HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

Heemkundekring 'Op de Beek' Beeldbank Bibliotheek Zoekresultaat

Aantal gevonden publicaties : 106   (uit: 659)

Getoond wordt publicatie : 61 t/m 90


Uitgebreid zoeken
Gesorteerd op:  Boeknummer

Zoekresultaat verdeeld over 4 pagina's, met elk (max.) 30 publicaties:

Begin        Vorige      1   2   3   4       Volgende       Eind

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

61. Boeknummer: 00341  
Tentoonstelling Princenhage vroeger en Nu
Historie -- Princenhage, algemeen           (1976)    [werkgroep Haagse Beemden: Karel Leenderd, Herman Dirven, Piet Dekkers, George Dirven en Jan Lodewijk.]
Tentoonstelling Princenhage vroeger en Nu op 14, 15 en 16 mei 1976 tgv Torenhaanfeesten
Beschrijving van geëxposeerde documenten, foto's en memorabilia uit de geschiedenis van
Princenhage en een korte geschiedenis van Princenhage

INHOUD
Lijst van inzenders Voorwoord
I.         Archiefstukken 101 t/m 112
II.        Kaarten 210 t/m 220
III.      Gebeurtenissen 301 t/m 333
IV.       Dorpsgezichten A. algemeen B. straten in de kom C. gehuchten en buitenplaatsen 401 t/m 499
V.         Burgerlijke gemeente 501 t/m 531
VI.        Kerken 601 t/m 674 A. De St. Martinuskerk te Princenhage B. De O. L. V. Hemelvaartkerk te Prinsenbeek C. De Johanniskerk te Princenhage
VII.      Gilden, schutterijen en verenigingen 701 t/m 714
VIII.     Economisch leven en diversen 801 t/m 806
IX.        Literatuur 901 t/m 921
X.         Korte schets van de geschiedenis van Princenhage

VOORWOORD.
Ter gelegenheid van de Torenhaanfeesten had het organiserend comité o. a. ook de idee, om naast het terugplaatsen van de haan en kruis op de toren van de Martinuskerk ook
een braderie, een ambachtendorp, festiviteiten en tentoonstellingen te doen plaatsvinden in de oude kern van het dorp Princenhage in Breda.
Voor de historische tentoonstelling richtten zij hun verzoek tot de Werkgroep Haagse Beemden, die er niet lang behoefde over na te denken om ja te antwoorden.
Op de eerste plaats werd door de Werkgroep Haagse Beemden de tentoonstelling 'Het Verleden van Princenhage', welke gehouden werd in 1966 - dus precies tien jaren gele-
den - nog eens goed bekeken. Het bleek dat veel daaruit bruikbaar zou zijn, maar toch ook dat verschillende leemten sinds die tijd gelukkig opgevuld konden worden.
De medewerking werd gevraagd aan de heer Kimmel, conservator van het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda, en de heren Brekelmans en Lohmann, respectievelijk
archivarissen in Breda en Prinsenbeek.
Daarna werd een indeling gemaakt van en voor de tentoonstelling en moest naar een passende ruimte worden gezocht. We kwamen daarbij op de idee om de hervormde kerk,
'De Johanneskerk' aan de Dreef 5 te Princenhage als tentoonstellingsruimte in te richten.
We vroegen daartoe toestemming aan de kerkeraad en bij monde van de voorzitter de heer E.Rutjens werd ons deze gaarne gegeven.
Daarna moest er hard in de weinige tijd, die ieder van ons heeft, gewerkt worden, om een en ander in orde te krijgen. Wij willen ons bij voorbaat dan ook gaarne verontschul-
digen, indien de bezoeker feilen mocht ontdekken in de beschrijving of kritiek wil uitoefenen op de onvolledigheid der verzameling.
Toch willen wij niet nalaten om de vele mensen, die dikwijls zeer spontaan hulp boden, te bedanken.
Wij hopen dat ook deze tentoonstelling 'PRINCENHAGE VROEGER EN NU' in 1976 voor U een interessante kennismaking of vernieuwde kennismaking zal zijn met het verleden
van Princenhage.

Werkgroep Haagse Beemden
Karel Leenders
Herman Dirven
Piet Dekkers
George Dirven
Jan Lodewijk

Werkgroep Haagse Beemden;  
 

62. Boeknummer: 00342  
Onze Volkskunst.
Historie -- Nederland, algemeen           (1979)    [Dr Tjaard de Haan en diverse auteurs]
Naslagwerk over diverse onderwerpen van volkscultuur in Nederland

Inhoud
Inleiding 6
dr. Tj.W.R. de Haan De studie van de volkskunde    10
dr. Tj. W.R. de Haan Volksgeloof en bijgeloof    14
S.J. van der Molen Klederdrachten    19
J. de Jong-Brouwer Knipprenten    51
S.J. van der Molen Spel en dans    56
J.J. Schilstra Koekplanken    79
Wina Bom Eten en drinken    83
dr. L.F. Triebels Volkskunst en voorbeeld    107
H.B. Vos Wagens, sjezen en arren    113
E.Jans Stiepeltekens en geveleinden   144
drs. W. Knippenberg Religieuze folkloristica    150
M. de Meyer Volksprenten    155
B.W.E. Veurman Kinderfolklore    172
S.J. van der Molen Scheepjes in de kerk   214
S.J. van der Molen Volkskunst in de scheepvaart    218
dr. Tj. W. R. de Haan Gevelstenen en uithangtekens    239
P. Wassenbergh-Clarijs en en dr. A. Wassenbergh Wooncultuur    244
R. Smaling Nederlandse volksmuziek    301
H. Bottema Wegwijzer door de Nederlandse volkskunst    308
Literatuur 312
Register 315

Inleiding
Nu de wereld steeds kleiner wordt en het exotische gemakkelijk bereikbaar, zet er een tegenbeweging in: de hand over hand toenemende
interesse voor wat met meer of minder recht als het 'eigene’ wordt aangevoeld. Lokale en regionale (volks) cultuur is 'in’ tegenwoordig en een
televisie-uitzending als Van gewest tot gewest wordt allerwegen met genoegen bekeken.
Het heeft dan ook alle zin, studieuze aandacht te besteden aan het 'volkseigen’ der Lage Landen en daarmee een breed publiek te willen
bereiken. In het voor u liggende boek komen deskundigen aan het woord, die allerlei aspecten van de Nederlandse volkskunst en het Ne-
derlandse volksleven belichten, met een keur van afbeeldingen voor een deel, waar dit nodig en zinvol is, in kleur.
Zowel Nederland als Vlaanderen komen daarbij aan de orde, en ook Wallonië is niet vergeten. Het gaat daarbij om volkskunst, wooncul-
tuur, wagens en ander gerij, gevelstenen, scheepssier, klederdrachten, kinderspel en nog veel meer dat behoort tot wat men volkskunde oftewel
'folklore’ pleegt te noemen.
Langere artikelen worden afgewisseld met korte 'specials’, knabbelnootjes bij de hartige borrel, om met Wina Bom te spreken, een van de
medewerkers aan Onze Volkskunst.
Het gaat er in dit boek in de eerste plaats om, het een en ander zo aangenaam mogelijk te laten zien en interessante feitelijkheden te
brengen, zonder in zwaarwichtig getheoretiseer te vervallen. Toch mocht ook een zekere mate van nadenken over de verschijnselen en de
verschijningsvormen niet ontbreken. Dit nadenken vindt men vooral in de langere, meer doorwerkte bijdragen. Maar ook in een tweetal af-
zonderlijke hoofdstukken. Het ene hoofdstuk staat direct aan het begin: het geeft een kort geschiedkundig overzicht van de volkskundestu-
die, vanaf de romantiek tot heden, waarin op een eenvoudige wijze de diverse probleemstellingen beknopt ter sprake komen, aan de hand van
voorbeelden. Het andere hoofdstuk staat helemaal aan het eind van het boek: een 'wegwijzer’, op de terreinen van de volkskunst. Daarin wor-
den, met behulp van een overzichtelijk schema, allerlei realia gedetermineerd naar de categorie waartoe zij min of meer behoren: van de
echte 'elementaire’ volkskunst (men denke aan kippeloopjes als die in Staphorst) tot de ambachtskunst (men denke aan de Hindelooper meu-
bels), die vaak te maken heeft met de officiële stijlkunst, zij het in eigen 'vertaling’, en die toch ook, door haar deel uitmaken van het volksle-
ven, in een boek als dit geheel en al thuishoort.
Kunst, hoe individueel ook, kan men niet los zien van het leven. Tegenwoordig, nu het sociale element in allerlei disciplines terecht een
sterk accent heeft verkregen, wordt dit meer dan ooit beseft. Wat voor de kunst in het algemeen geldt - haar verweven zijn met de maatschap-
pij en de medemens, eventueel bij wijze van antithese - geldt nog eens te meer voor de volkskunst. Deze wordt eerst recht begrepen en op haar
waarde geschat, wanneer men haar ziet in samenhang met het leven en werken, het denken, voelen en geloven van zeer velen, ook al zijn het
vaak de begaafde en geoefende enkelingen die het vermogen van een doeltreffende vormgeving bezitten, die evenwel hun natuurgenoten 'o
ja, dat is het’ doet zeggen en die zij als 'eigen’ aanvaarden. De 'stiepelpaal’ (middenstijl van de schuurdeur) van een Twentse boerenhoeve is

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


niet alleen een functioneel bouwonderdeel, zij is met haar overoude tekens (zandloper, zonnerad, maansikkel; kruis, kelk, hart) bovenal
een heiliging en beveiliging van eigen huis en haard, waarin het spit van het 'witte wief, dat haar belager achternazit tot op zijn eigen erf,
blijft steken.

Alleman van Bert Haanstra
Het moderne volkskundeonderzoek, wars van de oudheidsliefde van de romantiek, waarmee de volkskunde begon, wil vóór alles het leven van
Jan en alleman waarnemen, weergeven en onderzoeken, gelijk zich dat nu voordoet in een sterk gewijzigde wereld, waarbij de grote stad, dat
verbazingwekkend fenomeen, het leeuwedeel van de studiezin zou moeten opeisen. Zoals Bert Haanstra dit deed, met verrassend resul-
taat, in zijn film Alleman; maar dan met de middelen van de wetenschap. die voor zulk uitgebreid onderzoek meer en meer de computer
inschakelt. Zo is de volkskundige er bijvoorbeeld tot op grote hoogte van doordrongen, samen met de fotograaf Willem Diepraam, 'dat de
fotografie-er zijn vijf miljoen camera’s in Nederland! - de enige echte volkskunst van de technocratische westelijke wereld is’. De fotografie
verdient derhalve de aandacht van volkskundigen (en cultureel-antropologen), die zij trouwens ook heeft tegenwoordig.

Volksleven en volkskunst van vandaag
Zo is er heel wat meer volksleven en volkskunst van vandaag te noemen: de cultus van de voetbal, het autootje en zijn zaterdagse beurt, de
fanfares en harmonieorkesten en hun stoergelaarsde majorettes, de optocht, de braderie of winkelweek, het hengelen en het klaverjassen, de
heide- en andere -koninginnen. Vrijwat eigentijdse gegevens zult u aantreffen in wat de auteurs in dit boek naar voren brengen. Het is hun
heus niet bij uitsluiting te doen om de curieuze atavistische 'restcultuur’ van 'onderontwikkelde gebieden’ als de 'arme Friese heide’ zali-
ger, die bij geval nostalgisch wordt bezwijmeld - zij weten waarachtig wel méér en beter en anders. Ook als zij antiquiteiten of ouderwetshe-
den behandelen, dan gebeurt dit, ondanks hun loffelijke liefde voor het onderwerp, vanuit een hedendaags besef en met een geschoold onder-
scheidingsvermogen. Zijn bijvoorbeeld de sjezen een 'afgesloten’ onderwerp, volkslied en kinderspel zetten zich voort tot vandaag en dege-
nen die deze zaken bespreken, houden daar terdege rekening mee. De gebruikelijke thema’s van de volkskunde staan in dit boek echter wel-
bewust op de voorgrond: de muziek, de arresleden, de centsprenten, de klompen en wat dies meer zij. Eensdeels omdat er heel veel over te
zeggen valt dat belangwekkend is voor de talrijke historisch-traditioneel gerichte geïnteresseerden, ja, verzamelaars van hedentendage, nu
fin-de-siècle omasofa’s veel geld kosten, anderdeels omdat een verregaande actualisering nog nauwelijks mogelijk is, bij gebrek aan een
omvangrijk en gedegen onderzoek, dat zoveel mogelijk levensgebieden bestrijkt. Het komt ons bovendien voor, dat de gemiddelde lezers, die
ons zeer na aan het hart liggen, veel en veel liever het een en ander vernemen over een kernachtige 'tuugkist’ uit de Gelderse Achterhoek
(iets moois en iets bijzonders in deze tijd van glad fabriekswerk in serie), dan over het o zo fleurige bloemencorso in de bollenstreek, dat zij
desgewenst gemakkelijk zelf met eigen ogen kunnen aanschouwen, te midden van een zich verdringende menigte, en waarover de media ons
in den brede informatie verschaffen.
WASSENAAR,1979
DR. TJAARD W.R. DE HAAN

Elsevier Amsyerdam/Brussel;  

 

63. Boeknummer: 00347  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 3
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1970)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 3 MEI 1940

Inhoud
Hoofdstuk 1 - Vrijdag 10 mei        1
       De strategische verrassing       3
        ‘Een vlammend protest’       35
       In Berlijn        51
       Algemeen Hoofdkwartier       54
       Zuid-Limburg       65
       Maaslinie en Peel-Raamstelling       70
       Van Mook tot Arnhem       82
       De IJsellinie       87
       De noordelijke provincies       94
       De evacuaties       97
       Het begin van de Vijfde Colonne-paniek       103
       De eerste arrestaties en interneringen       115
       Tussen Haarlem en Hoek van Holland        119
       Rotterdam       129
       Van Nieuwe Waterweg tot Hollands Diep       136
       De komst der Fransen       143
       Londen       148
       Balans       157

Hoofdstuk 2 - Zaterdag II mei       168
       De Vijfde Colonne-paniek       169
       Arrestaties en interneringen       181
       De Grebbelinie       185
       Noord-Brabant       196
       Vesting Holland       207
       Optimisme       224

Hoofdstuk 3 - Zondag 12 mei       228
       De val van de Wonsstelling       229
       Grebbelinie       232
       Vesting Holland       248
       Militaire Luchtvaart       258
       Het prinselijk gezin vertrekt       260
       De ministerraad       264
       Avond        272

Hoofdstuk 4 - Maandag 13 mei       275
       Bezuidenboutseweg 30       277
       De koningin vertrekt       279
       De ministers       282
        ‘Tot de laatste man standhouden’       292
       Komwerderzand       294
       Vesting Holland       296
       De val van de Grebbelinie       306
       Terugtocht       322

Hoofdstuk 5 - Dinsdag 14 mei       336
       Colijn       338
       Doorvechten!        341
       Rotterdam: ultimatum       343
       Rotterdam: bombardement en brand       354
       Rotterdam: overgave       367
       Winkelman capituleert       385
       Landmacht       398
       Marine       413
       De vluchtelingen       398
        ‘W ij hebben de strijd gestaakt’       413
       IJmuiden       418

Hoofdstuk 6 - Londen       423

Hoofdstuk 7 - De strijd in Zeeland en zijn nasleep       433
       De Zeeuwse eilanden.        436
     België en Frankrijk       445

Hoofdstuk 8 - Balans       460
       De verliezen       460
       De Duitse buit       462
       De ‘Vijfde Colonne’       464
       De nederlaag       469
       De krenking       476

Lijst van illustraties       482

Lijst van kaarten       487

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag ;  
 

64. Boeknummer: 00348  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 eerste helft
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1972)    [dr. L. de Jong]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 MEI 1940 - MAART 1941

Hoofdstuk 1 - De Militarverwaltung komt en gaat       1
       Na Rijsoord       4
       De greep naar pers en radio       7
       Het centrale gezag       14
       Hitlers beleid       21
       Winkelman       28
       Seyss-Inquart arriveert       35

Hoofdstuk 2 - De heersers       44
       Seyss-Inquart       46
       De opzet van het Reichskommissariat       60
       Himmler en Rauter       65
       Het onderdrukkingsapparaat       75
       Schmidt       86
       Wimmer, Fischböck, Bene       90
       Coördinatie       95
       Christiansen       100
       Het garnizoen       105
       Op kosten van Nederland       108
       In strijd met het volkenrecht        110

Hoofdstuk 3 - Onder controle       114
       
       De secretarissen-generaal       116
       Snouck Hurgronje       131
       Ringeling       133
       Scholtens       134
       Van Poelje       135
       Tenkink       137
       Trip       138
       Spitzen       140
       Six       141
       Frederiks       142
       De eerste ontslagen op de bestuurssector       146
       Hirschfeld       150

Hoofdstuk 4 - Werken voor de vijand       159
       Winkelmans richtlijnen       161
       Overstag       165
       Ringeling en de Artillerie-Inrichtingen       170
     Vliegvelden voor de Luftwaffe       174
       De spoorwegen       180
       Militaire productie       184
       Export van werklozen       189
       Terugblik       194

Hoofdstuk 5 - Mussert presenteert zich       204
       De bespreking met Leutnant Töpfer       206
       Alles loopt mis       210
       Rost van Tonningens terugkeer       215
       Nieuwe moeilijkheden       218
       De ‘Hagespraak der bevrijding’       218

Hoofdstuk 6 - Zes bewogen weken       229
       De demobilisatie en de terugkeer der krijgsgevangenen       237
       Engeland vecht door       242
       Herwonnen zelfbewustzijn       248

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord



Hoofdstuk 7 - Anjerdag en zijn nasleep       258
       Tegenmaatregelen       268
       Winkelmans laatste verzet       278
       Het erewoord der beroepsofficieren       286
       Hulp aan de Duitse oorlogsvoering       303

Hoofdstuk 8 - Een compromisvrede ?        308
       De eerste groep Indische gijzelaars       311
       Plesmans vredespoging       319
       Een telegram naar Batavia       324
       De tweede groep Indische gijzelaars       326
       De missie Jongejan-Boerstra       328

Hoofdstuk 9 - De ‘Nieuwe Orde’       333
       Roof, vordering en aankopen       336
       De kapitaals-Verflechtung mislukt       344
       De opheffing van de deviezengrens       349
       Staatsfinanciën       357
       Oorlogsschade       360
       Touwtrekken om de productie       368
       Daling van de levensstandaard       374

Hoofdstuk 10 - Seyss-Inquart zoekt een basis       379
       Naar de Siebener-Ausschuss        382
       Prof. Snijder en zijn Cultuurkring       387
        ‘Geen voorkeur voor enige partij’       391
       Seyss-Inquarts eerste rapport       407

Hoofdstuk 11 - Rost van Tonningen faalt       414
       Het NW overvallen       420
       Arbeiderspers       428
       Vara       438
       SDAP       443
       Mislukt       454



Voorwoord
Nu mijn werk de periode van de Duitse bezetting genaderd is, heb ik de behoefte, vooraf een enkele opmerking te maken.
Ik ben mij bewust, een taak ter hand te nemen die in enkele wezenlijke opzichten moeilijk op bevredigende wijze uitgevoerd
kan worden. Geschiedschrijving tracht een herschepping te zijn van het verleden - maar hoe kan ik, om slechts dat
ene te noemen, de duur, het tartend-trage tijdsverloop van die vijf bezettingsjaren onder woorden brengen? Hoe het gestadig
toenemen der verschrikkingen zoals dat door de toen levenden ondergaan is ? Hoe de gebondenheid aan het wereldnieuws die
uit de dagelijkse ergernis en verontwaardiging voortvloeide?
Wij weten niet eens, hoeveel mensen in bezet gebied van de zomer van ‘40 af regelmatig naar de Londense uitzendingen
luisterden. Wèl weten wij dat veruit de meeste Nederlanders ‘leefden’ op het nieuws van de oorlog - d.w.z. op de als regel
schaarse en zich tot de buitenkant der gebeurtenissen bepalende berichten die van Geallieerde zijde doorgegeven werden.
Daarbij moet men dan onmiddellijk aantekenen dat zeer velen onder die Nederlanders de neiging hadden (gevolg van de
druk waaraan men blootstond) om dat nieuws uitzonderlijk optimistisch te interpreteren.
Het latere perspectief, het historische, werkt vertekenend.
Objectief en achteraf gezien doorstond de Nederlander vijf bezettingsjaren of, voorzover hij in een groot deel van het
zuiden des lands woonde, bijna vier-en-een-half; subjectief en toentertijd beleefde hij een periode van gestadig toenemende
verarming, druk en terreur die, aldus zeer velen, onmogelijk langer dan nog enkele maanden kon duren - die optimistische
verwachting schoof gelijk met de tijd op.
Verarming, druk en terreur zal ik trachten te schetsen in de vele vormen waarin zij zich voordeden, maar voor ik daartoe
overga, wil ik herinneren aan het woord van Sartre die, kort na de bevrijding van Parijs schrijvend, er zijn Engelse lezers die
geen denkbeeld hadden van hetgeen een bezetting betekende, op wees, dat ‘de verschrikking ... ondragelijk was en dat wij
er ons uitstekend aan konden aanpassen.*1 *1J. P. Sartre: ‘Paris sous l occupation’ in La France libre (Londen), no. 49 (15
nov. 1944), p. 12.

Het zou onjuist zijn, bij de schildering van de bezettingsjaren gebruik te maken van een palet waarop alleen de kleuren grijs en
zwart voorkomen.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


Juist in de nood konden de simpelste dingen des levens sterke geluksgevoelens opwekken. Zijn er niet velen die ook jaren later
in alle eerlijkheid bekenden dat zij nooit intenser geleefd hadden dan in de periode der bezetting ? Er is toen veel
gehuild - er is toen veel gelachen, en het is ook die ambivalentie (ambivalentie van situaties en van gevoelens) die het
moeilijk maakt, van de jaren ’40-’45 een voor de tijdgenoot herkenbaar beeld op te roepen.
Ik wil verder gaan en wel bekennen dat ik er ook geenszins naar gestreefd heb, mijn relaas binnen de perken te houden van
dat voor de tijdgenoot herkenbare beeld. ‘De tijdgenoot’ is trouwens een abstractie; de velen die nog in leven zijn van hen
die de bezetting doorstonden, hebben elk hun eigen herinneringen. Zoveel overlevenden, zoveel herinneringsbeelden. Die
beelden stemmen slechts in één opzicht overeen: ze zijn individueel, ze zijn beperkt. Want het was misschien wel de meest
wezenlijke karaktertrek van de bezettingstijd dat men van datgene wat zich buiten het eigen bestaan en de eigen kring
afspeelde, bitter weinig wist. De pers stond onder repressieve censuur en was in haar berichtgeving goeddeels een instrument
geworden van Duitse propaganda; de vrijheid van vergadering was opgeheven; gemeenteraden en provinciale staten voerden,
tot zij in de herfst van ‘41 verdwenen, een schijnbestaan; Eerste en Tweede Kamer kwamen in het geheel niet bijeen en
het land werd onder Duitse supervisie en in menig opzicht volgens Duitse richtlijnen administratief bestuurd door de
secretarissen-generaal der verschillende departementen. Die Duitse supervisie, die Duitse richtlijnen en de beleidsoverwe-
gingen dier Nederlandse hoofdambtenaren droegen een geheim karakter. Zo is het, in wezen, tot het einde der bezet-
ting gebleven - met dien verstande dat, terwijl het officiële nieuws steeds schraler werd, de redacties van de illegale bladen
er in toenemende mate in slaagden, inlichtingenbronnen op de departementen aan te boren. Dat nam veel tijd. Bovendien
kreeg lang niet iedereen nummers van illegale bladen in handen. Wat de Londense radio (Radio Oranje en BBC) aan
‘binnenlandse’ informatie bracht, was, behalve in de laatste bezettingswinter, steeds geruime tijd bij de feiten ten achter,
veelal schaars en soms onbetrouwbaar. Dat alles tezamen gaf de periode der bezetting het karakter van volstrekte-ondoor-
zichtigheid.
Pas nu kunnen wij nauwkeurig en in detail overzien hoe de vertegenwoordigers van het Derde Rijk (de werkelijke
machthebbers), al hun onderlinge tegenstellingen ten spijt, systematisch getracht hebben, het Nederlandse volk in te
schakelen bij de Duitse oorlogsinspanning en te forceren tot aanvaarding van het nationaal-socialisme - het eerste met meer
succes dan het tweede; overzien kunnen wij de actie der Nederlandse nationaal-socialisten, dromend van de dag waarop
hun Mussert (of Kruyt, of van Rappard, of Feldmeijer) het in ons land voor het zeggen zou hebben; overzien kunnen wij het
beleid van de secretarissen-generaal, beter misschien: van de verschillende secretarissen-generaal, want er is na een korte
aanloop eigenlijk geen sprake meer geweest van gemeenschappelijk beleid; overzien kunnen wij, zij het soms met
pijnlijke lacunes, de bedrijvigheid der illegale groeperingen waaraan, van een vroeg stadium af, bij alle solidariteit in de
strijd tegen de vijand en zijn handlangers, politieke tegenstellingen niet vreemd waren; overzien kunnen wij óók het
beleid van de Nederlandse regering te Londen - en daarbij was mijn conclusie dat zij over het algemeen tot in de voor-
zomer van 1944 weinig feitelijke invloed uitgeoefend heeft op de ontwikkelingen in bezet gebied.
Dat laatste is voor de verdere indeling van mijn werk van speciaal belang.
Op grond van die conclusie komt het mij namelijk zinvol voor om dit deel en de eerstvolgende delen te concentreren op
de beschrijving van de worsteling die, tegen de achtergrond van het algemene oorlogsverloop, tot in die voorzomer van ‘44
in bezet Nederland gevoerd is; het is mijn voornemen, daarbij de lotgevallen van al diegenen (krijgsgevangenen, dwang-
arbeiders, geïnterneerden, politieke en andere gevangenen, gedeporteerde Joden) die als het ware uit de Nederlandse
samenleving gelicht werden, apart te beschrijven. Daarna komt het beleid van de regering te Londen, met inbegrip van
de strijdkrachten, de koopvaardij, Suriname en de Antillen, aan de orde tot het moment (voorzomer ’44) waarop uit
Londen de impuls komt tot coördinatie van de illegaliteit en waarop na het fiasco van het Englandspiel het zenden van
wapens naar de illegale groepen hervat wordt. Er resten dan nog het laatste bezettingsjaar en Nederlands-Indië vóór en
tijdens de Japanse bezetting. Het slotdeel zal het karakter dragen van een epiloog.
In dat slotdeel zullen ook de in de verschillende drukken aangebrachte correcties opgenomen worden alsmede de kritische
beschouwingen die dan naar aanleiding van de verschijning der successieve delen in de pers of in vaktijdschriften
gepubliceerd zijn. Ik beschouw het als een integraal onderdeel van de opdracht die mij verleend werd om de kritiek op mijn
werk in dat werk zelf op te nemen. Het nageslacht moet niet alleen van mijn visie kennis kunnen nemen maar ook, en
tegelijk, van de visies van mijn critici.
L. DE JONG


Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

65. Boeknummer: 00349  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 tweede helft
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1972)    [dr. L. de Jong]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 4 tweede helft

Hoofdstuk 12 - De aanloop tot de Nederlandse Unie 459
        Eendracht of eenheid? 460
        Kritiek op het vooroorlogs bestel 464
        Het Driemanschap 473
        De eerste aanloop 480
        De tweede aanloop 496
        De derde aanloop 500

Hoofdstuk 13 - Twee beslissende maanden 505
        De Nederlandse Unie steekt van wal 505
        Eykmans brochure 512
        Het anti-revolutionair réveil 514
        Invasie van Engeland ? 523
        Mussert krijgt een streepje voor 525
        De WA komt in actie 541
        Mussert bezoekt Hitler 548
        Invasie van Engeland gaat niet door 551
        Publieke opinie 553
        NSB: gehate minderheid 557

Hoofdstuk 14 - In de pas! 561
        Pers 566
        Radio 601
        Opbouwdienst 618
        Boekenzuivering 626
        Oprichting van de Winterhulp Nederland 631
        Balans 636

Hoofdstuk 15 - De eerste illegalen 638
        De ‘Geuzen’ 639
        Paramilitaire groepen 643
        Spionage 651
        Ondergrondse pers 661
        Beleid van de politie 674

klik op de pijlpunt links voor de volledige inhoud


Hoofdstuk 16 - Het begin der Jodenvervolging 689
        De eerste maanden 691
        Het beleid der secretarissen-generaal 699
        De eerste protesten 708
        De kerken 714
        De Joden uit overheidsdienst verwijderd 725
        Cleveringa’s toespraak 736

Hoofdstuk 17 - Groeiende verontwaardiging 747
        Engeland komt sterker te staan 750
        Winter 756
        NSB 758
        Nationaal Front 763
        Nederlandse Unie 766
        WA tegen Unie 779
        Het Driemanschap valt bijna uiteen 785
        De Winterhulp wordt afgewezen 789
        Mandement tegen de NSB 794

Hoofdstuk 18 - De Februaristaking 800
        Nieuwe anti-Joodse maatregelen 807
        Vechtpartijen 814
        Razzia 828
        Communistische Partij Nederland 834
        De staking 851
        Reacties 862
        De achttien doden 874

Bijlage - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 879

Lijst van illustraties 884

Lijst van kaarten 886


Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

66. Boeknummer: 00350  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 eerste helft MAART 1941 - JULI 1942
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1974)    [dr. L. de Jong]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 eerste helft MAART 1941 - JULI 1942

Hoofdstuk 1 - Lente ’41 1
        Oorlogsverloop en -perspectief 5
        Publieke opinie 15
        Het Duitse spel 28
        Nationaal Front 32
        Nederlandse Unie 36
        Straatterreur 47
        Mussert 55
        Fall Barbarossa 69

Hoofdstuk 2 - Na de 22ste juni 81
        Eerste reacties 87
        ‘Nederlanders, blikt naar het oosten!’ 96
        Opheffing der politieke partijen 130
        Publieke opinie 141
        De Sowjet-Unie houd stand 163

Hoofdstuk 3 - Vrij baan voor de NSB ! 171
        NSB contra NSNAP 176
        Seyss-Inquart bij Hitler 181
        De NSB ‘enig toegelaten partij’ 187
        Nationaal Front 192
        Nederlandse Unie 196
        Twee eedsafleggingen 208
        Opnieuw: de gehate minderheid 219

Hoofdstuk 4 – Gelijkschakeling 228
        Verduitsing 231
        Bestuursapparaat 237
        Goedewaagen en zijn departement 249
        Kultuurkamer en Kultuurraad 256
        Pers 267
        Radio 307
        Van Dam en het onderwijs 318
        Bijzonder onderwijs: het eerste treffen 335
        Vakcentrales 349
        Het katholiek réveil 361
        CNV 380
        Organisaties van werkgevers 382
        Naar het Nederlands Arbeidsfront 380
        Landbouw-organisaties 389
        Verenigingswezen 394
        Organisaties op het gebied van de volksgezondheid 402
        Balans 413

Hoofdstuk 5 - Verscherpte controle 418
        Het persoonsbewijs 422
        De politie 434
        Terugblik 448

Hoofdstuk 6 - Naar het ghetto 456
        Joodse Coördinatie-Commissie en Joodse Raad 482
        Registratie der Joden 503
        Isolering 516
        Visser contra Cohen 545
        Roof 554
        Overzicht 581

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

67. Boeknummer: 00351  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 tweede helft MAART 1941 - JULI 1942
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1974)    [ ]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 5 tweede helft MAART 1941 - JULI 1942

Hoofdstuk 7 - Amerika komt in de oorlog 587
        Engeland nog steeds in het defensief 589
        Roosevelts Victory-Program 599
        Pearl Harbor 603
        Indië veroverd 629
        Arbeidsinzet 634

Hoofdstuk 8 - Van kerken en kunstenaars 645
         Hitler: ‘voorlopig geen kerkstrijd!’ 651
         Hervormden / Gereformeerden 664
         Convent der Kerken 677
         Bijzonder onderwijs: het tweede treffen 691
         Episcopaat 704
         Titus Brandsma 712
         De kunstenaars en de Kultuurkamer 724

Hoofdstuk 9 - De illegaliteit 754
         ‘Pilotenhulp’ 755
         Sabotage 759
         De proclamatie van Schrieke, Hirschfeld en Frederiks 763
         Illegale pers 768
         De illegale CPN 779
         De OD 796
         Vorrink / Het Parool 807
         Het Grootburgercomité 814

Hoofdstuk 10 - Contact met Londen 820
         Engelandvaart 822
         De ‘Zweedse Weg’ begint 827
         Londen contra Abwehr en Sicherheitspolizei 829
         Spionagegroepen 839
         Geheime agenten 847
         Een weg via het strand 854
         Begin van het Englandspiel 870
         Weer: via het strand 885
         Nieuwe arrestaties 892
         Nabeschouwing 894

Hoofdstuk 11 - Een Tweede Front? 899
         Plan for Holland 909
         Duitse maatregelen 914
         Publieke opinie 933

Hoofdstuk 12 - Naar de Endlösung 938
         Legale emigratie 957
         Competentie-conflicten in bezet Nederland 966
         Verantwoordelijkheden 986
         De Jodenkartotheek van de Zentralstelle 999
         ‘Emigratie’ der Duitse Joden’ 1002
         De Joodse werkkampen 1005
         Gedwongen verhuizingen 1016
         Invoering der Neurenberger wetten 1023
         Reacties in niet-Joodse kringen 1025
         De Jodenster 1032
         Laatste voorbereidingen 1046

Bijlage 1 - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 1059

Bijlage 2 – Overzicht van de SS-rangen 1066

Bijlage 3 - De geheime agenten, juni 1941 - juni 1942 1068

Lijst van illustraties 1069

Lijst van kaarten 1071


Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

68. Boeknummer: 00352  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 eerste helft JULI 1942 - Mei 1943
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1975)    [dr. L. de Jong]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 eerste helft JULI 1942 - Mei 1943

Hoofdstuk 1 - Jodendeportaties, eerste fase 1
        Protesten 10
        Naar een nieuw systeem 23
        Nederlandse Spoorwegen 37
        Vlucht en onderduik 41
        Uitzonderingen ? 50

Hoofdstuk 2 - Waar blijft het Tweede Front? 55
        De fietsenvordering 57
        De vijf gijzelaars van Rotterdam 62
        De landing bij Dieppe en haar gevolgen 76

Hoofdstuk 3 - De illegaliteit 87
        Eerste falsificatie- en verzorgingsgroepen 89
        Illegale pers 124
        Spionagegroepen / Verbindingen met Londen 135
        Sabotage 156
        CPN 160
        De OD 173
        Nationaal Comité 186
        Het Spiel tegen Vorrink 195
        Terugblik 213

Hoofdstuk 4 - Jodendeportaties, tweede fase 216
        De Joodse werkkampen leeggehaald 223
        Rol van de politie 230
        In de val 241
        De Joodse Raad 247
        De ‘stempels’ en ‘lijsten’ 255
        Candidaten voor emigratie 262
        Bestemd voor Theresienstadt 270
        De gemengd-gehuwden 278
        'Rüstungs-Juden 282
        ‘Diamant-Juden’ / het ‘120 000 stempel’ 286
        ‘Christen-Juden’ 289
        De Calmeyer-gevallen 293
        Terugblik 303
        Nieuwe ophaalacties 305
        Het Judendurchgangslager Vught 316
        Het leeghalen der woningen 321
        Hulp aan Joden 325
        De ‘Jodenjagers’ 345
        Naar de derde fase 353

Hoofdstuk 5 – De ‘foute’ sector 358
        Mussert 359
        Organisatie der NSB 363
        Financiën 365
        Leden 367
        De geheime dienst der NSB / Denunciaties 377
        De WA 386
        De SS 390
        ‘Foute’ gezagsdragers 405
        Duitse semi-militaire hulpdiensten 417
        ‘Oostfront-vrijwilligers’ 421
        ‘Oostinzet’ 430
        Departement van Volks voorlichting en Kunsten / Kultuurkamer 445
        Nederlands Arbeidsfront 458
        Nederlandse Landstand 461
        Winterhulp / Volksdienst 468
        Nederlandse Arbeidsdienst 476
        Slot 489

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

69. Boeknummer: 00353  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 tweede helft Juli 1942 - Mei 1943
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1975)    [dr. L. de Jong]
Inhoud
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 6 tweede helft Juli 1942 - Mei 1943

Hoofdstuk 6 - Ommekeer 493

Hoofdstuk 7 - December ’42 - Februari '43 521
        Een regering-Mussert? 522
        Troostprijs 536
        De sector van het hoger onderwijs 547
        Studenten naar Duitsland ? 569
        Prinses Margriet 577
        Stalingrad 579
        Seyffardt geliquideerd / De razzia’s op jongeren 587
        Gevolgen 597

Hoofdstuk 8 - ‘In naam van het recht’ 611
        ‘Normale’ rechtspraak 612
        Schrieke 616
        Vrederechtspraak 619
        Hoge Raad 629
        Protesten tegen Ommen 641

Hoofdstuk 9 - Toenemend verzet 668
        De artsen-demonstratie 669
        De aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister 680
        De strijd om de loyaliteitsverklaring der studenten 704
        Bombardementen / Schaarste 729
        Evacuatie en afbraak 731
        Arbeidsinzet 745

Hoofdstuk 10 - De April-Mei stakingen 765
        Vrijdag 30 april 772
        Nederlandse Spoorwegen 783
        Zaterdag 1 mei 793
        Zondag 2 mei 795
        De stakingen verlopen 802
        Effect 809

Bijlage - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 827

Lijst van illustraties 833

Lijst van kaarten 835

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

70. Boeknummer: 00354  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 eerste helft Mei 1943 - Juni 1944
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1976)    [ dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 eerste helft Mei 1943 - Juni 1944
Inhoud
Hoofdstuk 1 - Verarmend Nederland 1
        Duits offensief 5
        Nederlands defensief 14
        Vorderingen 36
        Vervoer 61
        Steenkolen 70         
        Industrie 79
        Bouwsector 112
        Collaboratie 115
        Agrarische sector 125
        Visserij 148
        Distributie van levensmiddelen 150
        Prijsbeheersing 172
        Vermogens / Inkomens 176
        De zwarte markt 186
        De Duitse zwarte aankopen 207
        ‘Zwevende koopkracht’ / Financiële         plundering 226
        Criminaliteit 251
        Volksgezondheid 255
        Terugblik 260

Hoofdstuk 2 - Jodendeportaties, derde fase 270
        Sterilisatie der gemengd-gehuwden 274
        De laatste grote razzia’s 286
        Wat wist men van Auschwitz en Sobibor? 308
        Terugblik op de deportaties 348

Hoofdstuk 3 - Slot der Jodenvervolging 381
        De legale rest 381
        Vermogensliquidatie 401
        Antisemitisme 416
        De jacht op de Joodse onderduikers 423
        Weinreb 428
        De Joodse onderduik 442

Hoofdstuk 4 - ‘Vóór de herfstbladeren, vallen’ 463

Hoofdstuk 5 - Rauters offensief 505
        De dood van Generalkommissar Schmidt 510
        Harster wordt overgeplaatst 518
        Confiscatie der radio’s 522
        Artsencrisis 533
        Studenten / Hoger onderwijs 542
        Werken in Duitsland 557
        Arbeidsinzet 568
        Jacht op onderduikers 613
        De Tweede Distributiestamkaart 625
        Een ander Nederland 658

 Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

71. Boeknummer: 00355  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 tweede helft Mei 1943 - Juni 1944
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1976)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 7 tweede helft Mei 1943 - Juni 1944

Inhoud
Hoofdstuk 6 - Hulp aan onderduikers 665
        Distributiebescheiden 674
        Persoonsbewijzen en andere identiteitspapieren 679
        De PBC / De dood van Gerrit van der Veen 691
        Diverse verzorgingsgroepen 704
        De LO/LKP 707
        ‘Kleykamp’ gebombardeerd 769
        Financiële hulp 776
        ‘Zeemanspot’ / Nationaal Steunfonds 779

Hoofdstuk 7 - Ander illegaal werk 806
        Illegale pers 808
        Illegale bellettrie 833
        Nationaal Comité van Verzet 840
        Spionage 850
        Zwitserse Weg 892
        ‘Pilotenhulp’ 9l0
        CS-6 924
        Illegale CPN 934
        Raad van Verzet 943
        Zelfbescherming 967
        Terugblik 988

Hoofdstuk 8 - De illegalen 994
        Verzet en illegaliteit 995
        Illegale werkers 1OO5
        Techniek 1018
        Spanningen 1029
        Voortrekkers 1046

Hoofdstuk 9 - Coördinatie der illegaliteit? 1053
        Vaderlands Comité 1062
        De OD 1069
        Conflicten 1087
        Val van het Nazi-regime? 1105
        Bosch van Rosenthals coördinatie-poging 1138
        ‘De Kem’ 1147
        Van Heuven Goedhart vertrekt 1152
        Prof. Rutgers vertrekt 1155
        De regering grijpt in 1161

Hoofdstuk 10 - NSB en SS 1178
        Demoralisatie 1180
        Musserts worsteling 1184
        Landstorm Nederland 1202
        Nederlandse Landwacht 1204
        ‘Silbertanne’-moorden 1213

Hoofdstuk II - Naar ‘D-Day’ 1234
        Oorlogsverloop 1243
        Festung Europa 1262
        Kustverdediging 1271
        Inundaties / Evacuaties 1278
        ‘Spitten voor de Moffen’ 1283
        Razzia op Zigeuners 1297
        Ausnahmezustand 1307
        Publieke opinie 1312
        ‘Over lord’ 1317

Bijlage - Datumlijst van de belangrijkste gebeurtenissen 1329

Lijst van illustraties 1335

Lijst van kaarten 1338

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

72. Boeknummer: 00356  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 eerste helft Gevangenen en Gedeporteerden
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1978)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 eerste helft Gevangenen en Gedeporteerden

Inhoud
Hoofdstuk 1 - Het Duitse systeem 1
        Himmler en de Gestapo '33—'39 9
        Concentratiekampen '33-'39 14
        Rechtspraak '33-39 22
        Oorlog 27
        Rechtspraak '39-45 28
        Schutzhäftlinge '39-45 35
        Nacht-und-Nebel-gevangenen 41
        Executies en massale uitroeiing 49
        Medische experimenten 64
        Concentratiekampen ’39-’45: drie fasen 73
        De ‘officiële’ kampen en hun Aussenkommandos 74
        Gevangenen: kategorieën en aantallen 80
        SS-ondememingen 86
        Van de eerste naar de tweede fase 93
        De gevangenen en de oorlogsproductie 102
        Totaalcijfers 111
        Slot 115

Hoofdstuk 2 - Krijgsgevangenen 118
        De groep der generaals 125
        De Colditz-groep 127
        De Stanislau / Neu-Brandenburg-groep 132
        De groep uit '43 146
        Terugblik 155

Hoofdstuk 3 - Gijzelaars 157
        Indische gijzelaars 160
        Duits beleid 173
        Acht executies 176
        De Brabantse kampen 184

Hoofdstuk 4 - ‘Politieke gevangenen’ 203
        Vervolging 204
        Arrestatie 219
        Verhoor 224
        Gevangenschap 248
        Berechting 302
        Doodstraf 341
        Transport 358
        Gevangenissen en tuchthuizen in Duitsland 360

Hoofdstuk 5 - Het concentratiekamp 374
        De SS 378
        Aankomst 411
        Eén dag 415
        Werk 433
        Appèls 440
        Koude 443
        Honger 445
        Ziekzijn 454
        Slechte en minder slechte kampen 460
        Pakketten 470
        De Kapo’s 479
        Reacties 497
        Groepsverschillen 517
        Verzet 537
        Slot 545

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

73. Boeknummer: 00357  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 tweede helft Gevangenen en Gedeporteerden
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1978)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 8 tweede helft Gevangenen en Gedeporteerden

Inhoud
Hoofdstuk 6 - Concentratiekampen in Nederland 551
        Schoorl 553
        Amersfoort 555
        Ommen 596
        Vught 6oó
        Terugblik 658


Hoofdstuk 7 - Gedeporteerde Joden 663
        Barneveld 674
        Judendurchgangslager Vught 677
        Westerbork 689
        Theresienstadt 730
        Bergen-Belsen 736
        Trein naar ‘Polen’ 746
        De Kosel-groep 752
        Auschwitz 763
        Sobibor 822

Hoofdstuk 8 - Terugblik 841

Hoofdstuk 9 - Hulp van buiten 852
        Hulporganisaties 857
        Hulp aan krijgsgevangenen 878
        Hulp aan gijzelaars 882
        Hulp aan gevangenen in gevangenissen 882
        Hulp aan gevangenen in concentratiekampen in Nederland 885
        Hulp aan gevangenen in concentratiekampen in Duitsland 891
        Hulp aan gedeporteerde Joden 904
        Slot 921

Bijlage - Overzicht van de SS-rangen 931

Lijst van illustraties 933

Lijst van kaarten 935

Lijst van tabellen 936

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

74. Boeknummer: 00358  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 eerste helft Londen
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1979)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 eerste helft Londen

Inhoud
Hoofdstuk 1 - Eerste maanden 1
        Begin 5
        Wilhelmina 10
        Eerste wetsbesluiten 14
        Vluchtelingen 21
        Strijdkrachten 29
        Koopvaardij 38
        Verdeeldheid 43
        De koningin grijpt in 75
        De Geers ‘desertie’ 90

Hoofdstuk 2 - Koningin en minister-president 97
        Wilhelmina 103
        Engelandvaarders 122
        Gerbrandy 129

Hoofdstuk 3 - Gerbrandy’s eerste jaar 144
        Nieuwe verdeeldheid 146
        Geïnterneerde Rijksduitsers en ‘Indische gijzelaars’ 156
        Van Rhijn verlaat het kabinet 168
        Dijxhoorn neemt ontslag 170
        22 juni '41: de Sowjet-Unie overvallen 189
        Tweede kabinet-Gerbrandy 193
        Amerikanen naar de West 203
        Steenberghe en Welter nemen ontslag 206


Hoofdstuk 4 - Indië bedreigd 219
        Indische defensie 226
        Hervormingen? 231
        Verhouding tot Japan 247
        Samenwerking met Britten en Amerikanen 254
        Naar de crisis 266
        Hoofdstuk 5 - Indië valt 274
        Hulp aan Indië 282
        Abda-Command 294
        Einde 315

Hoofdstuk 6 - Doorvechten! 330
        Gerbrandy’s positie versterkt 336
        Nieuwe ministers 341
        Prinses Juliana / Prins Bernhard 365
        Buitengewone Raad van Advies 373
        Beleid jegens bezet Nederland 379
        A 1 en A 6 419
        Regeringsfinanciën 429
        Rekenkamer 442
        Diverse activiteiten 446
        De West 461

Hoofdstuk 7 - Hulp aan Engelandvaarders en Joodse vluchtelingen 492
        De regering en de Joden 498
        Regeringscommissariaat voor de vluchtelingen 526
        Zweden 537
        Frankrijk en België 540
        Zwitserland 563
        Spanje 577
        Portugal 592
        Terugblik 596

Hoofdstuk 8 - Buitenlands beleid 605
        Gezanten naar Moskou en naar het Vaticaan 614
        Kleine en grote mogendheden 623
        Duitslands toekomst 632
        Atlantische samenwerking? 640
        Benelux 652
        Slot 656

Hoofdstuk 9 - Strijdkrachten 658
        Recrutering 662
        Irene-brigade 674
        No. 2 (Dutch) Troop van de Commandos 682
        Bij de RAF / Marineluchtvaartdienst 685
        Marineschepen 694

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

75. Boeknummer: 00359  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 tweede helft Londen
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1979)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 9 tweede helft Londen

Inhoud
Hoofdstuk 10 - Koopvaardij 721
        Op zee 727
        De Shipping 750
        Vaarplicht en vordering 768
        Kerstens en de reders 774
        De koopvaardij onder overheidsbewind 785
        Slot 790

Hoofdstuk 11 - Geheime diensten 794
        De diensten en hun werk 795
        Van ’t Sant 811
        Opleiding en uitrusting der geheime agenten 836
        Centrale Inlichtingendienst 849
        SOE-Dutch vóór het Englandspiel 856
        Groep-Hazelhoff Roelfzema / Kolonel de Bruyne 859
        Plan for Holland / Plan B 875
        Crisis in het inlichtingenwerk 888
        ‘Zweedse Weg’ 897
        ‘Zwitserse Weg’ 900
        Bureau Inlichtingen 908
        Bureau Bijzondere Opdrachten 921
        Terugblik 929

Hoofdstuk 12 - ‘Englandspiel’ 936
        Security-checks 941
        Verloop van het Englandspiel tot juni '43 947
        Waarschuwingen 987
        Het Englandspiel in de tweede helft van '43 997
        Dourlein en Ubbink / Schoon schip 1002
        Het lot der agenten 1022
        Slot 1028

Hoofdstuk 13 - Hoe Indië te bevrijden? 1041
        De 7 december-toespraak 1049
        Militaire zaken / bestuur 1070
        Concentratie waar? 1088
        Plan 1: de nieuwe vloot 1095
        Plan 2: de mariniersbrigade 1097
        Plan 3: de gezagsbataljons 1100
        Plan 4: het legerkorps 1106
        Plan 5: de luchtmacht 1114
        De regering en de Geallieerde strategie 1118
        Slot 1121

Hoofdstuk 14 - ‘Vernieuwd’ Nederland? 1131
        De plaats van de kerken 1138
        Partijwezen 1163
        Staatsbestel 1183
        Radiobestel 1197
        Sociaal bestel 1201
        Slot 1209

Hoofdstuk 15 - Bijzondere rechtspleging / Zuivering /Rechtsherstel 1212
        Bijzondere rechtspleging 1213
        Zuivering 1222
        Rechtsherstel 1234
        Slot 1238

Hoofdstuk 16 - Economische en sociale wederopbouw 1240
        Voedselaankoopbureau 1241
        Kerstens in moeilijkheden 1245
        Netherlands Office for Relief and Rehabilitation 1249
        Financiën en economie 1252
        Sociaal beleid 1259

Hoofdstuk 17 - Strijd om de macht 1266
        Vier wensen van de koningin 1269
        Bijzondere Staat van Beleg 1298
        Het apparaat van het Militair Gezag 1315
        Van den Tempel en de repatriëring 1326
        Conflict inzake de ‘kwartiermakers’ 1329
        Van Angeren en Kerstens nemen ontslag 1332
        Slot 1351

Hoofdstuk 18 - De regering en de bestuursvoorziening 1356
        Provinciale en gemeentelijke besturen 1357
        Vertegenwoordigende lichamen 1361
        Oppositie 1373
        Conflict met de koningin 1387
        Slot 1394

Hoofdstuk 19 - De regering en de illegaliteit 1401
        Pro en contra de OD 1403
        De Staehle-zaak en haar gevolgen 1416
        Van Heuven Goedhart 1421
        Het telegram van 8 juni '44 1432

Datumlijst 1443

Bijlage 1 - De Londense ministeries, mei 1940- februari 1945 1449

Bijlage 2 - Overzicht van de geheime agenten die onmiddellijk vóór of door het ‘Englandspiel’ in Duitse handen vielen 1452

Lijst van illustraties 1455

Lijst van kaarten 1458

Lijst van tabellen 1458

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

76. Boeknummer: 00360  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 eerste helft Het laatste Jaar I
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1980)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 eerste helft Het laatste Jaar I

Inhoud
Hoofdstuk I — D-Day / De Geallieerde doorbraak 1
        D-Day 5
        Moeizame strijd 13
        Oostelijk front 21
        Aanslag op Hitler 29
        Geallieerde doorbraak 38

Hoofdstuk 2 — Bezet Nederland, zomer '44 52
        Dagelijks leven / Duitse druk 59
        Panorama der illegaliteit 78
        Coördinatie / Wie krijgt hulp uit Engeland? 101
        Begin van de spoorwegsabotage 110
        Verwarring aan Duitse kant 121

Hoofdstuk 3 - Londen, zomer '44 129
        Van Heuven Goedharts eerste weken in Londen 133
        Oprichting van het College van Vertrouwensmannen 141
        Augustus: een reeks conflicten 145
        Positie van het Militair Gezag 157
        Wapens voor de illegaliteit 160
        Prins Bernhard Bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten 163
        Maandag 4 september 172

Hoofdstuk 4 — Dolle Dinsdag 175
        De NSB’ers op de vlucht 180
        De Nederlandse Arbeidsdienst stroomt leeg 199
        Alsof er geen bezetter meer was 201
        Six en het College van Vertrouwensmannen 209
        Acties der illegaliteit 221
        Het concentratiekamp Vught ontruimd 230
        Nieuws uit Londen 238

Hoofdstuk 5 — Van Dolle Dinsdag tot ‘Market-Garden' 240
        De Geallieerde transportcrisis 242
        Hitlers besluiten 248
        De Wehrmacht zet zich schrap 254
        Graven! 260
        Roof en terreur 265
        Nieuwe opdrachten aan de illegaliteit 273
        Raad van Verzet/Knokploegen 276
        Top-Driehoek 291
        Londen 301
        Maastricht bevrijd 305
        Opnieuw Londen 308

Hoofdstuk 6 - ‘Market-Garden' / Spoorwegstaking 310
        Zondag 17 september 327
        Spoorwegstaking 344
        Eindhoven / ‘Hell’s Highway’ 360
        Nijmegen 366
        Arnhem en Oosterbeek 372
        Londen 399
        Raad van Verzet/Knokploegen 403
        Begin van de vernieling der grote havens 409
        Is ‘Arnhem’ verraden ? 410
        Terugblik 428

Hoofdstuk 7 - De strijd in het Zuiden 432
        Zuid-Limburg 439
        Ten oosten van de ‘Corridor’ 442
        Venlo en Roermond 447
        Ten westen van de ‘Corridor’ 460
        Zeeland 472
        Tussen de grote rivieren 503
        Slot/Nederland gesplitst 508

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

77. Boeknummer: 00361  
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 tweede helft Het laatste Jaar I
Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen           (1980)    [dr. L. de Jong]
Het Koninkrijk der Nederlanden in WO II deel 10 tweede helft Het laatste Jaar I

Inhoud
Hoofdstuk 8 — ‘Londen’ arriveert 515
        Militair Gezag - eerste perikelen 517
        De Binnenlandse Strijdkrachten krijgen arrestatie-
        bevoegdheid 534
        ‘Het MG moet alles doen’ 548

Hoofdstuk 9 — Problemen voor het Militair Gezag 553
        Het apparaat 561
        Oorlogsgebied 567
        Voedselnood 580
        Verdere transportproblemen / Het energietekort 589
        Goederentekort 609
        Sociaal-economisch beleid 617
        Zuivering 625
        Kritiek op het Militair Gezag / Terugblik 648

Hoofdstuk 10 - Politiek in het bevrijde Zuiden 663
        ‘Vernieuwing’ 667
        Ondernemers en arbeiders 686
        De ‘zuilen’ komen terug 691
        Terugblik 703

Hoofdstuk 11 — Recrutering / De Stoottroepen 708
        Oorlogsvrijwilligers en dienstplichtigen 719
        De Stoottroepen 727

Hoofdstuk 12 — Arrestatiebeleid 741
        Arrestatieregelingen in oktober en november '44 746
        December '44, januari '45: twee maanden vol conflicten 754
        De arrestatieregeling voor het nog te bevrijden gebied 783
        Het lot der gedetineerden 788
        Eerste Tribunalen 807
        Slot 809

Hoofdstuk 13 - Regering en Militair Gezag 823
        Kruis en de ‘kwartiermakers’ 825
        De strijd om het Militair Gezag in Londen 847
        Reacties 858
        Slot 862

Hoofdstuk 14 — Val van het tweede kabinet Gerbrandy 871
        De koningin zoekt bondgenoten 875
        Positie van prins Bernhard 886
        Een regeling voor het noodparlement? 890
        Het kabinet biedt ontslag aan 905

Hoofdstuk 15 — Het derde kabinet-Gerbrandy 925
        Gerbrandy zet Burger uit het kabinet 927
        De delegatie uit het bevrijde Zuiden 943
        Wie wordt formateur? 950
        Formatie 959
        Reacties / Beoordeling 972
        De koningin in het Zuiden 984
        Activiteit van het nieuwe kabinet 988

Datumlijst 993

Bijlage: Het tweede en het derde kabinet-Gerbrandy 999

Lijst van illustraties 1001

Lijst van kaarten 1005

Rijksinstituut Voor Oorlogsdocumentatie / Staatsuitgeverij Den Haag;  
 

78. Boeknummer: 00374  
Het jaar in woord en beeld 1976. Encylopedische jaarboeken
Historie -- Het jaar in woord en beeld           (1976)    [Winkler Prins redactie]
HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1976
een encyclopedisch verslag van het jaar 1975
samengesteld door de Winkler Prins redactie

INHOUD
COMPENDIUM
Necrologie      8-9
Staatkundige gegevens      10-12
Munteenheden      12-13

Wereld in cijfers
Bevolkingsgegevens Nederland      14
Bevolkingsgegevens België      15
Bevolkingsgegevens (mondiaal)      16-17
Sociaal-economische gegevens (mondiaal)      18-20
Produktiecijfers (mondiaal)      20

ALFABETISCH GEDEELTE     21-390

REGISTER     391-392

Lijst van illustraties buiten de tekst
Amsterdam     25-26
Angola      51-52
Architectuur      77-78
Beeldende kunst      103-106
Dans      131-132
Film      133-134
Libanon      159-160
Mode      185-186
Omroep       211-212
Popmuziek       237-238
Sport       263-264
Suriname       289-290
Toneel       315-316
Vietnam       341-342
Viking      367-368

TEN GELEIDE
‘Geef mij een vis en ik zal u dankbaar zijn, maar geef mij de visnetten en ik zal zelfstandig zijn.’ Met dit eenvoudige,
maar zeer sprekende beeld verwoordde de Surinaamse premier Arron in zijn rede voor radio en televisie op 25 nov.
1975 de filosofie waarmee zijn land de eerste onafhankelijkheidsperikelen het hoofd wil bieden. En daarmee raakte hij
in wezen het kernprobleem van alle ontwikkelingslanden: dat der gelijkberechtiging als enige werkelijke solutie. Het is
immers dat vraagstuk dat zich aan ieder die een weg zoekt in de jungle van conferenties, rapporten, verklaringen en
studies over de ontwikkelingsproblematiek, als een weerbarstige twijg opdringt.
In toenemende mate houden in de wereld van vandaag politici, economen, technici en andere deskundigen zich bezig
met het geheel van relaties tussen arme en rijke landen - tussen zuid en noord - en steeds meer wordt duidelijk dat de
oplossing van dit vraagstuk van principieel en beslissend belang is voor de toekomst van de wereld. De redactie heeft
het daarom nuttig geoordeeld in dit Jaarboek, dat in alfabetisch gerangschikte artikelen een totaaloverzicht geeft van
de gebeurtenissen in 1975, extra aandacht te besteden aan deze problematiek, en wel in één groot artikelencomplex
onder het trefwoord Nieuwe Internationale Economische Orde (NIEO). Het complex bestaat uit een algemene
inleiding en een aantal beschouwingen van deskundigen met betrekking tot o.a. de kapitaaloverdracht, de landbouw
in een nieo, de monetaire problemen, de internationale handel, grondstoffen (waarbij ook het vraagstuk van de
grondstoffenindexatie uitvoerig wordt behandeld), energie en de politieke, sociale en juridische implicaties van een
nieo. De onderhandelingen op de speciale zittingen van de Verenigde Naties (1974 en 1975) en de Noord-
Zuidconferentie krijgen ruime aandacht, evenals de voorbereidingen voor UNCTAD IV (1976). Van een aantal
authentieke documenten zijn fragmenten opgenomen, o.m. betrekking hebbend op een voor een NIEO noodzakelijk
geachte mentaliteitsverandering.
Het jaar 1975 was ook voor het overige niet arm aan soms schokkende gebeurtenissen. Geweldpleging en terrorisme
trokken onverminderd de aandacht. De gijzelingen vormden daarvan, voor Nederland althans, het meest
opzienbarende onderdeel. In het artikel Gijzelingen wordt een verslag gegeven van de gijzelingsacties in 1975, terwijl
in een artikel Zuidmolukkers de achtergronden van de Zuidmolukse acties worden belicht. Het feit dat 1975 zowel
Europees Monumentenjaar als Internationaal Jaar van de Vrouw was, vormde de aanleiding tot het plaatsen van
artikelen over deze onderwerpen. In het artikel Vrouwenemancipatie is gepoogd de positie van de vrouw op mondiaal
niveau te schetsen. Een aanzienlijk deel van Het Jaar in Woord en Beeld wordt voorts ingenomen door
landenoverzichten en door artikelen gewijd aan sociaal-economische, culturele, politieke en godsdienstige onderwer-
pen.
Met de uitgave van Het Jaar in Woord en Beeld is gepoogd een tweeledig doel te dienen. Het is enerzijds bedoeld als
aanvullende actuele informatie voor bezitters van een algemene encyclopedie, anderzijds als onafhankelijke
publikatie, bestemd voor wie prijs stelt op een gedegen kroniek van de wereld waarin hij leeft. De redactie hoopt dat
dit Jaarboek in voldoende mate zal beantwoorden aan de informatiebehoefte die zich in onze complexe wereld steeds
dwingender manifesteert.
de redactie

Elsevier Amsterdam/Brussel;  
 

79. Boeknummer: 00375  
Het jaar in woord en beeld 1977. Encylopedische jaarboeken
Historie -- Het jaar in woord en beeld           (1977)    [Winkler Prins redactie]
HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1977
een encyclopedisch verslag van het jaar 1976
samengesteld door de Winkler Prins redactie

INHOUD
COMPENDIUM
Necrologie 8-9

Wereld in cijfers
Bevolkingsgegevens Nederland 10
Bevolkingsgegevens België 11-13
Sociaal-economische gegevens van 176 landen 13-15
Sociaal-economische gegevens niet-westerse landen 16-17
Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 18

Staatkundige gegevens 18 18-20

ALFABETISCH GEDEELTE 21-387

REGISTER 388-392

Lijst van illustraties buiten de tekst
Aangepaste technologie 25-26
Aardbevingen 51-52
Architectuur 77-78
Beeldende kunst 91-94
China 107-108
Film 133-134
Fotografie 159-160
Luchtvaart 185-186
Mars 211-212
Muziekleven 237-238
Olympische Spelen 263-264
Ruimtelijke ordening 289
Sterrenkunde 290
Toneel 315-316
Verenigde Staten 341-342
Zuidelijk Afrika 367-368

TEN GELEIDE
De laatste jaren is de Noord-Zuidverhouding, de verhouding tussen arme en rijke landen, algemeen als internationaal politiek
probleem van de eerste orde erkend. De grote aandacht die daaraan alom gewijd is en wordt (ook inde Winkler Prins Jaarboeken),
bergt het gevaar in zich van het op de achtergrond raken van de belangstelling voor en soms het onderschatten van het belang van
dat andere mondiale probleem, de verhoudingen tussen Oost en West. De gebeurtenissen en ontwikkelingen op dit terrein, sinds
1945 van een permanente actualiteit, blijven nochtans van een zo vérstrekkende betekenis voor onze toekomst, dat uitvoerige en
gedegen informatie erover voor de burger van vandaag die het wereldgebeuren wil volgen, een eerste vereiste is.
De redactie van Het Jaar in Woord en Beeld heeft daarom het onderwerp Oost-Westverhoudingen als centraal thema voor de
uitgave 1977 gekozen. Het verslagjaar 1976 bood daarvoor trouwens voldoende aanknopingspunten. Zo was er de discussie over
de vergroting van de maritieme Sovjetmacht en over de vraag, in hoeverre deze een verstoring van het militaire evenwicht tussen
Oost en West betekent; vervolgens bleken door de beide supermogendheden, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, nieuwe
strategische wapens ontwikkeld - een fenomeen dat zorgen baart in een periode waarin beide landen met elkaar in onderhandeling
zijn over wapenbeperking. (Overigens was in 1976 sprake van een duidelijke stagnatie, zowel bij de SALT- als bij de MBFR-
besprekingen.) Mogelijke complicaties in het proces van verbetering van de Oost-Westverhouding waren ook de toenemende
oppositie van groepen binnen enkele Oostbloklanden die een liberaler regime nastreven, het afkalven van de centrale positie van
Moskou binnen het Europese communisme (ontwikkelingen waarvan een consequentie zou. kunnen zijn de doorbreking van de
‘organische verbondenheid’ van het Oostblok, iets wat door Kissingers adviseur Sonnenfeldt als een bedreiging van de vrede werd
gekenschetst) en de opkomst van het Eurocommunisme (deelname van communisten aan regeringen in Europese landen, bijv.
Italië, zou het westelijke verdedigingsstelsel voor problemen kunnen plaatsen). Ten slotte kan 1976 in het kader van de Oost-
Westverhoudingen als een ‘grensjaar’ worden beschouwd: in 1975 werd de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in
Europa bekrachtigd met de zgn. Slotakte van Helsinki; in 1977 volgt in Belgrado de ‘follow up’.
In Het Jaar in Woorden Beeld 1977 worden al deze zaken ineen tweetal artikelen aan de orde gesteld: het artikel Communisme gaat
in op de positie van het communisme in de wereld van vandaag (o.m. opkomst Eurocommunisme, situatie van de democratische
oppositie); het artikel Oost-Westverhoudingen behandelt vooral de gang van zaken sedert ca. 1970 met betrekking tot ontspanning
en wapenbeperking.
1976 was overigens in veel opzichten een bewogen jaar: een groot deel van het jaar werd de aandacht gevangen door rampen
(Seveso, aardbevingen) en schandalen, met name de Lockheed-affaire. In Nederland werd door de zgn. Commissie van Drie een
onderzoek ingesteld naar de betrokkenheid van Prins Bernhard in deze affaire. Aan het door de Commissie van Drie uitgebrachte
rapport en zijn consequenties en ook aan de internationale aspecten van deze affaire wordt in dit Jaarboek de nodige aandacht
besteed. Waar in de discussies over de Lockheed-affaire en soortgelijke schandalen telkenmale het woord corruptie is gehanteerd,
leek het de redactie juist, een artikel Corruptie op te nemen, waarin het begrip nader wordt geanalyseerd en in een breder kader
wordt geplaatst.
Onderwerpen die in Nederland in 1976 voorts actueel waren en felle emoties opriepen, waren abortus (Bloemenhove en mislukken
van initiatiefwetgeving), kernenergie (leveranties aan Zuid-Afrika, uitbreiding ultracentrifugeproject Almelo) en de Menten-
affaire. In België stonden de staatshervorming, de Rampenwet (overstroming in Klein-Brabant). de Wet op het huwelijksver-
mogensrecht en het faillissement van N.V. de Standaard op de voorgrond.
Natuurlijk krijgen in het onderhavige Jaarboek ook andere dan de bovengenoemde internationale gebeurtenissen uitgebreide
aandacht. In China overleden twee staatslieden, die als symbool van de Chinese revolutie gelden en die de Chinese volksrepubliek
sedert haar ontstaan hadden geleid: premier Tsjow En-lai en partijleider Mau Tse-toeng; eind 1976 verenigde Hwa Kwo-feng beide
functies in zijn persoon. In de Verenigde Staten slaagde de democraat Jimmy Carter, voor Europeanen en ook voor veel
Amerikanen het jaar daarvoor nog volslagen onbekend, erin de zittende president Gerald Ford te verslaan. Een duidelijk
internationaal aspect kreeg in 1976 de burgeroorlog in Libanon door het militaire ingrijpen van Syrië ten gunste van de christelijke
maronieten; aan deze bloedige oorlog, die meer dan 30 000 mensenlevens eiste, kwam nog in 1976 een einde dank zij de bemiddeling
van de Arabische leiders. In de Bondsrepubliek Duitsland ging de discussie over de aantasting van de rechtsstaat onverminderd
voort: aanleiding daartoe waren de steeds meer als knellend ervaren Berufsverbote, de Baader-Meinhof-processen en de
hervorming van de strafwetgeving onder invloed daarvan.
Verder vindt men in dit Jaarboek artikelen over o.a. beeldende kunst, literatuur, film, muziek, sport, kerkelijk leven,
natuurbehoud, milieuproblematiek, wetenschap en samenleving, ruimtevaart.
De redactie hoopt dat al deze en de vele andere, niet genoemde bijdragen de gebruiker tot een betrouwbare gids zijn bij zijn
oriëntatie over dat wat nu al weer geschiedenis is: het jaar 1976.
DE REDACTIE

Elsevier Amsterdam/Brussel;  
 

80. Boeknummer: 00376  
Het jaar in woord en beeld 1978
Historie -- Het jaar in woord en beeld           (1978)    [Winkler Prins redactie]
HET JAAR IN WOORD EN BEELD ENCYCLOPEDISCH JAARBOEK 1978
een encyclopedisch verslag van het jaar 1977
samengesteld door de Winkler Prins redactie

INHOUD

Samenstelling van de redactie en medewerkers 4
Portret en chronologie van het jaar 1977 5-11

ALFABETISCH GEDEELTE 13-368

COMPENDIUM
Necrologie 369-371
Bevolkingsgegevens Nederland 372
Bevolkingsgegevens België 373-374
Medewerkende instellingen en fotoverantwoording 375

REGISTER 376-382

Lijst van illustraties buiten de tekst
Beeldende kunst 20-21
Energievoorziening 125
Film 133
Mens 141
Midden-Oosten 244-245
Off-shore 249
Popmuziek 254
Rubensjaar 341
Sport 345
Toneel 349
Woestijnvorming 357
Zeeverontreiniging 360

PORTRET EN CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1977
'Maar nu zeg ik u, en ik verklaar het voor de hele wereld, dat wij erin toestemmen met u te leven in een permanente
en rechtvaardige vrede.’ Deze woorden klonken op 20 nov. 1977 in de Knesset, de Israëlische volksvertegen-
woordiging, uit de mond van de Egyptische president Sadat. Zijn rede werd door miljoenen mensen over de
gehele wereld via radio en televisie gevolgd en wekte bij menigeen voorzichtige hoop, bij sommigen zelfs een
eufore stemming. Sadats reis naar Israël werd in de westerse wereld als een mijlpaal, een gebeurtenis van
wereldhistorische betekenis, gekwalificeerd. Niet alleen ging het hier om het eerste bezoek van een Arabisch
staatshoofd aan Israël, sinds zijn ontstaan de verklaarde erfvijand van alle Arabische landen, maar tevens zag
men hoe een man die zich in het verleden weinig toeschietelijk had betoond, zich nu als het ware in het hol van de
leeuw begaf, in een poging het totaal vastgelopen Midden-Oosten-overleg nieuw leven in te blazen. Dat hij hierbij
zijn nek ver uitstak, daarvan getuigden de merendeels fel afwijzende reacties in de Arabische wereld. Van
concrete resultaten van Sadats reis en van het tegenbezoek van de Israëlische premier Begin aan Egypte was in de
daaropvolgende periode nauwelijks sprake, al werd wel het bilaterale overleg op gang gebracht. Men mocht van
het overleg wellicht ook niet te veel verwachten, gezien het principieel afwijzende standpunt van de pas gekozen
Israëlische premier Begin inzake territoriale concessies en het beëindigen van de nederzettingspolitiek aan de ene
kant, en bijv, de Palestijnse houding anderzijds.
De nieuwe ontwikkelingen in het Midden-Oosten waren niet buiten medeweten van de Verenigde Staten in
gang gezet. Aan de ontmoeting Sadat-Begin was van beide partijen intensief overleg met de Amerikaanse
regering van de nieuwe president Jimmy Carter voorafgegaan. De Amerikaanse president was intussen ook op
andere terreinen in de buitenlandse politiek actief. Hij liet bijv, de staatshoofden van de Latijnsamerikaanse
landen weten, dat de mensenrechten in hun landen gerespecteerd dienden te worden, en dat Amerika zulks als
voorwaarde zou verbinden aan het geven van hulp. Carter liet ook duidelijk merken, dat de positie van de zgn.
democratische oppositie in de Sovjet-Unie hem niet zinde. Toen het er op leek, dat zijn houding de besprekingen
met de Sovjet-Unie over de beperking van strategische kernwapens (SALT) zou beïnvloeden, matigde Carter zijn
uitspraken op dit stuk echter aanzienlijk.
Op internationaal politiek gebied waren voorts een tweetal ontwikkelingen in Afrika van belang: in de zgn.
‘Hoorn van Afrika’ ontstond een gewapend conflict, toen Somalië rechtstreeks ging ingrijpen in de strijd tussen
de Ethiopische regering en de opstandelingen in de provincie Eritrea, ten gunste van de laatsten. Aangezien dit
conflict als een inter-Afrikaans probleem werd beschouwd, kon er geen sprake zijn van bemiddeling van buiten
Afrika. Dit laatste was wel het geval met betrekking tot de kwestie-Rhodesië. Meer dan in het jaar tevoren werd
een koortsachtige diplomatieke activiteit ontwikkeld (door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië) om de
blanke regering-Smith te bewegen tot een oplossing, die het overnemen van het bestuur door de zwarte
meerderheid inhield. Intussen ging de strijd tussen regeringstroepen en het Patriottisch Front door.
Voor de meeste mensen, zeker in West-Europa, speelden deze gebeurtenissen zich af aan de periferie. Als
veel bedreigender werd ervaren de hernieuwde confrontatie met terroristische methoden van politieke
groeperingen, speciaal met betrekking tot de Bondsrepubliek Duitsland: de moord op procureur-generaal Buback
en bankier Ponto, de ontvoering van werkgeversvoorzitter Schleyer, de kaping van een vliegtuig van de
Lufthansa en de ontzetting ervan, de dood van de zgn. harde kern van de Rote Armee Fraktion (Baader-
Meinhofgroep) in de cellen van de gevangenis van Stuttgart-Stammheim en ten slotte de vondst van het lijk
van Schleyer - het was een escalatie van gebeurtenissen, die in toenemende mate verontwaardiging, vrees en
vertwijfeling opwekte. Degenen van wie bekend was dat zij de oorspronkelijke politieke denkbeelden van de R a f
ook maar enigszins deelden of gedeeld hadden, werden in Duitsland betiteld als sympathisanten, een woord dat
nu in een kwade reuk kwam te staan. De *politieke advocatuur werd steeds dwingender te kennen gegeven dat zij
zich openlijk zou moeten distantiëren van de ideeën van haar cliënten. De gebeurtenissen versterkten bij velen de
roep om harde maatregelen. Anderzijds was er ook sprake van verontwaardiging over de behandeling van de
RAF-gevangenen in Stuttgart en op zijn minst twijfel aan de juistheid van de officiële lezing omtient de dood van
dezen: zelfmoord. In alle gevallen heerste de mening, dat de *rechtsstaat werd bedreigd.
Ook Nederland werd opnieuw met het terrorisme geconfronteerd: RAF-leden bleken plotseling in Nederland
te opereren en maakten slachtoffers; *Zuidmolukkers hielden het land enkele weken in angstige spanning met
een tweetal gijzelingen, die gelijktijdig plaatsvonden. De beëindiging van de gijzelingen door militairen, na ca.
drie weken, eiste slachtoffers: bij de bestorming van de trein kwamen onder de passagiers en de Zuidmolukkers
mensen om.
Juist in de beginperiode van de gijzelingen vielen de Tweede-Kamerverkiezingen, die werden gekenmerkt
door een massale opkomst, en die voor de PVDA, geleid door Den Uyl, een grote overwinning opleverden, terwijl
het CDA, nu voor het eerst met één lijst, met in totaal vier zetels minder uit de bus kwam dan de PVDA. De
maandenlang durende onderhandelingen tussen de PVDA en D’66 enerzijds en het CDAa anderzijds liepen, hoewel
programmatisch overeenstemming was bereikt, in november stuk op zetelverdeling en persoonskeuze. In
verrassend korte lijd kwamen CDA en VVD daarna tot een akkoord, zodat 19 dec. de nieuwe regering-Van Agt
kon aantreden.
Sociaal-economisch gezien was het voor Nederland wederom geen gunstig jaar: er was sprake van
toeneming van de werkloosheid, en in de arbeidsverhoudingen was het bepaald onrustig. Hete hangijzers in de
Nederlandse politiek waren ten slotte ook de kwesties van de uitbreiding van de ultracentrifugefabriek in Almelo
(uitbreiding van de werkgelegenheid versus leverantie van kernenergie zonder garanties aan het politiek
onbetrouwbare Brazilië) en het al of niet in produktie nemen van de neutronenbom.
In België leidden de sociale spanningen die zich in het begin van het jaar manifesteerden, en de innerlijke
verdeeldheid binnen de regering tot vervroegde Kamerontbinding. Tegen de verwachtingen in slaagden CVP,
PSC, BSP, VU en FDF er na de parlementsverkiezingen in een politiek akkoord over de staatshervorming te
sluiten. Dit Egmontpact, dat een breuk tussen de partijpolitieke en de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging
veroorzaakte, was nauwelijks geparafeerd of het bleek dat de ondertekenende partijen er niet dezelfde
interpretatie op nahielden. Eind 1977 was de particratie nog steeds op zoek naar een nieuw compromis.
Ondertussen had de moeilijk op dreef komende nieuwe regering te kampen met steeds scherper wordende
problemen. een ongemeen hoge werkloosheidsgraad, opeenvolgende bedrijfssluitingen, tekorten op de
rijksbegroting en in de sociale-zekerheidssector. Er werd hard gewerkt aan plannen, maar resultaten bleven
vooralsnog uit. Op het einde van het jaar ging de aandacht naar het Jespers-proces, dat het volgend jaar zijn
ontknoping zou kennen.
Natuurlijk waren er ook andere dan politieke en economische zaken die aandacht vroegen. Publikaties en
congressen over *rechtshulp brachten dit controversiële thema in hernieuwde aandacht en discussie. Op het
gebied van de *beeldende kunst was er de grote overzichtstentoonstelling Documenta in Kassei. Aan het
probleem van de *woestijn vorming, zeer urgent voor bijv. Noordelijk Afrika, werd onder auspiciën van de
Verenigde Naties een aparte conferentie gewijd. Ten slotte werd herdacht, dat het op 4 okt. twintig jaar
geleden was dat de eerste kunstmaan, de Spoetnik 1, in de Sovjet-Unie werd gelanceerd. Na twintig jaar behoort
het tot de reele toekomstverwachtingen, dat de *ruimtevaart een belangrijke bijdrage zal kunnen leveren aan de
steeds toenemende energiebehoefte van de mens.
De Redactie

Elsevier Amsterdam/Brussel;  
 

81. Boeknummer: 00377  
Het jaar in woord en beeld 1979
Historie -- Het jaar in woord en beeld           (1979)    [Winkler Prins redactie]
Het jaar in woord en beeld
Encyclopedisch jaarboek 1979
Een encyclopedisch verslag van het jaar 1978

PORTRET VAN HET JAAR 1978
In de internationale politiek stonden de gebeurtenissen in het Midden-Oosten ook in 1978 in het brandpunt van
de belangstelling: door inspanningen van de Amerikaanse president Carter konden president Sadat van Egypte
en premier Begin van Israël, beiden onderscheiden met de Nobelprijs voor de vrede 1978, in Carters
buitenverblijf Camp David na langdurig beraad tot een aantal afspraken komen, de zgn. raamverdragen; deze
voorzagen in een vredesverdrag voor het eind van het jaar. Op 31 dec. was dit echter nog geen feit. Verder was de
aandacht in het Midden-Oosten vooral gevestigd op de positie van de sjah in Perzië: in de loop van 1978 pakten
zich donkere wolken boven de pauwentroon samen. Van groot belang waren ook de wederzijdse diplomatieke
erkenning van China en de Verenigde Staten en het vredes- en vriendschapsverdrag tussen de Volksrepubliek
en Japan. Het bewind in T'ai-wan kwam nu praktisch alleen te staan.
In Zuidoost-Azië deed Vietnam op het eind van het jaar een militaire inval in Kambodja; de verhouding
tussen Vietnam en China verslechterde aanzienlijk; de staatsgreep in Afghanistan die een eind maakte aan het
bewind van Daoed Khan, had een versterking van de Sovjetrussische invloed in Centraal-Azië tot gevolg.
In Latijns-Amerika was het vooral de opstand tegen het nu al meer dan veertig jaar durende bewind van de
Somoza-clan in Nicaragua, die de aandacht trok. In en ook buiten Afrika werd een hevige discussie gevoerd over
de kwestie van de buiten-Afrikaanse inmenging in Afrika. Directe aanleiding daartoe vormden het zenden van
Belgische en Franse militairen naar Zaïre in verband met de opstand in Shaba en de steun van Cuba aan
Ethiopië in de oorlog met Somalië, die tot de terugtrekking van Somalië uit de Ogaden leidde.
In Italië voltrokken zich dramatische ontwikkelingen met betrekking tot de christen-democratische
partijleider Aldo Moro: hij werd ontvoerd door de *Rode Brigades en na een aantal weken vermoord. Voor
de Rooms-Katholieke Kerk was 1978 het drie-pausenjaar: Paulus VI stierf, evenals zijn opvolger, Johannes
Paulus I. Diens opvolger, Johannes Paulus II, werd de eerste niet-Italiaanse paus na meer dan 450 jaar.
In Nederland was 1978 het eerste jaar van de christendemocratisch-liberale regering-Van Agt. Bezuiniging
werd het toverwoord, Bestek ’81 was het plan dat de nationale economie weer gezond moest maken. Enkele
ambtenarenorganisaties keerden zich tegen het arbeidsvoorwaardenbeleid van minister Wiegel en proclameer-
den stakingen. Mogelijk zal 1978 ook de geschiedenis ingaan als het jaar van de affaires. Van deze had de zaak-
Aantjes de grootste consequenties: een rapport over zijn handel en wandel in de periode van de Duitse bezetting
noopte de CDA-leider tot het neerleggen van al zijn politieke functies. Andere zaken die de voorpagina’s van de
kranten haalden waren de vrijlating van Menten, de zaak van de 182 *Kerk-Marokkanen en de affaire van de
koopsompolissen.
In België brachten de geplande staatshervorming en de Anticrisiswet ernstige spanningen binnen de rege-
ring teweeg. Een eerste breuk kon in de zomer nog worden gelijmd, maar enkele maanden later waren de
tegenstellingen niet meer te overbruggen. De regeringscrisis, waarin het Egmontpact ten onder ging, had o.m.
ook de splitsing van de socialistische partij tot gevolg, alsook een verdere verwijdering tussen de Nederlands en
de Frans sprekende gemeenschappen in het land. De economie was nog steeds niet aan een heropleving toe, de
inflatiegraad kon daarentegen vrij laag worden gehouden. Het aantal werklozen bleef op een al te hoog peil,
ondanks het gevoerde tewerkstellingsbeleid. De arbeidsverhoudingen stonden gespannen, o.m. ten gevolge van
het toenemend aantal in moeilijkheden verkerende bedrijven en de onenigheid tussen de sociale partners over de
mogelijkheden van arbeidsduurverkorting. De betrekkingen met Zaïre stonden in het teken van de Shaba-crisis
en het multinationale hulpplan.
In de landen van de Europese Gemeenschappen werden de voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen
voor een Europees parlement in 1979. Op het eind van het jaar werd overeenstemming bereikt over een Euro-
pees Monetair Systeem.
In het verslagjaar werd o.m. aandacht besteed aan het feit, dat tien jaar tevoren de inval van de troepen
van het Warschaupact in Tsjechoslowakije plaatsvond. Ook de mei-revolte in Parijs in hetzelfde jaar werd niet
vergeten: achteraf bleek de historische betekenis van *negentienachtenzestig geringer dan aanvankelijk wel
werd aangenomen.
Op het gebied van wetenschap en techniek trokken chips, viewdata, teletekst en de eerste zgn. reageer-
buisbaby aandacht. Voor de in voetbal geïnteresseerden zal 1978 het jaar van de *wereldkampioenschappen
in Argentinië blijven, en ten slotte: geen enkele impressie van het jaar zal voorbijgaan aan de figuur die mil-
joenen jongeren in zijn ban hield: John Travolta.
De redactie

Elsevier Amsterdam/Brussel;  
 

82. Boeknummer: 00378  
Het jaar in woord en beeld 1980
Historie -- Het jaar in woord en beeld           (1980)    [Winkler Prins redactie]
Het jaar in woord en beeld
Encyclopedisch jaarboek 1980
Een encyclopedisch verslag van het jaar 1979

PORTRET VAN HET JAAR 1979
Internationaal gezien beheersten in 1979 de stormachtige ontwikkelingen in Azië het nieuws. Enerzijds waren er
de gruwelijke gebeurtenissen in Vietnam en Kambodja; duizenden mensen moesten hun woongebied verlaten en
op wrakke schepen zee kiezen, de zgn. bootvluchtelingen: een humanitair probleem van de eerste orde.
Anderzijds was er de bezegeling van het lot van de sjah in Iran, de vestiging aldaar van de islamitische republiek
onder de (officieuze) leiding van ayatollah Chomeiny, en de oplaaiing van anti-Amerikaanse sentimenten, die
zich o.m. uitten in de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran en de gijzeling van ca. 65
personeelsleden. De politieke instabiliteit van Afghanistan, waar via een staatsgreep en onder Russische militaire
inmenging het communistische regime in pro-Sovjet zin werd omgebogen, maakte de verhoudingen in dit deel
van de wereld alleen nog maar gecompliceerder. Dat m.n. dit laatste op de Oost-Westverhoudingen zijn neerslag
zou hebben ligt voor de hand. Overigens viel in dit vlak naast de ondertekening van het verdrag tot beperking van
strategische kernwapens, SALT 2, door de presidenten Carter en Brezjnev ook de herleving van een soort
Cuba-crisis te noteren.
Men zou bijna vergeten, dat 1979 ook het jaar van de val van de barre dictaturen kan worden genoemd.
Amin van Oeganda, Bokassa van het Centraalafrikaanse Keizerrijk, Macias Nguema van Equatoriaal Guinee
en Somoza (en zijn familie) van Nicaragua moesten, soms na een langdurige strijd, het veld ruimen.
In de Rooms-Katholieke Kerk was 1979 het eerste ambtsjaar van paus Johannes Paulus II. Het werd vooral
gekenmerkt door zijn buitenlandse reizen (m.n. naar Latijns-Amerika en zijn geboorteland Polen). Het grote
publieke succes van zijn missies neemt niet weg dat zijn theologische en kerkelijke opvattingen vooral onder
gelovigen in West-Europa en de Verenigde Staten als behoudend werden ervaren. Het werk van o.a. de
theologen Küng en Schillebeeckx werd door de Congregatie van de Geloofsleer aan een kritisch onderzoek
onderworpen, wat voor eerstgenoemde tot ontslag leidde.
Voor Nederland was 1979 wederom een jaar van grote sociaal-economische problemen, waaronder een zeer
aanzienlijke daling van het aantal arbeidsplaatsen; Rotterdam was het toneel van stakingen (zeesleepvaart,
Shell). De discussie over de energiebronnen van de toekomst ging onverminderd voort. Steeds luider werd de
twijfel aan de wenselijkheid van kernenergie uitgesproken. De ramp met de kerncentrale te Harrisburg in de
Verenigde Staten deed deze twijfel ook in bredere kring ontstaan. Politiek gezien het meest benauwend voor het
kabinet-Van Agt was de kwestie van de produktie en stationering van nieuwe kernwapens in de landen van
de NATO. Van Agt moest alle zeilen bijzetten (wat o.m. tot uiting kwam in wereldwijde bliksembezoeken) en
hulptroepen laten aanrukken om het debat in de Tweede Kamer te kunnen overleven.
In België kwam de gespannen verhouding tussen de Nederlands- en Franstalige gemeenschappen tot uiting in de
langste regeringscrisis sinds 1830, de problematiek van de staatshervorming en de wrijvingen en incidenten in de
Voerstreek en Komen. Regeringspogingen om tussen werkgevers en werknemers een akkoord over het sociaal-
economisch beleid tot stand te brengen mislukten, wat echter niet verhinderde dat de Belgische economie het in
1979 vrij goed deed. Toch bleef de hoge werkloosheid een groot probleem. Voorts trokken o.m. de Eurosystem-
affaire en de zaak-Graindorge de aandacht van de publieke opinie. Evenals in andere landen waren er betogingen
tegen kernwapens en kernenergie.
Op het gebied van de ruimtevaart is 1979 een opmerkelijk jaar geweest. In februari-maart en juli passeerden resp.
de Amerikaanse ruimtevoertuigen Voyager 1 en 2 de planeet Jupiter en zijn manen; ze hebben een grote
hoeveelheid gedetailleerde kleurenbeelden naar de aarde overgeseind. In september bereikte de Pioneer 11 de
planeet Saturnus, hetgeen eveneens veel wetenschappelijke resultaten opleverde.

Elsevier Amsterdam/Brussel;  
 

83. Boeknummer: 00403  
Inventarisatie Haagse Beemden Oost
Monumenten -- Boerderij, De Keihoef           (1975)    [ Gemeente Breda]
Inventarisatie Haagse Beemden Oost Fotoboek bebouwing/monumenten 1975

Ons bedrijfslogo

Gemeente Breda;  
 

84. Boeknummer: 00404  
Klein Geld Grof Geld. Munten van de Nederlandse Steden.
Overheid -- Geld/Munten           (1974)    [Dr H. Enno van Gelder en mevr. Drs L. Thijssen]
Boekje bij reizende tentoonstelling door Nederland

TEN GELEIDE
De te weinig bekende stedelijke muntslag, die in ons land enkele eeuwen heeft bestaan, heeft onze stichting Gemeentelijk Cultuurfonds al langer geboeid als een stukje
verborgen locale cultuur, dat meer openbare aandacht en belangstelling verdiende. Dat het nu mogelijk is geworden aan dit onderwerp een fraaie tentoonstelling te
wijden, strekt ons stichtingsbestuur bij zijn 10-jarig bestaan tot bijzondere voldoening.
De locale activiteit met betrekking tot de muntslag was een verschijnsel met sterk economische achtergrond, doch ook met een duidelijk cultureel aspect in verband met de veelal
kunstzinnige vormgeving en de techniek van vervaardiging. Dit aspect is thans nog versterkt doordat het verschijnsel deel van onze historie is geworden.
Dit samengaan van cultuur en plaatselijke 'financiën' in het grijze verleden, maakt het onderwerp dezer tentoonstelling te meer aantrekkelijk voor uitwerking door een
stichting, die haar taak vindt op het uitgestrekte terrein der plaatselijke cultuur en die haar geloofsbrieven ontving van een gemeentelijke bankinstelling, de Bank voor Ne-
derlandsche Gemeenten.
Onze stichting Gemeentelijk Cultuurfonds is grote dank verschuldigd aan Dr. H. Enno van Gelder, directeur van het Koninklijk Kabinet van munten, penningen en gesneden
stenen, die het idee van de tentoonstelling heeft uitgewerkt en dit boekje heeft samengesteld, dat niet als een catalogus doch als een 'vade mecum’ voor de tentoonstelling is be-
doeld. Voorts gaat onze dank uit naar de Rijksinspecteur voor roerende monumenten, die de zorgen van zijn Dienst heeft willen doen uitstrekken over de vormgeving, de
technische verzorging en het circuleren van de tentoonstelling onder belangstellende gemeenten.

Stg Gem. Cultuurfonds 's Gravenhage (Bank Ned. Gemeenten)ned.;  
 

85. Boeknummer: 00412  
Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976
Cultuur -- Boeken           (ca. 1970)    [dr. E. van Autenboer en Louis Tummers]
Geschiedenis van de Turnhoutse Speelkaarten 1826-1976

DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE (1826-1976)
door Dr. Eugeen van Autenboer
met een OVERZICHT VAN DE BELGISCHE SPEELKAART VAN 1379 TOT 1826
door Louis Tummers
Het geheel bewerkt door Jan Bauwens

INHOUDSTAFEL
TEN GELEIDE........................................................ 3

OVERZICHT VAN DE GESCHIEDENIS DER SPEELKAARTEN IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN....................................... 7
I. Oudste Speelkaarten : Hof van Brabant (XIV° eeuw) ... 9
II. Doornik (XVe eeuw).............................................11
III. Antwerpen (XVIe eeuw)......................................... 12
IV. Namen (XVIIe eeuw).......................................... 14
V. Oostenrijks Bewind......................................... 16
VI. Andere dan Turnhoutse fabrikanten na 1800 ................... 21

DE TURNHOUTSE SPEELKAARTENINDUSTRIE................................ 23
I. De papierverwerkende Nijverheid............................. 25
II. Pieter Corbeels............................................ 35
III. Brepols (1800-1826-1970)..................................... 44
IV. Wellens, Delhuvenne & C° (1834-1844)......................... 81
V. J.E. Glénisson &c Van Genechten (1837-1855)............... 90
VI. A. Van Genechten (1856-1970) ................................. 93
VIL J.F. Glénisson & Zonen (1856-1899)............................. 107
VIII. Gebr. Mesmaekers (1859-1968)................................ 118
IX. L. Biermans (1875-1970).................................... 131
X. La Turnhoutoise (1881-1960)................................ 141
XI. Carta Mundi (1970-)..................................... 144

BESLUIT............................................................ 146

BIBLIOGRAFIE....................................................... 149

De afgebeelde kaarten komen voort uit de verzamelingen van het Nationaal Museum van de Speelkaart, van Carta Mundi en van Jan Bauwens.
De filmen waren het werk van de Fotogravure Wens te Kontich.


TEN GELEIDE
De geschiedenis die voorafgaat ...
Dat dit jaar 150 jaren Turnhoutse speelkaartenindustrie worden gevierd, is een niet zo banaal feit, wanneer men
weet dat de naam « Turnhout » zowat over de hele wereld een begrip is geworden voor speelkaarten. Merk-
waardiger is evenwel nog dat deze 150 jaren in feite slechts een vierde vormen van de algehele Belgische
speelkaartentraditie : deze klimt immers terug tot 1379, binnen enkele jaren zes eeuwen dus.

Het is inderdaad dertien jaar vóór Charles VI van Frankrijk in 1392 zijn wereldberoemde tarokspel
bestelde aan zijn hofschilder Jacques Gringonneur, dat Hertog Wenceslas van Brabant er een bestelde aan zijn
hofschilder, Ingel Van der Noet; de som die hij daarvoor moest neertellen, was niet zo gering : het spel
kostte hem toen 2 mottoenen, hetgeen een goede BF 20 000 van dit ogenblik kan geweest zijn.

Sindsdien is het kaartspel niet meer uit deze gewesten weg te denken, noch als vermaak- en kansspel, noch
als industrieprodukt. In de middeleeuwse bronnen is hierover niet zo veel te vernemen, maar vanaf de
XVe eeuw beschikken we over meer dokumentatie.
Doornik vormde toen een heel belangrijk produktiecentrum : Rijksarchivaris A. Pinchart kon in de vorige eeuw
niet minder dan 27 namen van Doornikse fabrikanten tussen 1427 en 1537 bijeenbrengen, terwijl hij voor
de periode tussen 1439 en 1504 meer dan 40 Doornikse leerjongens vond.

In het midden van de XVIe eeuw wordt Antwerpen een centrum : vanuit de plaatselijke ateliers worden
honderden kisten speelkaarten verscheept, meestal Lansknechtkaarten, en vooral naar Engeland. De Lig-
geren van de Antwerpse Sint-Lukasgilde van Grafici vermelden nog steeds meesters-kaartenmakers in de
XVIIe eeuw. Maar tijdens het Oostenrijks bewind heeft Antwerpen als produktiecentrum vrijwel afgedaan.

In die periode wordt de fakkel overgenomen door Brussel en Gent : in de tweede helft van de XVIIIe eeuw
bloeien te Brussel een twintigtal ateliers; bij de eeuwwisseling loopt hun aantal echter terug tot 4. Te Gent
krijgen we drie « dinastieën », maar deze houden het langer uit dan hun Brusselse konfraters. De laatste
verdwijnt pas in 1843, maar zonderling genoeg gaat hij weer naar Brussel, waar dan gedurende twee decen-
nia een nieuwe opflakkering valt waar te nemen.

Vóór die tijd echter is te Turnhout P.J. Brepols al begonnen met speelkaarten te betrekken van enkele
kleine ateliers, die zowat over het hele land verspreid liggen (Antwerpen, Sint-Niklaas, Brussel, Dinant en
Namen). Als in 1826 zijn leveranciers hem niet meer kunnen volgen, besluit Brepols zelf speelkaarten te gaan
drukken. Meteen legt hij de eerste steen voor een onderneming, die eerst tal van navolgers krijgt — steeds te
Turnhout — en dezen vervolgens allemaal ziet opgeslokt worden, totdat er in 1970 nog drie overblijven.
Dezen besluiten op dat ogenblik hun krachten te bundelen en een enkele speelkaartenfabriek op te richten,
die op wereldniveau een eersterangsfiguur moet worden, Carta Mundi van Turnhout.

De boeiende geschiedenis van deze wel zeer vastgeankerde industrie wordt hier verteld door twee historici
in het vak : Louis Tummers en Dr. Eugeen Van Autenboer. Louis Tummers, die zelf een groot verzamelaar
is, schetst ons in vogelvlucht de vier en een halve eeuw geschiedenis vóór Turnhout. Dr. Van Autenboer, histo-
risch auteur en Konservator van het Nationaal Museum van de Speelkaart te Turnhout, vertelt ons over de
anderhalve eeuw Turnhout, een onderwerp waaraan hij tal van opzoekingen heeft gewijd.
Jan Bauwens

Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel Brussel;  
 

86. Boeknummer: 00433  
Klederdrachten
Historie -- Plattelands- en boerenleven           (1976)    [Constance Nieuwhoff (tekst), Willem Diepraam (foto's), Cad Oorthuys (foto's)]
Klederdrachten, een reis langs de levende streekdrachten van Nederland

Inleiding
Van oude klederdracht tot levende streekdracht
Als zesjarig meisje kreeg ik eens, tijdens een vakantie, op een stille, warme middag in een donkere achterkamer een wonderlijk, prachtig pak aan, en werd toen gefotografeerd — in die
tijd een hele belevenis. Wellicht is dat er de oorzaak van dat die kleren, die zo heel anders waren dan ik gewend was, me zijn blijven boeien. Die belangstelling werd in later jaren
steeds gevoed, als ik — zijdelings — met mensen in aanraking kwam die een heel eigen soort kleding droegen, een soort kleding die als ‘klederdracht’ werd aangeduid.
Pas enkele jaren geleden kreeg ik de kans om mannen en vrouwen in klederdracht het hemd van het lijf te gaan vragen. Dit is haast letterlijk bedoeld, want toen was ik van plan de zaak eens
grondig aan te pakken. Mijn belangstelling en achting voor mensen en hun kleding is door dat veelvuldig contact sterk toegenomen. In het jaar van die rondreis door het land heb ik meer
vrienden en vriendinnen gemaakt dan in vele jaren daarvoor.
Maar ook groeide mijn nieuwsgierigheid naar de oorsprong van al die bijzondere kledingvormen en ik hield me bezig met de vraag waarom er maar hier en daar in Nederland nog
groepen mensen zijn die een eigen klederdracht dragen en elders niet. De meeste mensen zien klederdrachten als een verschijnsel op zich en vragen zich niet af waar die dracht vandaan
komt en waarom hij zo is. Maar de lezers van dit boek zullen wèl benieuwd zijn naar de achtergronden en de ontwikkeling van de klederdrachten, die nu nog om ons heen gedragen worden.
Als uitgangspunt voor beschrijving en afbeelding zijn de drachten genomen die nu, in 1976, nog in het dagelijkse leven in een twintigtal streken in Nederland worden
gedragen. Op het kaartje ziet u de route die daarbij gevolgd is. Op deze route zijn de streken waar nog een traditionele dracht wordt gedragen, verdeeld in de regio’s:
I Noord- en Zuid-Holland,
II Zeeland en
III Overijssel, Gelderland en Utrecht.
Daarna als ‘toegift’ een indruk van de ‘streekdracht’ die de laatste jaren in Amsterdam te zien is (IV).
In Groningen, Friesland, Drente en Limburg wordt - helaas — in het dagelijks leven geen streekdracht meer gedragen.
Om alle kleine detailverschillen per streekdracht op hun juiste waarde te kunnen beoordelen, moeten we ons eerst afvragen waarom we kleding dragen. In de eerste plaats
natuurlijk om ons te beschermen tegen kou en warmte. Kleding kan er bovendien toe bijdragen ons gevoel van eigenwaarde te versterken. De kleding heeft immers ook tot doel aanwijzingen
te geven over de rang of stand van de drager/draagster, zoals ze ook kan aanduiden of deze blijde of trieste dagen beleeft.
Tegenwoordig is, door de toenemende communicatie tussen landen en gemeenschappen, de kleding veel eenvormiger geworden. Oma’s dragen dezelfde spijkerbroeken als hun kleinkinderen en ook
rouw om het verlies van een geliefd mens wordt nog zelden getoond door het dragen van donkere kleren. Overigens was dat tonen van rouw in kleding een goede afspraak, omdat het
uiting kon geven aan het verdriet van de drager/draagster, en een ander daar rekening mee kon houden. Het dragen van een beleefdheidsmasker en het verzwijgen van
verdriet waren dan niet nodig.
Met het woord ‘klederdracht’ duiden we meestal de traditionele kleding aan die een groep mensen op een bepaalde plaats draagt, en die uiting geeft aan hun gevoel van saamhorigheid.
Dat gevoel kan veroorzaakt worden door een isolement, een zelfde beroep (bijvoorbeeld vissers) of een gemeenschappelijke godsdienst. Vaak gaan deze elementen samen. Maar eigenlijk is de term
klederdracht niet juist. Die kan immers ook gelden voor allerlei andere vormen van groepsgebonden kleding, zoals de dracht van burgers, soldaten, nonnen en tramconducteurs.
Een betere naam voor een gelijke kleding, gedragen door mensen die gebonden zijn aan een stad, dorp of streek, is daarom ‘streekdracht’. En over die - nu nog levende - streekdrachten gaat
het in dit boek.

Een levend prentenboek
Maar waar komen die bijzondere kledingvormen nu vandaan? Vele elementen in de huidige streekdrachten gaan rechtstreeks terug tot de algemene modedracht in Holland van
omstreeks de zestiende en zeventiende eeuw.
Op sommige plaatsen (Marken en Urk bijvoorbeeld) is de hele dracht nog bijna gelijk aan die uit de zestiende eeuw.
In andere delen van Nederland, zoals Twente, de Veluwe of Cadzand, bestaat de vrouwendracht uit een laat negentiende-eeuwse japon met een mutsvorm erbij die in ouderdom
teruggaat tot de Napoleontische tijd. Streekdracht is dus eigenlijk een levend prentenboek van vier eeuwen mode, en dan in steeds afwisselende detailcombinaties. En deze dracht
is niet statisch, maar kan in enkele tientallen jaren vaak nog opvallend veranderen.
Dat in deze inleiding de vrouwendracht uit met name de zestiende eeuw als aanknopingspunt gebruikt wordt en het in dit boek bijna uitsluitend over vrouwen gaat, komt doordat
er tegenwoordig haast geen streekdracht meer wordt gedragen door mannen.
Omstreeks de zestiende eeuw bestond er een aantal kledingvormen naast elkaar: adel en geestelijkheid droegen andere — vaak als hofkleding voorgeschreven — kleding dan
kooplieden, boeren, vissers of ambachtslieden en hun vrouwen. Kleren waren — en zijn nog — een belangrijk middel om rang en stand van de drager/draagster in de maatschappij aan te
geven. In veel dorpen en streken leefden de mensen in een vrijwel volledig isolement.
Veranderingen in de kledingmode, geïnspireerd door het voortdurend streven naar exclusiviteit van de toonaangevende adel, vonden bij de stedelingen sneller en gemakkelijker navolging
door hun hogere welstand en betere informatie.
De bewoners van het platteland kregen die informatie meestal pas veel later — via een paar doortrekkende reizigers — en waren dan nog vaak veel te arm om kleren die nog niet totaal
versleten waren te vervangen omdat ze ‘uit de mode’ raakten. Als de stadsmode op het platteland werd gevolgd, dan gebeurde dat dus veel later en alleen in die details, die men mooi of
praktisch vond of erg belangrijk achtte als statussymbool. Dit was bijvoorbeeld het geval met het - aanvankelijk ijzeren - klemmetje (het oorijzer), dat de muts op het hoofd
vasthield. In Friesland dijde dit gebruiksvoorwerp uit tot een uiterst kostbare gouden helm die het hele hoofd omsloot. Hoewel het helemaal niet nodig was dat klemmetje te
veranderen, werd het toch gedaan om daarmee de welstand van de draagster te kunnen uitdrukken. Vaak ook was kleding helemaal aan een beroep aangepast, zoals bijvoorbeeld die
van de Urkse en Volendamse mannen, die eeuwenlang vissers zijn geweest en waarvan de kleding voetvrij, warm, waterafstotend en winddicht is, en dus uitermate geschikt voor
het werken op kleine, open boten in een koud klimaat. De zijden kousen- en kuitbroekenmode van de hogere, niet-werkende klassen heeft aan deze drachten nooit een modedetail kwijt
kunnen raken.
In de zeventiende eeuw waren de Nederlanden ook een toevluchtsoord voor mensen die om hun geloof uit hun geboorteland waren verdreven. De vluchtelingen brachten, behalve
dat geloof, ook hun eigen kleding mee uit hun land van herkomst, zoals de Wederdopers die zich op het Kampereiland vestigden en de Hugenoten en emigranten uit Salzburg, die in
Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen terecht kwamen.
Ook economische crises, oorlogen en overstromingen konden plaatselijke kledinggewoonten beïnvloeden. Doordat in oorlogen of bij een overstroming veel mensen uit een
gemeenschap de dood vonden, werd er vaak zo lang gerouwd, dat een eens kleurige dracht vrijwel geheel zwart werd en bleef. Ook had het verschil in welstand tussen bijvoorbeeld
Zeeland, Holland en Friesland aan de ene kant en Drente en Brabant anderzijds gevolgen voor de kleding. In de eerstgenoemde gebieden werden veel gouden sieraden gedragen, terwijl
in Drente en Brabant kleding en versiering tot de eenvoudigste onderdelen beperkt waren.
In dit boek kunt u, aan de hand van illustraties uit twee boeken die de streekdrachten in de negentiende eeuw beschrijven, zelf een indruk krijgen hoe die er destijds uitzagen.
Het boek van E. Maaskamp dateert uit 1805, de impressies van Valentijn Bing en Braet von Ueberfeldt (verder aangeduid als Bing) dateren uit 1865. Nederland was —en is
ook nu nog —om Maaskamp (1805) te citeren:
‘een kleene plek gronds, die grooter verscheidenheid in kleding oplevert, dan schier alle werelddeelen buiten Europa, en zich in de oogen van den menschenkenner zoo
karaktermatig, als volstrekt eenig andere volk, vertoont. Amsterdam alleen levert, in deszelfs verscheidene wijken, schier zoovele onderscheidene costuums op: elke stad van Holland
heeft hare eigene. De onderscheidene noordelijke gewesten van het Rijk schijnen door bijzondere volkeren bewoond. De visschers- en boeren-dorpen, de handel- en de
binnensteden, de eilanden en de kusten, hebben allen niet slechts hare eigene, geheel karaktermatige zeden, in houding en kleeding der bewoners blijkbaar; maar zelfs kenmerkt zich
overal elke stand door geheel bijzondere manieren. Geen reiziger bezocht ooit dezen grond, zonder dit terstond op te merken en te bewonderen; geen beoefenaar der menschenkennis,
in dit zelfde land, kan deze verscheidenheid doordenken, zonder den wensch te gevoelen van zich dezelve eenmaal, door nauwkeurige afbeeldingen, te kunnen vertegenwoordigen’.
Met ondersteuning van de foto’s van Cas Oorthuys en Willem Diepraam zal een zo natuurgetrouw mogelijk beeld geschetst worden van de streekdrachten, zoals die in verscheidene
delen van Nederland nu nog in het dagelijkse leven gedragen worden.
Mannen in streekdracht zult u daarbij niet vaak meer tegenkomen. Nog wel maar niet veel, in Zeeland, Volendam, Marken, Staphorst en Urk.
En alleen in Staphorst dragen de kleine meisjes nog de traditionele kleding van hun dorp.
Een aanwijzing, dat een dracht ‘op zijn laatste benen loopt’ geeft de nogal hoge leeftijd van de meeste dragers/draagsters, en de vaak tot optimale grootte uitgedijde afmetingen van
drachtonderdelen als bijvoorbeeld de mutsen op Goeree en Zuid-Beveland en in Huizen.

Inventaris van de garderobekast
Als een soort wegwijzer in dit land vol bonte lapjes, kappen en andere textiel, volgt hier een opsomming van de onderdelen waaruit in de zestiende eeuw de vrouwenkleding kon bestaan.
Dat waren: een linnen hemd, rok, schort, doek, kroplap (kraplap) en muts van het hultype. Soms, afhankelijk van plaats of seizoen, aangevuld met rijglijf en/of jak.
In Duitsland waren, net als hier, in de zestiende eeuw de decolletés van de vrouwenkleding vrij diep. In een noordelijk klimaat met slecht verwarmde huizen betekende dat:
kou lijden en kou vatten. Om dit euvel te verhelpen bedacht iemand een kledingstuk dat de schouders en de borst voor een deel bedekte: een schouderkraag die als
Goller of Koller (Duits) of collerette (Frans) in heel noordelijk Europa weldra mode was. Van dit kledingstuk stamt het Volendamse kletje (collerette) en de kulder, een jak dat in
Bunschoten en op de Veluwe nog wordt gedragen.
Ook nu nog komen al deze onderdelen tegelijk of in wisselende combinaties voor in de verschillende drachten. Soms is alleen maar de mutsvorm echt heel oud. De mutsen, en er zijn
heel spectaculaire bij, stammen allemaal af van het eenvoudige vrouwenmutsje uit de zeventiende eeuw. Daaronder werd een oorijzer (een ijzeren klem die de muts stevig op het
hoofd hield) gedragen. De mutstypes die we in de levende streekdracht nog kunnen tegenkomen, zijn de hul, kornet, keuvel en luifelmuts. Deze vier types ziet u hierbij in
foto’s en tekeningen. De dik getekende lijnen geven de naden in de mutsen aan waardoor ze als soort kunnen worden onderscheiden.
Het is erg jammer dat de levende streekdracht bezig is in hoog tempo te verdwijnen. Vooral de laatste twintig jaar is het aantal mensen dat nog een specifieke dracht draagt, heel snel
verminderd. De voornaamste oorzaken liggen in het opheffen van een geografisch of geestelijk isolement (aanleg van wegen en dammen, veel meer informatie via de media) en de vaak
gedwongen verandering van het traditionele beroep, bijvoorbeeld door de inpoldering van de Zuiderzee of door economische omstandigheden. Maar er is nu nog de kans om
streekdrachten buiten musea te zien. In dit boek wil ik proberen uw bewondering te wekken voor de streekdrachten als levend onderdeel van de cultuurhistorie. Behalve een uitvoerige
beschrijving van de streekdrachten en detailfoto’s van onderdelen, vindt u ook de namen van de musea die deze kostuums in hun verzameling hebben. Ook is aangegeven
wanneer en waar u de meeste kans hebt de drachten in het gewone leven te kunnen zien. Deze informatie vindt u na elke regio.
Tenslotte wordt een aantal mogelijkheden gegeven, hoe bepaalde aspecten van deze traditionele streekdrachten toegepast kunnen worden bij onze huidige kleding of op voorwerpen om ons heen.
Als u intussen nieuwsgierig genoeg bent geworden om wat meer van de levende streekdrachten te zien, dan kan onze rondreis beginnen.
Constance Nieuwhoff

Unipers Amsterdam;  
 

87. Boeknummer: 00441  
Uit grootmoeders tijd
Historie -- Werktuigen/Gereedschappen           (1975)    [A. Stap-Loos]
Uit grootmoeders tijd. Informatie over herkomst en fabricage van antieke voorwerpen,

Inhoud
Voorwoord / pagina 6
Barometers / pagina 7
Pijpekoppen / pagina 16
Aardewerk / pagina 26
Glazen / pagina 32
Theepotten / pagina 36
Theelichten / pagina 41
Koffiemolens / pagina 46
Samowar en theestoof / pagina 52
Verlichting / pagina 54
Waterfilters / pagina 63
Rijwielen / pagina 68
Blikken trommels / pagina 74
Lakwerk / pagina 76
Brillen / pagina 78
Spiegels / pagina 81
Schrijfmachines / pagina 87
Telefoon / pagina 92
Inmaakpotten / pagina 96
Email vaatwerk / pagina 98
Horloges / pagina 100
Stoven / pagina 106
Spinnewiel / pagina 108
Boerderij / pagina 112


VOORWOORD
Een voorwoord schrijven in een boekje als dit is geen eenvoudige zaak. Ik zal dan ook trachten de strenge toon van een recensent
aan te slaan. Welnu, het geheel is wat tuimelachtig uitgevallen.
Het bevat kriskras verzamelde gegevens over diverse onderwerpen uit de tijd van onze verre voor- en grootouders.
De 20e eeuw zou ik wel de eeuw van de steile helling willen noemen. De eeuw ook van de: 'Frisse vruchtjes’ en 'Hapt zo
héérlijk weg’. Van de lichtschakelaar en de gasmeter, van het snelle leven. De eeuw waarin alles op de helling werd gezet. Waar
we halverwege in paniek achteraan zijn gerend om nog te redden wat te redden was. Het viel gelukkig nogal mee met de deuken en
scheuren en een sopje doet immers wonderen. Ook de oude denkbeelden zijn afgestoft en opgepoetst en kunnen weer wat
jaartjes mee. Daar staan we dan en bekijken de rest van onze aanwinst. En of dit nu een oud brilletje is of een schemerlamp die
we aan onze verzameling toevoegen, we zijn er zielsgelukkig mee.
Om met Harry Mullisch te spreken: 'Voer voor psychologen'.
De foto’s waar geen extra vermelding bij staat zijn gemaakt door J. Stap. Mijn hartelijke dank gaat uit naar de heer en mevr. De Vet
in Abbekerk en de heer A. Donker in Hoogwoud voor hun toestemming voor het maken van foto’s in hun Museumboerderij.
De heer M. H. J. Stumpel in Hoorn voor zijn toestemming zijn uitgebreide verzameling schrijfmachines te mogen fotograferen.
De conservator de heer J. van der Star, mijn bijzondere dank voor uw hulp. De heer G. D. Scholten voor de rondleiding en de
bijzonder duidelijke uitleg. Mevr. Leverink voor alles wat zij wist te vertellen over oude gebruiksvoorwerpen en allen die mij op
enigerlei wijze hebben geholpen aan gegevens voor dit boekje, hartelijk dank.
Opgedragen aan mijn man voor zijn geduld, hulp en steun.
Hoorn, lente 1975
A. Stap-Loos

Uitgeverij Helmond B.V.;  
 

88. Boeknummer: 00448  
Toelichting & kommentaar op het voorlopig ontwerp tot herziening van de gemeentewet
Overheid -- Gemeente, algemeen           (1973)    [P.P.A. van Hal]
toelichting en kommentaar op het voorlopig ontwerp tot herziening van de gemeentewet
samengesteld door p.p.a. van hal gemeente-secretaris van prinsenbeek en uitgegeven op 16 februari 1973 op welke dag hij 12J jaar dit ambt bekleedde en tevens
zijn 25-jarig ambtsjubileum in overheidsdienst is gevierd


INHOUD
Inleidende bepalingen 7
I De samenstelling en inrichting van het gemeentebestuur 9
De raad 11
Het college van burgemeester en wethouders :
- De wethouders 21
- Het college 26
De burgemeester 29
De gemeentelijke commissies 36
De secretaris en de overige ambtenaren der gemeente :
- De secretaris 39
- De overige ambtenaren 46
II De bevoegdheid van het gemeentebestuur 48
- Medebewind 50
- Politiedwang 50
- Besluiten, aan goedkeuring onderworpen 51
- Openbaarmaking, afkondiging en inwerkingtreding van besluiten 52
De bevoegdheid van de raad 56
De bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders 59
De bevoegdheid van de burgemeester 62
De financiën van de gemeente:
- De begroting en de rekening 66
- De administratie en de controle 76
De gemeentelijke belastingen 78
- Heffing en invordering 82
Het toezicht op het bestuur van de gemeente :
- De goedkeuring van besluiten 92
- De vernietiging van besluiten 94
Wijziging van de gemeentelijke indeling 99
Overgangs- en slotbepalingen 106

Opgedragen aan mijn vrouw, die het mij mede mogelijk heeft de overheid te dienen.

MOTIVATIE
Wanneer men als gemeente-secretaris met meer dan beroepsmatige belangstelling de inhoud observeert van de publicatie -in twee boekdeeltjes verwerkt- van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
onder de titel 'De gemeentewet herzien' en in deel 2 van deze publicatie de veelzeggende uitspraak leest van de Minister:
'de tot nu toe ontvangen reacties op het eerste deel zijn veelal waardevol maar schaars' en vervolgens zijn wens: 'mogen velen van de gelegenheid gebruik maken een bijdrage te leveren tot de
gedachtevorming', dan laat zulk een duidelijk sprekende uitnodiging je niet los.
Het gaat om de gemeentewet, om de belangen van de gemeente, ook om die van je eigen gemeente, het gaat om het toekomstbeeld van het gemeentelijk bestel in Nederland, en daartoe kan elk steentje
bijdragen.

Wanneer ik, met deze boekjes in de hand, filosofeer over 'hoe het was, hoe het is, hoe het zal kunnen worden' met onze gemeentewet, en mij realiseer, dat ik bijna 25 jaren zowel in provinciale
als gemeentelijke dienst juist deze wet steeds binnen handbereik heb gehad, en thans gedurende een periode van bijna 12½ jaar dit boekje onmisbaar gezelschap is geworden, omdat het
secretarisschap geen specialisatie kan toestaan, anderzijds de gemeentesecretaris het gehele klavier van de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van het gemeentebestuur mag en moet bespelen,
dan besef ik, dat dit het moment bij uitstek is om mij te gaan heroriënteren en het resultaat daarvan vast te leggen voor anderen.

Aldus is deze studie tot stand gekomen.

Is het van de ene kant geworden een bijdrage tot de gedachtenvorming omtrent wat thans als 'voorlopig ontwerp voor de herziene gemeentewet' door het Ministerie van Binnenlandse Zaken als blauw-
druk in het vooruitzicht wordt gesteld, van de andere kant kan het tevens dienen tot leidraad voor de velen, die uit hoofde van hun belangstelling, beroep of verkiezing iets meer willen weten over
de inhoud van de thans geldende gemeentewet en over de voorgenomen plannen tot algehele herziening.

Deze scriptie is niet wetenschappelijk van opzet, de meer geroutineerden in het vak zullen zich waarschijnlijk beperken tot een vergelijking van standpunten, terwijl de buitenstaander de eerste
oriëntatie op het gemeentelijk vlak tevergeefs zal zoeken.

Dit werkstukje is in feite niets anders dan een weergave van mijn persoonlijke visie op de plannen tot herziening der gemeentewet en, daaraan voorafgaand, een bondige samenvatting van hetgeen deze
wet thans inhoudt, en dit gegoten in een vorm zoals ik het steeds bespreek met geïnteresseerden.

Moge vooral de bestuursorganen der gemeente Prinsenbeek, met name de raad, het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester, alsmede 'mijn' ambtenaren in dit geschrift iets nieuws
ontdekken, want al schrijvende heb ik -met mijn tweevoudig jubileum in het vooruitzicht- in hoofdzaak aan deze instanties en aan deze medewerkers gedacht.
Prinsenbeek, februari 1973.
van Hal,
gemeente-secretaris.

Eigen beheer;  
 

89. Boeknummer: 00470  
Spokerijen in de Baronie van Breda
Cultuur -- Boeken           (1974)    [Jacques R.W. Sinninghe]
Spokerijen in de Baronie van Breda. Sagen, legenden en volksverhalen veelal uit de volksmond opgetekend door Jacques R.W. Sinninghe met tekeningen van Jan Radersma.


INHOUD
1. De drie woorden van de pater in Uden 7
2. Meneer Versluis 8
3. De Kozakken op „Het Barree!” 10
4. De kwade hand van Mie Berkevoets in Etten 11
5. De graaf van Mastland 11
6. De witte dame van Roosberg 12
7. Van Jan de Wijs 14
8. De stichting van het klooster en de kerk in Meersel-Dreef 15
9. Kattedansen 16
10. De duivel als zwarte kat in Dongen 17
11. De beurzensnijder in Den Bosch 18
12. De Alphense kabouters 19
13. De Kabouterberg bij Gilze 21
14. Hereswit 21
15. Het beleg van „Valkenburg” bij Ulvenhout 22
16. De weg naar Achtmaal 23
17. De kwade hand in Etten 24
18. De Belgische knecht in Dongen 26
19. De grote abeel bij Ulvenhout 26
20. Het Oud Boomke onder Rijsbergen 27
21. Het spookhuis op „Burgst” 27
22. Zwarte kunst op Attelaken onder Leur 29
23. De duivel in „De Gouden Leeuw” in Rijsbergen 29
24. Langenaar, de tovenaar van „Burgst” 31
25. Stalkeersen 33
26. De duivel op „Valkenburg” bij Ulvenhout 34
27. In de Maatjes bij Zundert 35
28. „Wa’ dood is, moet dood blijven” 35
29. De heks van Gatbroek 36
30. De brandende scheper bij Dorst 36
31. Kop af! 37
32. Een kwade geest bezworen in Strijbeek 38
33. Het onheilspellende huis bij Breda 38
34. Verborgen schatten in Terheijden, Dongen en Breda 39
35. De Zundertse heksen 40
36. De ontrouwe rentmeester in Etten 42
37. De Grenadier in Breda 43
38. Huis In Ca Ba in Breda 43
39. De maar in de stal in Attelaken 45
40. Spokerijen op de „Hondsdonk” bij Ulvenhout 46
41. De kei op de Molenhei in Gilze 47
42. De duivel op het Hooghuis 47
43. De gifmenger in Dongen 49
44. Spokerij op „Walstijn” onder Zundert 50
45. Een slecht huis in Rijsbergen 50
46. De „Haanse Hoef” in Dongen 51
47. Heks houdt herberg in de Baronie 52
48. „De Engelse Pijl” 53
49. De toverkunsten van Kees Emmen in Dongen 54
50. Ontmoeting met een heks in Ginneken 54
51. De Slotbossetoren bij Oosterhout 56
52. De medaille van de begijntjes uit het Liesbos 57
53. Het verscheurde voorschoot in Galder 58
54. Baron Van der Borch en de „zwartmakers” 58
55. De sprekende kat in Baarle-Nassau 60
56. De Wapper in het Chaamse bos 60
57. Het Heksen wiel 61
58. Een zwarte dame in Chaam 62
59. De kat uit het Liesbos die al maar zwaarder werd 62
60. De „zwartmakers” in Galder 63
61. De kat met de paardebenen in Hazeldonk 63
62. Van Ons Heer en Peris (een verhaal uit Etten) 65
63. Jan Onversag (een verhaal uit Bavel) 67
Register op persoons- en plaatsnamen 69

Europese Bibliotheek Zaltbommel;  
 

90. Boeknummer: 00479  
Princenhage Vroeger en Nu
Historie -- Princenhage, algemeen           (1976)    [Werkgroep Haagse Beemden]

Catalogus tentoonstelling Princenhage Vroeger en Nu op 14-15-16 mei 1976 (t.g.v. de torenhaanfeesten) in de Johanneskerk, Dreef 5 Breda-Princenhage

INHOUD
Lijst van inzenders Voorwoord
I. Archiefstukken 101 t/m 112
II. Kaarten 210 t/m 220
III. Gebeurtenissen 301 t/m 333
VI. Dorpsgezichten 401 t/m 499
          A. algemeen
          B. straten in de kom
          C. gehuchten en buitenplaatsen 501 t/m 531
V. Burgerlijke gemeente
VI. Kerken 601 t/m 674
          A. De St. Martinuskerk te Princenhage
          B. De O. L. V. Hemelvaartkerk te Prinsenbeek
          C. De Johanniskerk te Princenhage
VII Gilden, schutterijen en verenigingen 701 t/m 714
VIII Economisch leven en diversen 801 t/m 806
IX. Literatuur 901 t/m 921
X. Korte schets van de geschiedenis van Princenhage

VOORWOORD.
Ter gelegenheid van de Torenhaanfeesten had het organiserend comité o. a. ook de idee, om naast het terugplaatsen van de haan en kruis op de toren van de Martinuskerk ook
een braderie, een ambachtendorp, festiviteiten en tentoonstellingen te doen plaatsvinden in de oude kern van het dorp Princenhage in Breda.
Voor de historische tentoonstelling richtten zij hun verzoek tot de Werkgroep Haagse Beemden, die er niet lang behoefde over na te denken om ja te antwoorden.
Op de eerste plaats werd door de Werkgroep Haagse Beemden de tentoonstelling 'Het Verleden van Princenhage', welke gehouden werd in 1966 - dus precies tien jaren gele-
den - nog eens goed bekeken. Het bleek dat veel daaruit bruikbaar zou zijn, maar toch ook dat verschillende leemten sinds die tijd gelukkig opgevuld konden worden.
De medewerking werd gevraagd aan de heer Kimmel, conservator van het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda, en de heren Brekelmans en Lohmann, respectievelijk
archivarissen in Breda en Prinsenbeek.
Daarna werd een indeling gemaakt van en voor de tentoonstelling en moest naar een passende ruimte worden gezocht. We kwamen daarbij op de idee om de hervormde kerk,
'De Johanneskerk' aan de Dreef 5 te Princenhage als tentoonstellingsruimte in te richten. We vroegen daartoe toestemming aan de kerkeraad en bij monde van de voorzitter de
heer E.Rutjens werd ons deze gaarne gegeven.
Daarna moest er hard in de weinige tijd, die ieder van ons heeft, gewerkt worden, om een en ander in orde te krijgen. Wij willen ons bij voorbaat dan ook gaarne verontschul-
digen, indien de bezoeker feilen mocht ontdekken in de beschrijving of kritiek wil uitoefenen op de onvolledigheid der verzameling.
Toch willen wij niet nalaten om de vele mensen, die dikwijls zeer spontaan hulp boden, te bedanken.
Wij hopen dat ook deze tentoonstelling 'PRINCENHAGE VROEGER EN NU' in 1976 voor U een interessante kennismaking of vernieuwde kennismaking zal zijn met het verleden
van Princenhage.
Werkgroep Haagse Beemden
Karel Leenders, Herman Dirven, Piet Dekkers, George Dirven, Jan Lodewijk


Organisatie Torenhaanfeesten;  
 

 

Uitgebreid zoeken

Zoekresultaat verdeeld over 4 pagina's, met elk (max.) 30 publicaties:

Begin        Vorige      1   2   3   4       Volgende       Eind

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 24 april 2023