HEEMKUNDEKRING
OP DE BEEK
PRINSENBEEK

Beeldbank Bibliotheek

   
 

Heemkundekring 'Op de Beek' Beeldbank Bibliotheek Zoekresultaat

Aantal gevonden publicaties : 2   (uit: 638)


Uitgebreid zoeken
Gesorteerd op:  Boeknummer

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

1. Boeknummer: 00212  
Liefde als wapen
Religie -- Mgr. Bekkers           (1966)    [Ton Oostveen]
Liefde als wapen. Herinnering aan Mgr Bekkers

Voorwoord
Toen de aankondiging van de verschijning van dit boek gepubliceerd werd, vroeg een collega me waarom ik me
geroepen voelde dit werk te ondernemen, en welke onthullingen wellicht te verwachten zouden zijn. Op de
laatste vraag kon ik antwoorden, dat de persoon van mgr. Bekkers veeleer een open bock dan een mysterie
was, zodat over zijn leven weinig werkelijke onthullingen mogelijk schijnen. En wat de eerste vraag betreft:
ik meen de bisschop persoonlijk vrij goed gekend te hebben, maar er zijn er zeer velen die datzelfde,
en vaak met nog meer recht, kunnen zeggen. Mijn rechtvaardiging voor het schrijven van dit boek, zo kort na
het sterven van de geliefde bisschop, is vooral mijn bewondering voor mgr. Bekkers.
Ik mocht hem uit hoofde van mijn functie bij de Brabantpers vele malen ontmoeten en interviewen,
ik volgde als vele anderen geboeid zijn initiatieven ter bevordering van een werkelijke dialoog binnen de katho-
lieke kerk en naar buiten, en ik registreerde iets van de weerklank, die hij in en buiten zijn diocees wekte.
Dit bock, dat noch volledigheid, noch de objectiviteit van de afstand kan pretenderen, is geschreven vanuit een
oprechte bewondering, en wil de herinneringen vastleggen op een moment, dat nog gevuld is met de emoties
van een plotseling verlies. Mij dunkt dat het nuchtere feit, dat een bisschop bij zijn sterven zo’n golf van ont-
roering en bewondering lossloeg, op zich van niet onbelangrijke betekenis is voor toekomstige biografen.

klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord
Ofschoon ik dus meer getracht heb de herinnering aan en de bewondering voor mgr. Bekkers onder woorden te
brengen dan een volledige en chronologische biografie te schrijven, heb ik toch met dankbaarheid gebruik ge-
maakt van de gegevens, die vrij talrijke interviews met plaats- en schoolgenoten, vrienden en medewerkers van
de bisschop mij opleverden. Met nadruk wil ik daarom mijn oprechte en grote dank uitspreken aan het adres
van al degenen, die mij met hun herinneringen hielpen.
Vooral de naaste medewerkers van mgr. Bekkers, de hulpbisschop mgr. drs. J. Bluyssen, de vicarissen-gene-
raal mgr. L. Rooijackers en mgr. M. Oomens, en de vriend en adviseur van de bisschop, prof. mr. dr.
J. J. Loeff zijn mij met veel gegevens en hartelijke steun zeer ter wille geweest. De meeste tijd en moeite heeft on-
getwijfeld de privé-secretaris van mgr. Bekkers, de heer J. Reinhard, aan mij besteed. Zonder zijn royale mede-
werking zou het in korte tijd voltooien van dit boek welhaast onmogelijk zijn geweest. Tenslotte geldt mijn dank
de leiding van de Brabantpers, die mij de tijd en mogelijkheden om dit boek te schrijven ter beschikking stelde,
en waarvan de hoofdredacteuren mij hielpen met nuttige adviezen.
Als inleiding is in dit boek opgenomen de openingstoespraak, die de aartsbisschop van Utrecht, kardinaal
Alfrink, tijdens de Uitvaartdienst in de St.-Jan hield.
De kardinaal, die door drukke werkzaamheden en gemaakte afspraken onmogelijk kon voldoen aan mijn ver-
zoek om in korte tijd een bijdrage voor dit boek te leveren, was zo vriendelijk zelf deze oplossing te adviseren.
Ik ben de kardinaal daar erg erkentelijk voor.
‘Liefde als wapen’ wil de herinnering levendig houden aan een bisschop, die voor de journalisten zo’n groot
vriend was. Ook daarom heb ik het graag geschreven.
TON OOSTVEEN



Openingswoord
van kardinaal Alfrink bij de uitvaart van mgr. W. M. Bekkers op 14 mei 1966.
De droefheid om het naar menselijke gedachten tragische einde van deze mens, die zoveel goedheid, zoveel hoop
en zoveel vertrouwen rond zich heeft gespreid, wordt overstemd door de dankbaarheid die ons vervult om de
zegen die God, de Gever van alle goeds, ons in hem geschonken heeft.
Na alle goede woorden, waarmee hij in zijn leven zoveel mensen heeft verkwikt, is door zijn vroegtijdig en smar-
telijk heengaan zijn laatste boodschap aan ons een getuigenis geworden van de broosheid en de onzekerheid
van het menselijk bestaan.

klik op de pijlpunt links voor het volledige openingswoord
Het is de boodschap van de profeet: ‘Alle vlees is als gras; heel zijn glorie als de bloem op het veld. Het gras verdort
en de bloem verwelkt als er Jahweh’s adem op blaast’ (Is. 40,6v.).
Maar we geloven dat Gods adem een levenwekkende kracht is. Gods adem brengt geen dood; Gods adem
schenkt leven. Zo is het getuigenis van de Heer: ‘Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven’ (Jo. 11,25).
Dankbaar voor het getuigenis van Gods levenwekkende liefde, dat de overledene ons heeft mogen schenken, dra-
gen wij hem ten grave, getroost door het intense meeleven van zo goed als heel ons volk.
En omdat we weten naar het woord van de Schrift, dat God ook van zijn trouwe dienaar verantwoording vraagt,
willen wij hem aanbevelen in Gods liefde en Gods barmhartigheid door deze eucharistische viering van het offer
van zijn Zoon, die door zijn dood ons het leven heeft geschonken in eeuwigheid.
In dat geloof heeft Wilhelmus Bekkers, bisschop van de Kerk, zijn leven aan zijn Heer teruggegeven. In dat ge-
loof aanvaarden wij Gods ondoorgrondelijk raadsbesluit. En in dat geloof vertrouwen wij dat hij bij zijn
Heer leeft in eeuwigheid.

BERNARDUS KARDINAAL ALFRINK
Aartsbisschop van Utrecht

Malmberg Den Bosch;  
 

2. Boeknummer: 00213  
Bisschop Bekkers, vriend van ons allen
Religie -- Mgr. Bekkers           (1966)    [N. van Hees]
Bisschop Bekkers, vriend van ons allen. 2de druk

Ene doodgewone jongen uit Rooi
Maandag 9 mei 1966 sterft bisschop Bekkers in het ziekenhuis te Tilburg. Daags daarop wordt zijn dood lichaam overgebracht naar
Den Bosch. Dan worden de eerste regels geschreven voor dit boek.
Het is dinsdagmiddag half vier en ik dwaal alleen door het lege bisschopshuis aan de Peperstraat. In de tuin achter staan vier stoelen
schuin tegen de tafel geleund. De zon schijnt op wat tulpen en een bloeiende azalea mollis. Het is stil.
Ik stap de werkkamer binnen van de bisschop. De hangklok tikt. Aan de muur een groot wit paard met erop een vrolijk lachende
man. Een gekleurde prent van paus Jan en daaronder een koppel uit hout gesneden boerenpaarden. Langs drie zijden kijkt het por-
tret van een oude vrouw naar de werktafel. In alle vertrekken hangt een foto van Bekkers’ moeder, hier drie maal. Op de tafel staat een
rijtje boeken voor de hand. Het dagboek van paus Jan en vlak daarnaast ‘Frans voor het dagelijks gebruik’.
De grote kamer is hol en leeg. De laatste keer, dat ik hier binnen kwam, was ze geheel gevuld met de rollende lach van de bisschop,
die er middenin stond met een kop dampende, goudgele bouillon in de hand. Ik ga zitten in de stoel, waar hij me nog zo kort geleden
een glas schuimend bier inschonk. Meer dan in enig ander vertrek van dit huis voel je dat hij weg is, heel ver weg.
Een uur later zal zijn beste vriend, vicaris Lambert Rooyackers, die vijf jaar Dachau overleefd heeft te midden van opgestapelde doden,
en die daarbij zijn geloof in het leven geen moment heeft verloren, zeggen: ‘Ik ben nog nooit zo bij de dood betrokken geweest als nu.’
In de lege kamer, waar ik zit te mijmeren, slaat de klok vier koperen slagen. Ik sta op, ga naar boven en doe de deur open van de grote
slaapkamer, breed houten ledikant, telefoon naast het opgemaakte bed, aan de muur een fotostrip: in het midden de oude vrouw met
aan weerskanten naast haar de koppen van vier van haar dertien kinderen: drie kloosterzusters en een jonge priester, die lacht.
Ik loop terug de gang in en ga staan voor het raam, dat uitziet op de parade, het grote plein naast de kathedraal. Er hebben zich een paar
honderd mensen verzameld. Jongens zijn in de fris groene boompjes geklauterd aan weerskanten van de brede deur, die open staat.
In een halve cirkel staan de pastoors van Den Bosch opgesteld. Vijf minuten over vier beginnen de klokken van de Sint-Jan te luiden.

Becht Uitgeverij Amsterdam;  
 

 

Uitgebreid zoeken

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 26 maart 2022