![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 649 (uit: 659)
Getoond wordt publicatie : 61 t/m 90 |
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
61. |
![]() |
Boeknummer: 00066
Prinsenbeek Nu en Straks Ondernemingen -- Bank, Rabobank (1981) [Schreurs, P.H.J. ing] Prinsenbeek Nu en Straks. Brochure KNOV 1981 Inleiding. Op 7 mei 1981 heeft het CIMK het dpo-rapport 'Prinsenbeek, kiezen voor de toekomst' gepresenteerd aan de ondernemers. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de ondernemersvereniging POK en de gemeente Prinsenbeek. Het was nodig om goed inzicht te kunnen krijgen in de huidige en toekomstige (on)mogelijkheden van het Prinsenbeekse winkelapparaat, rekening houdend met ontwikkelingen in en rond 'Beek'. Het CIMK-rapport legt de ondernemers een keuze voor, een belangrijke keuze ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling van het winkelapparaat. Een keuze die bovendien in direkte relatie staat met Haagse Beemden. Het POK-bestuur heeft de afdeling Ruimtelijke Ordening van het KNOV verzocht de sinds 27 juni 1978 bestaande adviesrelatie aangaande de distri- butie-planologische problematiek te kontinueren door de vereniging te adviseren bij de besluitvorming. Het KNOV heeft op 7 mei 1981 positief op dit verzoek gereageerd en toegezegd uiterlijk begin juni 1981 een advies te zullen uitbrengen. Met voorliggend advies wordt beoogd deze toezegging waar te maken. KNOV;  |
62. |
![]() |
Boeknummer: 00067
Puttershoek, een voorbeeld van ondernemerschap Ondernemingen -- Bank, Rabobank (1981) [Blom, J.] Puttershoek, een voorbeeld van ondernemerschap In Puttershoek (noord-oost hoek van de Hoekse Waard) bekend door de aldaar gevestigde suikerfabriek, hebben de ondernemers in de detail- handel kans gezien om gezamenlijk het reeds sinds 1960 bestaande winkelcentrum voor eigen rekening en risico uit te breiden. Tot nu toe is het in ons land nog niet gelukt om ondernemers samen op één rij te krijgen zodat zij het risico van ontwikkeling en bouw van winkels en woonhuizen zelf willen dragen en over hun onderlinge concurrentie heen kunnen stappen en een goede samenwerking kunnen opbouwen. Afdeling Ruimelijke ordening Rijswijk;  |
63. |
![]() |
Boeknummer: 00068
Brabants leven van weleer Historie -- Plattelands- en boerenleven (onbekend) [onbekend] Brabants leven van weleer INHOUDSOPGAVE 1. Leven in Heusden 4 2 De boerderij 22 3 De durhaauwers 24 4 Wie niet mest... 26 5 Oogsten 28 6 Dorsen en malen 30 7 De verbaasde voerman 32 8 Paarden 34 9 De smid 36 10 De raaimaker 41 11 De klompenmaker 42 12 De bieman 44 13 Op de hei 46 14 De kuiper 48 15 De brouwer 50 16 De scheper 52 17 Jagen 54 18 Smokkel 56 19 Slachtmaand november 61 20 Meer traditie 62 21 De begrafenis 64 22 De markt 66 23 De oude dorpskermis 68 24 Koningsschieten 70 25 De boterbeurs 72 26 Mutsjes 74 27 Pelgrims en processies 76 28 De nieuwe tijd in aantocht 81 29 Oude ambachtslieden 82 30 De post 84 31 Turf in de Peel 86 32 Suikerbieten 88 33 Tabak 90 34 Schoenen en leer 92 35 Op weg naar Oisterwijk 94 Van Geyt Productions;  |
64. |
![]() |
Boeknummer: 00069
Kijk op Noord-Brabant Historie -- Brabant, algemeen (1976) [Redactie Tirion bv] KIJK OP NOORDBRABANT met ca. 450 kleurenfoto’s geeft in woord en beeld een uniek overzicht van een provincie die kan bogen op een fraai natuur- schoon en een grote culturele rijkdom. Steden als ’s-Hertogenbosch, Breda, Bergen öp Zoom en Geertruidenberg, maar ook stadjes als Grave, Oosterhout en Heusden en de overal verspreid lig- gende boerderijdorpjes bewaren een schat van stedelijke eiï landelijke bouwkunst. Monumentale kerken, raadhuizen, kastelen, torens en vestingwerken, oude gevels en gevelstenen, hofjes, poortjes en straatjes: Noordbrabant telt ze als weinig andere delen van ons land. TEN GELEIDE Lange tijd werd Noordbrabant ‘het donkere zuiden’ genoemd, een arm gebied dat als wingewest van de Republiek anderhalve eeuw economisch en politiek werd onderdrukt. Door ontginning, verbeterde landbouwtechnieken en industrialisering groeide Noordbrabant in de 18de en 19de eeuw tot een provincie met dezelfde welvaart als de andere. Maar ook hier liet de Tweede Wereldoorlog een spoor van nutteloze verwoestingen achter en het mag een wonder heten dat er nog zoveel bouwkundig schoons voor vernietiging gespaard is gebleven. De St.-Jan in Den Bosch staat er nog, ook het Markiezenhof van Bergen op Zoom, na de restauratie nog steeds een van de mooiste paleizen van ons land, en de Lieve Vrouwekerk van Breda, met haar stad en omgeving beheersende toren. Natuurlijk heeft de snelgroeiende industrie veel aan het land veranderd. Tal van plattelandsdorpen groeiden uit tot grote woonkernen met moderne bebouwing en industrieterreinen en natuurgebieden moesten ruimte maken voor autosnelwegen. Maar het ‘nieuwe’ Brabant komt weer zeer indrukwekkend tot uiting in een echt Brabantse stad als Eindhoven, waar moderne architectuur een harmonieus geheel vormt met woon- en winkelcentra. Wie de geschiedenis wil zien zal vooral kunnen genieten in de binnenstad van Den Bosch of Bergen op Zoom, of ook in historische stadjes als Heusden, Willemstad, Woudrichem, Grave. Wie een echt Brabants dorp wil zien gaat naar St.-Oedenrode, Oirschot, Hilvarenbeek, Eersel of Nuenen. In ‘Kijk op Noordbrabant’ zal men hoofdzakelijk de historische bezienswaardigheden aantreffen. De inleiding geeft een algemeen beeld van de provincie, daarna volgt een reis langs haar steden en dorpen, met de bedoeling oog te krijgen voor hun ‘grote’ en ‘kleine’ monumenten. Wellicht een aansporing om zelf in Noordbrabant nog meer te ontdekken. Tirion bv Amsterdam;  |
65. |
![]() |
Boeknummer: 00070
Naar Achter Emer en Rietdijk en terug via de Heksenweel Burgtsedreef en Kesteren twee eeuwen lang. Historie -- Boek: Naar Achter Emer en Rietdijk enz. (2012) [H.H.M. Van Opstal] Naar Achter Emer en Rietdijk, Burgtsedreef en Kesteren Inleiding In navolging van andere uitgaven en beschrijvingen uit buurtschappen voelde ik mij geroepen , als een van de jongste generaties afkomstig van Kesteren de oude verhalen en families die in het besproken gebied woonden en leefden op papier te zetten. Gelukkig waren er nog veel personen die ik gesproken heb , die een stukje ouder waren en zich nog veel herinnerden van vroeger, hoe het geweest was en die mij zeer graag deelgenoot wilden maken van hun kennis en belevenissen. Zij kwamen met foto’s en knipsels uit vervlogen tijden. Dank ben ik ook verschuldigd aan het stadsarchief Breda en Regionaal archief West Brabant waar veel gegevens en foto’s vandaan kwamen. Uit dit gebied is in het verleden al meer geschreven ( zie het boekje Hage nr 9 uit 1973) door Herman Dirven en Piet Dekkers . Dit boekje gaat echter specifiek over het wel en wee van het landgoed Burgst. Ook over den Emer is al veel in beeld gebracht en geschreven in dit boekje gaat het over de mensen die er gewoond en geleefd hebben, vanaf begin 1800 tot de annexatie van ongeveer 1970 toen Breda er bezit van nam. Hoofdpersonen zijn de bewoners die er woonden net na de 2e wereldoorlog .Ik ben er van overtuigd dat vele ouderen dit boek een gevoel geeft van weer even terug in de tijd te zijn ,hoe het eens was , hoe het nooit meer zal zijn. Blijft ook het gegeven dat het nooit volledig zal zijn omdat er altijd personen zijn die ik niet te spreken heb gekregen, gewoon omdat ze er niet meer zijn . Maar als ze terug konden komen en ze zouden het hier zien? Ze zouden het niet geloven. Wie zou toen gedacht hebben dat anno 2012 de Haagse Beemden volgebouwd zou zijn? Ja als ze het wisten...'Ze zouwe dur eigen omdraaien in het graf'. Het boek is ook een paradijs voor genealogen omdat de gezinnen nagenoeg geheel beschreven zijn. Ik heb bewust weinig uitlatingen gedaan of de panden al dan niet eigendom zijn van de bewoners of dat de boerderijen werden gepacht. Hopelijk geeft dit boek ook inspiratie aan anderen om een schrijven te wagen aan hun buurtschap zodat het voor de latere generaties bewaard blijft. Grintweg met Hooijdonksestraat en Bredestraat of Mr. Bierensweg .Gageldonk Steenakker, Den Briel en Overveld of het Centrum van de Beek Allemaal herinneringen maar........het kan nog. H.M. (Henk) van Opstal 2012 Eigen uitgave;  |
66. |
![]() |
Boeknummer: 00071
Geschiedenis van de heerlijkheid Asten Historie -- Brabant, algemeen (1994) [Toine Maas redactie] Geschiedenis van de heerlijkheid Asten Woord vooraf Tussen 1987 en 1990 werd de kasteelruïne van Asten aan een bouwhistorisch onderzoek onder- worpen. In dezelfde periode onderzochten archeologen het kasteelterrein en de daaromheen liggende grachten. Dit gecombineerde onderzoek leverde een schat aan gegevens op over de bouw- en bewoningsgeschiedenis van ‘tHuys tot Asten’. Nadat enkele historici kennis hadden ge- nomenvan de onderzoeksresultaten ontstond het plan een bundel samen te stellen waarin de bouw, bloei en ondergang van het kasteel zou worden beschreven. Al snel bleek dat het boek een veel bredere opzet zou krijgen. Er werd immers gekozen voor een aanpak waarbij meer bestudeerd werd dan de bouwgeschiedenis van het kasteel. De verschil- lende onderzoekers wilden uiteindelijk iets te weten komen over het functioneren van het kas- teel in zijn omgeving waardoor als vanzelf een geschiedenis van de hele heerlijkheid zou ontstaan. Vandaar dat niet alleen de kasteelruïne maar ook archeologische vondsten, archiefstukken en ico- nografische bronnen aan een onderzoek werden onderworpen. Door regelmatig met elkaar te overleggen konden onderzoeksgegevens en meningen worden uitgewisseld. Uitgangspunt was dat het overleg er toe zou leiden dat een completer beeld ontstond van wat er zich in en rond ‘tHuys tot Asten’ had afgespeeld. Prof. drs. H.L. Janssen, hoogleraar kastelenkunde aan de Universiteit van Utrecht, onder- streepte in 1992 het belang van deze - wat hij noemt - integrale methode. In zijn inaugurele rede die hij in februari van dat jaar uitsprak, stelde hij dat bij werkelijk integraal onderzoek meer vragen beantwoord kunnen worden dan voorheen. Langs deze weg krijgen het kasteel en zijn bewoners een plaats in de maatschappij waarbinnen zij functioneren. Ook in Asten vervulde het kasteel op bestuurlijk, juridisch en economisch terrein een cen- trumfunctie. De adellijke bezitters bekleedden een vooraanstaande positie binnen het lokale be- stuur. Dankzij een rijk heerlijkheidsarchief kon worden achterhaald op welke wijze de heren en vrouwen van Asten hun stempel drukten op het leven in hun heerlijkheid. De heer bezat immers eeuwenlang rechten in een gebied dat door de huidige gemeentegrenzen van Asten wordt om- sloten. Bovendien beheerden zij vanuit het kasteel uitgebreide bezittingen waaronder twee molens en een aantal pachthoeven. De beschrijving van de wijze waarop ze dit deden maakt duidelijk welke plaats ze in de Astense samenleving innamen en hoe hun relatie met de Aste- naren was. Op deze plaats wil het bestuur van de Stichting Geschiedschrijving Asten iedereen bedanken die op welke wijze dan ook heeft meegeholpen aan de totstandkoming van dit boek. Particulieren en in- stellingen die fotomateriaal beschikbaar stelden, de leden van Fotokring Beeldhoek, de mensen die verantwoordelijk waren voor de vormgeving, de archiefmedewerkers en informanten, en niet te vergeten de makers van de tekeningen en de auteurs. Speciale dank gaat uit naar de sponsors zonder wie het onmogelijk was geweest het boek in deze vorm uit te geven. Stichting Geschiedschrijving Asten Asten, oktober 1994 Stichting Geschiedschrijving Asten;  |
67. |
![]() |
Boeknummer: 00072
ABC van Stad en Land Historie -- Brabant, algemeen (1981) [Wim Aerts] VAN STAD EN LAND Een smakelijk geschreven, royaal geïllustreerde gids als stimulans voor ieder die wil ontdekken wat er in eigen land nog aan grote en kleine zaken te genieten en te bewonderen valt. De in deze uitgave gebundelde reportages werden oorspronkelijk gepubliceerd in het landelijke personeelsorgaan van de Rabobanken. Bosch en Keuning nv;  |
68. |
![]() |
Boeknummer: 00073
Volksfeesten 1984 Cultuur -- Volksfeesten (1984) [Diverse auteurs/bijdragen] Volksfeesten 1984 Voor de zesde keer Volksfeesten in Prinsenbeek Ze kunnen het niet meer laten, de organisatoren van de Volksfeesten; al vroeg in het voorjaar krijgen ze de kriebels en zoeken ze elkaar weer op. Enige routine brengt de zaak weer snel op gang, doch het blijft een enorme opgave om ieder jaar nieuwe impulsen aan dit gebeuren toe te voegen. Gezien het feestprogramma zijn zij daarin dit jaar wederom bijzonder geslaagd. Zoals u wellicht weet, werden de Volksfeesten in voorgaande jaren georganiseerd door de plaatselijke drumband en het POK. Dat is nu wederom het geval, maar om verschillende or- ganisatorische redenen hebben beide verenigingen hun gezamenlijke aktiviteiten rondom de Volksfeesten ondergebracht in de STICHTING VOLKSFEESTEN. Ze zijn dus samen getrouwd om VOLKSFEESTEN te organiseren en hebben in hun trouwboekje o.a. het navolgende door de Notaris laten opnemen: ”De Stichting heeft ten doel jaarlijks festiviteiten te organiseren voor de Prinsenbeekse bevol- king, waaraan: a. alle geledingen van de bevolking kunnen deelnemen, zoals verenigingen, individuelen, muziekkorpsen, bands en orkesten, kerken, overheden en ondernemers; b. mede een stuk VOLKSVERMAAK op het terrein van sport en spel, saamhorigheid, nostalgie en folklore ten grondslag dient te liggen; alles in de ruimste zin des woords.” En zie: HET WERKT!!! Mede dankzij de enorme inzet van bijna 30 plaatselijke verenigingen op gebied van sport, kuituur, kunst en andere bedrijvigheden, de trouwe deelname van een groot aantal plaatse- lijke ondernemers en de toevoeging van een aantal spektakelstukken, met als hoofdgerecht veel muziek, zullen deze volksfeesten wederom beantwoorden aan de doelstellingen welke hier- aan ten grondslag liggen; een sfeer van nostagie, folklore en verbroedering, hopenlijk onder een stralende septemberzon... Voorwoord Op 8 september 1979 had ik het voorrecht de - naar later bleek eerste - Prinsenbeekse Volksfeesten officieel te mogen openen. Daarbij maak ik - en zulks aan de hand van het voor die dagen geboden programma - er onder meer gewag van wat idealisme, vindingrijkheid en solidariteit vermocht. En met die solidariteit bedoelde ik met name op de saamhorigheid tussen beide organisatoren in relatie tot de Prinsenbeekse bevolking. Ik sprak voorts de hoop uit, dat de Volksfeesten 1979 een start zouden mogen betekenen van een jaarlijks terugkerende traditie, welke de plaatselijke gemeenschap gelegenheid zou bieden goede contacten met elkaar te hebben. De Volksfeesten nu blijken de afgelopen zes jaar te zijn uitgegroeid tot een niet meer weg te denken happening, welke naast haar Carnaval en Avondvierdaagse als het ware een groot familie-gebeuren doet zijn. En de Drumband en het P.O.K., de initiatiefnemers èn telkenjare ook de organisatoren van dit tweedaags festijn, hebben zich nu weten te vinden in een Stichting, welke afkorting S(tichting) V(olksfeesten) Prinsenbeek) als het ware een uitnodiging betekent van: Wij presenteren ons naar buiten ten behoeve van U! De doelstelling: het organiseren van jaarlijkse festiviteiten en met name de daaraan ten grondslag liggende elementen, te weten saamho- righeid, nostaligie en folklore alsmede het door alle geledingen van de plaatselijke bevolking kunnen deelnemen aan dit feest, moet ons allen aanspreken. Gaarne wens ik u goede en prettige dagen toe. Moge ook het weer ertoe bijdragen dat Volksfeesten 1984 tot een geslaagd geheel worden, waaraan eenieder van ons nadien met genoegen kan terugdenken. Mr L.K.M. Verwiel, burgemeester. Stichting Volksfeesten Prinsenbeek SVP;  |
69. |
![]() |
Boeknummer: 00074
Gids voor Prinsenbeek 1974 Overheid -- Gemeentegids (1974) [P.J. Baetens etc] Gids voor Prinsenbeek 1974 VOORWOORD Het doet mij genoegen deze 4e uitgave van de GIDS VOOR PRINSENBEEK weer hij U te mogen inleiden. Herdruk was noodzakelijk geworden, niet alleen omdat de voorraad medio 1974 reeds was uitgeput, maar evenzeer omdat de inhoud al reeds verouderd bleek. Een bewijs voor de dynamiek welke zich in de gemeente demonstreert. De gegevens omtrent het gemeentelijk bestuursapparaat moesten her- schreven worden, maar daarnaast waren de wijzigingen en uitbreidings- gen bij de plaatselijke middenstand en het verenigingsleven zo dras- tisch, dat een nieuwe inwoner met de oude gegevens toch wel in moeilijkheden zou zijn geraakt. Deze gids is bovenal bedoeld om de nieuwe ingezetenen de oriëntatie in Prinsenbeek te vergemakkelijken. Ik hoop dat in dit opzicht deze GIDS dezelfde waardering krijgt als de voorgaande uitgaven. U zult misschien vernomen hebben dat Prinsenbeek betrokken is geweest bij een plan tot gemeentelijke herindeling. De ontwikkelingen, zoals deze zich de laatste jaren hebben voltrokken wijzen echter op een behoud van de gemeentelijke zelfstandigheid. In stadsgewestelijk verband zal Prinsenbeek met +, 10.000 zielen een nuttige functie kunnen vervullen. Gaarne roep ik U welkom toe bij Uw vestiging in deze gemeente en spreek daarbij de hoop uit, dat U hier een woonklimaat zult aantreffen dat velen vóór U reeds als erg prettig hebben gekenschetst. Daar waar mogelijk zal het gemeentebestuur met ambtelijke staf U alle medewerking verlenen. Ook voor U mag het gemeentehuis geen ivoren toren zijn, maar een huis van en voor onze inwoners. PRINSENBEEK, OKTOBER 1974. DE BURGEMEESTER, P.J.A. Baetens. Gemeentebestuur Prinsenbeek;  |
70. |
![]() |
Boeknummer: 00075
Gids voor Prinsenbeek 1978 Overheid -- Gemeentegids (1978) [P.J. Baetens etc.] Gids voor Prinsenbeek 1978 Voorwoord door de Burgemeester Het doet mij genoegen deze 5e uitgave van de GIDS VOOR PRINSENBEEK weer bij U te mogen inleiden. Herdruk was noodzakelijk geworden, niet alleen omdat de voorraad medio 1977 reeds was uitgeput, maar evenzeer omdat de inhoud reeds verouderd bleek. Een bewijs voor de dynamiek welke zich in de Gemeente demonstreert. De gegevens omtrent het Gemeentelijk bestuursapparaat moesten herschreven worden, maar daarnaast waren de wijzigingen en uitbreidingen bij de plaatselijke mid- denstand en het verenigingsleven zo drastisch, dat een nieuwe inwoner met de oude gegevens toch wel in moeilijkheden zou zijn geraakt. Deze gids is bovenal bedoeld om de nieuwe ingezetenen de oriëntatie in Prinsenbeek te vergemakkelijken. Ik hoop dat in dit opzicht deze GIDS dezelfde waardering krijgt als de voorgaande uitgaven. U zult misschien vernomen hebben dat Prinsenbeek betrokken is geweest bij een plan tot gemeentelijke herindeling. Alhoewel op 1 juli 1976 een overdracht aan de Gemeente Breda heeft plaatsgevonden van het gebied dat bekend staat onder de naam 'Haagsche Beemden Oost', heeft de Ge- meente Prinsenbeek zijn zelfstandigheid behouden. In stadsgewestelijk verband zal Prinsenbeek met + 10.000 zielen een nuttige functie kunnen vervullen. Gaarne roep ik U welkom toe bij Uw vestiging in deze Gemeente en spreek daarbij de hoop uit, dat U hier een woonklimaat zult aantreffen dat velen vóór U reeds als erg prettig hebben gekenschetst. Daar waar mogelijk zal het Gemeentebestuur met ambtelijke staf U alle medewerking verlenen. Ook voor U mag het Gemeentehuis geen ivoren toren zijn, maar een huis van en voor onze inwoners. Prinsenbeek, april 1978. DE BURGEMEESTER, P.J.A.Baetens. Gemeentebestuur Prinsenbeek;  |
71. |
![]() |
Boeknummer: 00076
Gids voor Prinsenbeek 1961. Overheid -- Gemeentegids (1961) [P.J.Baetens] Gids voor Prinsenbeek 1961.VOORWOORD De Gids voor Prinsenbeek, welke hierbij door het Gemeentebestuur wordt aangeboden, beoogt voor U een zo volledig mogelijke informatiebron te zijn omtrent al datgene wat de gemeente te bieden heeft. Niet alleen kunnen wij onze middenstandsbedrijven voor al Uw bestellingen aanbevelen, ook het verenigingsleven geeft middels dit boekje een beeld van wat het te bieden heeft. Daarnaast kon niet worden gemist een passend overzicht omtrent het meer openbare leven, zoals dit zich uit in Kerk,Gemeente,Charitatieve-en Standsorganisaties. Tot slot zal de bijgevoegde plattegrond met stratenplan U de landschappelijke verkenning vergemakkelijken. Het boekje is losbladig gehouden. Het ligt in de bedoeling op het einde van ieder jaar de gebleken wijzigingen en aanvullingen middels wijzigingsbladen op te geven. Moge voor hen die zich nieuw in de gemeente vestigen deze Gids een spoedige oriëntatie mogelijk maken. PRINSENBEEK, januari 1961. DE BURGEMEESTER, P. J.A.BAETENS. Gemeentebestuur Prinsenbeek;  |
72. |
![]() |
Boeknummer: 00077
Beekse Negotie. Geschiedenis van het winkelbestand in Beek 1945-1950 Ondernemingen -- Algemeen (2002) [Kees Nagelkerke] Beekse Negotie VOORWOORD Dat de wereld de laatste decennia erg is veranderd is iedereen duidelijk. Op allerlei gebied laten de ontwikkelingen zich zien en zeker ook in de negotie die tegenwoordig de commerciële sector heet. Halverwege de vorige eeuw was in een dorp als (Prinsen)Beek de buurtwinkel nog iets waar men niet buiten kon en was een dagje winkelen in de grote stad met de “deftige” winkels voor velen nog een belevenis. Tegenwoordig zijn grootwinkelbedrijven, supermarkten, e-commerce, internet-shoppen enz. heel gewoon.. Hoorde vroeger het winkelbezoek bij het normale werk van iedere dag, nu doen we veelal éénmaal per week boodschappen en gaan we “fun-shoppen”. Betalen met gewoon geld raakt uit en pinnen en chippen is normaal. Het is allemaal zakelijker en afstandelijker geworden. Dat was vroeger anders. Geen wonder dat iedereen, die de jaren vlak na de oorlog bewust heeft meegemaakt, nog wel eens met weemoed terugdenkt aan die tijd waarin de winkel niet alleen een plaats was waar je iets kon kopen, maar ook een trefpunt voor de dorpse gemeenschap. Ook zondags was de winkel open en even achterom binnenlopen buiten de openingstijden was gewoon. Lief en leed werd er gedeeld en de dorpsnieuwtjes en -roddels werden er uitgewisseld. Men betaalde met contant geld, maar “opschrijven” (op rekening kopen) was ook geen probleem als de klant in een moeilijke financiële gezinssituatie verkeerde. Iedereen kende immers iedereen en had elkaar nodig, want men was op elkaar aangewezen voor hulp en inkomsten. De sociale en economische functie van de plaatselijke middenstand in die tijd in een dorp moet daarom zeker niet onderschat worden. De heemkundekring was dan ook erg verheugd over het idee van onze plaatsgenoot Kees Nagelkerke om over de Beekse middenstand uit die tijd een (foto)boek samen te stellen. Kees - geboren en getogen Bekenaar en zoon van een plaatselijke bakker - is als geen ander daartoe in staat omdat zijn kennis van Beek/Prinsenbeek onuitputtelijk is. Bovendien bezit hij het talent om anderen te enthousiasmeren en te motiveren om hieraan mede te werken. Zijn inspanning is niet voor niks geweest, want het is een prachtig boek geworden dat een open plek in de geschiedschrijving van ons dorp heeft ingevuld. De dank van het bestuur van Heemkundekring Op De Beek en zeker ook van alle lezers gaat uit naar de schrijver en al degenen die hem hun medewerking gegeven hebben, veelal in de vorm van het aanleveren van gegevens en foto’s. Het boek zal voor velen - naast het lees- en kijkgenot - een waardevol bezit zijn, waarbij de herinneringen aan het straatbeeld en de winkeliers van vroeger weer boven komen. Ad van Melis Voorzitter Heemkundekring OP DE BEEK. TER INLEIDING Niets nieuws vertel ik u als ik zeg, dat er over Beek-Prinsenbeek al heel veel is geschreven Om een aantal boekwerken hiervan te noemen. . De serie Hage over de geschiedenis van Beek en Princenhage, twee boekjes met Beek in prentenbriefkaarten, het huis aan huis verspreide boek “55 jaar zelfstandig Prinsenbeek , boek 100 jaar harmonie Amor Musae, boek 200 jaar vrijwillige brandweer boek 80 jaar tuinbouwver. St. Isidorus, twee boeken over Beeks karnaval, boek over oorlog op de Beek, boek Beekse Indië-gangers, toetenboek met bekende Beekse gezichten, boek 200 jaar parochie Prinsenbeek. Als er zoveel en zo vaak over zulk een toch kleine gemeenschap wordt geschreven en vastgelegd, betekent dat tegelijkertijd dat zulk een gemeenschap leeft, dat het iets te bieden had en heeft, dat er activiteiten zijn en een groots verenigingsleven. En al is Prinsenbeek dan wel niet het mooiste dorp van Brabant, we zijn toch trots op de hechte band die ons dorp heeft en altijd heeft gehad. En dan nu weer een boek? Moet dat zonodig? Moeten natuurlijk niet, maar er is een categorie die nimmer is beschreven en dus tot op heden onderbelicht is gebleven en dan doel ik hier op de PrinsenBeekse negotie. Zolang Beek bestaat is er altijd een levendige handel geweest op allerhande gebied. En het is goed dat ook zoiets voor ons, maar vooral voor ons nageslacht wordt vastgelegd. Het is belangrijk dat in beeld wordt gebracht en wordt gekoesterd hoe onze voorgangers zaken deden en wat voor zaken ze deden!! Wist u dat er een halve eeuw geleden in Beek 51 winkels waren, waarvan er 40 in zijn geheel zijn verdwenen? En dat er van de resterende 11 nog slechts 6 zijn, waarin dezelfde familie, zij het de derde generatie, is gevestigd? En het zijn deze 51 winkels, die ik in dit boek wil beschrijven met daarbij uiteraard de nodige foto’s. Dan zullen ei bij u, geachte lezer, direct vragen naar voren komen van: waarom staan er die en die niet in. Het is goed dat ik u dit maar gelijk kan uitleggen. Allereerst zij gezegd dat er in dit boek alleen winkels worden beschreven En dan die winkels, die er in de periode 1945/1950 in Beek bestonden, dus ruim een halve eeuw geleden. Dat betekent dat winkels die er voor die periode waren, maar in genoemde periode niet meer, ze ook niet in dit boek worden vermeld. Het betekent evenzeer dat winkels die NA 1950 zijn opgestart niet in dit boek voorkomen Natuurlijk zullen er dan grensgevallen zijn, maar er is een duidelijke grens getrokken en dat is 1950. klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Heemkundekring Op de Beek;  |
73. |
![]() |
Boeknummer: 00078
Enige aspecten van de rechten van gebruik en bewoning. Doctoraalscriptie Overheid -- Gemeente, algemeen (1977) [A.W.M. Roelen] Enige aspecten van de rechten van gebruik en bewoning. VOORWOORD. Ik heb deze scriptie geschreven, ter voldoening aan mijn laatste tentamen voor mijn doctoraal examen in het Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Mede gezien de omstandigheid dat ik de studie aan bedoelde universiteit naast mijn volledige dagtaak als medewerker in het notariaat volgde, heb ik voor het schrijven van deze scriptie zoveel mogelijk gebruik willen maken van de ervaringen uit mijn beroep. Aan allen, die zich de moeite hebben gegeven mij met deze scriptie terzijde te staan, zeg ik vanaf deze plaats mijn welgemeende dank. In het bijzonder geldt deze dank mijn scriptie-begeleider, mr H.W. Heyman, wetenschappelijk medewerker eerste klas en kandidaat-notaris te Rotterdam, mijn direkte werkkring in het notariaat, vooral de heer E.J.F.Smits, kandidaat- notaris te Breda, voor hun kennisoverdracht en verleende adviezen, alsmede mejuffrouw P.H. Slegers, die mij met het verzorgen van deze scriptie haar gewaardeerde diensten heeft verleend. A.W.M. Roeien. Prinsenbeek, augustus 1977 Eigen uitgave;  |
74. |
![]() |
Boeknummer: 00079
Gemeenschapsbelang Prinsenbeek 1965-1990 Overheid -- Gemeenschapsbelang (1990) [Piet v.d. Bliek] Gemeenschapsbelang Prinsenbeek 1965-1990 Voorwoord. Oktober 1990 was het 25 jaar geleden, dat Gemeenschapsbelang werd opgericht. T.g.v. dit jubileum wordt dit boekwerk uitgebracht. Het wordt als een blijvende herinnering aan de leden en geinterresseerde oud leden aangeboden als blijk van waardering voor hun inzet en bijdrage aan deze politieke groepering. Hoewel zelfingenomenheid en pretenties deze partij vreemd zijn, zijn er terugblikkend toch een aantal opmerkelijke zaken te noemen. Gemeenschapsbelang was de eerste politieke partij die in deze gemeente een eigen verkiezingsprogramma uitbracht, werd vertegenwoordigd door een vrouwelijk raadslid en aan informatieverschaffing deed over de gemeenteraad. Deze goede initiatieven zijn inmiddels door anderen overgenomen. Gemeenschapsbelang is verder een partij die zich uitsluitend met de plaatselijke politiek bezig houdt en financieel zichzelf bedruipt door kontributies van leden en bijdragen van raadsleden. De positie die deze partij inmiddels heeft bereikt heeft veel wilskracht en doorzetting gevraagd van zowel bestuur, fraktie als leden. Het is ons bepaald niet kado gegeven, integendeel zelfs. Daarom doet het deugd, dat hoewel daar 6 raadsperioden overheen zijn gegaan, Gemeenschapsbelang die erkenning heeft gekregen die het verdiend. Dank ook aan de kiezers die op ons zijn blijven stemmen. Ondanks deze belangrijke mijlpaal, jubileum en een wethouderszetel, zal Gemeenschapsbelang aan de weg moeten blijven timmeren. Naar ik heb begrepen in de laatste algemene ledenvergadering zal dit zeker het geval zijn. Denk daarbij aan de slogan: 'Klein is mooi, groot is machtig, doch eenvoud is suksesvol.' De voorzitter. Piet van den Bliek Gemeenschapsbelang Prinsenbeek;  |
75. |
![]() |
Boeknummer: 00080
Cafévoetbal Prinsenbeek 1960-2010 Sport -- Café-voetbal (2010) [Theo Sprenkels, Sjef Machielsen] Cafévoetbal Prinsenbeek 1960-2010 50 JAAR CAFÉVOETBAL PRINSENBEEK Is dit een feit om bij stil te staan? Ja natuurlijk! In Prinsenbeek wonen veel mensen (zowel dames als heren) die leuke herinneringen aan het cafévoetbal bewaren. Het 50-jarig jubileum kunnen we dan ook niet zomaar voorbij laten gaan; het is een goed moment voor een reünie. In 1960 was de speelplaats van de toenmalige Heilig Hart school (nu De Horizon) de voetbalplek van de Prinsenbeekse jongelui. Neergelegde jassen markeerden het doel. Het waren voornamelijk families en vrienden die hier tegen elkaar voetbalden. Hier ontstond bij Ben Poppelaars, één van de initiatiefnemers van het georganiseerd cafévoetbal Prinsenbeek, het idee om buiten de KNVB om te voetballen. Ben heeft nooit kunnen vermoeden hoeveel dit los zou maken in ons dorp. Zijn initiatief was wellicht de bakermat van het enorme verenigingsleven waar Prinsenbeek inmiddels bekend om staat! Het meest kenmerkende voor het cafévoetbal waren wel de hechte vriendschappen die ontstonden. Er waren binnen de teams behoorlijk veel onderlinge verschillen in voetbalkwaliteit, maar niemand maakte daar een probleem van want juist de missers werden tijdens de 3e helft breed uitgemeten. Als herinnering aan de reünie is dit boekwerk gemaakt; het is tot stand gekomen dankzij de ingestuurde foto's, anekdotes en herinneringen van oud-voetballers en -voetbalsters, te weten (in willekeurige volgorde): Jan Beekers, Toon van Endschot, Rien Huijbregts, Christ van Endschot, Pierre Wijnen, Nancy de Craen, Wim Nijhof, Ad Jansen, Cees van Steen, Wil van Endschot, Frans Wildhagen, Luus Boeren, Thérèse van de Riet, Mechteld Taks, Ad Nagtzaam, André Schipperen, Sjack Vissers, Rien Franken, Toine Kleemans, Ingrid de Graaf, Piet Nuiten, Jan en Ben Poppelaars. Met dank aan allen die aan dit boekje hebben meegewerkt! Theo Sprenkels & Sjef Machielsen Eigen uitgave;  |
76. |
![]() |
Boeknummer: 00081
Breda Bevalt. Herinneringen van 28 Bekende Nederlanders aan hun geboortestad. Hans van Mierlo; Corry Brokken; Joris Rasenberg; Rein Welschen; Dimitri van Toren; Hubertus Ernst; Josine van Dalsum; Onno Ruding; Kees Rijvers; Maria Goos; Oek de Jong; Tijs Verrest; Ruud Benard; Jurgen van den Goorbergh; Marga Minco; Corry Konings; Moniek Toebosch; Arnold Heertje; Hugo Haenen; J.P. van Gastel; Remco van Wijk; Beertje van Beers; Eric Albada Jelgersma; Vic v.d. Reijt; Pieter Laurens Mol; Henri van der Biesen; Flip Bolluyt Historie -- Breda, algemeen (2001) [Martijn Jas] Breda Bevalt. Herinneringen van 28 Bekende Nederlanders aan hun geboortestad. INLEIDING Het jaar 2000 was een succesvol jaar voor Breda. NAC promoveerde naar de hoogste afdeling van het betaald voetbal, de popgroep Abel stond wekenlang op nummer één met Onderwegen Big Brother Ruud werd de nationale knuffelbeer. Scenarioschrijfster Maria Coos werd benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau, dj Tiësto was de beste dance- discjockey van Nederland, Remco van Wijk behaalde een gouden plak op de Olympische Spelen en Moniek Toebosch kreeg een oeuvre-prijs. Vic van de Reijt stelde de Top 100 van Nederlandstalige singles samen en van Corry Brokken verscheen de autobiografie Wat mij betreft. ■ Door al die successen ging in Amsterdam mijn Breda-hart sneller kloppen. Al jaren wist ik dat Hans van Mierlo in Breda geboren was, net als josine van Dalsum en Onno Ruding. Maar hoe en waar zij hun tijd hadden doorgebracht in de stad, wist ik niet. Zo ontstond het idee voor BREDA BEVALT, herinneringen van 28 bekende Nederlanders aan hun geboortestad. ■ Ik stelde voor mezelf een aantal criteria. Zo vond ik dat de bekende Nederlanders die in aanmerking kwamen per se in Breda geboren moesten zijn. En daarmee bedoel ik het Breda van na de oorlog, inclusief Ginneken en Princenhage. Iemand die wel in Breda getogen was maar niet geboren, zoals bijvoorbeeld Pierre Kartner, kwam niet op mijn lijst voor. Verder stelde ik me als doel om een zo gemêleerd mogelijk gezelschap bij elkaar te krijgen. En in de verhalen moest één thema naar voren komen: Breda. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding VOORWOORD Eén procent van de Nederlanders woont in Breda. Ik heb nog nooit iemand meegemaakt die het daar niet beviel. Een aan- gename stad, al heeft dat de meeste Bredanaars in dit boek er niet van afgehouden de wereld in te trekken. Sommigen, als Arnold Heertje of Oek de Jong, hebben van hun geboortestad ook niet meer dan hun wiegje gezien, anderen, zoals Kees Rijvers en Jurgen van den Coorbergh, komen regelmatig uit Frankrijk even langs voor familie en vrienden. Voor de meesten is Breda echter toch een afgesloten hoofdstuk in hun leven. Vaak wel een belangrijk hoofdstuk, omdat daar de vic- torie begon of simpelweg omdat daar de tienertijd lag. Dan wordt de stad pas echt van jou, weg uit de eigen straat en buurt, op de fiets of de brommer naar school, naar de cafés op de Havermarkt, het stadion van NAC en het eerste vriendinnetje. ■ Dat was ook mijn Breda. Al ben ik er niet geboren en ook niet gebleven, het is toch de stad van mijn jeugd. Bijna elke straat en elke plek die mijn vroegere stadgenoten noemen, zie ik meteen voor me. Net als Rein Welschen zat ik op de Lourdesschool en met Vic van de Reijt zat ik op het Onze-Lieve-Vrouwelyceum. Ik weet nog precies hoe de stad er bijna veertig jaar geleden uitzag, hoe het rook bij de H.K.I., hoe koud het met carnaval kon zijn, hoe zwart de Mark was en hoeveel salamanders er achter de Kogelvanger in het Mastbos zaten. Op weg naar school passeerde mij soms de groene Jaguar met chauffeurvan minister Toxopeus. De wereld veranderde. Op dansschool De Kruijff werd de Engelse wals gestopt toen het bericht kwam dat president Kennedy vermoord was. Met mijn eerste CJP zag ik in het net tot stadsschouwburg ver- bouwde Concordia Ank van der Moer schelden en tieren in Wie is bang voor Virginia Woolf. De jongerenmis werd een beatmis en we zongen 'Dank u Heer, dat ik u danken mag' de hitparade in. De televisie kwam naar Breda, maar de opnames van het jeugdparlement eindigden in zo'n chaos dat het niet tot een uitzending kwam. Dick Dees was toen fractievoorzitter bij de jonge liberalen, ik bij de jongeren-KVP. Wij droegen nog pakken en dassen, maar dat zou niet lang meer duren. klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord M. Jas Amsterdam / uitgeverij Kapstok;  |
77. |
![]() |
Boeknummer: 00082
Beekse Herbergen. Doesse nogges vol.. Ondernemingen -- Algemeen (2008) [Kees Nagelkerke] Beekse Herbergen Dit boek is via deze link verkrijgbaar in de winkel van Heemkundekring Op de Beek. VOORWOORD Zo oud als de mens is hebben er waarschijnlijk ook plaatsen bestaan waar men samen komt. Een plek om elkaar te treffen, een gesprekje aan te knopen en ook om gegevens en ervaringen uit te wisselen. Vrijwel ieder mens heeft behoefte aan sociale contacten en zoekt graag de medemens op. Dan ligt het al snel voor de hand om samen iets te drinken. En natuurlijk zijn er dan mensen die het gat in de markt zien en zo’n plaats van samenkomst oprichten. Zij willen dan daar -uiteraard tegen betaling- als een soort gastheer/vrouw wel zorgen voor de benodigde drank en wat dies meer zij. Daardoor ontstaat een gezellige sfeer en voelt de bezoeker zich een beetje thuis. En dan niet alleen de toevallige bezoeker maar ook iedereen die op zoek is naar gezelligheid en vertier. Het samen beleven van gezelligheid en het elkaar leren kennen in een informele sfeer, schept een band en legt de basis voor het welbevinden in een gemeenschap. Ik wil hiermee maar zeggen dat ontmoetingsplekken een niet te onderschatten functie hebben. Immers zij bieden een plaats waar het individu een ander mens wordt, onderdeel uitmakend van een gezelschap waarin men met elkaar praat, naar elkaar luistert en samen plezier maakt. Iedere gemeenschap heeft dan ook behoefte aan dergelijke gelegenheden en het maakt dan in principe niet uit of dit de naam draagt van herberg, café, restaurant, kroeg, disco of welke soorten er nog meer zijn. Prinsenbeek maakte en maakt hierop geen uitzondering. En dat is maar goed ook, want kunt u zich bijvoorbeeld kermis of carnaval voorstellen zonder cafés? Dat er in de loop der jaren veel veranderde op horecagebied is logisch. Ook hier stond de tijd niet stil en volgden de ontwikkelingen elkaar op. Van de vroegere 'stille knip' naar de huidige 'bar' is een hele stap. En hoe dat in Prinsenbeek allemaal in zijn werk ging kunt u lezen in dit boek. We moeten erg blij zijn dat er mensen zijn die dit allemaal voor ons en ons nageslacht op papier willen zetten en onze plaatsgenoot Kees Nagelkerke is een van hen. Met veel kennis van zaken en uitermate goed gedocumenteerd heeft hij een uniek stukje geschiedenis van ons dorp beschreven. De omslag wordt gesierd met een erg fraaie en zeer treffende tekening van eveneens onze plaatsgenoot Jan Tankink. De dank van het bestuur van de Heemkundekring OP DE BEEK en zeker ook van alle lezers gaat uit naar de auteur en illustrator en al degenen die hun medewerking gegeven hebben. Geniet - onder het genot van een glaasje - samen van dit boek. En...redt u het niet met één glaasje dan roept u maar: „Doesse nogges vol.... Ad van Melis Voorzitter Heemkundekring OP DE BEEK. TER INLEIDING Al zolang de wereld bestaat worden over heel diezelfde wereld al bier en alcoholische dranken gedronken. Nooit en te nimmer nog weg te denken, het zal dus altijd zo wel blijven. . - Er bestaan talloze stokerijen, zowel grote als kleine. - En zijn duizenden brouwerijen, waarvan ook veel regionale. - Er zijn en worden miljarden liters gedronken. - Er zijn vele boeken over geschreven. - Er zijn diverse liederen over gecomponeerd. - Er zijn verschillende musea voor opgericht. - Er zijn ontelbare cafés, restaurants, hotels, cafetaria’s enz. - Er verdienen massa’s mensen hun brood in de branche. - Er zijn groothandels, gespecialiseerd op dit gebied. - Er zijn duizenden soorten en nog meer merken. - Er worden beurzen, tentoonstellingen en exposities voor gehouden. - Er zijn, het getal mag u zelf invullen,...drinkers, zeg maar liefhebbers. - Er is veel, heel veel vreugde aan beleefd. - En...het heeft ook veel verdriet, ellende en armoede gebracht. Al in eerdere schrijvens heb ik laten weten dat Prinsenbeek, maar zeker ook het vroegere Beek, altijd en overal aan meedeed en meedoet. Op alle gebied en dat geldt dan ook op horecagebied. In dit boek gaat u daar veel over lezen, want één ding staat zo vast als een huis: 'OP DE BEEK IS NOOIT DORST GELEDEN' In een ver verleden, we spreken dan over de jaren rond 1700, waren er in Beek toch vijf kleine huisbrouwerijen en wel die van Jan Lips, Adriaen Jan Dirven, Adriaen Boeren jan Melissen en Adriaen Poppelaars. Er waren vroeger naast een groot aantal herbergen ook verschillende clandestiene drinkgelegenheden en ook toen was er al de lokale concurrentie. Om u als lezer toch een indruk te geven van het Beekse drankgebeuren, publiceren we hier als voorbeeld de jaaromzet van bier in het jaar 1907. (eeuw geleden.) Nuyten 1200 liter, Veehandelshuis 800 liter, P. Dircken 750 liter, Aartsen 670 liter, Ch. Mouwen 600 liter, Frijters 600 liter, Sterkens 500 liter, G. Mouwen 450 liter, ’ J. Dircken 450 liter, C. Mulder 400 liter, van Dorst 180 liter, Ch. Schalk 160 liter en tenslotte de wed. Leijs en H. Rops elk 120 liter. Bij elkaar toch zo’n slordige 7000 liter op een aantal van ca. 2000 inwoners Als we het hier over Beek hebben bedoelen we het gehucht, het kerkdorp Beek want we behoorden toen nog bij de gemeente Princenhage en op 1 januari 1942 werd Beek zelfstandig. Per 1 januari 1951 is het Prinsenbeek gaan heten De daarop volgende annexaties van 1976 en 1997 zijn genoegzaam bekend. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding Heemkundekring Op de Beek;  |
78. |
![]() |
Boeknummer: 00083
Langs de rand van het zand. Waterstaatsgeschiedenis in de Brabantse Delta Natuur -- Waterstaat (2009) [Jan van den Noort] Langs de rand van het zand. Waterstaatsgeschiedenis in de Brabantse Delta Woord vooraf Veel waterschappen zijn respectabele oude organisaties met wortels tot in de middeleeuwen. Maar heden ten dage zitten er ook jonkies tussen, zoals Waterschap Brabantse Delta, amper vijf jaar oud. Vergis u niet! Achter dat jeugdige uiterlijk gaat een eeuwenoude geschiedenis schuil. Zo’n tweehonderd waterschappen in het West- en Midden-Brabantse gingen Brabantse Delta voor en hun DNA is nog duidelijk herkenbaar in het nieuwe waterschap. Waar vroeger het beheer van polderpeilen, dijken en sluizen een hoofdrol speelde, ligt het accent vandaag de dag op de zuivering van afvalwater en de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het waterschap wordt daarnaast geacht in te spelen op klimaatverandering en verband te leggen met uiteenlopende onderwerpen als milieu, landschap, ruimtelijke ordening, economie, cultuurhistorie en recreatie. Waterschap Brabantse Delta vroeg historicus en cartograaf dr. Jan van den Noort om te onderzoeken hoe die lappendeken van polders en poldertjes werd samengevoegd en welke rol het verlangen naar voldoende schoon water daarbij speelde. Ik begreep dat Brabant zich niet gemakkelijk liet kennen, maar het is een verbluffend rijke geschiedenis geworden. Die rijkdom wordt nog onderstreept door verrassende foto's van Joop Reijngoud, de heldere kaartjes van de auteur en een fris ontwerp van Karin ter Laak. Ik wens u veel leesplezier. Joseph A.M. Vos Dijkgraaf Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta;  |
79. |
![]() |
Boeknummer: 00084
Van Gogh in Etten. Catalogus bij tentoonstelling over Vincent van Gogh 2003. 2de druk Cultuur -- Exposities (2003) [J.A. Rozemeyer] Van Gogh in Etten. VOORWOORD Sinds het jaar (1875) dat ds. Th. van Gogh in Etten en Leur werd beroepen is er veel veranderd. Telde de gemeente toen nog geen 5000 inwoners, inmiddels is Etten-Leur gegroeid tot ongeveer 40.000 inwoners. Was de gemeenschap toen overwegend agrarisch, nu is Etten-Leur een kleine stad met een belangrijke industriële en dienstverlenende taak. In het jaar 2003 wordt de 150e geboortedag van de zoon van dominee Van Gogh herdacht. Vincent van Gogh, geboren in 1853 in Zundert, ontdekte in 1881 in Etten-Leur na twaalf ambachten en dertien ongelukken, dat hij over een teken- en schildertalent beschikte. In een periode van zijn leven, dat hij thuis bij zijn ouders orde op zaken in zijn leven wilde stellen, begon hij te tekenen. Hij gebruikte daartoe veel voorbeelden uit zijn naaste omgeving. In het voorliggende boek, dat dit jaar zijn tweede, geheel herziene druk beleeft, is op voorbeeldige wijze verslag gedaan van de Ettense periode in het leven van Vincent van Gogh; feitelijk werd toen een groot kunstenaar geboren. Etten-Leur besteedt het gehele jaar 2003 grote aandacht aan zijn beroemdste inwoner. Velen zullen ongetwijfeld de gelegenheid te baat nemen op bezoek te gaan in Zundert én in Etten-Leur. Hen zal opvallen, dat, ondanks de geweldige veranderingen, er nog steeds belangrijke elementen uit Vincent’s tijd zichtbaar zijn. Etten-Leur heeft weliswaar stadse trekken gekregen, maar de dorpse gemoedelijkheid is niet verdwenen ondanks de vele nieuwbouw. De 'Tuin van Etten (1888)' is heden ten dage veranderd in een bruisend hart met lommerrijke parklanen. Op deze plaats hecht ik eraan de samensteller van de eerste en de tweede druk van dit boekje, de heer J.A. Rozemeijer en degenen die hem terzijde stonden te danken voor hun noeste arbeid. Het Stichtingsbestuur, dat de organisatie van het 150e geboortejaar van Vincent van Gogh in Etten-Leur voor zijn rekening nam, dank ik voor zijn creativiteit en inzet. De vele vrijwilligers, die zich belangeloos inzetten om de feestelijkheden mogelijk te maken en geïnteresseerde bezoekers rond te leiden complimenteer ik voor hun bijdrage aan de public relations van onze gemeente. U lezer van dit boek en bezoeker van onze Vincent-stad dank ik voor uw belangstelling. Ik heet u welkom en nodig u uit nog eens terug te keren en te genieten van het fraais dat Etten-Leur u te bieden heeft. drs. J.A.M. van Agt, burgemeester van Etten-Leur. Januari 2003 Stichting Vincent van Gogh Etten-Leur;  |
80. |
![]() |
Boeknummer: 00085
Brabant, literaire reis langs het water. Bloemlezing gedichten Cultuur -- Gedichten (2011) [Jasper Mikkers] BRABANT literaire reis langs het water Woord vooraf Wie nog niet van Brabant hield, wordt op slag verliefd bij het kijken en lezen in dit unieke boek. Ik was al verliefd, geboren en getogen Brabander die ik ben. De teksten, foto’s en vooral de combinatie ervan ontroeren mij. Het is bijzonder hoe beeld de tekst versterkt en tekst het beeld. De schrijvers, dichters en fotografen uiten in woord en licht wat zij zien en voelen. De geur van het water, het wisselen van de seizoenen; herinnering, heimwee, verbazing, betovering. En wijsheid, zoals in Weet dat je waar ook aan een oever woont, de beginregel van het gedicht Werkplek van Paul Meeuws. Het is er allemaal in dit boek, in Brabant. Om te zien, te lezen, te beleven. Een bijzondere ervaring voor iedereen. En als je, zoals ik, in Veghel bent geboren, dan sta je wat langer stil bij een vers als Veghel by night van Olivier van Nuenen: En onder onze ogen drijft de tijd zwart-edelstenen kringen in het water richting zee, maakt nu tot later, zwemmen nachtseizoenen vluchtig met ons mee. Wie nog niet van Brabant hield: kijk en onderga dit boek. Want, aldus Victor E. van Vriesland in een van zijn kwatrijnen voor het Philipsmonument in Eindhoven: Wat de ogen zien, dat zal het hart verstaan. Wim van de Donk Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant Stichting Achterland Zeist;  |
81. |
![]() |
Boeknummer: 00086
De annexatieplannen van het gemeentebestuur Breda 1921 en de bestrijding dier plannen door gemeente Princenhage, Ginneken & Bavel en Teteringen Annexatie -- Annexatie 1927 (1924) [ ] De annexatieplannen van het gemeentebestuur Breda 1921 en de bestrijding dier plannen door gemeente Princenhage, Ginneken & Bavel en Teteringen VOORWOORD Door Burgemeester en Wethouders van Breda werd bij schrijven van 17 Mei 1921 Ag. n° 1 door tusschenkomst van den Heer Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant aan Gedeputeerde Staten dezer provincie verzocht, op de motieven in dat schrijven aangegeven, te willen bevorderen de uitbreiding dier gemeente met deelen van de gemeenten Princenhage, Ginneken en Bavel en Teteringen, zooals in eene beschrijving der grenswijzing en op eene bijgevoegde kaart was aangegeven. Het hiervoor bedoeld verzoek van Burgemeester en Wethouders van Breda is, ingevolge het bepaalde in artikel 129 der Gemeentewet, door Gedeputeerde Staten bij schrijven van 10 Augustus 1921 G n° 342, 111° Afdeeling A, toegezonden aan de Besturen van de drie betrokken gemeenten. Door die Gemeentebesturen is d. d. 8 November 1921 toegezonden aan Gedeputeerde Staten een gemeenschappelijk verweerschrift, terwijl op genoemden datum door ieder van de drie Besturen aan genoemd College nog eene afzonderlijke nota werd ingezonden. De verschillende nota’s werden door Gedeputeerde Staten weder ter beantwoording toegezonden aan Burgemeester en Wethouders van Breda. Dit College heeft daarop geantwoord bij missive van 1 Juni 1922 Ag. n° 2. Het antwoord van het Gemeentebestuur van Breda werd bij schrijven van 28 Juni 1922 G n° 79 111° Afd. A weder gerenvoyeerd aan de Besturen van Princenhage, Ginneken en Bavel en Teteringen met verzoek de beschouwingen mede te deelen, waartoe Breda’s nota aanleiding mocht geven. Op 27 Juli 1922 werd weder een gemeenschappelijk verweer ingezonden aan Gedeputeerde Staten, terwijl op 27/28 Juli door ieder Gemeentebestuur nog een afzonderlijk antwoord werd ingediend. Uit de ingezetenen van de drie betrokken gemeenten had zich, reeds vóórdat door het Gemeentebestuur van Breda zijn verzoek tot grenswijzing was ingediend, gevormd een « Comité van Verweer» tegen de annexatieplannen van Breda. Door eene Commissie uit dit Comité werd een onderzoek ingesteld naar de gevolgen der grenswijziging van Maastricht en Eindhoven en werden daarvan rapporten uitgebracht. In de afzonderlijke nota van Burgemeester en Wethouders van Princenhage van 8 November 1921 wordt naar die rapporten verwezen. Om deze reden zijn beide rapporten achter de nota’s van 8 November 1921 afgedrukt. In de nota van Breda van 1 Juni 1922 Ag. n° 2 worden beide rapporten besproken en die bespreking heeft aanleiding gegeven tot het uitbrengen van een nader rapport, hetwelk mede is af gedrukt. Door den gemeenteraad van Breda is in zijne vergadering van 23 Augustus 1922 eene motie aangenomen met betrekking tot het voorstel tot grenswijziging. Hetzelfde is geschied door de gemeenteraden van Princenhage, Ginneken & Bavel en Teteringen in hunne vergaderingen onderscheidenlijk van 25 Augustus 1922 ; 31 October 1922 en 1 September 1922. In September/October 1921 werd een adres gezonden aan Gedeputeerde Staten om geen grenswijziging te willen bevorderen. Op dit adres hebben, op slechts enkele uitzonderingen na, alle ingezetenen van Princenhage, Ginneken & Bavel en Teteringen geteekend. Bij schrijven van 17 Januari 1923 werd door Gedeputeerde Staten toegezonden aan de betrokken Gemeentebesturen een afschrift van hun tot Burgemeester en Wethouders van Breda gericht schrijven van 10 Januari 1923 G n° 591, IIP Afdeeling A, waarbij werd bericht, dat door Gedeputeerde Staten geene termen waren gevonden om de voorstellen inzake de grenswijziging van Breda over te nemen. Hiermede was de kwestie voorloopig afgedaan. Het was echter te verwachten dat een nieuw voorstel tot grenswijziging door Breda zou worden gedaan. Hetgeen kon worden verwacht is thans werkelijkheid geworden. Bij schrijven van 18 Februari 1924 is door het gemeentebestuur van Breda een nieuw, geheel gewijzigd plan tot uitbreiding dier gemeente aan Gedeputeerde Staten voorgesteld, waarbij opnieuw de drie gemeenten Princenhage, Ginneken en Bavel en Teteringen zijn betrokken. Aangezien de kennis van het verweer tegen de annexatieplannen van 1921 noodig is bij de beoordeeling van het nieuwe voorstel, werd het van belang geacht de indertijd gevoerde briefwisseling in druk te doen verschijnen. De verschillende hiervoor genoemde stukken kan men hierachter aantreden, terwijl ook nog is afgedrukt eene kaart, waarop de in 1921 door Breda voorgestelde grenswijziging is aangegeven. Princenhage | Ginneken & Bavel| Mei 1924. Teteringen | Provincie Noord-Brabant;  |
82. |
![]() |
Boeknummer: 00087
Collecties verzameld. Inventarisatie collecties Heemkundekringen NB (met portret van Ad van Melis) Historie -- Breda, erfgoed (2011) [M. Brederoo, S. Ticheloven] Collecties verzameld. De Erfgoedmonitor. Voorwoord Vaak worden ideeën voor projecten in huis of achter een bureau geboren. Vervolgens is het een hele uitdaging om zo’n project dan in het veld uit te gaan zetten. In het geval van het project Erfgoedmonitor heeft die uitdaging een bijzonder tintje gekregen, omdat we voor het eerst heemkundekringen hebben benaderd met vragen rondom hun collecties. Zouden die Brabantse kringen eigenlijk wel willen meedoen? Die koudwatervrees is volledig weggenomen door de vaak hartverwarmende reacties die de projectmedewerkers te velde kregen. Zij voelden zich gedurende het project overal bijzonder welkom. De respons van de heemkundekringen was groot en daarmee is het project Erfgoedmonitor eigenlijk op voorhand al geslaagd. De aandacht die vanuit Erfgoed Brabant aan de collecties van de heemkundekringen is besteed, is als buitengewoon positief ervaren, zo blijkt uit de inventarisatie. Hoewel er niet altijd direct winst op korte termijn valt te behalen, voelen vele heemkundigen zich duidelijk gehoord en gekend. De inventarisatie heeft een duidelijk toenemend bewustzijn van hun rol in de samenleving teweeggebracht. Graag wil ik iedereen bedanken voor de bereidwillige medewerking aan het welslagen van het project Erfgoedmonitor. Een kijkje in de keuken van de heemkundekring heeft bruikbare recepten voor de toekomst opgeleverd! Een speciaal woord van dank gaat uit naar projectleider Monique Brederoo en haar veldmedewerkers Sabine Ticheloven en Maurice Wery. Patrick Timmermans, Directeur Erfgoed Brabant Erfgoedmonitor.;  |
83. |
![]() |
Boeknummer: 00088
Toekomst religieus erfgoed in Noord-Brabant Monumenten -- Monumentenzorg (2005) [drs. Harrie Maas] Toekomst religieus erfgoed in Noord-Brabant Voorwoord De meeste kerkgenootschappen en religieuze instellingen in Nederland maken een woelige tijd door. Ontkerkelijking een steeds kleiner wordend aantal kerkbezoekers, (dreigende) exploitatietekorten, nog slechts enkele kloosterroepingen... menig bestuurder van een kerk of kloosterinstelling heeft het hoofdbrekens bezorgd. Ondanks de 'zorgen' hebben tal van kerken en kloosters de deuren inmiddels al gesloten, of zijn zelfs gesloopt. Elke keer wanneer dit zich voordoet, roept het veel emotie en betrokkenheid op: bij de gelovigen, bij degenen die een band met het gebouw hebben (bijvoorbeeld omdat ze er zijn gedoopt, of zijn getrouwd), bij de buurtbewoners, bij degenen die zorg hebben voor ons cultuurhistorisch erfgoed, bij het kerkbestuur, bij het bisdom, bij het gemeentebestuur, of bij andere belanghebbenden. Elke keer wanneer dit zich voordoet wordt religieus erfgoed 'vervreemd', of -soms nog erger- onherstelbaar vernietigd. Actieve opstelling nodig De komende tijd zal de problematiek van de leegkomende kerken en kloosters en daarmee een dreigende teloor- gang van het religieuze erfgoed in nog veel grotere mate zich aandienen. Deze landelijke ontwikkeling zal met name in Noord-Brabant. waar het kerkgebeuren en het kloosterleven zo significant aanwezig is geweest, merk- baar zijn. De vele kerktorens en kloostercomplexen in het Brabantse landschap getuigen daarvan. Maar voor sommige tikt de tijd? Hoe lang hebben ze nog te 'leven'? Om een verdere teloorgang van het religieuze erfgoed te stoppen is een actieve stelling-name dringend nodig. Dat vraagt in de eerste plaats om onderkenning van de problematiek. Vervolgens is het nodig dat oplossings- gericht te werk wordt gegaan. Vanuit onze dagelijkse praktijk weet het Monumentenhuis Brabant dat er vele belangen in het spel zijn en dat vanuit verschillende invalshoeken naar de problematiek wordt gekeken. Ondanks dit gegeven is er een gemeenschappelijk belang: de zorg voor hel behoud van het religieuze erfgoed in onze provincie. Op zich is dit een mooi vertrekpunt waar ieder het mee eens is. maar wat Ie doen als een kerk of klooster op termijn leeg komt te staan en de vraag echt op tafel komt? hoe wordt dan invulling gegeven aan de 'zorg voor het behoud van het religieuze erfgoed'? Het gebouw leeg laten staan, slopen... of is herbestemming een optie? Deze vragen zullen de komende tijd vaak worden gesteld. Vragen die we niet uit de weg moeten gaan. Doel brochure Met deze publicatie wil het Monumentenhuis Brabant een bijdrage leveren aan de discussie rond de zorg voor het behoud van het religieuze erfgoed in Noord-Brabant, in het bijzonder met betrekking tot het aspect herbestemming. Daartoe zijn in deze brochure een aantal 'stakeholders' aan het woord gelaten die hun mening hieromtrent geven. Hopelijk draagt het ook bij aan een maatschappelijke attitude en betrokkenheid, gericht op de instandhouding van het religieuze erfgoed. Tenslotte willen we in deze brochure laten zien dat er vele varianten van herbestemming van religieuze gebouwen mogelijk zijn en dat herbestemming een goede optie kan zijn voor de instandhouding van vrijkomende religieuze gebouwen. Het Monumentenhuis Brabant heeft zeker niet de pretentie een compleet beeld te geven van de verschillende varianten van herbestemming. Evenmin spreken wij ons uit vóór of tegen een bepaalde variant. Wel is het onze mening dat herbestemming kansen biedt voor de toekomst voor het religieuze erfgoed in Noord- Brabant. Dat spreken wij graag hierbij uit. Hopelijk biedt deze brochure hiervoor inspiratie. Ir J.A J. Huijbregts Voorzitter Stichting Monumentenhuis Brabant Stichting Monumentenhuis Brabant;  |
84. |
![]() |
Boeknummer: 00089
Oorlogsherinneringen en verhalen uit Etten-Leur Oorlog -- Tweede Wereldoorlog, algemeen (2019) [Jos Martens, Jos Buijs] Oorlogsherinneringen en verhalen uit Etten-Leur Voorwoord Bestuur Heemkundekring De huidige bestuursleden van Heemkundekring Jan uten Houte zijn allen van na 1945. En zelfs als ze wat jonger zouden zijn, dan nog is het maar de vraag of ze bewust de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Toch kan die oorlog in hun leven een rol hebben gespeeld, zoals in het leven van de schrijver dezes. Zolang als ik me kan herinneren vertelde mijn vader over zijn belevenissen tijdens de Duitse bezetting. Hij was van 1922 en heeft de oorlog dus heel bewust meege- maakt. Bovendien had hij de leeftijd om niet zomaar te accepteren wat hem óverkwam. Verhalen uit het verzet, waar hij aan deelnam, verhalen over droppings van wapens, verhalen over vluchten over schuttingen en door tuinen. Verhalen over arbeidskampen in de polder. In al die verhalen kwamen een paar zaken naar voren. Allereerst het onrecht dat in zijn ogen de Nederlanders werd aangedaan. Een Duitser was daarom geen Duitser, maar een Mof. En het gevoel van onvrijheid dat je in die tijd steeds achtervolgde. Sper-tijd ( van 20:00 - 04:00 uur) was er één van, maar ook dat je een Ausweis moest hebben en dat voedsel op de bon was, om maar eens wat te noemen. Voor de na-oorlogse generatie allemaal dingen die we niet uit eigen ervaring kennen. Belangrijk is ook te vermelden dat, ondanks de slechte ervaringen met Duitsers in de oorlogstijd, het voor hem niet heeft geleid tot haat tegen Duitsers in het algemeen. Over het zogenoemde Wirtschaftswunder dat in het na-oorlogse West-Duitsland plaatsvond kon hij euforisch zijn. En ook de Duitse toeristen die met bloemenkransen op hun auto’s naar de Heimat reden na hun bezoek aan de bollenvelden, konden op zijn sympathie (en lichte afgunst) rekenen. Gelukkig kunnen we al sinds 1944 (in de rest van Nederland 1945) in vrede leven in Nederland. Door de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden en ervan te leren dat haat en strijd niet de oplossing zijn om conflicten te beslechten, bestaat de kans dat we de vrede kunnen bewaren. Als we dan ook nog onrecht uitbannen en de vrijheid voor en van iedereen liefhebben vanuit de gedachte dat vrijheid daar ophoudt waar je de vrijheid van een ander beperkt, dan is er hoop voor de toekomst. Nu we in Etten-Leur herdenken dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn, is het goed dat we weten wat in ons dorp gebeurde in die oorlog. En dat we vooral niet ver- geten dat we bevrijd zijn ten koste van veel offers. In dit boek wordt daarover uitvoerig verteld. Over de enge dingen, over de slechte dingen, over geweld, over heldendom, over verwoesting en over leed. Maar natuurlijk is ook in al die verhalen aanwezig: wij kunnen het navertellen! Nu de generatie die de oorlog heeft meegemaakt langzaam maar zeker steeds kleiner wordt, zijn deze herinneringen des te waardevoller. We hopen dat u geniet waar dat kan, mee-huivert waar dat nodig is en op de hoogte komt van dit belangwekkend stuk historie. Namens Heemkundekring Jan uten Houte Jan Zengerink, secretaris Heemkundekring Jan uten Houte;  |
85. |
![]() |
Boeknummer: 00090
Het Mastbos. Staatsbosbeheer 100 jaar Natuur voor iedereen Natuur -- Mastbos (1999) [Thijs Caspers] INLEIDING In het Mastbos ben je nooit alleen. Wat kan een tegen de stadsrand aangeplakt bos, dat bovendien bekneld ligt tussen autowegen, de zoeker naar rust en natuur eigenlijk te bieden hebben? Op het eerste gezicht lijkt het Mastbos enkel een leuk uitje voor Bredanaars die hier op een doordeweekse dag tussen de middag even een frisse neus komen halen, of er de hond uitlaten. Een langere wandeling in het weekend wordt vaak gekoppeld aan een bezoek aan een van de vele horecagelegenheden die eromheen liggen: de boswandeling als versnapering. Maar het Mastbos verdient meer dan het imago van een groot uitgevallen stadspark. Want wie dieper in het bos dóórdringt, komt tot de verrassende ontdekking dat de natuur rijker wordt, opvallend rijker. De wandelaar treed plots het rijk binnen van ree, reiger, kikker, salamander; klokkebei en dubbclloof natuurlijke fenomenen die symbool staan voor sprookjesachtige betovering. Wie het Mastbos slechts van naam kent en een blik op de topografische kaart werpt, zou de conclusie kunnen trekken dat hier de zoveelste Brabantse dennenakker ligt: een droge ondergrond met grove dennen, jong, iel en stijf in het gelid. Niets is minder waar. Het Mastbos bewijst dat wanneer men de grove den de kans geeft oud te worden, deze boom net als beuk en zomereik het predikaat eerbiedwaardig verdient, met zijn breed uitgegroeide kroon en vlammende schorssculptuur. Het Mastbos is het oudst aangelegde productiebos van Nederland. Het is opgedeeld in vakken, het wordt doorkruist door loodrecht op elkaar staande lanen en voor de drainage werden sloten in de loop der tijd steeds verder uitgediept. Door dit verleden draagt het niet het karakter van een natuurlijk bos, hoewel het laatste decennium in bepaalde delen een beheer gevoerd wordt, gericht op ‘vernatting’ en ‘verwildering’. De nog goed zichtbare, oude gebruiksfunctie van het Mastbos kent echter ook zijn charmante kanten. De lanen hebben door hun lengte een eeuwigheidskarakter; door hun talrijkheid geven ze het bos een ‘voornaam’ aanzien. De wandelaar krijgt het gevoel dat velen die vóór hem geleefd hebben met hem optrekken, van Nassause prinsen, houtvesters, boswachters, houthakkers en jagers tot rabauwen, soldaten, lichtekooien, stropers, sprokkelaars en bosbessenplukkers. Het is net alsof dit bonte gezelschap in je nek ademt wanneer je van de Lange Dreef het Eeuwig Laantje induikt. In het Mastbos ben je in meer dan één opzicht nooit alleen. Thijs Caspers Staatsbos beheer/Uniepers Abcoude;  |
86. |
![]() |
Boeknummer: 00091
Brabantse Monumenten Leven. 80 Monumenten in 90 foto's Monumenten -- Monumentenzorg (1996) [dr. Th.G.A. Hoogbergen, Olaf Smit (foto's)] Brabantse Monumenten Leven INLEIDING algemeen Zoveel aandacht en inspanningen voor de restauratie van een eigen monument in de plaatselijke gemeenschap verdienen een gepaste verslaglegging. Dat betekent opnieuw het inschakelen van tientallen mensen voor het leveren van zakelijke gegevens, waardevolle informatie en historische beschrijvingen. Tevoren zijn daarover goede afspraken gemaakt: de verantwoordelijke eindre- dacteur neemt op zich de toegestuurde documentatie zoveel mogelijk op de gelijke leest van één pagina tekst te schoeien, passend in het geheel van een publicatie en toegankelijk voor geïnteres- seerde lezers. Alle gerestaureerde monumenten zijn de commissie ook even lief. Zij maakt in haar beschrijving geen onderscheid tussen groot of klein, kostbaar of bescheiden, mooi of lelijk, be- langrijk of onaanzienlijk, door ouderdom al sacrosanct of door zijn actualiteit nog nauwelijks opgemerkt. AI deze waardeoordelen laat zij terzijde. De commissie neemt de term 'monument' in zijn ruime betekenis: dat wat overblijft van vroegere cultuur, kunst, nijverheid of wetenschap of dat wat slechts een herinnering oproept aan wat mensen belangrijk vonden. Al die zaken legitimeren duidelijk de keuze van de gemeenten. Die open en spontane wijze van benadering biedt een eindredacteur onvermoede kansen voor het ver- melden van tal van wetenswaardigheden, die in en rond deze monumenten vaak treffende aspecten van historische overeenkomsten laten zien op plaatselijk, regionaal en landelijk niveau. Wellicht valt uit al deze beschrijvingen in zekere zin een, vooral bescheiden, geschiedenis van onze provincie af te leiden: fragmentarisch zeker en hoogst willekeurig stellig, want de commissie heeft op de keuze van de monumenten geen enkele invloed. Zo’n beschrijving kan en wil, om dezelfde reden, ook niet volledig zijn. Maar de commissie vleit zich met de hoop, dat zij af en toe een kleurrijk detail kan vermelden, soms van een individuele geladenheid of getuigend van een verrassende kijk. Een andere keer ontstaan er misschien associaties in tijd en ruimte, die mensen niet eerder zijn opgevallen. Gebeurtenissen uit de geijkte geschiedenisboeken krijgen vaak in de entourage van een uitgebeelde couleur locale een nieuw gezicht. Ongetwijfeld scheppen sommige verhalen misschien een eerste begrip. De tachtig 'artikelen' van een ongeveer gelijke lengte zorgen wel voor voldoende afwisseling, al leent niet ieder monument zich voor even interessante beschou- wingen. Stichting Zuidelijk Hististorisch Contact Tilburg;  |
87. |
![]() |
Boeknummer: 00093
Breda na 750 jaar Historie -- Breda, algemeen (2002) [A. Bijma, W. v.d .Calseyde, E.v.d. Hoeven, H. Lokerse] Breda na 750 jaar t.g.v. 750 jaar Breda VOORWOORD Van jongs af aan ben ik gehecht aan Breda Chris Rutten (60) is burgemeester van de stad Breda. Als 'primus inter pares’ (eerste onder zijns gelijken) is het eerste woord dan ook aan hem, waarbij we in dit geval de gehele stad als zijn wijk bescbouwen. Als 'gelijke' van zijn medebewoners presenteren we dit voorwoord in de vorm van een interview, zoals ook andere bewoners in de volgende hoofdstukken aan het woord komen. Enkele dagen na zijn aanstelling, op 1 januari 1996. zat de kersverse burgemeester voor de eerste keer een raadsvergadering in Breda voor. Na afloop werd er nog een borrel gedronken, daarna keerde hij terug naar hotel De Keijser, waar hij logeerde. Ik woonde nog in Zeeland. Het was na middernacht en het vroor dat het kraakte. Tot mijn verbazing paste de sleutel niet in het hotelslot en ook de hotelhouder, een inmiddels bekende Bredanaar, reageerde niet op het geklop. Dus ik naar het politie- bureau, waar ze me nog niet herkenden en de suggestie deden naar een ander hotel te gaan. Maar ik had geen cent op zak en kon zelfs geen taxi nemen. Nog steeds incognito belandde ik uiteindelijk met behulp van een vriendelijke wachtcommandant om half drie in hotel Mercure, waar een baliemedewerkster mijn verhaal geloofde dat ik de nieuwe burgemeester was, zij het zonder portefeuille. Chris Rutten werd geboren in het Limburgse Susteren, in het voor Breda belangrijke jaar 1942. In dat jaar werden namelijk grote delen van Ginneken en Princenhage bij Breda gevoegd. Vele jaren later zou hij als burgemeester van Breda nog zo’n gedenkwaardig moment meemaken: de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1997, waarbij Teteringen, Prinsenbeek en grote delen van Bavel en Ulvenhout bij Breda kwamen. Nog geen jaar in functie was hij daarmee plotsklaps burgemeester van de achtste stad van Nederland. Zijn liefde voor Breda werd er niet minder om, die dateert al uit zijn jeugdtijd. In de jaren '50 kwam ik als kind regelmatig op vakantie in Breda. De zomers bracht ik door bij vrienden van mijn ouders in de Laan van Mecklenburg. Ik voetbalde op de toenmalige Ceintuurlaan, die een brede middenberm van gras had, en vond het heerlijk om te kunnen zwemmen in het Sportfondsenbad en te fietsen in het Mastbos. Sinds die tijd ben ik erg gehecht aan Breda, dat ik reken tot de drie mooiste steden van Nederland, naast Amsterdam en Maastricht. Het heeft, denk ik, veel te maken met goede jeugdherinneringen en een gevoel van nostalgie. Het gevoel van vertrouwdheid met de stad is er sinds zijn aantreden als burgemeester alleen maar sterker op geworden. Wat mij vooral aanspreekt is de menselijke maat die de stad heeft. Breda is niet al te groot en in sociaal opzicht voel je je dan ook snel thuis. Zeker in mijn functie waarin je heel veel mensen tegenkomt. Rutten heeft de ervaring dat Bredanaars over het algemeen trots zijn op hun stad, die een zekere sjiekheid bezit ten opzichte van de omgeving. Bovendien is Breda ook een mooie historische stad, in Brabant alleen in gezelschap van Bergen op Zoom en ’s-Hertogenbosch. klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Inleiding en verantwoording Sinds enkele jaren zet Breda zichzelf op de kaart als 'stad met karakter'. Een predicaat dat niet alleen van toepassing is op de fraaie binnenstad of op de oude en eigentijdse monumenten als de Grote Kerk of het Chassé Theater. Het leven in Breda wordt daardoor weliswaar beïnvloed, maar niet bepaald. Het echte leven werd en wordt immers vooral geleefd in de vele wijken, buurten en (voormalige) dorpen die de huidige gemeente telt. Daarover gaat dit nieuwe boek van Sectie D. In woord en beeld tonen we de ontstaansgeschiedenis, sociale samenhang en bijzonderheden op het gebied van natuur en architectuur van steeds nieuwe delen in een almaar uitdijende stad. Daarnaast vertellen wijkbewoners van verschillende leeftijd en sociale achtergrond hun eigen verhaal over hun woonomgeving. Van elke wijk is een fotografische impressie gemaakt door één van de zestien Bredase fotografen die speciaal voor dit project zijn aangezocht. Zo biedt dit jubileumboek een karakteristieke weergave van het leven in de verschillende wijken van Breda. Sektie D Zandbergse Boekstichting;  |
88. |
![]() |
Boeknummer: 00095
75 jaar RK Baroniesche Tuinbouwvereniging / Coöperatieve Tuinbouwveiling RBT 1908-1983 Belangenverenigingen -- Tuinbouwvereniging St. Isidorus (1983) [N. Rops vzt e.a.] 75 jaar RK Baroniesche Tuinbouwvereniging / Coöperatieve Tuinbouwveiling RBT 1908-1983 Voorwoord De Coöperatieve Tuinbouwveiling R.B.T. b.a. te Breda viert in 1983 haar 75-jarig bestaan. Bij deze gelegenheid zullen we terugzien naar een boeiend verleden van de Baronie van Breda in de periode 1908-1983. Dit fotoboek laat de ontwikkeling zien van vollegronds- en glastuinbouw in Breda met daar omheen 26 dorpen gedurende deze 75 jaar. Het bestuur heeft juist dit jubileum aangegrepen om de aandacht te vestigen op de jongste uitbreiding en gebruikneming van neerzethallen, waarmede wederom een nieuw tijdperk wordt ingeluid in de geschiedenis van de veiling. Vele medewerkers en bestuursleden hebben hun deel bijgedragen om de 'R.B.T.' met zijn tijd mee te laten gaan. Direktie en bestuur willen op deze manier de gebeurtenissen bundelen en ze tot een blijvende herinnering maken om daarmede hulde te brengen aan onze voorgangers, die met veel moed en inzet het de huidige generatie mogelijk heeft gemaakt verder te bouwen op een gezond fundament. Getracht is een evenredig aantal foto’s van alle afdelingen, voorzover deze ter beschikking waren, op te nemen. Dit alles is mogelijk geworden door medewerking van oud-bestuursleden, kopers, medewerkers en telers. Ondermeer aan bovenstaande groeperingen breng ik dank voor het in bruikleen afstaan van het grote aantal foto’s, die het ontstaan van dit boek mogelijk hebben gemaakt. Dank breng ik ook aan de personen van het Rijkstuinbouwconsulentschap te Tilburg, Proeftuin, lagere- en middelbare tuinbouwschool en standsorganisaties die allen eveneens hun medewerking hebben verleend. Met de keuze van foto’s en tekst is getracht de lezer een redelijk goed beeld te geven van de 'R.B.T.' veiling zoals het vroeger was en ten dele nog is. N. Rops Voorzitter RBT-veiling Breda;  |
89. |
![]() |
Boeknummer: 00096
Gemeentewapens in Nederland. T.g.v. Jubileum NV Bank der Nederlandse Gemeenten 1989 Overheid -- Gemeente, algemeen (1989) [mr. J.H. Keuzenkamp] Gemeentewapens in Nederland. Jubilea zijn een gerede aanleiding eens iets te doen dat buiten de dagelijkse Routinewerkzamheden valt. Deze gedachte leefde bij de nv Bank voor Nederlandsche Gemeenten met het oog op haar vijfenzeventigjarig bestaan. Daaraan iets te verbinden dat ook na het eigenlijke jubileum de herinnering aan dit heugelijke feit zou bewaren, had Bank voor de geest toen het oog viel op een onderwerp dat zowel haar als ook haar cliëntele aanging: het werd de uitgave van een boek waarin alle Nederlandse gemeentewapens een plaats zouden vinden. Iets dergelijks lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo origineel. Van 1862 dateert namelijk reeds een uitgave, verzorgd door W.J. Baron d’Ablaing van Giessenburg, van alle toen bij de Hoge Raad van Adel geregistreerde wapens van publiekrechtelijke lichamen: de fijne zwart-wit tekeningen in steendruk, vervaardigd naair de afbeeldingen in de registers, maken nog steeds indruk. De eerste uitgave in kleur, door Koffie Hag, dateert van 1924. de heraldische tekenaar T. van der Laars tekende de wapens van alle toen bestaande en opgeheven gemeenten en waterschappen in de voor hem kenmerkende eigen stijl. Nog drie zagen het licht, maar alle in zwart-wit: in 1942 twee delen, die bekend staan onder de naam van de uitgever, De Branding, en waarbij weer gebruik gemaakt werd van de tekeningen uit 1862, die eveneens dienst deden als illustraties van KL. Sierksma’s Prismaboek (1968); de wapens die na 1862 waren vastgesteld, werden hier uiteraard aangevuld. C. Druif bracht in 1965 een uitgave met opnieuw getekende wapens. Men ziet: sedert de stichting van het Koninkrijk slechts één werk in kleur, maair dan uniform door één kunstenaar in zijn persoonlijke stijl getekend en de overige zwart-wit, maai- gedeeltelijk wel volgens de stijl van de officiële registers. Een uitgave in kleur die de registers volgt, mag dus het etiket ‘origineel’ voeren, waarbij komt dat de eerder genoemde werken intussen sterk verouderd zijn, mede doordat de overheidsheraldiek de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt is. aan de ene kant door het ontstaan van nieuwe gemeenten ten gevolge van herindelingen, aan de andere kant door een groeiende lokale belangstelling, resulterend in wapenverbetering. Een werk als het onderhavige staat of valt met twee onderdelen: de afbeeldingen en de blazoenering, de tekst. De afbeeldingen, ontleend aan bestaande zwart-wit tekeningen of naar de registers opnieuw getekend, zijn op zeer bekwame wijze geschilderd door de heer Jack Jacobs. De gecompliceerde beschrijvingen zijn op voortreffelijke wijze uitgetikt en verwerkt door mevrouw Yvonne Taverne van de firma BoekBeeld te Utrecht De algehele controle van het project is verricht door de heer G.P. Nijkamp, medewerker van de Hoge Raad van Adel Mr. J H. Keuzenkamp, die reeds eerder zijn sporen verdiend heeft met publicaties op het gebied van de overheidsheraldiek, schreef de inleiding. Zonder hun toewijding zou dit boek, dat men eigenlijk een bronnenuitgave zou mogen noemen niet tot stand hebben kunnen komen. Hun zij een woord van hartelijke dank gebracht Mr. O. Schutte, Secretaris van de Hoge Raad van Adel NV Bank der Nederlandse Gemeenten;  |
90. |
![]() |
Boeknummer: 00097
Gedenkboek R.K. Land- en Tuinbouwschool Breda 1919-1949 Onderwijs -- Algemeen (1949) [J. Oomen (voorzitter RK Land- en Tuinbouwschool)] Gedenkboek R.K. Land- en Tuinbouwschool Breda 1919-1949 Dertigjarig Jubileum van de Katholieke Land- en Tuinbouwschool te Breda. Bevordering van het katholiek onderwijs is een van de voornaamste plichten van de Bisschop. Ten volle bewust van deze.gewichtige taak, ons opgedragen, hebben we bij het bestijgen van de Bisschoppelijke zetel van het Bisdom Breda terstond de handen aan het werk geslagen en ons ingespannen voor de oprich- ting van meer katholieke scholen. Bij de uitvoering van dat dringend nodige werk, had vooral onze aandacht de katholieke middelbare school, niet het minst de katholieke Land- en Tuin- bouwschool. We voelden aan, dat onze boeren en tuinders, de machtige steun van Kerk en Maatschappij, meer ontwikkeld moesten worden om als trouwe leden van Kerk voor godsdienst en zeden met vrucht te kunnen optreden. Ook in hun eigen belang moesten ze hoger ontwikkeling opdoen om hun bedrijf op te voeren. Het was ons een oprechte vreugde, dat onze godsdienstige boeren en tuinders hun eigen belang en het belang van Kerk en Maatschappij beseffend, bereidwillig waren te vinden om Land- en Tuinbouwscholen in het leven te roepen. De Bredase school mag nu haar dertigjarig bestaans-jubileum vieren en zij mag dat doen met heel grote blijdschap, als zij nagaat, hoe de school jaarlijks in bloei toenam en overziet, welke mooie resultaten zij in dat tijdsbe- stek heeft bereikt. Altijd hebben we met levendige belangstelling de groei en de bloei van de katholiek Land- en Tuinbouwschool te Breda gevolgd. Bij de aanvang van het schooljaar nemen wij met genoegen kennis van het aantal leerlingen en wij verheugen ons, als de school flink is bezet en bij het sluiten van het schooljaar gaan wij met aandacht na de uitslag van de examina. We blijven met de school meeleven. Met onze welgemeende gelukwensen bij het jubileum betuigen wij van harte onze dankbaarheid aan al de bestuurderen, aan directeur en leraren, voor het onbeschrijfelijk vele, dat ze voor de oprichting en de aanhoudende ontwikkeling hebben gedaan. De school geniet een goede naam en wij zijn zeer verheugd in onze Bisschopsstad zulk een bloeiende katholieke Land- en Tuinbouwschool te bezitten. Moge Gods onmisbare Zegen op de ons dierbare school blijven rusten en haar tot steeds hogere bloei leiden tot heil van Kerk en Maatschappij, inzonderheid van het Bisdom Breda. Breda, 26 Augustus 1949. De Bisschop van Breda, P. HOPMANS. Voorwoord Voorzitter. Volgaarne voldoe ik aan het verzoek om een voorwoord voor dit gedenkboek te schrijven. Ik wil dan beginnen met terug te gaan tot 16 Maart 1920, op welke datum een eerste bijeenkomst is gehouden. Toen ontstond de kiem van onze R.K. Land- en Tuinbouwschool. Zij werd gesticht door de Kring Breda van de N.C.B. en de R.K. Baroniese Tuinbouwschool. Daar deze twee verenigingen beide, zij het langs verschillende wegen, werken in het belang van onze Boeren en Tuinders in de Baronie van Breda, spreekt het als vanzelf, dat zij de handen ineen sloegen om dit grote werk tot stand te brengen. Als goede boerenbonders zochten de initiatiefnemers direct contact met de moederorganisatie, de R.K. Noordbrabantse Boerenbond. De eerste bestuurscommissie be- stond dan ook uit drie leden van de Kring Breda N.C.B., drie leden van de R.K. Baroniese Tuinbouwvereniging en één lid als vertegenwoordiger van de De commissie is enthousiast aan het werk getogen en is er in geslaagd de R.K. Land- en Tuinbouwschool tot stand te brengen. Het succes der school worde met voldoening geconstateerd en moge een vergelding zijn voor de vele werkzaamheden en al de moeite van het Bestuur. Steeds heeft onze school de overgrote belangstelling van onze Boeren en Tuinders genoten en honderden kunnen er zich op beroemen de lessen met succes te hebben gevolgd. Door onze hoogst wetenschappelijke directeur met zijn staf van zeer toegewijde leraren is hun op theoretisch gebied bijgebracht wat mocht worden ver- wacht en door eminente priesters is hun de nodige Godsdienstleer en Sociologie en wat daarmee samenhangt uiteengezet, zodat men mag spreken van een veelzijdige degelijke basis voor voortgezette zelfstudie en een algemene ontwikkeling voor het verdere leven. Steeds blijft de school het middelpunt en de vraagbaak voor onze Boeren- en Tuindersstand en vaak neemt zij het initiatief voor een of andere actie op vakkundig gebied. Zo hadden de stichters zich het ook voorgesteld en de leerlingen hebben het vertrouwen niet beschaamd. Ik hoop, dat onze school haar zegenrijk werk steeds moge voortzetten en dat zij onder Gods onmisbare zegen door de voorspraak van onze Patroon, de H. Walfridus, zal groeien en bloeien tot heil en welzijn van onze Boerenbevolking, onze gezinnen en bedrijven. Bavel, 22 Augustus 1949. J. H. OOMEN, Voorzitter. R.K. Land- en Tuinbouwschool;  |