HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

Heemkundekring 'Op de Beek' Beeldbank Bibliotheek Zoekresultaat

Aantal gevonden publicaties : 5   (uit: 638)


Uitgebreid zoeken
Gesorteerd op:  Boeknummer

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

1. Boeknummer: 00016  
Breda in Beeld 1860-1940
Historie -- Breda, algemeen           (1983)    [Maurits van Rooijen]
Breda in Beeld 1860-1940

voorwoord
Breda is een stad, die gezien mag worden.
Dat is ook met het verleden het geval.
De beelden van deze zo rijk gezegende, historische stad geven ons een inzicht in het ontstaan en de groei van een gemeenschap op allerlei gebied.
Voor de mens van vandaag is het van groot belang daarvan kennis te nemen.
De pen van Maurits van Rooijen en zijn grote kennis van de historie van zijn geboortestad staan er borg voor, dat een verantwoord en ook leesbaar beeld tot stand komt.
Het is dan ook daarom dat onder andere het stedelijk museum gaarne bereid is geweest voor dit project haar foto-archief ter beschikking te stellen.
De Bredanaar zal uit dit boek ongetwijfeld veel lering kunnen trekken en er genoegen aan beleven.
Ir. W. Merkx
Burgemeester van Breda

verantwoording
De vesting wordt gesloopt en Breda slaat de historische weg in om een moderne stad te worden.
De techniek komt en verandert het stadsbeeld: telegraaf en telefoon, gas, water- en elektra-voorziening, de posterij. Er komen goed-georganiseerde voorzieningen als
ziekenhuizen, scholen zwembaden, brandweer en politie, een professionele gemeentereiniging, parken.
Cultuur staat hoog in het vaandel, bibliotheken, een museum, Concordia- en het verenigingsleven bloeit (Bonus bijvoorbeeld). Trouwens, ook minder culturele vormen van
ermaak doen het prima: de café’s, de sociëteiten, het carnaval, de grote feesten. De ellendige woonomstandigheden worden aangepakt. Steeds betere transportmogelijkheden
staan een ruime opzet voor de Bredase uitbreidingen toe en doen het verschil tussen het leven op het platteland en in de stad verkleinen. Maar het verkeer eist op zijn
beurt eveneens ruimte en aandacht. De markten verdwijnen merendeels. Winkelstraten komen er voor in de plaats. Industrie brengt welvaart (Kwatta, Hero, Etna, HKI etc.)
en een enkele keer onrust. Het leven blijft verder gemoedelijk en gezellig met uitzondering van 1914-1918 en de crisisjaren.
Deze ontwikkelingen vormen de rode draad van dit boek. Ze zijn beschouwd vanuit een Bredase invalshoek. Bovendien is een kwart deel van het boek bestemd voor een aantal bij
uitstek Bredase zaken: het katholieke leven, de relatie met het koningshuis, de aanwezigheid van het garnizoen en de K..M.A.
Deze structuur is echter geen harnas en de lezer heeft de mogelijkheid elke willekeurige bladzijde open te slaan en daar te beginnen. Velen blijken die vrijheid zeer op prijs te stellen.

I Duizenden en duizenden foto's heb ik bekeken en daaruit zijn tenslotte een zeshondertal gekozen. De opzet is dat deze foto’s een eerlijk beeld geven van Breda en omstreken in de
periode 1860-1940. Ansichten zijn slechts mondjesmaat opgenomen en materiaal dat reeds in andere boekjes werd geplaatst heb ik zoveel mogelijk gemeden. Soms is de kwaliteit van een
foto niet wat we nu gewend zijn. Dat is geenszins verrassend. De opnamen zijn destijds met eenvoudige apparatuur vervaardigd en soms zijn ze na zoveel jaren vergeeld of beschadigd.
Opmerkelijker zijn de opnamen die een dergelijke hoge artistieke kwaliteit bezitten dat ze de kijker nu nog stil kunnen maken met hun schoonheid.
Foto s vormen een wezenlijk bestanddeel van dit boek, maar beelden alleen kunnen de geschiedenis niet doen herleven. Vandaar de ruim vijftig verhaaltjes die samen een geschreven beeld
vormen, een gelijkwaardige 'partner’ van het fotomateriaal. De ruimte voor deze teksten werd gewonnen door de foto-onderschriften zeer beperkt te houden.

Fouras, juli 1983.

Boekhandel Gianotten BV Breda;  
 

2. Boeknummer: 00077  
Beekse Negotie. Geschiedenis van het winkelbestand in Beek 1945-1950
Ondernemingen -- Algemeen           (2002)    [Kees Nagelkerke]
Beekse Negotie

VOORWOORD
Dat de wereld de laatste decennia erg is veranderd is iedereen duidelijk. Op allerlei gebied laten de ontwikkelingen zich zien en zeker ook in de negotie die tegenwoordig de
commerciële sector heet. Halverwege de vorige eeuw was in een dorp als (Prinsen)Beek de buurtwinkel nog iets waar men niet buiten kon en was een dagje winkelen in de grote
stad met de “deftige” winkels voor velen nog een belevenis. Tegenwoordig zijn grootwinkelbedrijven, supermarkten, e-commerce, internet-shoppen enz. heel gewoon..
Hoorde vroeger het winkelbezoek bij het normale werk van iedere dag, nu doen we veelal éénmaal per week boodschappen en gaan we “fun-shoppen”. Betalen met gewoon geld
raakt uit en pinnen en chippen is normaal. Het is allemaal zakelijker en afstandelijker geworden. Dat was vroeger anders.
Geen wonder dat iedereen, die de jaren vlak na de oorlog bewust heeft meegemaakt, nog wel eens met weemoed terugdenkt aan die tijd waarin de winkel niet alleen een plaats was
waar je iets kon kopen, maar ook een trefpunt voor de dorpse gemeenschap.
Ook zondags was de winkel open en even achterom binnenlopen buiten de openingstijden was gewoon. Lief en leed werd er gedeeld en de dorpsnieuwtjes en -roddels werden er
uitgewisseld. Men betaalde met contant geld, maar “opschrijven” (op rekening kopen) was ook geen probleem als de klant in een moeilijke financiële gezinssituatie verkeerde.
Iedereen kende immers iedereen en had elkaar nodig, want men was op elkaar aangewezen voor hulp en inkomsten. De sociale en economische functie van de plaatselijke
middenstand in die tijd in een dorp moet daarom zeker niet onderschat worden.
De heemkundekring was dan ook erg verheugd over het idee van onze plaatsgenoot Kees Nagelkerke om over de Beekse middenstand uit die tijd een (foto)boek samen te stellen.
Kees - geboren en getogen Bekenaar en zoon van een plaatselijke bakker - is als geen ander daartoe in staat omdat zijn kennis van Beek/Prinsenbeek onuitputtelijk is.
Bovendien bezit hij het talent om anderen te enthousiasmeren en te motiveren om hieraan mede te werken. Zijn inspanning is niet voor niks geweest, want het is een prachtig boek
geworden dat een open plek in de geschiedschrijving van ons dorp heeft ingevuld.
De dank van het bestuur van Heemkundekring Op De Beek en zeker ook van alle lezers gaat uit naar de schrijver en al degenen die hem hun medewerking gegeven hebben, veelal
in de vorm van het aanleveren van gegevens en foto’s.
Het boek zal voor velen - naast het lees- en kijkgenot - een waardevol bezit zijn, waarbij de herinneringen aan het straatbeeld en de winkeliers van vroeger weer boven komen.
Ad van Melis
Voorzitter Heemkundekring OP DE BEEK.

TER INLEIDING
Niets nieuws vertel ik u als ik zeg, dat er over Beek-Prinsenbeek al heel veel is geschreven Om een aantal boekwerken hiervan te noemen. .
De serie Hage over de geschiedenis van Beek en Princenhage, twee boekjes met Beek in prentenbriefkaarten, het huis aan huis verspreide boek “55 jaar zelfstandig Prinsenbeek ,
boek 100 jaar harmonie Amor Musae, boek 200 jaar vrijwillige brandweer boek 80 jaar tuinbouwver. St. Isidorus, twee boeken over Beeks karnaval, boek over oorlog op de Beek,
boek Beekse Indië-gangers, toetenboek met bekende Beekse gezichten, boek 200 jaar parochie Prinsenbeek.
Als er zoveel en zo vaak over zulk een toch kleine gemeenschap wordt geschreven en vastgelegd, betekent dat tegelijkertijd dat zulk een gemeenschap leeft, dat het iets te
bieden had en heeft, dat er activiteiten zijn en een groots verenigingsleven. En al is Prinsenbeek dan wel niet het mooiste dorp van Brabant, we zijn toch trots op de hechte
band die ons dorp heeft en altijd heeft gehad.
En dan nu weer een boek? Moet dat zonodig? Moeten natuurlijk niet, maar er is een categorie die nimmer is beschreven en dus tot op heden onderbelicht is gebleven en dan
doel ik hier op de PrinsenBeekse negotie.
Zolang Beek bestaat is er altijd een levendige handel geweest op allerhande gebied.
En het is goed dat ook zoiets voor ons, maar vooral voor ons nageslacht wordt vastgelegd.
Het is belangrijk dat in beeld wordt gebracht en wordt gekoesterd hoe onze voorgangers zaken deden en wat voor zaken ze deden!!
Wist u dat er een halve eeuw geleden in Beek 51 winkels waren, waarvan er 40 in zijn geheel zijn verdwenen? En dat er van de resterende 11 nog slechts 6 zijn, waarin dezelfde
familie, zij het de derde generatie, is gevestigd?
En het zijn deze 51 winkels, die ik in dit boek wil beschrijven met daarbij uiteraard de nodige foto’s.
Dan zullen ei bij u, geachte lezer, direct vragen naar voren komen van: waarom staan er die en die niet in. Het is goed dat ik u dit maar gelijk kan uitleggen.
Allereerst zij gezegd dat er in dit boek alleen winkels worden beschreven En dan die winkels, die er in de periode 1945/1950 in Beek bestonden, dus ruim een halve
eeuw geleden. Dat betekent dat winkels die er voor die periode waren, maar in genoemde periode niet meer, ze ook niet in dit boek worden vermeld.
Het betekent evenzeer dat winkels die NA 1950 zijn opgestart niet in dit boek voorkomen Natuurlijk zullen er dan grensgevallen zijn, maar er is een duidelijke grens
getrokken en dat is 1950.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


Dan moet ook nog worden vermeld dat er in genoemde periode vele andere zaken en bedrijven waren, doch zonder winkel en ook die zult u in dit boek niet terug vinden
We hadden toen diverse aannemersbedrijven, er waren twee kolenboeren twee klompenmakers, twee horlogemakers, twee wagenmakers, er was een boerenbond en er
was een melkfabriek, want de nering tierde hier welig.
Tenslotte zij nog gezegd, dat er mogelijk een of twee winkels meer waren dan in het boek genoemd. Dat zijn dan winkels die ik niet heb kunnen achterhalen en waar dan ook geen
gegevens en foto’s van zijn.
Alle in het boek voorkomende families zijn door mij persoonlijk benaderd en via een oproep in Modem Prinsenbeek, ons lokale weekblad, hebben anderen in elk geval de
gelegenheid gehad te reageren.
Om te voorkomen dat ik mogelijk de verkregen informatie verkeerd zou interpreteren, heb ik alle personen, waarvan ik materiaal leende, de tekst ter correctie aangeboden,
doch blijf ik uiteraard volledig verantwoordelijk voor de inhoud.
Ik ben er mij van bewust dat er foto’s in staan, die kwalitatief niet spectaculair zijn, maar het is niet altijd de kwaliteit van een foto die boeit, ook de eraan verbonden herinnering
deed opname verantwoorden.
Dat bij de een meer foto’s staan afgedrukt dan bij een ander heeft uiteraard te maken met het beschikbaar zijn van het materiaal.
Om een en ander zo overzichtelijk mogelijk te maken, worden de winkels per straat behandeld, beginnend op de Markt, dan Beeksestraat, Kapelstraat, Groenstraat, Valdijk en overige.
Graag wil ik al degenen bedanken, die zo bereidwillig en vriendelijk waren om mij de nodige informatie te geven en tijdelijk hun (vaak dierbare) foto’s af te staan. Een en ander
gebeurde meestal onder het genot van een kopje koffie.
Zonder hun hulp was dit boek nooit tot stand gekomen.
Ik hoop hiermede een bijdrage te hebben geleverd aan de Beekse c.q. Prinsenbeekse geschiedenis, die nu dus niet in een sigarenkistje of in een schoenendoos wordt bewaard,
maar in boekvorm altijd kan worden terug gevonden.
Moge dit boek ertoe bijdragen, dat wij en onze kinderen zuinig worden op wat nog bewaard is gebleven en dat we beseffen dat de hardwerkende winkeliers uit het verleden
Prinsenbeek mede hebben gemaakt van wat het nu is...
Kees Nagelkerke


Heemkundekring Op de Beek;  
 

3. Boeknummer: 00113  
Prinsenbeek een dorp van Goud, 1942-1992 en Twee honderd jaar vrijwillige brandweer te Prinsenbeek
Historie -- Prinsenbeek, algemeen           (1992)    [M. Voermans]
Prinsenbeek een dorp van Goud, 1942-1992 Van Kerkdorp tot forensengemeente (137 bladzijden)
en
Tweehonderd jaar vrijwillige brandweer te Prinsenbeek (37 bladzijden)

VOORWOORD Prinsenbeek een dorp van goud
Voor u ligt het jubileumboek uitgegeven door het gemeentebestuur van Prinsenbeek bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van deze gemeente.
De titel, te weten 'van kerkdorp tot forensengemeente' spreekt duidelijk voor zich en geeft eigenlijk reeds aan welk een als het ware stormachtige ontwikkeling Prinsenbeek in deze periode
heeft doorgemaakt.
Waar veranderingsprocessen zich veelal geleidelijk plegen te voltrekken, zal het de lezer van deze geschiedschrijving snel duidelijk worden, dat zulks niet of nauwelijks gezegd kan worden van die,
welke in deze gemeente hebben plaatsgevonden.
Deze snelle evolutie heeft zich voorgedaan ten aanzien van alle aspecten in de samenleving van Prinsenbeek.
Zij omvat dan onder andere de facetten van wonen, leven, werken, onderwijs, cultuur, sport en politiek', in een woord samengevat: het totale woon- en leefklimaat.
De informatie, welke u telkens in periodes wordt aangereikt, is mijns inziens helder, leerzaam en vaak ook vermakelijk.
Ik wens u gaarne veel leesgenot toe bij het doorbladeren van dit jubileumboek, dat in opdracht van het gemeentebestuur werd samengesteld door de heren P. Broos, M. Voermans en R. Wols,
medewerkers van het Streekarchivariaat De Markkant.
Rest mij u erop attent te maken, dat aan dit boekwerk nog als een afzonderlijk katern is toegevoegd, en wel in spiegelbeeld, de beschrijving van 200 jaar Brandweerkorps Prinsenbeek,
welk jubileum eveneens in 1992 plaatsvindt.

Prinsenbeek, 31 maart 1992
Mr L.K.M. Verwiel
burgemeester

INLEIDING Prinsenbeek een dorp van goud
Een goede buur is beter dan een verre vriend, zo luidt het gezegde. In Prinsenbeek heeft men zijn eigen ideeën over deze wijsheid. In het recente verleden is immers meermalen duidelijk geworden
dat vooral een sterke buurman ook gevaarlijk kan zijn. De stad Breda, want daarover gaat het natuurlijk, heeft dan ook alle kenmerken van een machtige buurman. Deze sterk groeiende stad
heeft al dikwijls gepoogd ten koste van de aangrenzende gemeenten zijn grondgebied te vergroten.
De reden dat Prinsenbeek thans haar vijftigjarig bestaan kan vieren is gelegen in het feit dat vanwege de voortgaande groei van Breda met ingang van 1942 onder andere de gemeente
Princenhage, waarvan Beek deel uitmaakte, werd opgeheven. Het zuidelijk gedeelte van het grondgebied van Princenhage werd bij Breda gevoegd. Van het overblijvende gebied werd de
gemeente Beek N.B., sedert 1951 Prinsenbeek gevormd.
In de jaren zestig dreigde Prinsenbeek een deel van Breda te worden. Aan het einde van 1967, het jaar waarin Prinsenbeek 25 jaar bestond, werden de plannen van Breda en de provincie Noord-
Brabant bekend. Door mee te werken aan een vlotte overdracht van de helft van zijn grondgebied naar Breda kon Prinsenbeek haar zelfstandigheid behouden. In 1976 gingen De Haagse Beemden
naar Breda over.
Door ruimtegebrek was Breda in 1988 genoodzaakt toekomstige uitbreidingen op het grondgebied van aangrenzende gemeenten te situeren. Kort daarop maakte de provincie Noord-Brabant de uit-
gangspunten van het beleid inzake de gemeentelijke herindeling bekend. Een en ander leidde er toe dat in 1992, het jaar waarin Prinsenbeek 50 jaar bestaat, de vrees dat de gemeente zijn
zelfstandigheid zal verliezen weer actueel is.
In 1966 waren er plannen voor het samenstellen van een jubileumboek bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de gemeente. Dit boek is er echter niet gekomen. Het raadslid P.H.J. van de
Mosselaar sprak toen zijn twijfel uit over de vraag of Prinsenbeek het vijftigjarig bestaan wel zou vieren. Nu viert Prinsenbeek dit jubileum en er is een boek, waarin op de afgelopen vijftig jaar
wordt teruggekeken. Zouden dit tekenen voor de toekomst zijn?

VOORWOORD Twee honderd jaar vrijwillige brandweer
Al heeft de mens het vuur leren beheersen, om het altijd te bedwingen is heel wat moeilijker Daarom wordt er bij ieder van ons iets wakker als we 'Brand, brand' horen roepen.
Eeuwenlang was brandbestrijding een bijna hopeloze taak en kon men het losgebarsten vuur slechts bestrijden met emmertjes water. Hele steden en dorpen zijn dan ook in de as gelegd.
De ommekeer in de brandbestrijding ligt inderdaad bij het inzetten van een brandspuit. En voor zowel het transport als de bediening daarvan had men een goed getraind team nodig.
Op de Beek, zoals Prinsenbeek tot 1951 heette, kwam op zeven januari van het jaar 1792 de eerste brandspuit en toen werd ook het eerste corps van de vrijwillige brandweer opgericht. Dat is nu
precies tweehonderd jaar geleden, zodat in hetzelfde jaar dat Prinsenbeek vijftig jaar een zelfstandige gemeente is, de eigen brandweer zijn tweehonderdjarig bestaan viert.
Al met al meer dan voldoende redenen om beide jubilea in één boek samen te brengen. Trouwens, de gemeente en de brandweer horen bij elkaar.
Herman Dirven, voorzitter Stichting Werkgroep Haagse Beemden.

Gemeente Prinsenbeek / Streekarchivaat De Markkant;  
 

4. Boeknummer: 00152  
Liber Amicorum Ben Hennekam
Personen -- Personen e-f-g-h           (2006)    [Eddy Baldewijns e.a.]
Liber Amicorum

Eddy Baldewijns
Adjunct-Secretaris-Generaal
Benelux Economische Unie

VOORWOORD
16 jaar lang de verpersoonlijking van de Benelux-samenwerking en een afscheid op een ogenblik dat het Benelux-project geëvalueerd wordt, gerevitaliseerd
wordt: hier horen wijze woorden bij en veel dank.

Voor het eerste, de wijze woorden, hebben wij een beroep gedaan op personaliteiten die de Benelux goed kennen en, die naar aanleiding van het afscheid
van de heer Ben Hennekam, hun ideeën over een samenwerkingsverband in deze regio van West-Europa hebben willen neerschrijven. Ik dank hen allen
omdat zij door hun ervaring uit het verleden en door hun kennis van het heden, een visie voor de toekomst hebben uitgetekend.

Voor het tweede, de dankwoorden, prijs ik mij gelukkig de tolk te mogen zijn van alle personeelsleden, oud-personeelsleden en zovele Benelux-sympathisanten.
Graag wil ik het beeld van de heer Hennekam, Secretaris-Generaal van de Benelux Economische Unie, samenvatten in deze kortzinnen:
- een real-politicus met veel interesse voor de internationale politiek;
- een gedreven laborant bouwend aan het Europa van morgen;
- een leider met verantwoordelijkheidszin.

Een real-politicus met oog voor de wereld
Ben Hennekam weet wat mensen voelen, beseft dat er in een maatschappij behoeften en noden bestaan waar de leiding van deze maatschappij oplossingen moet voor zoeken.
De invalshoek waarlangs hij de politiek, de ordening in de samenleving, benadert is deze van de christen-democratie. Zijn rotsvaste overtuiging, zijn trouw aan de idealen
die hij koestert, dwingen bij eenieder respect af.

Overtuiging kent geen geografische grenzen. In het uitdragen van zijn overtuiging beperkt de Secretaris-Generaal zich dan ook niet tot de Benelux. Hij
verkneukelt zich steeds in een partijtje discussie over de oorlog in Irak en het al dan niet inzetten van Europese troepen, over het terrorisme en de gevaren
ervan voor West-Europa, over de gevolgen van de val van de Muur, over het politieoptreden tegen de jeugdcriminaliteit in de ene of de andere stad, over
het oprukkend rechtse nationalisme, over de gevaren van de Islam, over de honger in Afrika, over de gevolgen van de Tsunami en over de nodige humaninitaire hulp...

Niemand kan zich derhalve erover verwonderen dat hij met veel inzet het Benelux-samenwerkingsmodel toelicht aan de Visegradlanden of dat hij
bijzonder veel belang hecht aan goede contacten met de Nordic Council of de Baltic Assembly. Uiteraard bleef de Benelux-samenwerking steeds zijn
eerste prioriteit. Dit is niet vreemd voor een real-politicus. Beter dan wie ook weet hij dat met dromen men de wereld niet verandert, hooguit kan men
utopische beelden overdragen op enkelen. De realiteit, daar leven wij in, die maken wij zelf.

Onder het motto: “Beter een goede buur dan een verre vriend”, introduceerde hij de “grensoverschrijdende samenwerking” als kerntaak van de
Benelux-samenwerking. Nog niet zo lang geleden werden milieu, verkeer en infrastructuur, ruimtelijke ordening, natuurbehoud en landschapsbescherming vooral door een
nationale bril bekeken. Deze belangrijke beleidsterreinen werden veelal - ook door de Beneluxlanden - met de rug naar elkaar ingevuld.
Daar is dankzij de niet aflatende inzet van Ben Hennekam verandering in gekomen. Wat vroeger vaak bijna uitsluitend nationaal werd bepaald wordt
nu meestal grensoverschrijdend benaderd.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord


Ben Hennekam zette zich met kracht achter de medewerkers ruimtelijke ordening wanneer zij, samen met de bevoegde ambtenaren van de Beneluxlanden
en -gewesten, werk maakten van de tweede Benelux-structuurschets. Liever dat dan een vaag, nooit in te vullen beeld van een ruimtelijke ordening in het
Europa van de 25.

Een administratieve grens is ingebeeld. Zij werkt omwille van een verschillende regelgeving en een andere aanpak, anders aan de ene kant van de grens
dan aan een andere. Ben Hennekam is van oordeel dat een grenspark, zoals De Zoom-Kalmthoutse Heide, één geheel vormt en stimuleert de totstandkoming ervan.
Hij staat aan de wieg van de Rijn-Schelde-Delta-projecten omdat voor hem de grens geen belemmering mag zijn voor de economie in de grensregio of voor grote infrastructuurwerken.

Wie heeft met meer zin voor realiteit en respect voor de betrokkenen gepleit voor de verdieping van de Westerschelde of voor de ingebruikname van de IJzeren Rijn?

Ik zou lang door kunnen gaan: grensoverschrijdend ambulancevervoer, samenwerking over de grens heen van brandweerkorpsen en bij rampenbestrijding,
het openbaar vervoer, enz. De meeste projecten die vandaag de Beneluxlanden en -gewesten/gemeenschappen binden, beantwoorden aan de criteria die een
real-politicus ervoor vooropstelde. Of wat gezegd van het besparende effect van de dienstverlening door één land voor de twee andere partnerlanden in de
buitenlandse posten? Of over de vertegenwoordiging door één persoon van de landen en de gemeenschappen in de internationale gremia die over jeudbeleid handelen?

Een gedreven laborant, bouwend aan het Europa van morgen
Alleen al door nabuurschap bestaat er een veelheid aan samenwerkingsverbanden tussen Nederland, België en Luxemburg. Deze samenwerking bestaat
van het hoogste politieke niveau tot de meest kleinschalige grensoverschrijdende projecten. De betrekkingen tussen onze drie landen kunnen met recht
zeer intensief worden genoemd. Het Secretariaat-Generaal Benelux speelt daarbij een hoofdrol en Benelux vervult op die wijze een laboratoriumfunctie
voor Europa. Het is vanuit die optiek als het ware de proeftuin voor Europa en een initiator van projecten van nauwere samenwerking met andere EU-lidstaten.

Met enige realiteitszin, en voortgaand op het hoger vermelde, beseffen wij dat de strijd tegen de carrousel fraude, of de controle op de reglementering van het
zwaar wegvervoer, of de strijd tegen de drugshandel, of de afstemming van de elektriciteitsconnecties, of de ruimtelijke planning tussen twee grootsteden,
enz. niet voor gans Europa gelijktijdig en gelijkwaardig kan worden toegepast.
Hoewel de Europese richtlijnen een zelfde kader voor elke lidstaat tekenen, is de implementatie ervan toch niet altijd hetzelfde.
Om deze reden heeft de heer Hennekam voortdurend het Benelux-kader vooropgesteld, om zodoende als Beneluxlanden en/of gewesten/gemeenschappen vooruitgang te kunnen boeken.

Hoe het Schengen-akkoord zijn invulling kreeg, hoef ik niet te benadrukken, tenzij deze toevoeging: de regeling van het vrij verkeer van personen was eerst
op enkele lidstaten van toepassing alvorens veralgemeend te worden. Ik hoop dat niemand de voortrekkersrol van her Secretariaat-Generaal Benelux hierbij vergeet.

Ook groeide de laatste jaren het besef dat de strijd tegen de grote fiscale fraude door de drie Beneluxlanden samen moet worden aangepakt, soms ook samen
met de Duitse of de Franse buren. De Benelux+-idee, het samenwerkingsverband tussen de drie Beneluxlanden uitgebreid met Frankrijk en Duitsland
in de grensgebieden van deze buurlanden, groeide zienderogen. De samenwerking op het gebied van energie, opgestart in 2005, is er een prachtige
illustratie van. Of wat gezegd van het project Euro Contrôle Route waar nu reeds een tiental Europese landen aan meewerken en er op dit ogenblik nog
enkele als actieve waarnemers in de wachtkamer zitten. Dit project beoogt een afstemming op de controle op het wegvervoer, de vorming van de controleurs,
de verbetering van de regelgeving.
Onder de drijvende kracht van Secretaris-Generaal Ben Hennekam is het Secretariaat-Generaal een laboratorium gebleven voor Europa. Bovendien
kan de Benelux-zoektocht in de genoemde domeinen soms als een inktvlek verbreed worden naar andere Europese landen.

Een leider met verantwoordelijkheidszin
Gedurende 16 jaren een bedrijfje leiden is geen sinecure. Tijdens de Schengen-periode gebeurde dit zelfs met het dubbel aantal ambtenaren, waaronder de
meesten niet-Benelux-burgers. Deze ambtenaren kenden alleen hun eigen statuut en hun eigen manier van werken. Ben Hennekam slaagde er toch
in allen in het gareel te laten lopen, volgens dezelfde regels te laten werken.
Hiervoor hanteerde hij slechts één vuistregel: iedereen gelijk in gelijke omstandigheden. Het management dat het Secretariaat-Genetaal jaren kende, heeft
ertoe geleid dat het Secretariaat-Genetaal geroemd werd om de juiste, objectieve en neutrale verslaggeving en de hoogstaande vertaal- en tolkdiensten.
Omwille van het puike werk van het personeel, dreigde op bepaalde momenten het Secretariaat-Genetaal alleen als goedkope dienst gebruikt te worden. Zo
verging het met de ambtelijke commissie IJzeren Rijn, waar wij de notarisfunctie op ons namen maar geen stuurkracht hadden om tot een doel te
komen, om continuïteit in de werkzaamheden te leggen.

Zo leverde het Secretariaat-Generaal Benelux gedurende een lange periode de Internationale Schelde- en Maascommissies goede en goedkope taaldiensten
zodat de vraag kan worden gesteld of beide commissies niet even efficiënt en zeker budgettair voordeliger konden opereren binnen het Benelux+-verband.
Wanneer in de aangehaalde voorbeelden te zeer geprofiteerd werd van het Secretariaat-Generaal greep de heer Hennekam in: hij nam zelf deel aan de
werkzaamheden van de commissies en stelde een financieel reglement op om et verlenen van taaldiensten in de juiste banen te leiden zodat de Scheldecomissie afzag
van de Benelux-diensten en de Maascommissie daarentegen ook een beroep deed op de inhoudelijke deskundigheid van onze ambtenaren. Dit vereiste verantwoordelijkheidszin.
In 2006, op het einde van zijn beleidsperiode, werden de diensten van het Secretariaat-Generaal geherstructureerd, met meer aandacht voor de actuele
politieke behoeften zoals ondermeer de veiligheid. Hiermede toonde de heer Hennekam aan dat hij heikele en delicate aangelegenheden, zoals de herindeling van werkvelden
en de herschuiving van mensen niet aan de opvolger over wou laten. Gezien de zorg om het werk van het Secretariaat-Generaal doorzichtiger en efficiënter te maken,
heeft hij deze operatie zelf geleid.

Daarnaast was de heer Hennekam 16 jaar lang het gezicht van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie of noem ik het beter
van de Benelux-samenwerking. Hij was omnipresent. Zo camoufleerde hij een beetje het zwakke punt van het Benelux-Secretariaat-Generaal:
een intergouvernementele instelling die logistieke diensten verleent maar geen gemeenschappelijke standpunten kan naar buiten brengen. Hij compenseerde
door zijn publiek optreden vaak het gebrek aan profilering van het Secretariaat-Generaal. Kortom, hij genoot een brede bekendheid.

Dit “liber amicorum”, met getuigenissen over de Benelux en over zijn uittredende Secretaris-Generaal, laat toe terug te blikken op het verleden en door te
dromen naar de toekomst.
Voor de heer Hennekam is het een oprechte dankbetuiging, voor zijn opvolger de introductie in een nieuwe wereld met nieuwe uitdagingen. Met veel vriend-
schap wens ik de eerste een goede gezondheid, veel genegenheid in zijn warme gezins- en vriendenkring toe en veel succes in alles wat hij nog zal onder-
nemen. Aan de tweede verzeker ik dat de verwachting hoog ligt, maar dat een team enthousiaste en deskundige medewerkers klaar staat ter ondersteuning in de zware opdracht.


Eddy Baldewijns;  
 

5. Boeknummer: 00153  
Twee honderd jaar Vrijwillige Brandweer Prinsenbeek
Brandweer -- Algemeen           (1992)    [Herman Dirven]
Twee honderd jaar Vrijwillige Brandweer Prinsenbeek
zie ook het boek 00113 Prinsenbeek van kerkdorp tot forensengemeente

VOORWOORD
Al heeft de mens het vuur leren beheersen, om het altijd te bedwingen is heel wat moeilijker.
Daarom wordt er bij ieder van ons iets wakker als we 'Brand, brand' horen roepen.
Eeuwenlang was brandbestrijding een bijna hopeloze taak en kon men het losgebarsten vuur slechts bestrijden met emmertjes water. Hele steden en dorpen zijn dan ook in de as gelegd.
De ommekeer in de brandbestrijding ligt inderdaad bij het inzetten van een brandspuit. En voor zowel het transport als de bediening daarvan had men een goed getraind team nodig.
Op de Beek, zoals Prinsenbeek tot 1951 heette, kwam op zeven januari van het jaar 1792 de eerste brandspuit en toen werd ook het eerste corps van de vrijwillige brandweer opgericht. Dat is nu
precies tweehonderd jaar geleden, zodat in hetzelfde jaar dat Prinsenbeek vijftig jaar een zelfstandige gemeente is, de eigen brandweer zijn tweehonderd-jarig bestaan viert.
Al met al meer dan voldoende redenen om beide jubilea in één boek samen te brengen. Trouwens, de gemeente en de brandweer horen bij elkaar.
Herman Dirven, voorzitter Stichting Werkgroep Haagse Beemden.

Gemeente Prinsenbeek;  
 

 

Uitgebreid zoeken

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 22 april 2022