans (1875-1970).................................... 131 X. La Turnhoutoise (1881-1960)................................ 141 XI. Carta Mundi (1970-)..................................... 144 BESLUIT............................................................ 146 BIBLIOGRAFIE....................................................... 149 De afgebeelde kaarten komen voort uit de verzamelingen van het Nationaal Museum van de Speelkaart, van Carta Mundi en van Jan Bauwens. De filmen waren het werk van de Fotogravure Wens te Kontich. TEN GELEIDE De geschiedenis die voorafgaat ... Dat dit jaar 150 jaren Turnhoutse speelkaartenindustrie worden gevierd, is een niet zo banaal feit, wanneer men weet dat de naam « Turnhout » zowat over de hele wereld een begrip is geworden voor speelkaarten. Merk- waardiger is evenwel nog dat deze 150 jaren in feite slechts een vierde vormen van de algehele Belgische speelkaartentraditie : deze klimt immers terug tot 1379, binnen enkele jaren zes eeuwen dus. Het is inderdaad dertien jaar vóór Charles VI van Frankrijk in 1392 zijn wereldberoemde tarokspel bestelde aan zijn hofschilder Jacques Gringonneur, dat Hertog Wenceslas van Brabant er een bestelde aan zijn hofschilder, Ingel Van der Noet; de som die hij daarvoor moest neertellen, was niet zo gering : het spel kostte hem toen 2 mottoenen, hetgeen een goede BF 20 000 van dit ogenblik kan geweest zijn. Sindsdien is het kaartspel niet meer uit deze gewesten weg te denken, noch als vermaak- en kansspel, noch als industrieprodukt. In de middeleeuwse bronnen is hierover niet zo veel te vernemen, maar vanaf de XVe eeuw beschikken we over meer dokumentatie. Doornik vormde toen een heel belangrijk produktiecentrum : Rijksarchivaris A. Pinchart kon in de vorige eeuw niet minder dan 27 namen van Doornikse fabrikanten tussen 1427 en 1537 bijeenbrengen, terwijl hij voor de periode tussen 1439 en 1504 meer dan 40 Doornikse leerjongens vond. In het midden van de XVIe eeuw wordt Antwerpen een centrum : vanuit de plaatselijke ateliers worden honderden kisten speelkaarten verscheept, meestal Lansknechtkaarten, en vooral naar Engeland. De Lig- geren van de Antwerpse Sint-Lukasgilde van Grafici vermelden nog steeds meesters-kaartenmakers in de XVIIe eeuw. Maar tijdens het Oostenrijks bewind heeft Antwerpen als produktiecentrum vrijwel afgedaan. In die periode wordt de fakkel overgenomen door Brussel en Gent : in de tweede helft van de XVIIIe eeuw bloeien te Brussel een twintigtal ateliers; bij de eeuwwisseling loopt hun aantal echter terug tot 4. Te Gent krijgen we drie « dinastieën », maar deze houden het langer uit dan hun Brusselse konfraters. De laatste verdwijnt pas in 1843, maar zonderling genoeg gaat hij weer naar Brussel, waar dan gedurende twee decen- nia een nieuwe opflakkering valt waar te nemen. Vóór die tijd echter is te Turnhout P.J. Brepols al begonnen met speelkaarten te betrekken van enkele kleine ateliers, die zowat over het hele land verspreid liggen (Antwerpen, Sint-Niklaas, Brussel, Dinant en Namen). Als in 1826 zijn leveranciers hem niet meer kunnen volgen, besluit Brepols zelf speelkaarten te gaan drukken. Meteen legt hij de eerste steen voor een onderneming, die eerst tal van navolgers krijgt — steeds te Turnhout — en dezen vervolgens allemaal ziet opgeslokt worden, totdat er in 1970 nog drie overblijven. Dezen besluiten op dat ogenblik hun krachten te bundelen en een enkele speelkaartenfabriek op te richten, die op wereldniveau een eersterangsfiguur moet worden, Carta Mundi van Turnhout. De boeiende geschiedenis van deze wel zeer vastgeankerde industrie wordt hier verteld door twee historici in het vak : Louis Tummers en Dr. Eugeen Van Autenboer. Louis Tummers, die zelf een groot verzamelaar is, schetst ons in vogelvlucht de vier en een halve eeuw geschiedenis vóór Turnhout. Dr. Van Autenboer, histo- risch auteur en Konservator van het Nationaal Museum van de Speelkaart te Turnhout, vertelt ons over de anderhalve eeuw Turnhout, een onderwerp waaraan hij tal van opzoekingen heeft gewijd. Jan Bauwens Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel Brussel;  |
86. |
![]() |
Boeknummer: 00433
Klederdrachten Historie -- Plattelands- en boerenleven (1976) [Constance Nieuwhoff (tekst), Willem Diepraam (foto's), Cad Oorthuys (foto's)] Klederdrachten, een reis langs de levende streekdrachten van Nederland Inleiding Van oude klederdracht tot levende streekdracht Als zesjarig meisje kreeg ik eens, tijdens een vakantie, op een stille, warme middag in een donkere achterkamer een wonderlijk, prachtig pak aan, en werd toen gefotografeerd — in die tijd een hele belevenis. Wellicht is dat er de oorzaak van dat die kleren, die zo heel anders waren dan ik gewend was, me zijn blijven boeien. Die belangstelling werd in later jaren steeds gevoed, als ik — zijdelings — met mensen in aanraking kwam die een heel eigen soort kleding droegen, een soort kleding die als ‘klederdracht’ werd aangeduid. Pas enkele jaren geleden kreeg ik de kans om mannen en vrouwen in klederdracht het hemd van het lijf te gaan vragen. Dit is haast letterlijk bedoeld, want toen was ik van plan de zaak eens grondig aan te pakken. Mijn belangstelling en achting voor mensen en hun kleding is door dat veelvuldig contact sterk toegenomen. In het jaar van die rondreis door het land heb ik meer vrienden en vriendinnen gemaakt dan in vele jaren daarvoor. Maar ook groeide mijn nieuwsgierigheid naar de oorsprong van al die bijzondere kledingvormen en ik hield me bezig met de vraag waarom er maar hier en daar in Nederland nog groepen mensen zijn die een eigen klederdracht dragen en elders niet. De meeste mensen zien klederdrachten als een verschijnsel op zich en vragen zich niet af waar die dracht vandaan komt en waarom hij zo is. Maar de lezers van dit boek zullen wèl benieuwd zijn naar de achtergronden en de ontwikkeling van de klederdrachten, die nu nog om ons heen gedragen worden. Als uitgangspunt voor beschrijving en afbeelding zijn de drachten genomen die nu, in 1976, nog in het dagelijkse leven in een twintigtal streken in Nederland worden gedragen. Op het kaartje ziet u de route die daarbij gevolgd is. Op deze route zijn de streken waar nog een traditionele dracht wordt gedragen, verdeeld in de regio’s: I Noord- en Zuid-Holland, II Zeeland en III Overijssel, Gelderland en Utrecht. Daarna als ‘toegift’ een indruk van de ‘streekdracht’ die de laatste jaren in Amsterdam te zien is (IV). In Groningen, Friesland, Drente en Limburg wordt - helaas — in het dagelijks leven geen streekdracht meer gedragen. Om alle kleine detailverschillen per streekdracht op hun juiste waarde te kunnen beoordelen, moeten we ons eerst afvragen waarom we kleding dragen. In de eerste plaats natuurlijk om ons te beschermen tegen kou en warmte. Kleding kan er bovendien toe bijdragen ons gevoel van eigenwaarde te versterken. De kleding heeft immers ook tot doel aanwijzingen te geven over de rang of stand van de drager/draagster, zoals ze ook kan aanduiden of deze blijde of trieste dagen beleeft. Tegenwoordig is, door de toenemende communicatie tussen landen en gemeenschappen, de kleding veel eenvormiger geworden. Oma’s dragen dezelfde spijkerbroeken als hun kleinkinderen en ook rouw om het verlies van een geliefd mens wordt nog zelden getoond door het dragen van donkere kleren. Overigens was dat tonen van rouw in kleding een goede afspraak, omdat het uiting kon geven aan het verdriet van de drager/draagster, en een ander daar rekening mee kon houden. Het dragen van een beleefdheidsmasker en het verzwijgen van verdriet waren dan niet nodig. Met het woord ‘klederdracht’ duiden we meestal de traditionele kleding aan die een groep mensen op een bepaalde plaats draagt, en die uiting geeft aan hun gevoel van saamhorigheid. Dat gevoel kan veroorzaakt worden door een isolement, een zelfde beroep (bijvoorbeeld vissers) of een gemeenschappelijke godsdienst. Vaak gaan deze elementen samen. Maar eigenlijk is de term klederdracht niet juist. Die kan immers ook gelden voor allerlei andere vormen van groepsgebonden kleding, zoals de dracht van burgers, soldaten, nonnen en tramconducteurs. Een betere naam voor een gelijke kleding, gedragen door mensen die gebonden zijn aan een stad, dorp of streek, is daarom ‘streekdracht’. En over die - nu nog levende - streekdrachten gaat het in dit boek. Een levend prentenboek Maar waar komen die bijzondere kledingvormen nu vandaan? Vele elementen in de huidige streekdrachten gaan rechtstreeks terug tot de algemene modedracht in Holland van omstreeks de zestiende en zeventiende eeuw. Op sommige plaatsen (Marken en Urk bijvoorbeeld) is de hele dracht nog bijna gelijk aan die uit de zestiende eeuw. In andere delen van Nederland, zoals Twente, de Veluwe of Cadzand, bestaat de vrouwendracht uit een laat negentiende-eeuwse japon met een mutsvorm erbij die in ouderdom teruggaat tot de Napoleontische tijd. Streekdracht is dus eigenlijk een levend prentenboek van vier eeuwen mode, en dan in steeds afwisselende detailcombinaties. En deze dracht is niet statisch, maar kan in enkele tientallen jaren vaak nog opvallend veranderen. Dat in deze inleiding de vrouwendracht uit met name de zestiende eeuw als aanknopingspunt gebruikt wordt en het in dit boek bijna uitsluitend over vrouwen gaat, komt doordat er tegenwoordig haast geen streekdracht meer wordt gedragen door mannen. Omstreeks de zestiende eeuw bestond er een aantal kledingvormen naast elkaar: adel en geestelijkheid droegen andere — vaak als hofkleding voorgeschreven — kleding dan kooplieden, boeren, vissers of ambachtslieden en hun vrouwen. Kleren waren — en zijn nog — een belangrijk middel om rang en stand van de drager/draagster in de maatschappij aan te geven. In veel dorpen en streken leefden de mensen in een vrijwel volledig isolement. Veranderingen in de kledingmode, geïnspireerd door het voortdurend streven naar exclusiviteit van de toonaangevende adel, vonden bij de stedelingen sneller en gemakkelijker navolging door hun hogere welstand en betere informatie. De bewoners van het platteland kregen die informatie meestal pas veel later — via een paar doortrekkende reizigers — en waren dan nog vaak veel te arm om kleren die nog niet totaal versleten waren te vervangen omdat ze ‘uit de mode’ raakten. Als de stadsmode op het platteland werd gevolgd, dan gebeurde dat dus veel later en alleen in die details, die men mooi of praktisch vond of erg belangrijk achtte als statussymbool. Dit was bijvoorbeeld het geval met het - aanvankelijk ijzeren - klemmetje (het oorijzer), dat de muts op het hoofd vasthield. In Friesland dijde dit gebruiksvoorwerp uit tot een uiterst kostbare gouden helm die het hele hoofd omsloot. Hoewel het helemaal niet nodig was dat klemmetje te veranderen, werd het toch gedaan om daarmee de welstand van de draagster te kunnen uitdrukken. Vaak ook was kleding helemaal aan een beroep aangepast, zoals bijvoorbeeld die van de Urkse en Volendamse mannen, die eeuwenlang vissers zijn geweest en waarvan de kleding voetvrij, warm, waterafstotend en winddicht is, en dus uitermate geschikt voor het werken op kleine, open boten in een koud klimaat. De zijden kousen- en kuitbroekenmode van de hogere, niet-werkende klassen heeft aan deze drachten nooit een modedetail kwijt kunnen raken. In de zeventiende eeuw waren de Nederlanden ook een toevluchtsoord voor mensen die om hun geloof uit hun geboorteland waren verdreven. De vluchtelingen brachten, behalve dat geloof, ook hun eigen kleding mee uit hun land van herkomst, zoals de Wederdopers die zich op het Kampereiland vestigden en de Hugenoten en emigranten uit Salzburg, die in Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen terecht kwamen. Ook economische crises, oorlogen en overstromingen konden plaatselijke kledinggewoonten beïnvloeden. Doordat in oorlogen of bij een overstroming veel mensen uit een gemeenschap de dood vonden, werd er vaak zo lang gerouwd, dat een eens kleurige dracht vrijwel geheel zwart werd en bleef. Ook had het verschil in welstand tussen bijvoorbeeld Zeeland, Holland en Friesland aan de ene kant en Drente en Brabant anderzijds gevolgen voor de kleding. In de eerstgenoemde gebieden werden veel gouden sieraden gedragen, terwijl in Drente en Brabant kleding en versiering tot de eenvoudigste onderdelen beperkt waren. In dit boek kunt u, aan de hand van illustraties uit twee boeken die de streekdrachten in de negentiende eeuw beschrijven, zelf een indruk krijgen hoe die er destijds uitzagen. Het boek van E. Maaskamp dateert uit 1805, de impressies van Valentijn Bing en Braet von Ueberfeldt (verder aangeduid als Bing) dateren uit 1865. Nederland was —en is ook nu nog —om Maaskamp (1805) te citeren: ‘een kleene plek gronds, die grooter verscheidenheid in kleding oplevert, dan schier alle werelddeelen buiten Europa, en zich in de oogen van den menschenkenner zoo karaktermatig, als volstrekt eenig andere volk, vertoont. Amsterdam alleen levert, in deszelfs verscheidene wijken, schier zoovele onderscheidene costuums op: elke stad van Holland heeft hare eigene. De onderscheidene noordelijke gewesten van het Rijk schijnen door bijzondere volkeren bewoond. De visschers- en boeren-dorpen, de handel- en de binnensteden, de eilanden en de kusten, hebben allen niet slechts hare eigene, geheel karaktermatige zeden, in houding en kleeding der bewoners blijkbaar; maar zelfs kenmerkt zich overal elke stand door geheel bijzondere manieren. Geen reiziger bezocht ooit dezen grond, zonder dit terstond op te merken en te bewonderen; geen beoefenaar der menschenkennis, in dit zelfde land, kan deze verscheidenheid doordenken, zonder den wensch te gevoelen van zich dezelve eenmaal, door nauwkeurige afbeeldingen, te kunnen vertegenwoordigen’. Met ondersteuning van de foto’s van Cas Oorthuys en Willem Diepraam zal een zo natuurgetrouw mogelijk beeld geschetst worden van de streekdrachten, zoals die in verscheidene delen van Nederland nu nog in het dagelijkse leven gedragen worden. Mannen in streekdracht zult u daarbij niet vaak meer tegenkomen. Nog wel maar niet veel, in Zeeland, Volendam, Marken, Staphorst en Urk. En alleen in Staphorst dragen de kleine meisjes nog de traditionele kleding van hun dorp. Een aanwijzing, dat een dracht ‘op zijn laatste benen loopt’ geeft de nogal hoge leeftijd van de meeste dragers/draagsters, en de vaak tot optimale grootte uitgedijde afmetingen van drachtonderdelen als bijvoorbeeld de mutsen op Goeree en Zuid-Beveland en in Huizen. Inventaris van de garderobekast Als een soort wegwijzer in dit land vol bonte lapjes, kappen en andere textiel, volgt hier een opsomming van de onderdelen waaruit in de zestiende eeuw de vrouwenkleding kon bestaan. Dat waren: een linnen hemd, rok, schort, doek, kroplap (kraplap) en muts van het hultype. Soms, afhankelijk van plaats of seizoen, aangevuld met rijglijf en/of jak. In Duitsland waren, net als hier, in de zestiende eeuw de decolletés van de vrouwenkleding vrij diep. In een noordelijk klimaat met slecht verwarmde huizen betekende dat: kou lijden en kou vatten. Om dit euvel te verhelpen bedacht iemand een kledingstuk dat de schouders en de borst voor een deel bedekte: een schouderkraag die als Goller of Koller (Duits) of collerette (Frans) in heel noordelijk Europa weldra mode was. Van dit kledingstuk stamt het Volendamse kletje (collerette) en de kulder, een jak dat in Bunschoten en op de Veluwe nog wordt gedragen. Ook nu nog komen al deze onderdelen tegelijk of in wisselende combinaties voor in de verschillende drachten. Soms is alleen maar de mutsvorm echt heel oud. De mutsen, en er zijn heel spectaculaire bij, stammen allemaal af van het eenvoudige vrouwenmutsje uit de zeventiende eeuw. Daaronder werd een oorijzer (een ijzeren klem die de muts stevig op het hoofd hield) gedragen. De mutstypes die we in de levende streekdracht nog kunnen tegenkomen, zijn de hul, kornet, keuvel en luifelmuts. Deze vier types ziet u hierbij in foto’s en tekeningen. De dik getekende lijnen geven de naden in de mutsen aan waardoor ze als soort kunnen worden onderscheiden. Het is erg jammer dat de levende streekdracht bezig is in hoog tempo te verdwijnen. Vooral de laatste twintig jaar is het aantal mensen dat nog een specifieke dracht draagt, heel snel verminderd. De voornaamste oorzaken liggen in het opheffen van een geografisch of geestelijk isolement (aanleg van wegen en dammen, veel meer informatie via de media) en de vaak gedwongen verandering van het traditionele beroep, bijvoorbeeld door de inpoldering van de Zuiderzee of door economische omstandigheden. Maar er is nu nog de kans om streekdrachten buiten musea te zien. In dit boek wil ik proberen uw bewondering te wekken voor de streekdrachten als levend onderdeel van de cultuurhistorie. Behalve een uitvoerige beschrijving van de streekdrachten en detailfoto’s van onderdelen, vindt u ook de namen van de musea die deze kostuums in hun verzameling hebben. Ook is aangegeven wanneer en waar u de meeste kans hebt de drachten in het gewone leven te kunnen zien. Deze informatie vindt u na elke regio. Tenslotte wordt een aantal mogelijkheden gegeven, hoe bepaalde aspecten van deze traditionele streekdrachten toegepast kunnen worden bij onze huidige kleding of op voorwerpen om ons heen. Als u intussen nieuwsgierig genoeg bent geworden om wat meer van de levende streekdrachten te zien, dan kan onze rondreis beginnen. Constance Nieuwhoff Unipers Amsterdam;  |
87. |
![]() |
Boeknummer: 00441
Uit grootmoeders tijd Historie -- Werktuigen/Gereedschappen (1975) [A. Stap-Loos] Uit grootmoeders tijd. Informatie over herkomst en fabricage van antieke voorwerpen, Inhoud Voorwoord / pagina 6 Barometers / pagina 7 Pijpekoppen / pagina 16 Aardewerk / pagina 26 Glazen / pagina 32 Theepotten / pagina 36 Theelichten / pagina 41 Koffiemolens / pagina 46 Samowar en theestoof / pagina 52 Verlichting / pagina 54 Waterfilters / pagina 63 Rijwielen / pagina 68 Blikken trommels / pagina 74 Lakwerk / pagina 76 Brillen / pagina 78 Spiegels / pagina 81 Schrijfmachines / pagina 87 Telefoon / pagina 92 Inmaakpotten / pagina 96 Email vaatwerk / pagina 98 Horloges / pagina 100 Stoven / pagina 106 Spinnewiel / pagina 108 Boerderij / pagina 112 VOORWOORD Een voorwoord schrijven in een boekje als dit is geen eenvoudige zaak. Ik zal dan ook trachten de strenge toon van een recensent aan te slaan. Welnu, het geheel is wat tuimelachtig uitgevallen. Het bevat kriskras verzamelde gegevens over diverse onderwerpen uit de tijd van onze verre voor- en grootouders. De 20e eeuw zou ik wel de eeuw van de steile helling willen noemen. De eeuw ook van de: 'Frisse vruchtjes’ en 'Hapt zo héérlijk weg’. Van de lichtschakelaar en de gasmeter, van het snelle leven. De eeuw waarin alles op de helling werd gezet. Waar we halverwege in paniek achteraan zijn gerend om nog te redden wat te redden was. Het viel gelukkig nogal mee met de deuken en scheuren en een sopje doet immers wonderen. Ook de oude denkbeelden zijn afgestoft en opgepoetst en kunnen weer wat jaartjes mee. Daar staan we dan en bekijken de rest van onze aanwinst. En of dit nu een oud brilletje is of een schemerlamp die we aan onze verzameling toevoegen, we zijn er zielsgelukkig mee. Om met Harry Mullisch te spreken: 'Voer voor psychologen'. De foto’s waar geen extra vermelding bij staat zijn gemaakt door J. Stap. Mijn hartelijke dank gaat uit naar de heer en mevr. De Vet in Abbekerk en de heer A. Donker in Hoogwoud voor hun toestemming voor het maken van foto’s in hun Museumboerderij. De heer M. H. J. Stumpel in Hoorn voor zijn toestemming zijn uitgebreide verzameling schrijfmachines te mogen fotograferen. De conservator de heer J. van der Star, mijn bijzondere dank voor uw hulp. De heer G. D. Scholten voor de rondleiding en de bijzonder duidelijke uitleg. Mevr. Leverink voor alles wat zij wist te vertellen over oude gebruiksvoorwerpen en allen die mij op enigerlei wijze hebben geholpen aan gegevens voor dit boekje, hartelijk dank. Opgedragen aan mijn man voor zijn geduld, hulp en steun. Hoorn, lente 1975 A. Stap-Loos Uitgeverij Helmond B.V.;  |
88. |
![]() |
Boeknummer: 00448
Toelichting & kommentaar op het voorlopig ontwerp tot herziening van de gemeentewet Overheid -- Gemeente, algemeen (1973) [P.P.A. van Hal] toelichting en kommentaar op het voorlopig ontwerp tot herziening van de gemeentewet samengesteld door p.p.a. van hal gemeente-secretaris van prinsenbeek en uitgegeven op 16 februari 1973 op welke dag hij 12J jaar dit ambt bekleedde en tevens zijn 25-jarig ambtsjubileum in overheidsdienst is gevierd INHOUD Inleidende bepalingen 7 I De samenstelling en inrichting van het gemeentebestuur 9 De raad 11 Het college van burgemeester en wethouders : - De wethouders 21 - Het college 26 De burgemeester 29 De gemeentelijke commissies 36 De secretaris en de overige ambtenaren der gemeente : - De secretaris 39 - De overige ambtenaren 46 II De bevoegdheid van het gemeentebestuur 48 - Medebewind 50 - Politiedwang 50 - Besluiten, aan goedkeuring onderworpen 51 - Openbaarmaking, afkondiging en inwerkingtreding van besluiten 52 De bevoegdheid van de raad 56 De bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders 59 De bevoegdheid van de burgemeester 62 De financiën van de gemeente: - De begroting en de rekening 66 - De administratie en de controle 76 De gemeentelijke belastingen 78 - Heffing en invordering 82 Het toezicht op het bestuur van de gemeente : - De goedkeuring van besluiten 92 - De vernietiging van besluiten 94 Wijziging van de gemeentelijke indeling 99 Overgangs- en slotbepalingen 106 Opgedragen aan mijn vrouw, die het mij mede mogelijk heeft de overheid te dienen. MOTIVATIE Wanneer men als gemeente-secretaris met meer dan beroepsmatige belangstelling de inhoud observeert van de publicatie -in twee boekdeeltjes verwerkt- van het Ministerie van Binnenlandse Zaken onder de titel 'De gemeentewet herzien' en in deel 2 van deze publicatie de veelzeggende uitspraak leest van de Minister: 'de tot nu toe ontvangen reacties op het eerste deel zijn veelal waardevol maar schaars' en vervolgens zijn wens: 'mogen velen van de gelegenheid gebruik maken een bijdrage te leveren tot de gedachtevorming', dan laat zulk een duidelijk sprekende uitnodiging je niet los. Het gaat om de gemeentewet, om de belangen van de gemeente, ook om die van je eigen gemeente, het gaat om het toekomstbeeld van het gemeentelijk bestel in Nederland, en daartoe kan elk steentje bijdragen. Wanneer ik, met deze boekjes in de hand, filosofeer over 'hoe het was, hoe het is, hoe het zal kunnen worden' met onze gemeentewet, en mij realiseer, dat ik bijna 25 jaren zowel in provinciale als gemeentelijke dienst juist deze wet steeds binnen handbereik heb gehad, en thans gedurende een periode van bijna 12½ jaar dit boekje onmisbaar gezelschap is geworden, omdat het secretarisschap geen specialisatie kan toestaan, anderzijds de gemeentesecretaris het gehele klavier van de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van het gemeentebestuur mag en moet bespelen, dan besef ik, dat dit het moment bij uitstek is om mij te gaan heroriënteren en het resultaat daarvan vast te leggen voor anderen. Aldus is deze studie tot stand gekomen. Is het van de ene kant geworden een bijdrage tot de gedachtenvorming omtrent wat thans als 'voorlopig ontwerp voor de herziene gemeentewet' door het Ministerie van Binnenlandse Zaken als blauw- druk in het vooruitzicht wordt gesteld, van de andere kant kan het tevens dienen tot leidraad voor de velen, die uit hoofde van hun belangstelling, beroep of verkiezing iets meer willen weten over de inhoud van de thans geldende gemeentewet en over de voorgenomen plannen tot algehele herziening. Deze scriptie is niet wetenschappelijk van opzet, de meer geroutineerden in het vak zullen zich waarschijnlijk beperken tot een vergelijking van standpunten, terwijl de buitenstaander de eerste oriëntatie op het gemeentelijk vlak tevergeefs zal zoeken. Dit werkstukje is in feite niets anders dan een weergave van mijn persoonlijke visie op de plannen tot herziening der gemeentewet en, daaraan voorafgaand, een bondige samenvatting van hetgeen deze wet thans inhoudt, en dit gegoten in een vorm zoals ik het steeds bespreek met geïnteresseerden. Moge vooral de bestuursorganen der gemeente Prinsenbeek, met name de raad, het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester, alsmede 'mijn' ambtenaren in dit geschrift iets nieuws ontdekken, want al schrijvende heb ik -met mijn tweevoudig jubileum in het vooruitzicht- in hoofdzaak aan deze instanties en aan deze medewerkers gedacht. Prinsenbeek, februari 1973. van Hal, gemeente-secretaris. Eigen beheer;  |
89. |
![]() |
Boeknummer: 00470
Spokerijen in de Baronie van Breda Cultuur -- Boeken (1974) [Jacques R.W. Sinninghe] Spokerijen in de Baronie van Breda. Sagen, legenden en volksverhalen veelal uit de volksmond opgetekend door Jacques R.W. Sinninghe met tekeningen van Jan Radersma. INHOUD 1. De drie woorden van de pater in Uden 7 2. Meneer Versluis 8 3. De Kozakken op „Het Barree!” 10 4. De kwade hand van Mie Berkevoets in Etten 11 5. De graaf van Mastland 11 6. De witte dame van Roosberg 12 7. Van Jan de Wijs 14 8. De stichting van het klooster en de kerk in Meersel-Dreef 15 9. Kattedansen 16 10. De duivel als zwarte kat in Dongen 17 11. De beurzensnijder in Den Bosch 18 12. De Alphense kabouters 19 13. De Kabouterberg bij Gilze 21 14. Hereswit 21 15. Het beleg van „Valkenburg” bij Ulvenhout 22 16. De weg naar Achtmaal 23 17. De kwade hand in Etten 24 18. De Belgische knecht in Dongen 26 19. De grote abeel bij Ulvenhout 26 20. Het Oud Boomke onder Rijsbergen 27 21. Het spookhuis op „Burgst” 27 22. Zwarte kunst op Attelaken onder Leur 29 23. De duivel in „De Gouden Leeuw” in Rijsbergen 29 24. Langenaar, de tovenaar van „Burgst” 31 25. Stalkeersen 33 26. De duivel op „Valkenburg” bij Ulvenhout 34 27. In de Maatjes bij Zundert 35 28. „Wa’ dood is, moet dood blijven” 35 29. De heks van Gatbroek 36 30. De brandende scheper bij Dorst 36 31. Kop af! 37 32. Een kwade geest bezworen in Strijbeek 38 33. Het onheilspellende huis bij Breda 38 34. Verborgen schatten in Terheijden, Dongen en Breda 39 35. De Zundertse heksen 40 36. De ontrouwe rentmeester in Etten 42 37. De Grenadier in Breda 43 38. Huis In Ca Ba in Breda 43 39. De maar in de stal in Attelaken 45 40. Spokerijen op de „Hondsdonk” bij Ulvenhout 46 41. De kei op de Molenhei in Gilze 47 42. De duivel op het Hooghuis 47 43. De gifmenger in Dongen 49 44. Spokerij op „Walstijn” onder Zundert 50 45. Een slecht huis in Rijsbergen 50 46. De „Haanse Hoef” in Dongen 51 47. Heks houdt herberg in de Baronie 52 48. „De Engelse Pijl” 53 49. De toverkunsten van Kees Emmen in Dongen 54 50. Ontmoeting met een heks in Ginneken 54 51. De Slotbossetoren bij Oosterhout 56 52. De medaille van de begijntjes uit het Liesbos 57 53. Het verscheurde voorschoot in Galder 58 54. Baron Van der Borch en de „zwartmakers” 58 55. De sprekende kat in Baarle-Nassau 60 56. De Wapper in het Chaamse bos 60 57. Het Heksen wiel 61 58. Een zwarte dame in Chaam 62 59. De kat uit het Liesbos die al maar zwaarder werd 62 60. De „zwartmakers” in Galder 63 61. De kat met de paardebenen in Hazeldonk 63 62. Van Ons Heer en Peris (een verhaal uit Etten) 65 63. Jan Onversag (een verhaal uit Bavel) 67 Register op persoons- en plaatsnamen 69 Europese Bibliotheek Zaltbommel;  |
90. |
![]() |
Boeknummer: 00479
Princenhage Vroeger en Nu Historie -- Princenhage, algemeen (1976) [Werkgroep Haagse Beemden] Catalogus tentoonstelling Princenhage Vroeger en Nu op 14-15-16 mei 1976 (t.g.v. de torenhaanfeesten) in de Johanneskerk, Dreef 5 Breda-Princenhage Organisatie Torenhaanfeesten;  |